Sean Vos houdt zich al ruim 15 jaar bezig met het verduurzamen van de Nederlandse woningvoorraad. Vanuit zijn ervaring heeft hij een duidelijke visie op hoe het verduurzamingstempo omhoog kan, met bijvoorbeeld projectoverstijgende ketensamenwerkingen In zijn rol als docent en ontwikkelaar bij BOB-KOB brengt hij zijn kennis en ervaring met veel enthousiasme over aan de sector.

Sean is als docent betrokken bij meerdere trainingen voor het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Van een eendaagse introductie, tot de vierdaagse cursus Verduurzaming Bestaande Woningbouw. Daarnaast is er de Verduurzaming Bestaande Woningbouw: met CTRL2050 zorgeloos naar gasloos. Tot slot is er de Verduurzaming Bestaande Woningbouw: naar de Standaard, deze wordt verzorgd door een andere docent.

Integraal denken en handelen

Als docent wil Sean vooral bijdragen aan het vergroten van de kennis over verduurzaming. “De uitdaging die we hebben is gigantisch, en om de doelen te behalen moeten we fors gaan opschalen. Zowel op het gebied van kennis en kunde, maar ook op het gebied van samenwerken, van communiceren. We hebben professionals nodig die integraal kunnen denken en handelen. Vanuit die gedachte hebben we onze trainingen ingericht.”

Sean Vos, verduurzamingsexpert

Van hoog over naar de oplossingen

“Bij de vierdaagse variant wordt eerst de noodzaak van de verduurzaming geschetst en de doelen die zijn gesteld. Van daaruit kijken we vervolgens hoe die doelen gerealiseerd kunnen worden. Dus van hoog over, vanuit de noodzakelijke energietransitie, naar de oplossingen en de technieken. Met de nadruk op praktische inzichten en handvatten. Met uiteraard veel aandacht voor de financiën, maar ook voor het meenemen van de bewoners als eindgebruikers. Kortom, alle aspecten die bij verduurzaming een rol spelen.”

“Daarbij zijn drie docenten betrokken. Maurice Coen neemt de deelnemers mee door het grote plaatje van verduurzaming, de rol ervan binnen onze maatschappij en de transitie waar we middenin zitten. Doris de Bruijn behandelt uitgebreid het perspectief van de bewoner als belangrijke stakeholder in het proces. Zelf neem ik de deelnemers mee naar de doelen die binnen de sector zijn gesteld, de regelgeving daaromheen en de technische oplossingen die er zijn. Daarnaast besteed ik aandacht aan de businesscase van verduurzamen en de benodigde samenwerking.”

CTRL2050

“Bij CTRL2050 nemen we deelnemers in vier middagen mee in dat specifieke denk- en werkproces voor rijwoningen. We gaan daarbij zowel in op de inhoud als op de consequenties van die aanpak, bijvoorbeeld hoe je de organisatie daarin mee kunt nemen. Dat is met name interessant voor corporaties en hun ketenpartners, die met CRTL2050 aan de slag willen of dat serieus overwegen. Voor die partijen organiseren we CTRL2050 ook regelmatig als incompany.”

Wederzijds begrip

Bij de diverse trainingen zijn de groepen vaak gemêleerd, wat een groot voordeel is. “Van woningcorporaties zien we allerlei functionarissen, die met verduurzaming te maken hebben, van projectleiders en woonconsulenten tot de vastgoedmanagers. Vanuit marktpartijen nemen veel projectleiders deel. Die mix geeft altijd een leuke dynamiek. Bij het onderdeel kosten komen vaak al snel de wederzijdse vooroordelen op tafel, over opdrachtgevers die te laag budgetteren en aannemers die met kostenstijgingen komen. Door daarover alleen al in gesprek te gaan zie je het wederzijds begrip vaak toenemen.“

Het vergroten van het onderling begrip is volgens Sean een belangrijke stap in succesvol verduurzamen. “Om de verduurzamingsopgave aan te pakken moeten we veel meer en beter samenwerken. Ook omdat we in de sector te veel vanuit de eigen koker denken, en het moeilijk vinden om hulp te vragen, om ons kwetsbaar op te stellen. Ik denk dat we daardoor onnodig vaak beren op de weg denken te zien en kansrijke innovaties of verbeteringen blokkeren. Wij willen juist stimuleren dat mensen elkaar meer opzoeken, en van elkaar willen leren.”

Handvatten meegeven

“Wij proberen onze deelnemers de handvatten te geven, waarmee ze zelf aan de slag kunnen met de verduurzaming. Daarbij gaan we niet alleen in op de hoe- en de wat vraag, over technieken en producten. We koppelen dat namelijk aan het bredere plaatje dat de broodnodige context geeft om de beste keuzes en afwegingen te maken.”

Nieuwe inzichten

Een belangrijk onderdeel is dat deelnemers zelf, en met elkaar, reflecteren op de materie. Die discussies leiden vaak tot nieuwe inzichten, ziet Sean: “In de dagelijkse praktijk ben je vaak gebonden aan je rol, en ligt de focus op een specifiek project. Maar bij ons zoomen we bewust uit, zodat je aannames leert herkennen en er ruimte komt voor nieuwe oplossingen. Een opleidingstraject werkt daarbij ‘ontwapenend’ en zorgt ervoor dat deelnemers vanuit verschillende disciplines vrijer kunnen denken en hun vooroordelen en ervaringen delen.”

Begin dit jaar heeft Bauke Valstar de opleiding Projectleider (Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau), kortgezegd POA afgerond. Hij heeft plezier beleefd aan de opleiding, die hij is gaan doen om de architect meer te kunnen ondersteunen bij zijn werkzaamheden.

Bauke Valstar is werkzaam bij Croonen architecten in Nijmegen als modelleur en inmiddels ook als projectleider. “Ik doe hier van alles nog wat”, vertelt Bauke. “Van het maken van voorbereidingstekeningen, aanvragen en vergunningen, tot het opstellen van uitvoeringsstukken. Daarnaast doe ik ook het overleg met aannemers, het bevoegd gezag en eigenlijk alles wat daarbij komt kijken.”

Croonen architecten doet projecten diverse zorginstellingen, maar ook particuliere woonhuizen en seriematige bouw. Maar ook hebben ze de bouwkundige uitwerking van de dierenverblijven voor Ouwehands gedaan, zoals het bonoboverblijf en het verblijf voor de panda’s.

Bauke Valstar, Bouwkundig projectleider

Goed beslagen ten ijs

“Ik doe al langer werkzaamheden van een projectleider, zoals een overleg met het bevoegd gezag, met de aannemer of met de opdrachtgever. Alleen dan wel als een bouwkundig ingenieur/adviseur, zonder daadwerkelijk de verantwoordelijkheden te hebben van een projectleider. Nu ik halverwege mijn carrière zit, wilde ik me meer op het vlak van projectleider gaan begeven. Waarbij ik de architect meer kan ondersteunen in het opvangen van het bouwproces en het aansturen van de informatiestroom naar de bouwkundigen en modelleurs. Ik wilde dat serieus aanpakken en goed beslagen ten ijs komen. Ik ben daarom de opleiding Projectleider (Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau) gaan doen.”

Zelf de vertaalslag maken

“Aan het begin van de opleiding wordt gekeken of je proces- of object gedreven bent. Dan leer je waar je zelf staat in het traject. Zit je al op de goede weg om een proces te begeleiden of moet je het object nog leren loslaten? Van daaruit ontplooien de verschillende vakken en disciplines zich, die je vervolgens moet aanpakken en toepassen in opdrachten. Later kun je dit dan projecteren op je eigen werkzaamheden en kijken hoe je dat in het vervolg zelf kan gaan inpassen. De handvatten krijg je aangereikt, hoe je dat vervolgens gaat gebruiken wordt redelijk aan jezelf overgelaten. Voor de praktijkgerichtheid is dat heel fijn.”

“Als je aan deze opleiding begint moet je er wel echt voor gaan”, vindt Bauke. “Zorg dat het een bewuste keuze is. Want je moet er tijd en energie in steken om het tot een goed resultaat te brengen. De lesstof wordt niet allemaal voorgekauwd. Management en projectleiding, het is geen vast stramien waar alles zich in bevind. Het is een format, waarbij je voor jezelf nog altijd de poppetjes op de juiste manier moet gaan neerzetten. Dat is een vertaalslag die je zelf moet maken. Je moet meegaan met de ervaringen die je opdoet en dat blijven toepassen. Hergebruiken en herijken eigenlijk, voor je toekomstige projecten. Zodat je al op voorhand acteert op de dingen waar je eerder tegenaan bent gelopen. Dat is wat je ook meegegeven wordt. Het is een ervaringsvak, hou er rekening mee dat je een keer tegen de lamp loopt. Het gaat erom dat het de volgende keer wel lukt.”

Meteen toepassen

“Ik heb veel plezier beleefd aan de opleiding. Ik heb een paar keer gehad dat ik de volgende dag op kantoor al zaken tegenkwam die ik de avond ervoor had geleerd. Het is dan fijn dat je op voorhand weet hoe je iets moet aanpakken. Ook bij het onderdeel communicatie kon ik het aspect actief luisteren de volgende dag in een telefoongesprek toepassen. Door gewoon niets te zeggen loste het probleem zich vanzelf op”, lacht Bauke.

“Wat ik heb geleerd en nu gebruik in de praktijk is niet zozeer met een vinger aan te wijzen. Het is het stroomlijnen van bijvoorbeeld een vergunningstraject  door alle partijen de stukken op tijd aan te laten leveren, maar ook je eigen planning en fatale termijnen in de gaten te kunnen te houden. Hierdoor kan een vergunningstraject zo kort mogelijk gehouden worden, waardoor er onder de streep meer geld overblijft, dat je weer kunt investeren in kwaliteit en zo werkt dat door. Het is eigenlijk alle kennis van de opleiding en je praktijk bij elkaar die je hebt verzameld in je hoofd, zodat je leert het proces zo soepel mogelijk te begeleiden en beheersen.”

Jelle Lecluijze doceert bij BOB-KOB de module Beton en Onderhoud vanuit een grote passie voor dit vak. “Beton is een prachtig product dat een lange levensduur kan hebben. Met gedegen beheer en onderhoud bevorderen we de duurzaamheid binnen de sector en zijn we beter af dan met slopen en nieuwbouw.”

Jelle is een ware betonexpert. Zo is hij technisch directeur van Solid Services, een onafhankelijk advies- en ingenieursbureau voor het realiseren van duurzaam beheer en onderhoud van betonnen gebouwen en constructies. Ook is hij (onder meer) lid van de stuurgroep van het Betononderhoudsplatform (BOP), waarin vijf brancheorganisaties zich sterk maken voor het verlengen van de levensduur van beton. Een duizelingwekkende foto in zijn kantoor toont Jelle in actie: abseilend en gezekerd met een klimgordel verricht hij op grote hoogte een technische inspectie van een betonnen gevel.

Betonexpert Jelle Lecluijze

Circulaire ambities

“Beton wordt van oudsher gezien als grijs, hard en onverwoestbaar, maar heeft voor een lange levensduur gespecialiseerd onderhoud nodig”, vertelt hij. “Gelukkig groeit dit besef, zeker nu we naar een (meer) circulaire economie bewegen. Circulariteitsmodellen als de Ladder van Lansink en het vlindermodel van Ellen MacArthur laten zien dat onderhoud en renovatie in de technische cyclus juist essentieel zijn voor waardebehoud. Onderhoud is dus geen lastige kostenpost, zoals nog vaak gedacht wordt, maar speelt een sleutelrol in het bereiken van circulaire ambities en het behoud van bestaande constructies.”

Als je nagaat dat beton het meest toegepaste bouwmateriaal ter wereld is, ook in Nederland, is het duidelijk dat goed onderhoud en levensduurverlenging van betonnen constructies een enorme impact kan hebben. “Niet alleen behoud je veel waarde, je voorkomt ook de noodzaak voor sloop en nieuwbouw, wat veel nieuwe materialen vereist en aanzienlijke CO2-emissies met zich meebrengt – iets wat we juist willen vermijden. Het is dus essentieel dat hier meer bewustzijn over komt. Gelukkig hebben we tegenwoordig slimme en mooie technieken waarmee we dat onderhoud en die levensduurverlenging effectief kunnen realiseren.”

Brede betonkennis

Jelle deelt zijn kennis enthousiast in de BOB-module Beton en Onderhoud, te beginnen bij de basis: wat is beton precies? “Dat het bestaat uit zand, grind, cement en water mag duidelijk zijn, maar minstens zo belangrijk is de selectie van de juiste grondstoffen, de juiste samenstelling daarvan en het op een juiste en deugdelijke manier storten van beton en wapenen. Doe je dit niet, dan ontstaat er in de toekomst schade.”

Cursisten leren verder van alles over de functie van wapening in betonconstructies, betonschade herkennen, beschermingsmethodieken, inspectie- en onderzoeksmethoden, verduurzamingsmogelijkheden, voorschriften en reparatietechnieken. Het sluitstuk is een praktijkinspectie. Hierbij wordt een betonnen object, gebouw of constructie ter plekke onderzocht op schadebeelden, met als hamvraag wat de oorzaak is, door middel van welke onderzoektechnieken dit kan worden aangetoond en hoe dit hersteld kan worden.

“De module biedt een breed scala aan kennis en praktische tools, ook al maakt het je niet direct tot een specialist in beton en onderhoud. Je verwerft inzichten en leert omgaan met specifieke situaties, zoals corrosie van de wapening, bijvoorbeeld door chloride. Je krijgt ook de nodige handvatten om adequaat te handelen. Zo weet je, op het moment dat je constructies zoals flatgebouwen met uitkragende galerijen of balkons in beheer hebt, waarop je moet letten en wat je moet doen.”

Schade voorkomen

Al deze kennis is essentieel voor efficiënt onderhoudsbeheer, het maken van onderhoudsbeslissingen, en het beheren van offertes en opdrachten. “Nog belangrijker is dat de cursisten leren hoe je schade kunt voorkomen en welke methodes en technieken daarvoor mogelijk zijn. Gaat het toch mis, dan moeten zij weten hoe je schades kunt verhelpen. Idealiter anticipeer je op mogelijke schade om preventieve acties te ondernemen, want dit vermindert de kosten en overlast, verkort de doorlooptijd en verbetert de levensduur.”

Het gaat nog niet snel genoeg met de verduurzaming van de gebouwde omgeving. In het huidige tempo lijken de beoogde doelen nog ver weg en stevenen we af op een ‘epic fail’ voor de doelen voor 2030 uit de Nationale Prestatieafspraken. Daarom moet de knop om, volgens verduurzamingsexpert Sean Vos. Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen meer en beter samenwerken, terwijl de overheid de regeldruk zou kunnen stroomlijnen.

Sean Vos richt zich al zijn hele loopbaan op het verduurzamen van de woningvoorraad. Dat begon tijdens zijn studie Bouwkunde aan de TU/e. Samen met een collega ontwikkelde hij daar een concept voor het verduurzamen van sociale huurwoningen. Het idee van een geprefabriceerde woningschil is later ook gangbaar geworden, onder andere binnen de Stroomversnelling.

Na zijn studie startte hij met een partner een adviesbureau, waarmee hij zich bijna 15 jaar inzette voor verduurzaming. “We werkten sector-breed aan product- en conceptontwikkelingen, maar ook aan tenders en bewonersparticipatie. Steeds op het raakvlak van bewoners, corporaties en ketenpartners.” Sinds twee jaar is Sean ook als zelfstandige actief, onder de naam van Peppereno. Naast zijn verduurzamingsopdrachten zet hij zijn kennis en ervaring ook in bij BOB-KOB, als docent en denkt hij mee over de invulling van het thema verduurzaming in verschillende opleidingstrajecten.

Sean Vos, verduurzamingsexpert

“We zijn op weg naar een ‘epic fail’ voor 2030”

Sean ziet een aantal structurele problemen, die de klimaatambities in de weg staan. “De doelen voor 2050 zijn duidelijk: een CO2-neutrale gebouwde omgeving en een circulaire bouweconomie. 2050 klinkt nog ver weg. Maar bij zowel nieuwbouw als verduurzaming heb je het over een beoogde levensduur van decennia, dus de verduurzamingsprojecten die we nu ontwikkelen, gaan tot na 2050 mee.”

Er gebeurt al veel en verduurzaming heeft zeker een hoge prioriteit bij opdrachtgevers en opdrachtnemers. Vooral over het verduurzamingstempo maakt Sean zich grote zorgen. “Kijkend naar de tussentijdse doelstelling voor 2030, dan zijn we op weg naar een ‘epic fail’, zoals dat op social media heet. De bouwkolom zit ramvol en kent structurele capaciteitsproblemen. Er wordt nog veel projectmatig gewerkt, waarbij voor ieder project een intensieve planvorming plaatsvindt en van project naar project wordt gewerkt. Het voorbereidingsproces is bij een projectaanpak leidend, waardoor de uitvoeringstrein niet efficiënt van complex naar complex kan gaan. Bovendien is de wet- en regelgeving vaak onnodig ingewikkeld en tijdrovend.”

“De overheid voelt de ‘sense of urgency’, maar weet dat nog niet treffend te vertalen naar vereenvoudiging van processen en het stimuleren van versnelling. Met andere woorden: iedereen doet zijn best, maar we krijgen het gewenste tempo nog niet voor elkaar. De sturing is nu gericht op het tempo dat we maximaal kunnen realiseren en nog niet op wat minimaal nodig is om de doelstellingen uit de Nationale prestatieafspraken voor 2030 te behalen. Om die doelstellingen te halen moeten per werkdag tussen de 300 en 400 woningen ambitieus verduurzaamd opgeleverd worden. Dat tempo behalen we momenteel zeker nog niet.”

We bouwen geen raketten

De sector zelf kan echter gelukkig zelf ook stappen zetten om op te schalen: “We moeten af van het klassieke project-denken, en in plaats daarvan naar projectoverstijgende ketensamenwerkingen, met doorlopende bouwtreintjes en integrale concepten.” Na ruim 15 jaar in de branche verbaast Sean zich nog steeds over de vaak conservatieve denk- en werkwijze. “Technisch weten en kunnen we al heel veel. We bouwen ook geen ruimteraketten, maar we verduurzamen woningen. De winst zit in het slimmer combineren van de technieken en processen. Daartoe moeten we alleen wel beter gaan samenwerken om elkaars belangen en processen beter te begrijpen.”

Projectoverstijgende ketensamenwerkingen

“Er staan nog te vaak schotten tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, waar een project vervolgens overheen gekieperd wordt. Gelukkig zijn er steeds meer woningcorporaties die hun kennis en ervaring bundelen met die van de opdrachtnemers, in projectoverstijgende ketensamenwerkingen. Die trajecten zijn aantoonbaar succesvol en leveren ook veel meer werkplezier op, omdat je niet meer in de vechtmodus zit. Wanneer er goed gestuurd wordt, zijn efficiënt doorlopende uitvoeringstreinen het resultaat en kan een vast uitvoeringsteam van complex naar complex doorlopen.”

De krapte in de markt is hierbij een effectieve stimulans. “Corporaties merken dat marktpartijen vol zitten, waardoor de respons op projectmatige aanbestedingen achterblijft. Projectoverstijgende ketensamenwerkingen zijn vaak wel succesvol, mede omdat ze zorgen voor continuïteit en stabiliteit in de bouwkolom. De beweging naar meer projectoverstijgend samenwerken is gelukkig enkele jaren geleden al duidelijk ingezet, maar heeft nog een flinke groei nodig om de doelen dichterbij te brengen”

Sturen op warmtevraag

Een andere positieve ontwikkeling is de verschuiving van ‘label-denken’, met een focus op energielabels, naar het sturen op warmtevraag. “Labelsturing leidt bijvoorbeeld tot woningen waar een paar zonnepanelen worden gelegd om net het gewenste label te halen. Ik noem dat wel eens de ‘schaampanelen’, dat zijn typische spijtinvesteringen, omdat alleen naar de korte termijn wordt gekeken. Je hebt veel meer aan een structurele aanpak die is gericht op de langetermijndoelen.”

Gelukkig richten steeds meer corporaties hun verduurzaming in door te beginnen bij de warmtevraag en daarna de installaties aan te passen. Een belangrijke verbetering volgens Sean: “Door op de warmtevraag te sturen volg je de trias energetica en daarmee wordt je opgave voor de lange termijn eenvoudiger terwijl je heel effectief werkt aan comfortabele en betaalbare woningen.”

Kennis en wederzijds begrip

Sean ziet genoeg mogelijkheden om het tempo van de verduurzaming te vergroten. Dat is ook de reden dat hij als docent actief is. “Een deel van de oplossing zit in het vergroten van de kennis en het wederzijdse begrip. Vooral omdat we elkaar nodig hebben om deze gigantische maatschappelijke opgave aan te pakken.”

 

Trainingen verduurzamen bestaande woningvoorraad
Sean is als docent betrokken bij meerdere trainingen voor het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Van een eendaagse introductie, tot de vierdaagse cursus Verduurzaming Bestaande Woningbouw. Daarnaast is er de Verduurzaming Bestaande Woningbouw: met CTRL2050 zorgeloos naar gasloos. Tot slot is er de Verduurzaming Bestaande Woningbouw: naar de Standaard, deze wordt verzorgd door een andere docent.

Negentig UTA-medewerkers van Dura Vermeer Infra Regio Zuid West volgden afgelopen januari een trainingsdag Persoonlijke Effectiviteit, geheel op maat én in-company verzorgd door BOB-KOB. Zij verbeterden zo hun bekwaamheid in onder meer efficiënter werken, persoonlijk leiderschap en het goede gesprek voeren.

Dura Vermeer staat voor ‘het waarmaken van ambities’. Vanuit die visie stimuleert het familiebedrijf persoonlijke ontwikkeling en groei volop. “Via onze eigen Academie bieden we toegang tot opleidingen, cursussen en e-learnings die aansluiten bij individuele groeibehoeften”, vertelt HR Business Partner Renske van Heijst. “Daarnaast bieden we maatwerkprogramma’s op het gebied van leiderschap, of zoals we nu hebben gedaan, het evenement ‘Het goede gesprek’ gericht op het verdiepen en verbreden van kennis en vaardigheden.”

Renske van Heijst, HR Business Partner

Bijspijkeren en verdiepen

‘Het goede gesprek’ maakte deel uit van een driedaagse opleidingssessie waarin een breed pakket aan trainingen werd aangeboden, variërend van financieel bewustzijn tot veilig werken langs de weg en het verbeteren van persoonlijke effectiviteit. Aanleiding was de wens om op bepaalde vlakken een inhaalslag te maken. “We wilden onze medewerkers niet alleen bijspijkeren, maar hen ook laten proeven van de diverse verdiepingsmogelijkheden voor hun persoonlijke en professionele groei. De samenwerking met BOB-KOB als partner was een bewuste keuze, gezien hun expertise in de bouw- en infrasector.”

Persoonlijke effectiviteit was een onderwerp waar een sterke vraag naar was, zeker omdat het al een tijd geleden was dat medewerkers een training in die richting hadden gevolgd. “Samen met onze accountmanager van BOB-KOB hebben we een programma samengesteld waarin samenwerking, feedback geven en persoonlijk leiderschap centraal stonden. Van tevoren hadden we bij onze medewerkers gepeild wat zij wilden leren en interessant vonden, en dat is erin verwerkt. Het was dus echt maatwerk. Ook mooi: BOB-KOB heeft zich ingespannen om een gevarieerde trainingsaanpak te bieden, inclusief de inzet van acteurs, trainers en zelf oefenen.”

Interactief regietheater

De dag begon plenair met een interactief regietheater, waarin acteurs een situatie uitbeeldden waarbij samenwerking stroef verliep. “Onze medewerkers kregen de gelegenheid om suggesties te doen voor alternatieve reacties, die vervolgens door de acteurs werden uitgevoerd. Dit leidde tot veel interactie. Daarna volgden enkele trainingen in kleinere groepjes, met onderwerpen als efficiënt werken, timemanagement en stressmanagement.” ‘s Middags was er een carrousel aan verdiepingstrainingen op het gebied van soft skills, zoals goede gesprekken voeren, leiderschap, teamontwikkeling, onderhandelen, conflicthantering, vergaderen en besluitvorming. “Iedereen mocht er twee naar keuze volgen, en dit werd zeer gewaardeerd.”

De reacties van de deelnemers waren positief. “Men vond het leuk en afwisselend. Sommigen vonden het veel voor één dag, maar dat was een bewuste keuze: we wilden een introductie in al die onderwerpen geven en mensen zo aanmoedigen hier later iets mee te doen. Dit gaan we dan verder nog verdiepen in hun persoonlijke ontwikkelplan.” Renske benadrukt ook de succesvolle samenwerking met BOB-KOB, die zorgvuldig luisterde naar de wensen en een interactief en afwisselend programma samenstelde. “Ze waren ook zeer betrokken. Onze accountmanager is zelfs van tevoren én tijdens de training ter plekke op de locatie komen kijken of alles ging zoals gepland.”

Springplank

De opleidingsdagen dienen als een springplank voor verdere verdieping, met verschillende vervolgtrainingen die, soms ook door BOB-KOB verzorgd, beschikbaar zijn in de Dura Vermeer Academie. Renske: “Deze ervaring was zo waardevol dat we besloten hebben volgend jaar weer zoiets te organiseren, al denken we aan twee dagen in plaats van drie.”

 

𝗢𝗻𝘁𝘄𝗶𝗸𝗸𝗲𝗹 𝗷𝗲 𝗰𝗼𝗺𝗺𝘂𝗻𝗶𝗰𝗮𝘁𝗶𝗲𝘃𝗲 𝘃𝗮𝗮𝗿𝗱𝗶𝗴𝗵𝗲𝗱𝗲𝗻 𝗯𝗶𝗷 𝗕𝗢𝗕-𝗞𝗢𝗕!
Wil je je persoonlijke ontwikkeling een boost geven en steviger in je schoenen staan? Bij BOB-KOB bieden we trainingen waarbij je jouw communicatieve vaardigheden kunt versterken, specifiek afgestemd op de uitdagingen in de bouwwereld. Onze soft skills-trainingen leggen een directe link naar jouw dagelijkse praktijk. We begrijpen de specifieke uitdagingen in de bouwsector en zorgen ervoor dat wat je vandaag leert, morgen al kunt toepassen. Je oefent tijdens de training met praktijksituaties en uitdagingen die je dagelijks tegenkomt. En het beste deel? Je mede-cursisten zijn ook professionals uit de bouwsector, waardoor je kunt leren van hun ervaringen en situaties. Bekijk onze trainingen in soft skills en ontdek hoe je jezelf naar een hoger niveau kunt tillen.

Frank Doelare is al 16 jaar een bekend gezicht bij BOB-KOB. Als opleidingsmanager heeft hij namelijk dagelijks contact met cursisten, docenten, bedrijven en experts in de bouw. Met één doel: zorgen dat deelnemers de optimale opleiding volgen om zich te ontwikkelen in hun vakgebied!

Frank heeft veel ervaring in het onderwijsveld. Met zowel een bouwkundige – als een onderwijskundige opleiding, is het geen toeval dat hij, na een loopbaan als ROC-docent, nu al jarenlang als opleidingsmanager actief is. “Mijn passie ligt bij het helpen ontwikkelen van mensen. Het is prachtig om de groei te zien die onze cursisten doormaken.”

Frank Doelare, opleidingsmanager bij BOB-KOB

Opleidingen up-to-date houden

Als opleidingsmanager zou je Frank een spin-in-het-web kunnen noemen, die continu bezig is met de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. “De wereld verandert razendsnel, ook in de bouw. Van de Wet kwaliteitsborging tot de uitdagingen op duurzaamheidsgebied, van de ontwikkeling in BIM en ICT tot nieuwe wetgeving. Maar ook de veranderingen bij de bouwbedrijven zelf. Dat heeft weer invloed op de kennis en de competenties van vrijwel alle functiegroepen. Daarom heb ik continu contacten met externe experts, bouwbedrijven en onze praktijkdocenten. Want wij willen onze opleidingen up-to-date houden, dat is echt een on-going proces.”

Buiten gebeurt het

“We spiegelen onze ideeën ook in de markt, zodat onze aanpak goed aansluit op de behoefte van de marktpartijen. Daarom spar ik bijvoorbeeld met directies van bouwbedrijven, maar ik heb ook veel contact met de deelnemers van onze opleidingen. Het is voor mij heel simpel: buiten gebeurt het. Daar vinden ontwikkelingen plaats en daar moet ik dus mijn voelsprieten uitzetten.”
Ook de vele contacten met de deelnemers zijn essentieel. “Ik zorg dat ik altijd aanwezig zijn bij de openingen van een cursus, maar ook bij bouwplaatsbezoeken en bij examens. Bij die bouwplaatsbezoeken kom ik soms ook weer professionals tegen die ik kan benaderen om docent te worden, zo bouw ik ons netwerk steeds verder uit. Maar vooral het contact met de cursisten is enorm waardevol. Het is prachtig om van dichtbij de persoonlijke ontwikkeling mee te maken van die mannen en vrouwen. Want dat is waar we het uiteindelijk voor doen.”

Leren reflecteren

“Een belangrijk aspect in onze aanpak is dat de mensen leren reflecteren. Op zichzelf, hun omgeving en hun ontwikkeling. Want met alleen kennis overdragen kom je er niet, het gaat erom dat je inzicht krijgt in jezelf en je omgeving, zodat je het geleerde effectief kunt toepassen. Zodat ze echt een versie 2.0 van zichzelf worden.”

BIM-Engineer

Een goed voorbeeld van het doorontwikkelen van opleidingen is de opleiding BIM-Engineer. “Voorheen hadden we de opleiding Werkorganisator, waarin ook aandacht was voor BIM. Maar we merkten dat in de markt de functietitels werkorganisator en BIM-engineer soms door elkaar worden gebruikt. Daarom hebben we nu een splitsing gemaakt, waarbij de opleiding BIM-Engineer specifiek bedoeld is voor mensen met een achtergrond als BIM-modelleur. In de kern leren zij om een realiseerbaar, bouwtechnisch bruikbaar integraal ontwerp te maken, waarmee hun collega’s direct aan de slag kunnen.”

Voor Frank is juist de grote afwisseling wat zijn werk zo leuk maakt. “Ik ben dagelijks met mensen in gesprek om te kijken wat er speelt in de markt, welke ontwikkelingen er zijn en hoe we dat kunnen integreren in ons aanbod. En in mijn contacten met de deelnemers merk ik direct of onze aanpak aansluit bij hun ontwikkeldoelen. Ja, eigenlijk heb ik al 16 jaar een ontzettend leuke baan!”

In de nieuwe Omgevingswet, actief sinds januari 2024, verandert er veel, ook voor infrabedrijven. Speciaal voor wie zich er grondig in wil verdiepen, is er de eendaagse workshop Bodemgerelateerde Werkzaamheden binnen de Omgevingswet. Samen met docent Coen Aarts duik je diep in de wereld van bodem en wetgeving en leer je welke kansen de nieuwe Omgevingswet biedt voor het werk in bodembeheer en -bescherming.

“De Omgevingswet bundelt 26 oude wetten, waaronder de Wet bodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit”, schetst Coen Aarts (49). Met ruim 27 jaar ervaring in bodemonderzoek en zijn huidige functie als Manager Onderzoek en Advies bij Strukton Milieutechniek is hij een erkend expert inzake de Omgevingswet. “Veel wet- en regelgeving is beleidsneutraal, dus zonder inhoudelijke wijzigingen, overgegaan. Ze zijn alleen in een ander wettelijk kader gezet. De bodemwetgeving is echter wel ingrijpend gewijzigd. Voor aannemers die in de grond gaan roeren, gelden nu extra meldings- en onderzoeksplichten. Ook zijn de regels rond de sanering bij bodemverontreiniging, zowel qua timing als methode, herzien.”

Coen Aarts, Manager Onderzoek en Advies bij Strukton Milieutechniek en docent bij BOB-KOB.

Bodemexperts

Coens afdeling is gespecialiseerd in bodemonderzoek en advisering over saneringen en hergebruik van grond- en bouwstoffen voor zowel Strukton als externe partijen. Ook zijn ze dé kennisafdeling inzake de constant veranderende wet- en regelgeving. “Vergeleken met andere adviesbureaus werken wij zeer praktijkgericht, omdat we betrokken zijn bij grote infrastructurele projecten waar veel gegraven wordt. We zien dus alle uitdagingen die bij de uitvoering ontstaan.” Zelf werkte Coen als bodemadviseur onder meer bij de Hogesnelheidslijn Zuid, Buitenring Parkstad, de ombouw van station Groningen en (nu) de Maaslijn.

Tijdens de workshop van de Infra Academy van BOB-KOB – die zowel open als incompany wordt aangeboden – leren werkvoorbereiders, uitvoerders, projectleiders in de grondroerende infrabranche en andere geïnteresseerden welke gegevens een aannemer voor graafwerk moet hebben. “Ook leggen we uit hoe je die beoordeelt en welke verplichtingen daaruit voortvloeien, zoals welke meldingen je moet doen. Zo krijg je inzicht in het naleven van de wettelijke eisen, waardoor je het risico vermindert dat je in de uitvoering wordt stilgelegd door handhaving. Of dat er mensen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen die in de bodem aanwezig zijn.”

Praktijkgericht

De workshop begint met een theoretisch deel dat online moet worden bestudeerd (e-learning). De zelfstudiemodules bevatten animatiefilmpjes en online presentaties, en zijn doorspekt met casestudies (praktijkvoorbeelden) en speelse (toets)vragen. Daarna is er een terugkomdag, waarin de deelnemers hun eigen casussen kunnen inbrengen en behalve van de docent ook kunnen leren van elkaar. “Alles is erop gericht om de theorie in de praktijk toe te passen, en alle onderdelen van de Omgevingswet die met de bodem te maken hebben, te behandelen. Na deze workshop heb je alle kennis in huis om onder de Omgevingswet je graafwerk binnen de geldende regels uit te voeren.”

Het werk van Patrick Daamen (40 jaar) verschoof afgelopen jaren van realisatie naar beheer en onderhoud. Om zijn kennis te verdiepen, volgde hij de BOB-opleiding Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed. “Ik heb nu een breder begrip van de vastgoedwereld en het samenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.”

Patrick startte zijn loopbaan in 2006 bij aannemingsmaatschappij J.P. van Eesteren, als werkvoorbereider grote projecten. Nu is hij een van de sleutelfiguren van de afdeling beheer en onderhoud binnen J.P. van Eesteren: “In 2012 zag je een duidelijke verschuiving in de markt van UAV- naar UAV-GC contracten, dus met ontwerp, uitvoering en onderhoud geïntegreerd. Dit zette ons bij JPvE aan tot een andere benadering van onderhoud.” Hij haalt voorbeelden aan van complexe onderhoudsprojecten zoals Europol in Den Haag en De Nederlandsche Bank in Amsterdam, waarbij hij veel leerde over multidisciplinaire samenwerking en innovatieve onderhoudscontractvormen.

Patrick Daamen, Technisch Manager Service en Onderhoud bij J.P. van Eesteren

In zijn huidige rol als Technisch Manager Service en Onderhoud is Patrick verantwoordelijk voor alles rondom correctief klachtenonderhoud, preventief onderhoud en garantieonderhoud. Hij vertelt: “Samen met het team Beheer en Onderhoud stellen we de vastgoedstrategie vast, inclusief meerjaren-onderhoudsplannen, en inspecteren we periodiek het vastgoed volgens de BOEI of NEN 2767 methodiek. Het boeiendst vind ik het analyseren van de vastgoedinformatie en het operationeel, tactisch en strategisch overleg met onze opdrachtgevers. Deze combinatie geeft mij een goed inzicht in hun uitdagingen.”

Bredere blik

Zijn interesse in het vakgebied werd verder verdiept door de opleiding Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed. “Ik weet nu vooral meer over de processen en denkwijzen van onze opdrachtgevers: waar zitten zij mee, en welke ideeën hebben zij over vastgoed? En hoe zijn de organisatiestructuren, budgetvorming en beslissingsbevoegdheden geregeld? Die kant van de medaille wilde ik graag kennen. Zelf bekijk ik zaken immers vooral vanuit de uitvoerende partij, als technische dienstverlener. De opleiding heeft mijn begrip van de vastgoedwereld aanzienlijk verbreed, met name in het samenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.”

Innovatie

Een van de modules was gericht op innovatie, en dat kwam Patrick goed uit: “Wij zijn momenteel met twee zaken aan het pionieren. Allereerst focussen we op het portefeuille-overstijgend hergebruik van materialen. Ik beheer diverse onderhoudsprojecten waarbij wij bij verbouwingen vrijkomende materialen zoals binnenwanden en plafondplaten opnieuw inzetten bij projecten voor andere opdrachtgevers. Daarnaast zijn we bezig met drone-inspecties, zoals onlangs van de Kubuswoningen in Rotterdam voor een Vereniging van Eigenaren. Deze woningen zijn lastig te bereiken, maar dankzij drones kunnen we het benodigde buitenonderhoud nu moeiteloos in kaart brengen.”

Levensduurverlengend vastgoed

Met zijn nieuwe kennis en inzichten is Patrick ambitieus over de toekomst. Hij wil de vastgoedkennis van JPvE verder ontwikkelen en deze al in de ontwerpfase van projecten toepassen. “Het idee is om al ‘aan de voorkant’ de juiste materiaalkeuzes te maken: materialen die lang meegaan én goed te onderhouden zijn en dus bijdragen aan levensduurverlenging van het vastgoed. We richten ons hiermee op duurzaamheid en betrekken dit actief in het ontwerpproces, zodat we met het aanbieden van ontwerp, realisatie en onderhoud een one-stop-shop kunnen zijn voor onze opdrachtgevers.”

Patrick raadt de AOV-opleiding enthousiast aan, met name voor partijen die te maken hebben met uitdagingen in vastgoedbeheer. “Het is ook erg nuttig voor uitvoerende bedrijven die zich willen aanpassen aan veranderende marktomstandigheden en daarin een toegevoegde waarde willen bieden,” zegt hij. Voor zijn eigen professionele ontwikkeling neemt Patrick deel aan workshops en informatiebijeenkomsten. “Of ik aan een nieuwe opleiding begin, weet ik nog niet, maar je moet altijd openstaan voor nieuwe ideeën en ontwikkelingen.”

Juun Steen is een bevlogen voorvechter van verbetering en innovatie in de bouw. Met name het gebruik van informatisering en automatisering ziet hij als een belangrijk middel om een aantal prangende problemen aan te pakken. Zoals inefficiëntie en faalkosten, maar ook het grote tekort aan menskracht. Hij vertelt over de nieuwe opleiding BIM-Engineer, die hij mede heeft ontwikkelt.

In zijn dagelijks leven werkt Juun bij engineeringsbureau ROOT intern en bij opdrachtgevers aan BIM-oplossingen en -projecten. In een eerder artikel vertelde Juun dat we in Nederland nog veel te weinig gebruik maken van (Bouw) Informatiemanagement. In zijn rol als docent bij BOB-KOB wil hij helpen om die kennis en vaardigheden te vergroten. Daarom is hij mede-ontwikkelaar, en kerndocent van de nieuwe opleiding BIM-Engineer.

Adoptie van BIM is ondermaats

“BIM lijkt behoorlijk ingeburgerd in de Nederlandse bouw, maar het stokt vaak nog in de organisaties zelf, zowel op bestuurlijk niveau als buiten in het werkveld zelf. Daar is de adoptie van de mensen namelijk vaak ondermaats. Daardoor worden de mogelijkheden onvoldoende benut. Mijn drive als docent bij BOB-KOB is dan ook om de adoptie te vergroten. Want hoe meer mensen we hierin mee kunnen nemen, des te beter en efficiënter de bouw kan functioneren.”

Essentieel om mensen op te leiden

“De eerste stap die bedrijven en organisaties moeten zetten is erkennen dat het beter kan, en ook moet. Maar die urgentie ontbreekt vaak nog, omdat de grondhouding in de bouw is ‘we doen het toch al jaren zo, dus waarom zou je het veranderen’. Als die drempel eenmaal is genomen, is de volgende valkuil dat de gebruikte datamodellen onvoldoende kwaliteit hebben. Want dat geeft mensen een excuus om de modellen aan de kant te schuiven, en terug te vallen op de traditionele aanpak en processen. Daarom is het essentieel dat we mensen opleiden om de mogelijkheden van BIM optimaal te kunnen benutten.”

Nieuwe opleiding BIM Engineer

“De opleiding die we nu ontwikkelen, heet BIM-Engineer, waarbij de focus ligt op het maken van goede datamodellen, waar andere partijen mee kunnen werken. Conform de leveringsverplichting en -kwaliteit die is aangegaan met de opdrachtgever. Daarbij gaat het overigens niet alleen om kennis, maar ook om competenties. Daarom besteden we ook aandacht aan de persoonlijke ontwikkeling en communicatie en tools als de G(R)OTIK-methode (Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit).”

Vraag achter de vraag, om opdrachtgevers optimaal te bedienen

“We willen de deelnemers ervan bewustmaken dat ze opdrachtgevers zo optimaal mogelijk moeten bedienen. Daarom leren we ze om de vraag achter de vraag van de opdrachtgever te achterhalen. Pas dan kun je namelijk het optimale model leveren, voor gebruik in een projectorganisatie of voor de gehele levenscyclus van een bouwwerk waaronder beheer en onderhoud alsook facility management. Ze leren ook om een goed BIM-protocol en/of een BIM-uitvoeringsplan op te stellen. Daarmee raak je immers alles aan, van uitvraag, proces en landschap tot mobilisering. Het uiteindelijke doel is dat de cursisten een zo efficiënt mogelijk project kunnen realiseren voor de opdrachtgever.”

Belangrijk voor constructeurs, architecten, installateurs en aannemers

“De opleiding is zowel bedoeld voor mensen uit de aannemerij, met name werkvoorbereiders, als voor mensen die meer aan de advieskant werken, bij bijvoorbeeld constructeurs, architecten en installateurs. Die laatste groep werkt al veel met modellen die worden gebruikt voor realisatie, beheer en onderhoud etc.”

“Maar ook voor werkvoorbereiders bij bouwbedrijven is dit een hele interessante opleiding. Zij leren datamodellen namelijk ook te gebruiken voor de eigen processen. En zelfs eventueel in een bron te werken. Als zij bijvoorbeeld zelf een plafondtekening kunnen maken, hebben ze daarvoor geen adviseur meer nodig. De combinatie van beide partijen maakt de opleiding zo interessant omdat ervaringen en vraagspecificaties onderling worden gedeeld.”

Deelnemers leren om een optimaal model te maken

“In de opleiding BIM-Engineer leren deelnemers om een optimaal model te maken, voor de specifieke fase waarvoor het gebruikt wordt. De opleiding is dan ook in de hele bouwketen relevant. Want als we van BIM de ‘B’ weghalen, dan hebben we het gewoon over Informatie Management. En dat is in de hele keten van belang, van de advieskant tot aan aannemers en vervolgens bij beheer en onderhoud en facility management.”

Op 10 januari organiseerden we voor en in samenwerking met Dura Vermeer Infra Regio Zuid West een trainingsdag Persoonlijke Effectiviteit. Tijdens het evenement ‘Het goede gesprek’, ontwikkelden zo’n 90 UTA-medewerkers vaardigheden om o.a. efficiënter te werken, structuur aan te brengen en een goed gesprek te voeren.

Er werden diverse trainers en acteurs ingezet om deze dag met verschillende workshops in goede banen te leiden. De deelnemers startten in de ochtend met een gezamenlijke sessie, daarna gingen ze in kleinere trainingsgroepen met elkaar aan de slag. Acteurs speelden praktijksituaties na, waar de deelnemers mee oefenden. De dag eindigde met een plenaire sessie en evaluatie. Inmiddels hebben we positieve feedback ontvangen. De deelnemers hebben nu de tools in handen om de beste versie van zichzelf in te zetten op het werk en in relaties.

Wil je meer informatie over de mogelijkheden van een incompany-/maatwerktraject voor jouw organisatie? Neem dan contact op met André Smits via 088 425 63 00 of via incompany@bob-kob.nl.

Onderhoud en beheer van vastgoed wordt steeds vaker gezien als strategisch speerpunt, door eigenaren en beheerders van vastgoed. Terecht, gezien de economische en maatschappelijke waarde van de nationale vastgoedvoorraad en de enorme verduurzamingsopgave. Wij spraken twee ervaren docenten in dit vakgebied, over het belang van up-to-date vakkennis en erkende diploma’s.

Johan Smit en Rob Nieuwpoort zijn niet alleen al jaren docent en ontwikkelaar van opleidingen. Naast een jarenlange ervaring, aan zowel de advieskant als bij opdrachtgevers, zijn zij ook betrokken bij brancheorganisaties, normontwikkeling, opleidingen en examencommissies. Daarnaast zijn zij auteur van standaardwerken voor het onderwijs, zoals Jellema 13 Asset- en Onderhoudsmanagement Vastgoed. Hun missie is om het vakgebied vastgoedbeheer verder te professionaliseren, met relevante opleidingen voor diverse doelgroepen en erkende examens.

Johan Smit

Makkelijker om examen te doen

Wat betreft examens, hebben de mannen goed nieuws. Johan: “In de nieuwe opzet van de opleidingen Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed (PBOV) en Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed (AOV), wordt het examen onderdeel van het gehele traject. Daar werken we vanaf het begin ook naartoe, zodat de deelnemers optimaal voorbereid zijn op het examen.” Rob: “Voorheen was het examen optioneel na de opleiding, daar moesten deelnemers zich apart voor inschrijven. Door dit te integreren nemen we een onnodige drempel weg, en wordt het veel makkelijker om examen te doen.”

Uiteraard worden de examens nog steeds erkend door Sertum. Johan: “Onze deelnemers kunnen met hun diploma bij Sertum terecht voor opname in het Register en voor de Permanente Educatie (PE), zodat ze hun vakkennis actueel kunnen houden. Bijvoorbeeld over de nieuwe norm NEN 8026 – Methodiek voor het waardegestuurd in stand houden van assets in de gebouwde omgeving.”

Rob Nieuwpoort

Onderscheiden door certificering en registratie

Rob: “In de markt zie je de vraag toenemen, bij tenders bijvoorbeeld, naar een SCEV-diploma of Sertum-registratie. Opdrachtgevers borgen daarmee dat inspecteurs, coördinatoren en adviseurs gediplomeerd en geregistreerd zijn. Voor zowel individuen als organisaties is het dus belangrijk dat mensen aan de Maatlat voor Onderhoudskundigen voldoen.”

Toegesneden op doelgroepen

Twee opleidingen die BOB-KOB binnen haar Vastgoed Academy aanbiedt, zijn Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed (PBOV, Sertum Coördinator) en Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed (AOV, Sertum Adviseur). Beide kennen andere doelgroepen, een andere insteek en ander niveau. De opleiding Projectleider Beheer en Onderhoud is bedoeld voor mensen die een coördinerende rol hebben. Johan: “Dat zijn bijvoorbeeld projectleiders en/of technisch beheerders. Zij zorgen ervoor dat onderhoudsprojecten worden gerealiseerd. Vaak hebben zij een meer specialistische en technisch- inhoudelijke achtergrond en kennis dan de deelnemers aan Asset- en Onderhoudsmanager.”

De opleiding Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed is voor mensen die vervolgens doorgroeien of een technische-, bedrijfskundige- of facilitaire achtergrond hebben, en bijvoorbeeld vastgoedbeheerder, -regisseur of -adviseur willen worden. Rob: “Vaak zijn dat generalisten, die een meer adviserende-/organiserende- en managementrol hebben of ambiëren. Zij brengen zaken als verduurzaming, portefeuillevisie, -strategie en beleid en budgetten bij elkaar. Inclusief onderzoek en inspecties om vanuit dat inzicht te komen tot integrale plannen voor instandhouding. Zij zijn dus meer bezig met de jaar- en meerjarencyclus en het sturen op kwaliteit, risico’s en kosten, waar projectleiders focussen op de realisatie concrete projecten.”

In het vakgebied biedt BOB-KOB ook de leerlijn Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud. Voor de zogenaamde zij-instromers, vaak mensen zonder een technische of bouwkundige achtergrond, die in het vakgebied vastgoedbeheer gaan werken, zijn er bovendien de opleidingen Elementaire Bouwkunde A en B.

Relevant voor de gehele sector

Deelnemers aan zowel de PBOV als de AOV komen uit allerlei soorten bedrijven en organisaties. Johan: “De opleidingen zijn relevant voor vastgoedeigenaren en -beheerders, dus ook gemeenten, woningcorporaties, onderwijs- en zorginstellingen of vervoersbedrijven. Maar ook voor adviseurs bij advies- en ingenieursbureaus en bij onderhoudsservicepartijen, zoals aannemers en installateurs. Want opdrachtgevers besteden steeds meer taken uit, waardoor er meer wordt gevraagd van bijvoorbeeld hun servicepartners. Denk aan het volledig onderhoud en beheer. Dat betekent dat die marktpartijen ook op tactisch niveau moeten kunnen meedenken en adviseren over het in stand houden van vastgoed.”

Verdere professionalisering van het vakgebied

De opleidingen worden continu geactualiseerd, op basis van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied, zoals de nieuwe NEN 8026. Rob: ‘Wij willen met onze opleidingen bijdragen aan de verdere professionalisering van het vakgebied, door mensen op te leiden, en bij te scholen, naar de nieuwste kennis en inzichten. En met de nieuwe koppeling naar de gecertificeerde examens, staat de deur naar opname in het Sertum Register en Permanente Educatie wijd open.” Johan lacht: “Zonder voor eigen parochie te willen preken, denken wij echt dat deze opleidingen een absolute meerwaarde zijn, in het vakgebied Vastgoedbeheer.”

Meer weten over de opleidingen? Of wil je een adviesgesprek over welke opleiding het beste bij jouw wensen en behoeften past.

Rob Nieuwpoort en Johan Smit zijn ervaren rotten in het vakgebied Vastgoedbeheer, -onderhoud en -management. Beide hebben jarenlange ervaring, bij zowel vastgoedeigenaren en -beheerders als aan de advieskant. Hun missie is de continue professionalisering van het vak. Want de maatschappelijke waarde van vastgoed is enorm. Niet alleen door de invloed op gezondheid en welbehagen van de gebruikers, maar ook vanwege de duurzaamheidsdoelen en het economisch belang, alleen al in relatie tot onze pensioenen.

Eerder vertelden de mannen over de vakopleidingen die zij voor BOB-KOB ontwikkelden en doceren: Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed (PBOV) en Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed (AOV). [hyperlink naar artikel 1 toevoegen]

De heren hebben een lange onderlinge geschiedenis. Rob: “Sinds Johan en ik jaren geleden voor het eerst samenwerkten, zijn onze wegen elkaar blijven kruisen. Niet alleen als docent, maar ook in de Comog (koepelorganisatie Consultants Onderhoudsmanagement Onroerend Goed), en in de SCEV: Stichting Comog Examens Vastgoed.”

Standaardwerken in het vakgebied

Vanuit de Comog zijn zowel voor het mbo als het hbo belangrijke boeken geschreven. Binnen het hbo werd dat Jellema deel 13 Beheren. In 2015 schreven zij dit standaardwerk om naar de uitgave Asset- en Onderhoudsmanagement Vastgoed. Daaruit ontstond vervolgens de opleiding voor Adviseurs: Asset- en Onderhoudsmanagement Vastgoed (AOV). Vanuit de Comog was met de ROC’s eerder een opleiding ontwikkeld, waaruit de Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed is voortgekomen.

Maatschappelijk belang van vastgoed

Rob: “Het vakgebied is continu in ontwikkeling, waardoor het bijhouden van vakkennis essentieel is. Denk maar aan verduurzamen van het vastgoed en de regionale energiestrategieën. Die ontwikkelingen moet je meenemen in je onderhoud en beheer. Daarbij gaat het ook om waarde realiseren met het vastgoed voor de organisatie en haar stakeholders. Want de waarde van het Nederlandse vastgoed is gigantisch, alleen al omdat een groot deel van onze pensioenen in die stenen zit. Daarom is er een groot maatschappelijk belang bij het optimaal onderhouden en beheren van dat vastgoed, terwijl er een groeiend tekort is aan technische mensen. Dat zijn uitdagingen waar we goed over na moeten denken en mee bezig moeten zijn.”

Johan knikt bevestigend: “We moeten veel meer strategisch gaan nadenken over vastgoedbeheer en richting geven zodat we op tactisch niveau weten welke plannen we kunnen maken voor de instandhouding en specifiek de verduurzaming op korte en lange termijn. Dat betekent ook dat de professionals in dat werkveld optimaal toegerust moeten zijn op de nieuwste ontwikkelingen en inzichten.”

Betere erkenning van de professionals

Rob: “Onderhoud en beheer is een essentieel vakgebied, dat te vaak nog wordt ondergewaardeerd. We moeten daarom niet alleen blijven werken aan een continue professionalisering, maar ook voor een betere erkenning van die professionals. Daarom integreren we in de nieuwe opzet van onze opleidingen ook de examens, waarmee deelnemers een algemeen erkend diploma kunnen halen. Waarmee zij hun markterkenning zichtbaar kunnen maken en bijhouden na opname in het Sertum Register voor Onderhoudskundigen.”

Geen sluitpost meer in het beleid

Ook zou de sector er goed aan doen om al bij de ontwikkeling van nieuw vastgoed stil te staan bij het toekomstige onderhoud en beheer. Johan: “Vaak zijn nieuwbouw en onderhoud en beheer bij organisaties nog verschillende werelden. Terwijl er aan de voorkant van het ontwerp vaak de meeste winst te behalen valt. We moeten nog veel meer vanuit total cost of ownership gaan werken, zodat (toekomstig) onderhoud en beheer niet langer wordt gezien als een sluitpost in het beleid. Het helpt als we vastgoed zien als een investering in de toekomst en waarbij we bestaand vastgoed zo lang mogelijk instandhouden vanuit een integrale en duurzame benadering.”

Lees hier meer over de diverse opleidingen en over de nieuwe opzet.

Als Projectleider Vastgoed bij de servicegemeente Dordrecht kreeg Bob Proper (48 jaar), steeds meer een adviserende rol. Dankzij de BOB-opleiding Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed richt hij zich daarbij nu vooral op datamanagement. “Deze opleiding heeft mijn kijk op vastgoedbeheer radicaal veranderd.”

Bob is verantwoordelijk voor het inrichten van de datastromen en het controleren op compliance voor het team facilitaire zaken en vastgoed. Zijn team werkt voor de 7 Drechtstedengemeenten, een samenwerkingsverband tussen Dordrecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, Papendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Hardinxveld-Giessendam en Alblasserdam. “We maken hier een kanteling door van traditioneel onderhoud naar datagedreven onderhoud. Sturen op data wordt steeds belangrijker, en daarin willen wij een voortrekkersrol vervullen.”

Bob Proper, Projectleider Vastgoed bij de servicegemeente Dordrecht

Hij legt uit: “De structuur van gebouwen verandert niet; ze hebben nog steeds hun gevels, daken en vloeren. De manier waarop we ze beheren, verandert echter wel, vooral door een datagedreven aanpak. In plaats van standaard onderhoudscycli, zoals schilderwerk om de zes jaar, gaan we nu meer uit van wat de data ons vertelt. Dit betekent dat we soms onderhoud kunnen uitstellen of juist versnellen, gebaseerd op de werkelijke staat van bijvoorbeeld kozijnen of liften. Zo bieden we maatwerk in onderhoud, gebaseerd op actuele data.”

Eureka-moment

Met de verzamelde data kun je opdrachtgevers proactief informeren over onder meer kostenbeheersing en onderhoudsbenchmarking. “Ik zorg voor de ‘kettingzaag’: de gebruiker kan zelf bepalen hoeveel bomen hij er mee kapt.” Bob vond de combinatie van vastgoed en software altijd al boeiend. “Toen de specifieke module over dataontsluiting en -opslag aan bod kwam, kreeg ik een eurekamoment: alles kwam daarin voor mij samen.” Zijn teamleider merkte op dat Bob energie kreeg van dit werk en moedigde hem aan zich hierop te concentreren. “Ik ben erachter gekomen dat wij als organisatie al een eind de goede kant op zijn. Ook was het van grote toegevoegde waarde om te zien in welke situaties de medekandidaten zich bevinden.”

De opleiding Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed volgen was voor Bob een logische stap: “Na 27 jaar in het gebouwenonderhoud wilde ik theoretische en praktische verdieping in mijn vakgebied.” Natuurlijk ging de leerstof veel verder dan alleen data. “Het was breed opgezet, gericht op het adviseren van opdrachtgevers over alles in vastgoed- en onderhoudsbeheer, van financiën en milieu tot wetgeving en rapportage. Zelf vond ik de module over grote contracten heel interessant, omdat wij daar veel mee werken. Het unieke was hoe alle onderdelen samen een compleet beeld vormden, vergelijkbaar met een goed geoliede machine, waar elk onderdeel bijdraagt aan het geheel.”

Nieuwe functie

In de praktijk heeft de opleiding bij Bobs afdeling geleid tot het opzetten en formaliseren van een nieuwe functie, gericht op datamanagement en compliance. “Dit is een direct resultaat van de inzichten die ik uit de opleiding heb opgedaan.” Zelf streeft hij ernaar om als projectleider gespecialiseerd in datamanagement uit te blinken, en als deskundig adviseur goed onderbouwde adviezen over vastgoedonderhoud aan opdrachtgevers te geven. “Ik wil mijn kennis verdiepen met meer opleidingen in datamanagement, met als doel senior in dit vakgebied te worden.”

Zijn advies? “Volg deze opleiding om extra waarde aan je werk toe te voegen. Je verbetert je communicatievaardigheden binnen het vak en leert ook veel van medecursisten. De opleiding maakt je een veelzijdig vastgoedadviseur, met een compleet en diepgaand curriculum. De investering in tijd is het waard, gezien de kwaliteit en deskundigheid van de docenten, en de locaties waar les wordt gegeven. Zelfs ervaren professionals kunnen hierdoor nieuwe perspectieven en inzichten opdoen, wat essentieel is in een continu veranderende wereld.”

In de dynamische wereld van vastgoedbeheer is het essentieel dat je je blijft ontwikkelen. Jordi van Kester (36 jaar) volgde daarom de BOB-opleiding Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed. “Ik ben me nu bijvoorbeeld nog bewuster geworden van de vastgoedrisico’s.”

Jordi werkt al zestien jaar bij Arcade mensen en wonen, een woningcorporatie in Westland en Den Haag, waar hij na zijn mbo Bouwkunde als EPA-adviseur instapte en in de avonduren zijn hbo-opleiding Bouwkunde heeft gevolgd. Nu is hij Technisch Vastgoedbeheerder met een breed takenpakket: van het opstellen van de Meerjaren Onderhoudsbegroting (MJOB) voor 10.000 eenheden tot het beheren van energielabels en het waarborgen van de brandveiligheid. Ook doet hij de werkvoorbereiding en begeleiding van planmatig onderhoud en het contractbeheer van onderhoudscontracten. “Binnenkort gaan we de conditiemeting van ons bezit doen, volgens NEN 2767, en de begroting opstarten voor 2025. Die diversiteit maakt mijn werk uitdagend en boeiend.”

Projectmatig werken

Zijn keuze voor Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed was ingegeven doordat zijn verwachting is dat er sectorbreed meer projectmatig gewerkt gaat worden, ook bij Arcade: “Ik wilde meer handvatten krijgen om projecten gestructureerd op te starten, te begeleiden en op te leveren.” Hoewel de opleiding meer gericht bleek op allround onderhoud dan op grootonderhoudsprojecten, vond Jordi hierin een waardevolle verdieping van zijn huidige werk. “Je weet nooit alles, dus het is altijd goed om bij te spijkeren. Zo ben ik mij extra bewust geworden van wat de diverse vastgoedrisico’s zijn, en hoe je die efficiënt vastlegt binnen de organisatie. Je denkt als eerste aan brandveiligheid, maar het betreft ook onderwerpen als legionella en noodverlichting.”

Wat Jordi betreft, krijg je als deelnemer een goede helicopterview van wat vastgoedbeheer is. Vooral het onderdeel over contractvormen vond hij bijzonder interessant. “Ik weet nu beter welke contractvormen er in de branche zijn. Opvallend was dat iedereen daar zo zijn eigen visie op heeft, wat tot leuke discussies leidde. Vooral de definities die in contracten worden omschreven zijn interessant om verder uit te diepen voor het afsluiten van een nieuw contract.”

Jordi van Kester, Technisch Vastgoedbeheerder bij Arcade mensen en wonen

Slopen of groot onderhoud?

Een ander fascinerend element van de opleiding was de behandeling van een praktijkcasus over een straat met huizen uit een bepaald bouwjaar. De groep werd uitgedaagd om in duo’s technische mankementen te analyseren en adviezen te formuleren, gevolgd door een klassikale bespreking. De kernvraag was wat de strategie voor dat complex moet worden en welke risico’s er zijn. Moeten de huizen gesloopt en vervangen worden of volstaat groot onderhoud? “Ook dat leidde tot leuke discussies. Dit gaat meer over asset management dan over projectleider zijn, maar het was heel leerzaam. En het was fijn dat de docenten duidelijk veel praktijkervaring hadden.”

Tijdens de opleiding leerde Jordi ook om rapporten beter te doorgronden en te beoordelen. “Ik ben altijd al kritisch, maar door deze opleiding weet ik nog beter waar ik op moet letten. Een rapport dat door een gerenommeerd ingenieursbureau is opgesteld wil niet per definitie zeggen dat dit geen onjuistheden bevat. Je kunt er nooit vanuit gaan dat het rapport klopt: het moet gebaseerd zijn op feiten en die feiten moeten kloppen. En is het rapport wel volledig? Heel belangrijk is ook te kijken naar je vraagstelling. Is die wel volledig en correct? Want dat is mede bepalend voor de kwaliteit van het rapport.”

Ambitie

Jordi zit vol ambitie: hij wil zich de komende jaren verder ontwikkelen tot professioneel vastgoedbeheerder. “Deze opleiding helpt hier zeker bij. Ik wil graag doorgroeien naar de functie van teamleider van de afdeling. In die rol ben je natuurlijk minder inhoudelijk bezig, wel kan ik mijn collega’s met de opgedane kennis meer bewust maken van de vastgoedrisico’s en ervoor zorgen dat we de risico’s onder controle houden. Ik overweeg om mijn vaardigheden verder uit te breiden, met name op het gebied van interpersoonlijke vaardigheden: dus minder gericht op de technische aspecten van bouwkunde, en juist meer gericht op gesprekstechnieken en motiverende gespreksvoering.”

Juun Steen is een bevlogen voorvechter van innovaties in de bouw. Met name het gebruik van informatisering en automatisering ziet hij als een belangrijk middel om een aantal prangende problemen te verlichten. Zoals inefficiëntie en faalkosten, maar ook het grote tekort aan menskracht. Om dit te bewerkstelligen moet informatiemanagement taakgerichter en meer gecentraliseerd worden toegepast. Omdat BIM hierbij de gamechanger is, moet het BIM-niveau drastisch omhoog.

Met een achtergrond als bouwkundige, werkte Juun zowel bij een architectenbureau als bij aannemers. Maar het meeste leerde hij bij engineeringsbureau ROOT, waar hij na een tijdelijk uitstapje, weer helemaal op zijn plek is. “Ik was altijd als engineer werkzaam, en dacht dat ik best wat wist. Maar bij ROOT heb ik het vak echt helemaal opnieuw geleerd.”

Bij ROOT werkt hij dagelijks intern en bij opdrachtgevers aan BIM-oplossingen en -projecten. Daarnaast deelt hij zijn kennis als docent bij BOB-KOB, waar hij ook meewerkte aan de ontwikkeling van de nieuwe opleiding tot BIM-Engineer. Zijn missie is duidelijk: “Het niveau moet in Nederland echt structureel omhoog als we willen verbeteren.”

Modellen bouwen waarmee aannemers kunnen werken

In zijn functie is Juun zowel ‘hoog over’ als heel praktisch bezig met BIM. “Wij worden vaak ingeschakeld door aannemers, omdat de datamodellen die zij van bijvoorbeeld architecten ontvangen, onvoldoende kwaliteit hebben. Ook aannemers die al veel met BIM werken, kunnen die datamodellen vaak niet zelf modelleren. Wij bouwen dan modellen waarmee ze echt aan de slag kunnen.”

Het lijkt in Nederland te ontbreken aan urgentie

Hoewel BIM in Nederland behoorlijk ingeburgerd lijkt, laten we nog veel kansen liggen. “Het is hier allemaal nog erg vrijblijvend, het ontbreekt ook aan wettelijke kaders. In bijvoorbeeld Engeland moeten alle projecten in principe met BIM worden uitgevoerd. Ook in andere landen is het veel meer vanzelfsprekend. Hier lijkt het aan urgentie te ontbreken. Terwijl we voor enorme uitdagingen staan. Ga maar na: we hebben een enorme bouw- en verduurzamingsopgaaf, maar kampen met structurele personeelstekorten en een inefficiënte, en dus dure werkwijze. Beter gebruik van (Bouw) Informatiemanagement kan communicatiemisverstanden verminderen en de complexiteit verlagen. Als we daarnaast robotisering en standaardisering effectief inzetten, kunnen we efficiënter werken, kan de factor arbeid omlaag en verbetert de prijs/kwaliteitverhouding.”

Het niveau moet bouwbreed omhoog

In zijn vakgebied ziet Juun gelukkig steeds meer organisaties en, in zijn woorden, ‘vakidioten’ die BIM, en Informatie Management in brede zin op een goede manier inzetten. Maar op veel vlakken blijven we hangen in oude patronen. “Waar het vaak stukloopt is bij totale adoptie in de organisatie, zowel op bestuurlijk niveau als ook buiten in het werkveld. Het ontbreekt vaak aan relevante kennis en vaardigheden. Om de hele sector mee te krijgen moet het niveau op alle gebieden bouwbreed omhoog. Met de nieuwe opleiding tot BIM-engineer bij BOB-KOB waar ik nu aan meewerk, hopen we daar een bijdrage aan te leveren.”

Binnen een uur een compleet plan voor gestapelde woningbouw

Een voorbeeld van een innovatie, waarbij ROOT nauw betrokken is, is het appartementenconcept van Heijmans, het HHA. “We bouwen daar samen aan een geautomatiseerde methodiek waardoor de ontwikkelaar, binnen een uur, een volledig uitgewerkt plan voor gestapelde woningbouw kan neerleggen. Inclusief verkoopdocumenten, verkoopcontractdocumenten en de documenten ten gunste van realisatie. Daarmee wordt de doorlooptijd van een eigen woonconcept enorm verkort. Die aanpak willen we hierna ook gaan toepassen voor de grondgebonden woningen van Heijmans.”

“Ook binnen ROOT kijken we continu hoe we nog slimmer kunnen werken. Zo zijn we bezig met een ‘collectief brein’. Het betreft een database met data en aandachtspunten van reeds gemaakte fouten, die automatisch op een derde scherm verschijnen als er een betreffend object wordt selecteert in de verschillende applicaties. Dat derde scherm geeft ongevraagd advies en voedt ook de onervaren engineers met de juiste informatie.”

Het Binnenhof als gamechanger

Het meest iconische project dat ROOT mocht doen, was natuurlijk de verbouwing van het Binnenhof. “Dat was echt een gamechanger. We hebben daar namelijk aangetoond dat de RVB BIM-norm, zoals die in 2011 is vastgesteld, en waaraan wij ook hebben meegewerkt, in de praktijk werkt. De norm werd sinds 2011 regelmatig in uitvragen voorgeschreven, maar niemand dacht dat dit mogelijk was. Het argument was tenminste steeds dat het niet kon, maar wat ongezegd bleef was dat men niet wist hóe het kon. Wij hebben laten zien dat het wel kan, en dit project was zelfs een voedingsbodem voor de nieuwe RBS, de Rijksvastgoed BIM-standaard.”

“Inhoudelijk was dit natuurlijk ook een fantastische opdracht. We hebben daar samen met het Rijksvastgoedbedrijf 800 jaar geschiedenis gedigitaliseerd, in hele bijzondere omstandigheden. Op BIM-gebied is dit echt een iconisch project!”

Patrick van Rijn (30 jaar) begon ooit als leerling-timmerman. Drie BOB-opleidingen in drie jaar tijd verder is hij nu projectleider kleinschalige bouw bij Bouwbedrijf Van Dort in ‘t Goy. Van timmerman naar topmanager… hoe deed hij dat? “Als je de kans krijgt door te groeien, moet je die grijpen.”

Als jongen wilde Patrick automonteur of militair worden, maar dat viel tegen. Al werkend aan een carnavalswagen ontdekte hij zijn liefde voor houtbewerking en werd timmerman. “Dat deed ik met veel plezier, maar liever niet tot mijn pensioen. Bij BOB ben ik in 2021 daarom de opleiding Meewerkend/Assistent Uitvoerder B&U gaan doen, en direct daarna Uitvoerder B&U Kleinschalige Bouw. Door die studies kreeg ik meer verantwoordelijkheden en waardering op mijn werk, wat me motiveerde om door te groeien. Zo heb ik ook meteen Projectleider B&U Kleinschalige Bouw gevolgd.”

Spin in het web

Inmiddels is Patrick projectleider bij Van Dort, gespecialiseerd in kleinschalige bouw voor particulieren. Hij geniet ervan de spin in het web te zijn. “Ik heb veel klantcontacten en zorg ervoor dat alles op de bouwplaats soepel verloopt. Dat is superleuk om te doen. Door de opleiding heb ik geleerd om het totaalplaatje te zien. Kwaliteit staat nog steeds voorop, maar geld is minstens zo belangrijk. Als uitvoerder wil je altijd extra tijd en mankracht. Nu ken ik ook de zakelijke kant: we moeten ook rendement maken.”

Patrick houdt ervan klantideeën uit te werken en samen iets moois te creëren. “Het geeft veel voldoening als klanten echt tevreden zijn met het eindresultaat. En elk project biedt variatie; zelfs als de basis hetzelfde blijft, zoals een uitbouw, maken de specifieke details elke opdracht uniek en afwisselend.” Zijn eigen ervaring op de werkvloer heeft zowel voordelen als valkuilen: “Ik kan snel inschatten wat bouwkundig haalbaar is en wat daarvoor nodig is. Maar je kunt niet uitgaan van je eigen tempo en ervaring. Ieder mens is immers anders.”

De opleiding Projectleider B&U Kleinschalige Bouw heeft hem waardevolle inzichten en vaardigheden gebracht, vooral over delegeren, communiceren en systematisch werken. “Ik heb geleerd te delegeren, te luisteren en écht leiderschap te tonen. Niet de kar duwen, maar trekken! Communicatie gaat verder dan alleen woorden, het gaat om het visualiseren en overbrengen van ideeën. Verder is het fascinerend om dezelfde STARR-methodiek in diverse opleidingen anders toegepast te zien. Je denkt een herhaling te krijgen, maar elk perspectief biedt een nieuwe invalshoek.”

Patrick van Rijn, projectleider bij Van Dort

De perfecte bouwsteen

Voordat hij aan de opleiding begon, had Patrick een beperkt beeld van wat projectleiderschap inhoudt. “Op de werkvloer denk je al snel dat een projectleider alleen wat materialen hoeft te bestellen en administratie hoeft te doen. Maar projectleiderschap omvat veel meer. Naast projectmanagement zijn ook kostenbeheersing, juridische zaken en sociale vaardigheden cruciaal. Je moet werkelijk overal oog voor hebben. Deze opleiding is daar de perfecte bouwsteen voor.”

Wat motiveert Patrick om continu bij te leren? “De BOB-opleidingen spreken me enorm aan. Ze zijn praktisch, goed te combineren met werk en voelen niet schools. De mix van praktijkervaren studenten en docenten zorgt voor een rijke kennisuitwisseling. Er is niet één ‘juiste’ manier; het draait om perspectieven en visies. Bovendien zit je tussen collega’s die allemaal verder willen groeien in hun vak, wat heel inspirerend is.” Over zo’n drie jaar hoopt hij een volleerd projectleider en werkvoorbereider te zijn. “Ik wil het gehele bouwproces beheersen, inclusief calculatie, om een project volledig te overzien. Misschien volg ik ook nog de Leergang Bedrijfsleiding, zeker omdat dit een erkend hbo-diploma oplevert.”

Grijp elke kans!

Zijn advies aan collega’s in de branche? “Grijp elke kans om te leren en te groeien. Zelf heb ik de opleidingen bij BOB nooit als zwaar ervaren. Als je gewoon doet wat er gevraagd wordt, is het prima haalbaar. Zelfs als je vroeger niet van leren hield, zoals ikzelf, zijn er nu zoveel geweldige opleidingen en kansen beschikbaar. Als je de passie in je werk gevonden hebt, volgt de rest vanzelf.”

Met behulp van De Verbinders steken de sleutelspelers van opdrachtgevers, opdrachtnemers, ingenieursbureaus en/of andere relevante stakeholders in teamverband de peilstok in hun project. Via een systeemgerichte verbeteraanpak krijgen zij als team zicht op onderliggende patronen en dynamieken, die een soepele samenwerking belemmeren of juist kunnen bevorderen.

In september gaat de zesde editie van De Verbinders van start. Verschillende projecten uit de wereld van de bouw, infra en energie nemen deel aan dit verbeterprogramma voor hoogwaardige samenwerking. Dit zijn:

Beveiligingstraject PI Alphen (RVB – Constructif – Gouweloos Techniek)
SOK Kademakers Amsterdam (Gemeente Amsterdam – Beens Groep – Count & Cooper)
Nieuwbouw 380 KV – Geertruidenberg – Krimpen aan de IJssel of Crayestein (TenneT – Arcadis)
Salmsteke (innovatiepartnerschap van de Sterke Lekdijk, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Mourik)

Uitdagingen + oplossingen

De projectteams krijgen handvatten om de samenwerking binnen hun team te verbeteren, én leren van elkaars uitdagingen en oplossingen. Dat maakt dit programma voor uniek in de sector. Ook iets voor jouw project? Neem contact op met Maarten Kraneveld via maarten@deverbinders.nu om de mogelijkheden te bespreken.

Wil je meer weten? Kijk op de website van De Verbinders.

Bronnen: Bouwend Nederland en De Verbinders

Najaar 2023 gaan de deelnemers van de opleidingen Uitvoerder B&U Groot en Werkorganisator B&U voor het eerst gebruik maken van het online platform.

Tijdens de opleiding maken de deelnemers diverse opdrachten en hoe makkelijk is het wanneer je die in één omgeving kunt maken, opslaan en terugvinden? Ook het vragen en ontvangen van feedback, overleggen met medecursisten en vragen stellen aan docenten of de opleidingsorganisatie verloopt via het platform. Voor sommige deelnemers is dat nieuw en even wennen. Deelnemers die de afgelopen jaren de opleiding Meewerkend/Assistent Uitvoerder B&U hebben gevolgd ervaren een prettige voortzetting in de voor hen vertrouwde online leeromgeving.

Meer ruimte om te oefenen

Voor docenten zijn er ook alleen maar voordelen. Zij kunnen makkelijker de ontwikkeling en voortgang van hun deelnemers monitoren. Alles is direct terug te vinden en herleidbaar.
Op die manier ontstaat er tijdens de fysieke lesdagen meer ruimte om te oefenen en zaken verder uit te diepen. We zijn daarom erg blij dat we deelnemers uit deze lesgroepen een online leeromgeving kunnen aanbieden vanaf dit najaar!

Wil jij, of een van jouw medewerk(st)ers, dit opleidingsseizoen starten met de opleiding Uitvoerder B&U Groot of Werkorganisator B&U?
Dat kan op:
• 31 oktober 2023 Zaandam
• 02 november 2023 Zwolle
• 06 november 2023 Breda
• 08 november 2023 Horst
• 21 november 2023 Nieuwegein
• 13 maart 2024 Utrecht

Verbinding en begrip

Deze opleidingen zijn bestemd voor uitvoerders en werkvoorbereiders die zich bezighouden met grootschalige nieuwbouwprojecten. De uitvoerders en werkvoorbereiders volgen bewust samen deze opleiding. In de dagelijkse praktijk wordt er vanzelfsprekend ook samengewerkt en op deze manier ontstaat er meer verbinding en begrip voor elkaars situatie. Oftewel, een win-winsituatie.

Meer informatie

Wil je weten of deze opleiding bij jou past? Neem gerust vrijblijvend contact op met:

Frank Doelare, opleidingsmanager via doelare@bob-kob.nl of 06-27 19 72 55 en Vera Nugteren, projectassistente via nugteren@bob-kob.nl of 088 425 63 28

 

 

Hoe stoom je je organisatie klaar voor de Omgevingswet? De gemeente Katwijk vond de oplossing in de BOB-opleiding ABW 1 via een incompanytraject – gegeven op een unieke locatie: het leslokaal in de eigen brandweerkazerne, tevens het kantoor van de toezichthouders omgevingsrecht. Dit zorgt voor een hechte teamgeest, en brengt alle betrokkenen tegelijkertijd op de hoogte. “Zo kunnen we straks in één keer het sein ‘brand meester’ geven.”

Opleiden is altijd belangrijk, vertelt Karolien Vrolijk, Clustermanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving in Katwijk. “Zeker nu er zo’n krapte is op de arbeidsmarkt, willen wij onze mensen boeien én binden. De opleiding ABW 1 is een must voor onze ambtenaren bouw- en woningtoezicht met de Omgevingswet voor de deur. Trouwens, ook onze vergunningverleners en juristen draaien mee, omdat het belangrijk is dat zij weten wat de wijzigingen zijn. Zo weten zij de juiste vragen te stellen aan degenen die er wel over gaan en spreekt iedereen dezelfde taal.”

Dennis van der Bent en Karolien Vrolijk

Meer groepsdynamiek

Niet voor niets is Karolien enthousiast over het incompanytraject: “We hebben een relatief nieuw team voor bouw- en woningtoezicht, dus voor de teamgeest is het goed om samen op te trekken. Je ziet direct meer groepsdynamiek: mensen oefenen in groepjes, raken meer op elkaar ingespeeld en helpen elkaar bij bouwkundige en juridische vraagstukken. Handig is ook dat mensen niet hoeven te reizen. En minstens zo belangrijk is dat iedereen tegelijkertijd klaar zal zijn voor de nieuwe wet.” Heel bijzonder: twee deelnemers, waaronder Dennis van der Bent, volgden ABW 1 al eerder – destijds onder de Wabo en het Bouwbesluit 2012.

Dennis, coördinerend toezichthouder omgevingsrecht én vrijwillig brandweerman, zwengelde aan dat al zijn collega’s bouw- en woningtoezicht de opleiding zouden moeten volgen: “Het is fijn als iedereen uit het cluster op hetzelfde niveau werkt. Dit is efficiënter, geeft betere diepgang in de dossiers en voorkomt fouten. Losse cursussen die mensen al volgden over de Omgevingswet en Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving), bleken onsamenhangend en incompleet. Met ABW 1 krijg je juist het volledige pakket. Ikzelf doe opnieuw mee om hetzelfde kennisniveau over de nieuwe wetgeving te bereiken als mijn collega’s. Alleen hoef ik geen examen meer te doen.”

Effectieve Gespreksvaardigheden

De opgedane kennis, bijvoorbeeld uit de module gespreksvaardigheden, is direct toepasbaar: “In mijn werk rondom strijdig gebruik voer ik vaak moeilijke gesprekken: bij illegale bewoning moet ik mensen laten uitzetten of op zijn minst de boodschap overbrengen dat dit wordt onderzocht. Het is dan heel fijn te kunnen herkennen in welke fase mensen zitten in hun eigen communicatie, of ze emotioneel of zakelijk zijn, en hoe je de boodschap op de beste manier kan overbrengen, terwijl je ook respectvol blijft. De eerste keer heb ik ontzettend veel geleerd. De tweede keer was meer finetuning met opnieuw enkele waardevolle inzichten.”

Wat Dennis betreft, is het voor iedereen noodzakelijk om in elk geval de twee lessen Effectieve Gespreksvaardigheden te volgen. “Communicatie blijft een uitdaging waar je nooit over uitgeleerd raakt. En dat geldt voor iedereen: zowel voor de juristen die in de rechtbank zitten en hun boodschap moeten overbrengen als voor de dossierhouders die over de telefoon moeten gaan uitleggen dat er een vergunning geweigerd is of dat er juist vergund is.”

De dubbelrol van Dennis (en nog twee collega’s) als ambtenaar en actief brandweerman, is waardevol voor de gemeente. “Ondanks dat de brandweer nu onder de veiligheidsregio’s (VRHM) valt, blijft veiligheid een belangrijk thema voor de gemeente. Het feit dat we als toezichthouders werken op de kazerne benadrukt ons hechte team, en dit weerspiegelt zich in onze werkzaamheden.” Karolien voegt toe: “Bovendien bekijken jullie bouwtechnische zaken met de blik van een brandweerman, wat een grote toegevoegde waarde geeft aan jullie reguliere werk.”

En voor Dennis zelf? “Als toezichthouder moet je ervoor zorgen dat situaties veilig zijn en blijven. Bij een calamiteit zijn vooral de constructieve- en brandveiligheidsmaatregelen essentieel. Als brandweerman ter plaatse is het prettig als de situatie voldoet aan de vereisten om veilig te kunnen werken. Met name brandcompartimentering is hiervan een goed voorbeeld. Wanneer je als brandweerman in een noodsituatie aankomt en ziet dat jouw werk als ambtenaar goed is uitgevoerd of ergere gevolgen heeft voorkomen, is dat zowel nuttig als bevredigend.”

Perfect leslokaal

De brandweerkazerne bood het perfecte leslokaal voor een incompanytraject voor elf mensen. “Alle faciliteiten zijn aanwezig.” Lachend: “En bij een calamiteit konden onze brandweerlieden meteen op de tankautospuit.” BOB speelde hier flexibel op in, vindt Karolien: “Het was geen enkel probleem. Trouwens, al het contact met BOB verliep steeds helder en correct.” Bovendien dacht BOB al van te voren goed mee over het lesprogramma, vindt Dennis: “Onze voorwaarde om deze opleiding te volgen was dat de focus op de Omgevingswet lag – maar die werd steeds uitgesteld. BOB vond het prima dat we wachtten totdat er echt zekerheid over was. Dat was heel prettig.”

Twee van de drie modules zijn afgerond; alleen het juridische deel rest nog. “Doel is nu eerst om van het relatief jonge team van toezichthouders een geoliede machine te maken; met mensen die allemaal dezelfde taal spreken, ook onder de nieuwe wetgeving”, kijkt Dennis naar de toekomst. “Daarnaast hopen we het team verder uit te breiden. Zelf hoop ik uiteindelijk door te groeien naar een coachfunctie.”

Gerard Brugel is zeer ervaren op het gebied van bouwkosten. Bij Janssen de Jong Bouw is hij medeverantwoordelijk voor een werkwijze waarmee binnen enkele minuten een woning kan worden gecalculeerd. Een aanpak die uniek is in Nederland. Zijn kennis en ervaring deelt hij niet alleen met zijn collega’s, maar ook met de deelnemers van de opleiding Projectvoorbereider.

Gerard heeft in zijn lange loopbaan in de bouw een brede ervaring opgedaan. Na een aantal jaar als timmerman en werkvoorbereider, begon hij in zijn eerste periode bij Janssen de Jong Bouw als tariefcalculator. “Daar is mijn carrière eigenlijk echt gestart. Ik groeide door naar kostenbewaker, afdelingshoofd kostenbewaking en projectleider.”

Ontwikkelen kostenbestanden

Na een uitstapje naar een ander bouwbedrijf, waar hij doorgroeide tot adjunct-directeur, werd Gerard in 2007 senior kostenadviseur bij Brink groep, eigenaar van de bekende Ibis-software. Daar was hij nauw betrokken bij het (door)ontwikkelen van kostenbestanden. “We maakten daarin grote stappen, ook omdat we aansloten op de NEN 2699, (een Nederlandse norm m.b.t. Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken). De norm wordt gebruikt om eenduidig over kosten te communiceren in de bouw.” Zijn kennis deelde hij inmiddels ook als kerndocent bij de HAN en Haagse Hogeschool.

Gerard Brugel

“Wij genereren binnen minuut de prijs van een woning”

Na zijn terugkeer bij Janssen de Jong Bouw hielp hij een kleine revolutie te veroorzaken, op het gebied van het begroten van bouwkosten. “Wij generen binnen een minuut de prijs van onze ‘ModuFair’ conceptwoning,” zegt hij stellig. “Zo hadden wij in november, bij een inschrijving voor 4 percelen huurwoningen, gestapeld en grondgebonden binnen een week alle begrotingen op regelniveau klaar.”

Met de omarming van deze aanpak door Janssen de Jong Bouw is de cirkel van zijn loopbaan rond. “Al bij mijn eerste dienstverband in 1991 was ik hiermee bezig. Dus toen ik vorig jaar kon aantonen dat dit echt werkte, was dat best emotioneel.” Die doorbraak kwam toen hij voor een inschrijving binnen een week 155 woningen doorrekende. Daarop werd de werkwijze direct gekozen als de nieuwe standaard binnen Janssen de Jong Bouw. “Echt iedereen is enthousiast en collega’s willen niet anders meer.”

Kennis overdragen

Naast zijn rol als kostendeskundige, waarin hij haalbaarheidsstudies doet voor grote projecten, leidt Gerard zijn collega’s binnen de zes woningbouwbedrijven op in de nieuwe aanpak. “Zowel naar calculators en kostendeskundigen als werkvoorbereiders en uitvoerders. Zodat ook de uitvoering goed blijft aangehaakt.”

Ook als docent bij BOB-KOB draagt Gerard zijn kennis over. Zo doceert hij bouwkosten bij de opleiding Projectvoorbereider, die hij mede ontwikkelde. “De opleiding is bedoeld voor werkvoorbereiders die de stap willen maken naar planvoorbereider/-ontwikkelaar. Zodat zij vanaf de haalbaarheidsfase tot en met DO actief kunnen zijn.”

Direct antwoord op de vraag van de klant

“Ik zoom daarbij sterk in op de NEN-2699, en op de NL-SfB. Die coderingen kennen ze vaak al vanuit hun BIM-ervaring. We geven ze ook inzicht in wat bijvoorbeeld de dure elementen zijn in een gebouw. En hoe je op kosten kunt sturen aan de hand van vormfactoren en optimalisaties binnen het ontwerp. De kennis passen ze weer toe in projectopdrachten, waarvoor ze bijvoorbeeld een elementenbegroting maken.”

Ook als docent legt Gerard de lat hoog. “Mijn uitgangspunt is dat je een klant direct duidelijk moet kunnen maken wat de financiële gevolgen zijn van een vraag. Dat is radicaal anders dan hoe we het gewend zijn in de bouw, waar het standaardantwoord op vragen is dat je terug moet naar de calculatie en over 4 tot 6 weken met een antwoord komt. Daarom leer ik ze vooral om goed te lezen, zodat ze de vraag achter de vraag doorgronden. Om vervolgens een antwoord te geven met de juiste getallen.”

Even terug naar de vernieuwende aanpak bij Janssen de Jong Bouw. Bouwers die nu ook in 2 minuten een begroting willen maken, zijn er namelijk niet met alleen de juiste software. Gerard somt een aantal belangrijke randvoorwaarden op: “Je hebt een enthousiaste en kundige medewerker nodig in de prijsvorming. Je moet een eigen BIM-modelleur hebben en goede afspraken maken over je bibliotheek. En je moet zelf modellen gaan verrijken om data te kunnen ontsluiten. Je maakt basismeetstaten op de BIM-modellen van conceptwoningen Het gereedschap is er gewoon, maar het probleem is dat veel aannemers de software gebruiken als een veredelde typemachine die toevallig ook nog rekent.”

Behoudend karakter van de bouwsector

Gerard verwondert zich erover dat de basis voor de nieuwe aanpak al decennia beschikbaar is. “Het is best bijzonder dat wij dit nu toepassen, terwijl de NL-SfB bijvoorbeeld al sinds 1947 bestaat en de elementenmethodiek sinds 1991. Dat is typerend voor het behoudende karakter van de bouw. Ja, ik denk dat ik best een vernieuwer ben, en ik ben heel blij dat ik mijn steentje bij mag dragen aan deze vernieuwing.”

Vanuit het Servicepunt Techniek Noord (SPT-Noord) zijn er subsidies beschikbaar om te investeren in werknemers binnen de sectoren Techniek en Bouw & Infra en scholing te bevorderen. Het SPT- Noord bestrijkt de drie Noordelijke provincies (Groningen, Friesland en Drenthe) en is een samenwerkingsverband tussen publieke en private partijen. Met de subsidieregeling ‘Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap’ slaan werkgevers, vakbonden en overheden in Noord-Nederland de handen ineen voor duurzame banen voor bouwers en technici.

Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap

Samen zetten de partijen zich in voor werknemers uit de sectoren Techniek en Bouw & Infra door subsidies beschikbaar te stellen voor scholing van huidig personeel, scholing van nieuw personeel van binnen en buiten de sector en de begeleiding van nieuw personeel. De subsidieregeling ‘Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap’ loopt tot 1 september 2024.

Ontwikkel jezelf

Ben je een werknemer of uitzendkracht in de Bouw & Infra dan krijg je met deze subsidie de kans om een opleiding of training te volgen. Op deze manier kun je de ontwikkelingen in jouw sector volgen en jezelf voorbereiden op de toekomst.

Voorwaarden subsidie ‘Ontwikkel jezelf’:
• Het bedrijf waar je werkzaam bent is gevestigd in Groningen Friesland of Drenthe.
• Je valt onder de Bouw, Techniek of Metaal CAO.
• Je ontvangt maximaal € 1.000,- subsidie als werknemer of uitzendkracht als je de studie zelf betaalt.
• De scholingsactiviteit is gericht op het versterken of vergroten van de inzetbaarheid.

School je personeel

Betaal je als werkgever de opleiding van je medewerker? Dan kun je gebruikmaken van de subsidie ‘School je personeel’.

Voorwaarden subsidie ‘School je personeel’:
• Het bedrijf is gevestigd in Groningen Friesland of Drenthe.
• Het bedrijf valt onder de Bouw, Techniek of Metaal CAO.
• Je ontvangt als werkgever 50% subsidie, tot een maximum van € 500,- per werknemer die een opleiding gaat volgen
• De scholingsactiviteit is gericht op het versterken of vergroten van de inzetbaarheid.

Heb je interesse of wil je meer weten? Kijk op ‘Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap’

Hoe vertaal je ‘bouwen op papier’ in een betrouwbaar en beheersbaar bouwplan in de praktijk? Jasper Vos (29) ontdekte het bij de opleiding Werkorganisator B&U. “Je leert de finesses van het vak, zodat je je dagelijkse werk efficiënter kunt uitvoeren. Bovendien is het een mooie springplank naar vervolgopleidingen, zoals Allround Werkorganisator B&U en daarna Projectleider B&U.”

Met een afgeronde opleiding hbo Bouwkunde op zak begon Jasper ruim twee jaar geleden als werkvoorbereider bij Niersman in Voorschoten. Dit allround bouwbedrijf is al 160 jaar actief in de bouw, ontwikkeling en vastgoed, met de nadruk op nieuwbouw en renovatie. Momenteel zit Jasper in de opleveringsfase van het project Veerplaats in Leiden, met 16 woningen en 24 appartementen; intussen is hij in Voorschoten het project Beresteyn aan het opstarten, met 43 appartementen en een gastenhuis met twintig zorgwoningen voor mensen met beginnende dementie.

Spin in het web

Als werkvoorbereider houdt Jasper zich bezig met offertes opvragen en spiegelen en tekeningen controleren, aanpassen en maken. Ook maakt en bewaakt hij planningen en bedenkt hij bouwkundige oplossingen om onderdelen te kunnen uitvoeren. “Verder stuur ik alle onderaannemers aan en ben ik de persoon die het overzicht heeft en bewaakt. Zo zorg ik dat iedereen de juiste stukken heeft om zijn taken te kunnen uitvoeren en onderhoud ik het contact tussen de verschillende partijen. Je bent in mijn werk dus echt de spin in het web.”

Jasper Vos, werkvoorbereider bij Niersman

Dat geen dag hetzelfde is, maakt het werk interessant. “Ook leuk is dat je de onderdelen die je met collega’s en betrokken partijen in de werkvoorbereiding bedenkt, in de bouw gemonteerd ziet worden en dat alles dan precies past. Verder hou ik ervan om bouwkundig te puzzelen: de juiste oplossing bedenken voor problemen die in het project ontstaan. Ik heb kortom een heel afwisselende baan, die ik iedereen kan aanraden.”

Helaas is er in de bouw een groot tekort aan werkvoorbereiders. Waar komt dit door, denkt Jasper? “Enerzijds is dit een probleem in de gehele sector, dat is ontstaan tijdens de financiële crisis in 2008. In die periode zijn er veel werknemers de bouw uit gegaan en hebben banen gevonden in andere sectoren. Verder hebben maar weinig schoolverlaters interesse in dit beroep, of haken zij af bij de opleiding. En anderzijds groeien veel werkvoorbereiders na een aantal jaar door naar een andere functie in de bouw.”

Valkuilen en rode draad

Om zich verder te bekwamen als werkvoorbereider volgde Jasper de opleiding Werkorganisator B&U. “Een van de onderdelen was planning en voortgangsbewaking; je leert een overall planning opzetten. De voornaamste inzichten die ik daarbij opdeed is waar de valkuilen in de overall planning kunnen zitten en hoe je de rode draad in het project kunt waarborgen. Deze kennis, maar bijvoorbeeld ook de gastles over de toepassing van BIM en het lezen van juridische stukken, kon ik direct toepassen in mijn werk bij Niersman.”

Het onderdeel Communicatie bleef hem het meeste bij. “We kregen communicatietools aangereikt die we in het werk moesten toetsen op hun werking en resultaat. Daarnaast deden we klassikaal oefeningen om te zien wat er gebeurt bij het uitvoeren van die tools. Ik vond het een eyeopener te zien dat je door zelf anders te communiceren, anderen (zoals een onderaannemer) kunt bewegen om op een andere manier te reageren.”

Eerst trouwen

Jasper hoopt over een paar jaar hogerop te klimmen. “Het lijkt mij handig om eerst als werkvoorbereider veel ervaring op te doen over wat er in de bouw allemaal voorbij komt op alle fronten, en daarna de switch te maken naar projectleider. Dat lijkt me gaaf: het bouwproces begeleiden van begin tot eind. Ik zie mijzelf dus wel de vervolgopleidingen Allround Werkorganisator B&U en daarna Projectleider B&U doen. Maar eerst ga ik trouwen.” Qua planning voor de grote dag komt het helemaal goed met deze werkvoorbereider.

BOB-KOB heeft een aantal expertgroepen met specialisten uit de branche die ons helpen om onze opleidingen actueel te houden. Een aantal keer per jaar komen de groepen bij elkaar om kennis en kunde te delen. We proberen dat ook voor de specialisten interessant te maken.

Zo hadden we op dinsdag 28 maart een interessante middag met een aantal van onze experts uit het vakgebied Bovengrondse Infra. Deze dag stond in het teken van samenwerking en elkaar verder helpen met het vertalen van ontwikkelingen naar de inhoud van de opleidingen.

Onder begeleiding van ing. Maarten Kraneveld van Neerlandsdiep gingen de experts aan de slag met de workshop ‘Anders samenwerken’. Hierin werden de experts meegenomen in de visie van opdrachtgevers en wat zij als marktpartij hiermee kunnen doen. Wat is er nodig om tot een goede samenwerking te komen waarbij alle partijen tevreden zijn met de uitkomsten? Verschillende invalshoeken kwamen aan bod en elkaar versterken en helpen stond daarbij centraal.

Opleidingen onder de loep

Tijdens deze dag hebben de experts input geleverd over actuele onderwerpen die van belang zijn in ons opleidingsaanbod. Sluit de inhoud nog aan op de actualiteit en de behoefte van de klant? Missen er nog onderwerpen of zijn er juist overbodigheden. Met z’n allen zijn we gaan brainstormen en er zijn goede ideeën uit voortgekomen.

Deze bijeenkomst was een succes en we zijn benieuwd naar de volgende sessie.

Wil je ook deelnemen aan een van onze expertgroepen en meedenken over onze opleidingen? Meld je dan aan via ‘Denk mee met BOB-KOB’.

Ervaring en kunde inzake technisch beheer en onderhoud had Ruud Narin (57) al. Toch zocht de projectleider planmatig onderhoud verdere verdieping en vernieuwing. Samen met collega’s volgde hij de module Gevel en onderhoud als incompanytraining. “We zijn nu weer helemaal up-to-date, zeker als het om duurzaamheid gaat.”

Ruim tien jaar geleden werkte Ruud als opzichter dagelijks onderhoud bij Vesteda. Om zijn technische kennis te verbreden en te vergroten, haalde hij in twee jaar tijd alle modules van de opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud. Nu werkt hij als projectleider planmatig onderhoud daken bij Havensteder. Samen met veertien collega’s volgde hij (voor hem opnieuw) de module Gevel en Onderhoud. “Het was een goede opfriscursus; kennis die je niet gebruikt, verwatert. Bovendien is er in tien jaar tijd veel veranderd.”

Ruud Narin, projectleider planmatig onderhoud daken bij Havensteder

Vakvolwassenheid

Even terug naar de opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud, wat bracht die hem destijds? “Ik werd voor de hogere functiekaders binnen de organisatie een volwaardig gesprekspartner op technische inhoud én beleidsmatig. Ook kon ik huurders bij bouwfysische kwesties veel beter technisch inhoudelijk uitleggen hoe bepaalde problemen in elkaar staken. De opleiding gaf mij kortom vakvolwassenheid.”

Ruud is bij Havensteder verantwoordelijk voor het toezicht op de planmatige projecten voor daken. “Een brede, diverse, en op sommige onderdelen ook diffuse functie. Ik kom op alle regiokantoren, word veel benaderd en ook steeds vaker uitgenodigd bij het hogere kader, dus de beleidsmakers. Dit spreekt mij zeer aan. Ik zie nu waar en hoe die beslissingen tot stand komen, en het is leuk en spannend om daar deel van te mogen uitmaken.”

Vernieuwend en verfrissend

Hoewel daken zijn speciale aandacht krijgen, heeft Ruud ook zijdelings te maken met gevelwerk. Zo ontstond het idee om de BOB-module Gevel en Onderhoud opnieuw te volgen. Meer collega’s waren geïnteresseerd, dus werd het een incompanytraining. “Het was leuk, vernieuwend en verfrissend om dit samen te doen, en ook goed voor de teambuilding. Als solisten zaten we nu ineens met z’n allen aan tafel om vraagstukken te bespreken. Zo leer je ieders standpunten en inzichten én elkaar beter kennen.”

Ruud leerde veel nieuws, vooral op het vlak van duurzaamheid. “Was dit in 2009 nog geen actueel maatschappelijk onderwerp, nu is het een hot item. Zelf vond ik de persoonlijke zienswijze van de docent op het stabiel houden van het warme binnenklimaat in je gebouw, heel verfrissend. Namelijk dat je, puur vanuit bouwfysisch opzicht gezien, in de winterperiode prima de ventilatie-installatie kunt uitzetten als er weinig mensen in huis zijn. Breder gezegd: afhankelijk van de situatie zijn er altijd verschillende invalshoeken en scenario’s mogelijk. Dat vind ik een boeiend proces.”

Iedereen is zo enthousiast over de incompanytraining, dat er interesse is voor een tweede module: Dak en Onderhoud, eventueel in combinatie met een NEN-methodiek. “Straks gaan zowel de opzichters planmatig onderhoud als de projectleiders steeds meer te maken krijgen met daken. Voor mijzelf vind ik een technische verdieping over daken ook fijn. Mogelijk wil ik later meer richting projectmanagement, maar dat is nog toekomstmuziek. Eerst ga ik mijn huidige functie goed verkennen.”

Hein Haan werkte na zijn studies bouwkunde en bouwrecht onder meer bij aannemers en aanbestedende diensten waaronder Dura Vermeer, Schiphol en Rijkswaterstaat. Vanwege zijn ervaring werd hij 10 jaar geleden door BOB-KOB benaderd om docent/trainer te worden. Zijn focus ligt daarbij op de vakgebieden inkoopmanagement en contractvorming. Belangrijke onderwerpen, die hij zo praktisch mogelijk probeert over te brengen.

“Een goed contract kan veel ellende voorkomen. Aannemers vinden het soms lastig om zich, voor hun gevoel, strikt ‘zakelijk’ op te stellen. Zeker als ze een prettige relatie hebben met een opdrachtgever. Dan wordt er bijvoorbeeld een offerte gestuurd waaraan geen overeenkomst vastzit. Als het dan onverhoopt verkeerd gaat dan zitten ze met de gebakken peren, en gaat de goede relatie ook snel stuk. Ik zeg dan ook altijd dat een goed contract juist goed is voor de relatie met je klant.”

Steeds meer aandacht voor contractvorming

“De bouw heeft in pakweg 10 jaar tijd een flinke professionaliseringsslag gemaakt. Waar de focus eerder vooral lag op inhoud en techniek, krijgt de contractuele kant steeds meer aandacht. Dat merken we ook aan de belangstelling voor onze workshops UAV en UAV-GC.”

“De UAV (officieel de ‘Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012’) is waarschijnlijk de meest gebruikte contractvorm. In die workshop leren zowel aannemers als opdrachtgevers de bekendste algemene voorwaarden goed kennen, aan de hand van cases en scenario’s.”

Hein Haan, docent voor BOB-KOB

De impact van UAV-GC op de organisatie wordt onderschat

“De UAV-GC (‘Uniforme Administratieve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contractvormen’) bestaat al sinds 2005. Hij wordt momenteel herzien maar daar zit weinig vaart in, mogelijk vanwege de Wkb (Wet kwaliteitsborging). De UAV-GC was een tijdlang een hot item, waar iedereen vol voor ging. Maar de laatste tijd neemt het enthousiasme af, doordat men de complexiteit ervaart.”

“Zo’n contract betekent namelijk nogal wat voor je organisatie en je kunt dit niet als individueel projectteam oppakken, niet als aannemer en niet als opdrachtgever. Alleen inhoudelijke kennis is niet voldoende. Je moet dit goed borgen in de organisatie, in de business. Anders is het gedoemd te mislukken. Die impact op de organisatie wordt vaak onderschat. Zo heb ik zelf, met een aantal collega’s, Schiphol drie jaar lang begeleidt in de transitie van UAV naar UAV-GC.”

Bouwteams zijn niet hetzelfde als UAV-GC

“Het nummer één contract in de bouw zijn Bouwteams, die nemen we dan ook mee in de workshops. Die populariteit zit mijns inziens vooral in het relationele aspect. Daar zijn zowel opdrachtgevers als aannemers heel erg naar op zoek. Een Bouwteam is daarbij de ideale contractvorm omdat je met elkaar al in de beginfase aan tafel zit.”

“Bouwteams zijn absoluut niet hetzelfde als UAV-GC, wat soms wordt gedacht. Het grootste verschil is dat de opdrachtgever bij de UAV-GC passieve invloed heeft op het contract, als er eenmaal gecontracteerd is. Bij bouwteam is dat het tegenovergestelde, omdat de opdrachtgever juist een actieve rol heeft.”

Onoplettendheid komt aannemers duur te staan

“Aannemers hebben last van de grote mate van verscheidenheid in de contracten die opdrachtgevers hanteren. Doordat er veel wordt gewijzigd zien aannemers door de bomen het bos niet meer. Als een van oorsprong uniforme contractvorm gewijzigd in de markt wordt gezet, kan onoplettendheid aannemers bijzonder duur komen te staan. Ik merk dat hierover ook onduidelijkheid en onrust bestaat in de aannemerij.”

Praktijkdocenten

“Ik ben blij dat we met BOB-KOB zoveel mensen en organisaties verder kunnen helpen. Onze grote kracht is dat de docenten echte praktijkmensen zijn. Daardoor brengen we herkenbare voorbeelden en cases in. Zodat deelnemers niet alleen kennis opdoen, maar ook leren hoe ze die kennis effectief kunnen inzetten. Dat doen we overigens ook met maatwerk incompanytrajecten. Daarbij spreken we bij voorkeur niet alleen met de HR-mensen over de wensen en doelen, maar ook met een aantal sleutelpersonen. Vaak blijkt er dan namelijk toch een verschil te zitten in de behoeften. Door die aanscherping maken we weer net een extra verdiepingsslag in onze aanpak.”

Hein Haan werkte na zijn studies bouwkunde en bouwrecht onder meer bij aannemers en aanbestedende diensten waaronder Dura Vermeer, Schiphol en Rijkswaterstaat. Vanwege zijn ervaring werd hij 10 jaar geleden door BOB-KOB benaderd om docent/trainer te worden. Zijn focus ligt daarbij op de vakgebieden inkoopmanagement en contractvorming. Belangrijke onderwerpen, die hij zo praktisch mogelijk probeert over te brengen.

“Inkoop en contractvorming krijgen gelukkig steeds meer aandacht in de bouw. De hele grote bouwers hebben dit meestal goed geregeld, maar de grote groep daaronder moet echt nog stappen zetten. Gelukkig hebben ook die middelgrote en kleinere aannemers steeds meer aandacht voor contractvorming en inkoopmanagement.”

“Opdrachtgevers hechten ook steeds meer waarde aan een professioneel inkoop- en contractmanagement van de aannemers. Zo willen ze gedurende het project een volwaardig contract-aanspreekpunt, in plaats van een uitvoerder of projectleider die het contract niet kent.”

Hein Haan, docent voor BOB-KOB

Organisatorische borging is de achilleshiel bij aannemers

“Inkoopmanagement is bij veel aannemers nog niet goed georganiseerd. Het is vaak belegd bij werkvoorbereiders, wat op zich prima kan, mits die mensen over de juiste kennis en inzichten beschikken. In onze driedaagse cursus Professioneel Inkoper in de Bouw en Infra, krijgen zij een goed inzicht in de basisonderwerpen die van belang zijn bij het inkoopmanagement.”

“Die inzichten zijn overigens niet alleen van belang voor de mensen die daadwerkelijk inkopen. Juist het management en de mensen in de lijnorganisatie moeten worden aangehaakt. Want alleen als je inkoop goed borgt in je organisatie, kun je spreken van inkoopmanagement. Pas als je organisatorisch een sterke verdedigings-inkooplinie optrekt, kan het uitvoerend inkooppersoneel goed hun werk doen. Maar die organisatorische borging is vaak de achilleshiel bij aannemers. Daarom schakelen we in de cursus ook steeds tussen uitzoomen naar de organisatie, en inzoomen op het inkoopproces.”

“Voor opdrachtgevers is deze cursus overigens ook interessant, omdat het inzicht geeft in het inkoopproces bij aannemers. Dat biedt enerzijds goede handvatten bij tenders maar ook in de samenwerking in het algemeen met aannemers.”

Neem opdrachtgevers mee in de gevolgen van prijsstijgingen

“Prijsstijgingen zijn, helaas, een hot item. Ik verwacht dat dit voorlopig ook van grote invloed blijft. Daarom is het essentieel dat aannemers hierover op een goede manier in gesprek gaan met opdrachtgevers. Dan gaat het niet alleen om de juridische kant, om gelijk hebben, maar juist om de zachtere aspecten, zodat je ook je gelijk krijgt. Een boodschap als ‘de prijzen zijn helaas gestegen, en dat betekent dat…’ is daarbij vaak geen goed begin van wat, in de praktijk, vaak een onderhandelingsproces is. Opdrachtgevers hebben vaak geen idee wat prijsstijgingen betekenen. Neem hen daar daarom in mee. Ga in gesprek en laat zien welke gevolgen het heeft.”

“Je kunt prijsstijgingen niet ondervangen door alleen maar bij je opdrachtgever om meer geld te vragen. Maar als je inkoopmanagement niet op orde is, dan is dat helaas vaak de enige optie die nog rest. In die zin denk ik, en hoop ik, dat deze prijzencrisis de ogen opent en gaat leiden tot een branchebrede verandering en professionalisering in de bouw.”

Regina Koning is juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van onder andere de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht. Die kennis en expertise zet zij ook in als adviseur bij de ABW-opleidingen van BOB-KOB. Eerder vertelde Regina over de gevolgen van de Omgevingswet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Maar er zijn nog meer ontwikkelingen waar de gemeenten mee te maken krijgen. Zoals de Europese noodverordening die procedureregels over zonnepanelen en warmtepompen regelt. Of de soortenbescherming, die tot onbedoelde gevolgen leidt bij het na-isoleren van gebouwen.

“Per 31 december 2022 is een Europese noodverordening van kracht, die direct van toepassing is in de lidstaten en waaraan moet worden voldaan. De aanleiding is dat we in een oorlogssituatie zitten, waarbij de Europese afhankelijkheid van (Russisch) gas zo snel mogelijk verminderd moet worden. De noodverordening geldt voor 18 maanden.”

Zonnepanelen met vergunningsplicht

“We krijgen al veel vragen over de noodverordening en ik werk aan een informatiestuk voor gemeenten, waarin we de gevolgen voor gemeentes analyseren. In de kern betekent de noodverordening dat er bij zonnepanelen waarvoor een vergunningsplicht geldt, binnen vier weken een vergunning moet worden verleend, anders is de vergunning van rechtswege verleend. Het is overigens nog maar de vraag of de noodverordening voor Nederland een probleem gaat worden, omdat alleen bij monumenten een vergunningsplicht geldt en juist voor deze vergunning een uitzondering mag worden gemaakt.”

Regina Koning, juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van onder andere de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht.

“Ook ten aanzien van warmtepompen zijn de consequenties van de noodverordening nog niet geheel duidelijk. Ook hier is dat afhankelijk van de beantwoording van de vraag of er sprake is van een vergunningsplicht. Wanneer je bijvoorbeeld bouwt op het achtererf en daar de buitenunit neerzet van je warmtepomp, dan zit je al snel vergunningsvrij. Maar wanneer je die unit aan de gevel hangt, of op het dak plaatst, dan kom je al snel op een vergunningsplicht uit. Ook hier geldt dat er voor monumenten en gebouwen binnen een beschermd stads- en dorpsgezicht een uitzondering kan worden gemaakt door lidstaten. Of de noodverordening van grote betekenis zal zijn voor gemeenten betwijfel ik, dat betekent alleen niet dat gemeenten er geen vragen over hebben en behoefte hebben aan meer informatie.”

Een ander onderwerp waar Regina veel aandacht voor heeft is het spanningsveld tussen ecologische richtlijnen en de verduurzamingsdoelen. De bescherming van vleermuizen kan namelijk een hindernis zijn bij het na-isoleren van spouwmuren. Ook hier met mogelijk onverwachte gevolgen voor de gemeenten.

Vleermuizen showstopper bij na-isolatie

“Op het gebied van de energietransitie ben ik ook druk bezig met de soortenbescherming, in relatie tot het na-isoleren van spouwmuren in de bestaande gebouwenvoorraad. Vanuit het Nationaal Isolatieprogramma krijgen gemeenten daarvoor ook subsidie. Vleermuizen vertoeven graag in spouwmuren, dat zijn heerlijke plekjes voor hen. De soortenbescherming dreigt nu een showstopper te worden voor de nodige isolatie van gebouwen.”

“Volgens de regelgeving moet de gebouweigenaar ecologisch onderzoek laten doen. Als uit zo’n quickscan blijkt dat er inderdaad vleermuizen kunnen zitten, dan moet je een ecoloog inschakelen voor nader ecologisch onderzoek. Dat onderzoek is sowieso al een extra kostenpost, maar het kan er ook toe leiden dat je bij de provincie een ontheffing moet aanvragen voor de na-isolatie.”

Gebiedsdekkende ontheffing

“Omdat we met miljoenen gebouwen zitten kan dit naar verwachting alleen maar worden opgelost met een aanpak waarin gemeenten een soortenmanagementplan opstellen op basis waarvan gemeenten een gebiedsdekkende ontheffing kunnen verkrijgen. Daarmee wordt de gemeente houder van de ontheffing. De provincie Utrecht werkt al op deze manier aan de isolatieopgave samen met gemeenten. Voor toezichthouders en handhavers wordt deze ontwikkeling interessant omdat bekeken moet worden of er wordt geïsoleerd volgens de maatregelen die zijn gesteld in het soortenmanagementplan en de ontheffing. Ook dit vraagstuk komt op de gemeenten af. Ook omdat met de Omgevingswet het takenpakket wat betreft toezicht en handhaving mogelijk wat breder zou kunnen worden opgevat. De Omgevingswet ziet immers toe op de fysieke leefomgeving en daarbinnen op onder andere gezondheid, milieu, veiligheid en klimaatverandering.”

“Vanuit VNG hebben we bij Europa al aangekaart dat hier de ecologische doelen botsen met de doelen vanuit de energietransitie. Maar daar hebben we vooralsnog nog geen gehoor op gevonden.”

De vele ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving, zowel nationaal als Europees, gaan logischerwijs gevolgen hebben voor de gemeenten. Vanuit de VNG worden de gevolgen zo nauwkeurig mogelijk in kaart gebracht. Daarnaast benadrukt Regina het belang van het tijdig bijscholen van de gemeentelijke medewerkers.

Informeren en bijscholen noodzakelijk

“Ik vermoed zelf dat er ook steeds meer verplichtingen gaan komen voor de bestaande bouw. En dan wordt de handhavingsbevoegdheid al snel ingewikkeld. Neem bijvoorbeeld brandmelders, waarbij je om toezicht te houden naar binnen zou moeten. Nu zal dat vast niet zo’n vaart gaan lopen, maar dat kan anders zijn als er verplichtingen komen met betrekking tot verduurzamingsmaatregelen en het aansluiten op duurzame alternatieven voor aardgas. Het is goed dat gemeenteambtenaren hierop voorbereid zijn.”

“Al met al gaat er voor gemeentes veel veranderen. Om goed op de hoogte te blijven van de veranderingen is het dus zaak dat de betrokken medewerkers zich continu laten bijscholen.”

Regina Koning is juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van onder andere de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht. Die kennis en expertise zet zij ook in als adviseur bij de ABW-opleidingen van BOB-KOB. Na een eerder gesprek over de gevolgen van de Omgevingswet, vertelt Regina deze keer over de gevolgen voor gemeenten van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw).

“De nieuwe Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie die in de maak is, regelt dat gemeenten uiterlijk 1 januari 2050 van het aardgas af zijn. Punt. Deze overgang van aardgas naar een ander duurzaam alternatief zal geleidelijk worden aangepakt. Gemeenten kunnen namelijk in hun omgevingsplan de datum waarop de levering van aardgas wordt beëindigd naar voren halen. Ik noem dat ook wel het zogenoemde ‘moment X’ dat gemeenten opnemen in het omgevingsplan (met een wijziging van het omgevingsplan), waarbij de gemeente moet aantonen dat die datum haalbaar en betaalbaar is. Zo is het althans geregeld in de consultatieversie van de Wgiw en het Besluit daarbij, het Bgiw. Met de Wgiw wordt tevens de Gaswet gewijzigd, waardoor de netbeheerder het gas op moment X ook daadwerkelijk moet afsluiten. Gemeenten krijgen met hun omgevingsplan dus een flinke bevoegdheid in handen.”

Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie

“Op dit moment verwerkt BZK een eerder advies van de Raad van State, waarna de Wgiw waarschijnlijk nog het eerste kwartaal van 2023 naar de kamer gaat. Momenteel is ook het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie in consultatie, waarin diverse verplichtingen en bevoegdheden voor gemeenten zijn geregeld.”

Regina Koning, juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van onder andere de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht.

Transitievisie Warmte

“De huidige Transitievisie Warmte, die vrijwel iedere gemeente heeft opgesteld conform de afspraken in het klimaatakkoord, wordt straks een gemeentelijk warmteprogramma. Het voorstel is dat het warmteprogramma wordt opgenomen in artikel 3.14 van de Omgevingswet. Dat is een voorwaarde om die bevoegdheid, het naar voren halen van de datum waarop de aardgaslevering wordt beëindigd, in je omgevingsplan toe te passen. Die warmteprogramma’s werken gemeentes weer uit in uitvoeringsplannen, waarin gedetailleerd wordt uitgewerkt hoe je een wijk van het aardgas afkrijgt. Inclusief bijvoorbeeld financiële- en technische onderzoeken en maatregelen. Denk aan financiële instrumenten, ontzorgingstrajecten en het delen van informatie.”

Redelijke termijn

“Tussen het vaststellen van het omgevingsplan en het daadwerkelijk afsluiten van het aardgas, zit een zogenaamde ‘redelijke termijn’ van acht jaar. In die periode moet je als gemeente continu monitoren welke woningen al van het aardgas af zijn en welke niet. Zo is dat nu in de consultatieversie van het Bgiw geregeld. Je moet je er als gemeente namelijk net voor het afsluiten van het aardgas van vergewissen of iedereen er ook echt af is, of er af kan gaan. Want als je er net voor die datum achter komt dat dit niet zo is, dan moet je volgens de wet die datum gaan verzetten. Dat maakt het dus essentieel dat je mensen meekrijgt in je plannen.”

Handhavingsbevoegdheid

“Gemeenten hebben weliswaar een handhavingsbevoegdheid, maar je wilt natuurlijk het liefst de mensen meenemen en waar nodig ontzorgen. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van rijkssubsidies. Maar ‘weigeraars’ moet je uiteindelijk toch meenemen, eventueel met handhaving. Op enig moment zul je met een aannemer bij die mensen naar binnen kunnen, om te zorgen dat er een afgiftesysteem komt waarmee mensen kunnen verwarmen. Waarvan die mensen overigens geen gebruik van hoeven te maken natuurlijk, dat is niet anders dan nu het geval is.”

Ontzorgingstrajecten

“Om mensen mee te krijgen moeten gemeenten mijns inziens fors gaan inzetten op participatie en op ontzorgingstrajecten. Een mooie casus daarvoor zagen we in Utrecht Overvecht. Daar is, overigens met gebruik van de Crisis- en herstelwet, een uitgebreid ontzorgingstraject georganiseerd, inclusief het installeren van kookplaten, gratis pannen en te volgen kookcursussen, om mensen van het kookgas te krijgen. En met resultaat, de wijk kan worden afgekoppeld van het aardgas. “

“Wat nog heel complex blijft is het zogenaamde gespikkelde bezit van woningcorporaties. Dat zijn bijvoorbeeld appartementencomplexen waarin zowel huur- als koopwoningen zitten, zodat je naast de woningcorporaties als eigenaar ook te maken hebt met een VvE. Er zijn wel mooie aanpakken bekend van gemeenten, die succesvol zijn.”

Het ontbreekt aan bevoegdheden

“Het ontbreekt eerlijk gezegd op dit moment ook gewoon aan bevoegdheden voor gemeenten om mensen te dwingen om mee te gaan. Daar lopen met name de koplopers in de warmtetransitie bij de gemeenten nu tegenaan. Niet voor niets wordt er nu bijvoorbeeld nagedacht over het meenemen van verduurzamingsmaatregelen bij binnenstedelijke renovaties.”

Nederland duurzaam, veilig, bewoonbaar en bereikbaar houden. Dat vraagt om samenwerking op hoog niveau tussen alle spelers in de bouw. De Verbinders biedt een bewezen interventieprogramma gericht op waarde, respect en de belangen van alle betrokkenen. Verbonden door vertrouwen en gedeelde trots. Dit programma voor bouw-, infra- en energieprojecten is ontwikkeld door Neerlands diep en BOB.

Kom op donderdag 13 april tussen 14.00u en 17.00 uur naar De Landgoederij in Bunnik/Odijk voor een verhelderend kijkje in de keuken van De Verbinders.

Programma

Om inzicht te geven in wat we doen – en vooral waarom – serveren we een proeverij van korte workshops. Verder bezorgen we je de eerste (lente)kriebels, leggen we het systeemdenken bloot met behulp van een wasmachinemonteur, maken we je bekend met ‘onbedoelde tegenstrevers’ en neemt Hans Ruijter (Rijkswaterstaat) je mee in zijn visie op resilient partnership.

Aanmelden

Je hoeft je niet voor te bereiden, maar je zult zeker betrokken worden bij het interactieve programma. Meld je voor 1 april aan door een mail te sturen naar info@deverbinders.nu.

Partners van De Verbinders zijn:

  • Bouwend Nederland
  • Techniek Nederland
  • Koninklijke NLingenieurs
  • Rijkswaterstaat
  • ProRail
  • Rijksvastgoedbedrijf
  • Gemeente Amsterdam
  • Gemeente Rotterdam
  • Gemeente Den Haag
  • Gemeente Utrecht

Om de basiskennis voor zijn werk in het Bouwhuis te verstevigen, volgde Huub Walraven (58) de module Basis Technisch Beheer en Onderhoud (onderdeel van de opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud). De gebouwbeheerder bij Koninklijke Bouwend Nederland is in zijn nopjes: hij kan het geleerde bijzonder goed toepassen.

Zijn voorganger, die elk schroefje en moertje in het Bouwhuis kende, zou Huub inwerken. Helaas overleed de man en kwam Huub een hoop (basis)kennis te kort. “BOB zit in ons pand, dus de connectie was snel gelegd. De module Basis Technisch Beheer en Onderhoud was precies wat ik nodig had. Zo leerde ik alles over meerjarenplannen en verduurzaming – iets wat in dit pand al vanaf het begin hoog in het vaandel staat.”

Het Bouwhuis

Het Bouwhuis is een bijzonder kantoorpand op een unieke ligging aan de A12 in Zoetermeer. Bijna iedereen kent deze blikvanger met unieke stalen buizenstructuur en grote raampartijen wel. “Dankzij een duurzame bouw en energiebesparende maatregelen heeft het al sinds de oplevering in 2006 energiestatus A. Zo bevat de gevel een innovatief installatiesysteem en zorgt een warmte- en koudeopslag in de bodem voor de klimaatregeling. Verder was er al ledverlichting en een sedumdak. Voor mij als gebouwbeheerder is het een kwestie van bijhouden en finetunen.”

Als het om duurzaamheid gaat, krijgt Huub alle ruimte van de directie. “De insteek daarbij is dat we met alles wat we doen, minimaal tien tot twintig jaar vooruit kunnen. Dit geldt bijvoorbeeld voor ons Privasysteem. Dit hebben we zodanig aangepast dat de warmte- en koudeopslag nu digitaal wordt aangestuurd en dynamisch meebeweegt met allerlei omgevingsfactoren. Verder hebben we de noodverlichting conform het meerjarenplan omgezet naar ledverlichting tweede fase.”

Herkenbare lesstof

Veel lesstof was herkenbaar voor Huub. “Omgaan met offertes, regelgeving, de NEN-normen en natuurlijk de energiestatus van je pand zijn allemaal zaken waar ik in de praktijk wat mee kan. Als het soms lastig werd, legde de cursusleider het geduldig uit. Sommige zaken hadden niets met utiliteitsbouw te maken, maar alleen met woningbouw; dat was voor mij minder interessant. Verder hadden we enthousiaste trainers, die veel praktijkvoorbeelden gaven.”

Huub hoefde voor zijn werkzaamheden geen verdere modules te volgen. “Tot op de dag van vandaag heb ik profijt van wat ik geleerd heb, en is dit voldoende. Mogelijk zoek ik in de toekomst nog uitbreiding, vooral over hoe je met bepaalde offertes omgaat, en met een verbouwing specifiek in de utiliteitsbouw.” Toch heeft hij nog steeds contact met zijn medestudenten, die wél zijn doorgegaan. “Onze groep is heel hecht. Via WhatsApp weet ik precies wie welke module doet. Het contact is zelfs zo goed, dat ik iedereen na het afronden van de opleiding ga uitnodigen voor een rondleiding door ons pand.”

Duizendpoot

Ondertussen is Huub vrolijk aan het werk. “Het leuke aan dit pand is dat je heel divers bezig bent. Ik heb met het hele pand te maken, ook met wat er binnen speelt. Mijn pakket varieert van de huurders en het gebruik van de koffiemachines tot aan de laadpalen voor de elektrische auto’s en zonnepanelen. In nood doe ik ook wat facilitair werk en draai ik met de receptie mee. Ik ben dus een echte duizendpoot en geen dag is hetzelfde. Juist het flexibel schakelen en de klik met mensen vind ik zo mooi. Helemaal bovenaan staat voor mij dat ik iedereen help waar ik kan. Je laat mensen niet zwemmen, is mijn stelregel: je helpt ze altijd.”

Op 6 maart hebben we met de cursisten van de Masterclass Ondergrondse Netwerken YER een bouwplaatsbezoek gebracht aan het AWTL-project in de Haarlemmermeer. Op deze ochtend vond de aanleg plaats van een tweetal parallel gelegen vuilwatertransportleidingen. Het AWTL-project wordt uitgevoerd door BAM in opdracht van het Waterschap Rijnland, waar de leidingen een tweetal zuiveringslocaties met elkaar verbinden. De transportleidingen brengen straks het afvalwater van Haarlem Schalkwijk naar de zuivering in Zwanenburg. De slibleiding brengt het slib van de zuivering in Zwanenburg naar de zuivering in Haarlem Waarderpolder.

 

In de middag waren we te gast op een bouwplaats in Delft bij een ander interessant project, de aanleg van een warmtetransportleiding van WarmtelinQ door A. HAK. De transportleiding, ook wel WarmtelinQ tracé Vlaardingen – Den Haag, kan restwarmte uit de Rotterdamse haven en hernieuwbare warmte naar het bestaande warmtenet van Den Haag transporteren. Het tracé heeft een lengte van 23 kilometer en loopt door diverse gemeenten (zie schema).

 

Beide werken zijn aangedragen door twee van onze cursisten Max Hoffmann BAM en Bowien de Kriek van A. HAK. Heel mooi om te ervaren dat de groep zeer geïnteresseerd was in beide projecten. Namens de deelnemers dank aan de heren Rens Oving BAM en Jan Verhoeven A. HAK die de bezoeken hebben mogelijk gemaakt. De dag werd begeleid door docent Rien van den Berge.

Regina Koning is juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van onder andere de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht. Die kennis en expertise zet zij ook in als adviseur bij de ABW-opleidingen van BOB-KOB. Wij spraken Regina over de (vele) ontwikkelingen in haar vakgebied en de gevolgen die deze gaan hebben voor gemeenten.

Regina heeft na haar studie altijd gewerkt op het gebied van bouwrecht. Eerst 18 jaar als (senior) onderzoeker bij het Instituut voor Bouwrecht. Regina: “Daar heb ik op alle terreinen van
het bouwrecht en gebiedsontwikkeling onderzoek gedaan, van milieurecht en bouwrecht tot contractrecht en aanbestedingsrecht. In 2018 ben ik voor mezelf begonnen en als juridisch adviseur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de slag gegaan, binnen het Programma Energie waarin we met een team gemeenten ondersteunen in de energietransitie.”

Omgevingswet

Een van de onderwerpen waar Regina veel aandacht voor heeft, is de nieuwe Omgevingswet. “De Omgevingswet hangt natuurlijk al een tijdje boven de markt, maar ik denk dat we ervan uit kunnen gaan dat deze wet op 1 januari 2024 in werking zal treden. Wat ik zelf sterk vind aan de nieuwe wet zijn de mogelijkheden die het biedt richting de energietransitie. Want gemeenten kunnen daar straks met hun omgevingsplannen echt op inzetten.”

Regina Koning, juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van onder andere de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht.

Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving

“Met het omgevingsplan krijgen gemeenten veel meer ruimte om hun duurzaamheidsplannen beter vorm te geven. Een aantal gemeenten heeft daarop ook al voorgesorteerd en samen met de VNG onderzocht wat ze zoal zouden kunnen met de Omgevingswet. Dat waren vooral de koplopers die vaart wilden maken en vaak ook betrokken waren bij de 66 proeftuinen in het Programma Aardgasvrije Wijken (vanaf 1 januari 2023 opgevolgd door het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie). Dat heeft begin 2022 geresulteerd in de publicatie van de Staalkaart Energietransitie Gebouwde Omgeving, die gemeenten als inspiratie kunnen gebruiken voor hun aanpak en werkwijze.”

Blijven maatwerkmogelijkheden behouden?

“Uit de proeftuinen kwam van een aantal koplopers de vraag of er strengere normen gehanteerd konden worden. Die behoefte is er dus bij gemeenten, maar het lijkt erop dat de maatwerkmogelijkheden die nu in de Bbl zitten, mogelijk niet behouden blijven. Dan zouden, net zoals nu, de BENG en de MPG gelden, maar kun je als gemeente geen strengere norm stellen. Vanuit de VNG zijn we daar achter de schermen over in gesprek. Dat is één van de zaken die nog niet helemaal zeker zijn, maar wel belangrijk voor gemeenten.”

Vastleggen wanneer aardgas wordt afgesloten

Met betrekking tot de energietransitie zit er nog meer nieuwe wetgeving aan te komen. “We zijn er inderdaad nog niet met de Omgevingswet; zo komt er bijvoorbeeld nieuwe wetgeving aan waarmee gemeenten in omgevingsplannen een concrete datum kunnen vastleggen waarop er, op wijkniveau, geen aardgas meer wordt geleverd. Dat is erg interessant voor gemeenten, en daar vertel ik graag een volgende keer meer over.”

Meer verplichtingen voor bestaande bouw

“Ik denk zelf dat er voor gemeenten nog meer verplichtingen aan gaan komen voor bestaande bouw. Ik noem dan altijd het voorbeeld van de brandmelders, want als je zaken gaat verplichten in bestaande bouw, dan kan de handhavingsbevoegdheid al snel knap ingewikkeld worden. Om daarop toezicht te kunnen houden, moet je immers achter de voordeur om te controleren of er wordt voldaan aan de regels. Dat zou in het kader van de energietransitie best nog wel een interessante nieuwe taak kunnen worden in de werkzaamheden van de toezichthouders en de handhavers.”

Goed toegerust voor de actuele wetgeving

“Er gaat hoe dan ook veel veranderen in het werkveld, voor de mensen die hier bij gemeenten mee te maken hebben. Vanuit mijn rol en kennis help ik graag om ervoor te zorgen dat die nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen in de opleidingen Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht, zodat de deelnemers aan de ABW 1 en ABW 2 altijd goed toegerust zijn voor de actuele wetgeving en situatie op dit terrein.”

Getallen en bedragen fascineerden Jordy van der Linden (33 jaar) al op de basisschool. Inmiddels verdient hij zijn geld met deze passie, als junior calculator. “Calculeren is zóveel meer dan alleen optellen.” Om zich verder te bekwamen, volgde hij de BOB-opleiding Calculator B&U. “Meer kennis en kunde van het vak heeft mijn zelfzekerheid flink opgekrikt.”

Jordy is in dienst bij Dura Vermeer Bouw Heyma, waar hij onder begeleiding van een calculator/kostendeskundige rekent aan renovatie- en transformatieprojecten. Hij houdt zich bezig met begrotingen opstellen, aanvragen versturen, offertes vergelijken en kans- en risicolijsten bijhouden. Na zijn hbo-opleiding, met calculatie en BIM als afstudeerrichting, werkte hij eerst vier jaar als werkvoorbereider. Calculeren vond hij echter uitdagender.

“Calculeren is zóveel meer dan alleen optellen. Je rekent wel veel, maar je bent ook bezig met onderaannemers, offertes aanvragen en spiegelen, kansen en risico’s, en zoeken naar optimalisaties. Wat het vak echt leuk maakt, is dat je onder een bepaalde tijdsdruk een begroting opstelt waarvoor je kan bouwen. Een werkvoorbereider is zomaar twee jaar bezig met een project. Als calculator moet je in zes tot acht weken alles raken en in de begroting verwerken, en dat vind ik mooi.”

Jordy van der Linden is junior calculator bij Dura Vermeer Bouw Heyma

Eyeopeners

Omdat hij zelfstandig projecten wil kunnen begroten, volgde Jordy Calculator B&U. Hij slaagde met een negen. “Ik heb veel geleerd. Bijvoorbeeld dat een moederbegroting met veel referenties en repetitiewerkzaamheden efficiënt werkt. Ook een eyeopener: normaliter las ik een bestek en verwerkte dit volledig in de begroting. Maar dat hoeft helemaal niet, en dat scheelt veel tijd. Ook neig ik ernaar elk schroefje uit te rekenen. Ook dat is echt niet nodig om het verschil te maken. Je moet juist van ‘grof’ naar ‘fijn’ (details) werken.”

De nieuwe digitale cursusonderdelen IBIS-TRAD calculatiesoftware en 3D-BIM waren voor Jordy gesneden koek. “Ik werk er al jaren mee, maar het is goed dat het in de opleiding is verweven.” Veel opgedane kennis kan hij direct in de praktijk toepassen, zoals het repetitiewerk in een begroting. “Ook leerden we al iets over kengetallen en kostenramingen maken. Hoewel dit bij de bevoegdheden van een kostendeskundige hoort, voer ik het onbewust toch al door. Verder vormt de informatie uit de presentatie en het boek dat je krijgt, een handig spiekblaadje.”

Dat de BOB-docent een doorgewinterde kostendeskundige is, was goed te merken. “Hij benoemde zaken uit de praktijk en stimuleerde je vooral om zelf te leren. En bij vragen stond hij altijd klaar. Sterker nog, hij is een van de drie mensen die mij heeft geënthousiasmeerd voor het vak calculeren.” Jordy heeft de ambitie om de komende tien jaar door te groeien tot kostendeskundige, en uiteindelijk ook als docent voor de klas te staan. “Ik wil leerlingen graag inspireren voor het vakgebied calculeren.”

Veel minder rekenwerk

Jordy hoopt oprecht dat meer jongeren voor calculatie kiezen. “Het saaie imago klopt absoluut niet. Vroeger misschien wel: een traditionele calculator was met zijn schaallat 50-60% van de tijd druk met rekenen en maar 40-50% met het opvragen van offertes en het afprijzen van een begroting. Nu met BIM is het rekenwerk eerder 40%, en in de toekomst misschien nog maar 20%.” Jordy gaat in elk geval voortvarend verder: “Ik wil graag Allround Calculator B&U volgen. Maar eerst ga ik aan de slag met wat ik nu allemaal geleerd heb.”

Wat zijn ‘tips en trics’ om budgettair gunstig ‘binnen de schil’ te verduurzamen conform de zogeheten Standaard? En wat zijn de kritische punten in de uitvoering? Dit en meer komt aan bod in de maatwerktraining Verduurzaming Bestaande Woningbouw: naar de Standaard van BOB en Kennisinstituut KERN. Projectleiders en projectopzichters van Woningcorporatie Woonforte volgden ‘m als incompanytraject. “In slechts vier ochtenden zijn we weer helemaal up-to-date.”

Woonforte pakt de verduurzamingsopgave conform de Standaard van Aedes ambitieus op. Onder het motto ‘Oog voor mensen, hart voor wonen’ investeert de woningcorporatie flink in nieuwbouw, renovaties, onderhoud, leefbaarheid én duurzaamheid. “Van het Rijk moeten in 2050 al onze woningen gasloos zijn”, vertellen Wim van Wijngaarden, projectleider planmatig en groot onderhoud, en projectopzichter Linsey Blom. “Verder willen we uiterlijk in 2030 minimaal 3.500 woningen naar de nieuwe Standaard hebben gebracht. Ook alle nieuwbouw die op de planning staat, wordt aardgasvrij en energiezuinig.”

Verduurzamingskennis optimaliseren

Aan de vooravond van deze grote opgave wilde Woonforte de verduurzamingskennis in huis verder optimaliseren. “Tachtig procent van de kennis was al op orde, maar om ons hele woningbezit van het gas af te kunnen halen, wilden we naar de honderd procent”, aldus Wim. “Zo hopen we straks een boel gekkigheid te voorkomen.” Graag wilden ze antwoord op bouwkundige en installatietechnische vragen: Wat kan er technisch allemaal als het om verduurzaming gaat? Hoe past dit in onze context met onze eigen praktijksituaties? En is er een standaard aanpak denkbaar die breed uitrolbaar is?

Besloten werd de BOB-training Verduurzaming Bestaande Woningbouw, voor Woonforte op maat te maken en incompany te volgen. “Ik ben compleet anders naar gebouwen gaan kijken, ook voor planmatig onderhoud”, vertelt Linsey. “Lange tijd was isoleren dé ultieme vorm van verduurzamen, maar er is veel meer mogelijk én je moet rekening houden met de bewoners. Isolatie aanbrengen doe je eenvoudig vanuit de buitenkant: je boort een paar gaten en vult de spouw. Maar een woning van binnenuit luchtdicht maken en warmteterugwinning (wtw) aanbrengen is veel ingrijpender voor de huurders. Dat moet je wel meenemen bij de aanpak van je project. De training heeft me hierbij uitstekend geholpen. Een collega-cursist was zo geïnspireerd, dat hij meteen onderzoek is gaan doen voor een wtw-installatie in zijn eigen woning.”

‘Out of the box’-denken

Wim leerde vooral dat je ‘out of the box’ moet denken bij verduurzamingsprojecten. “De ontwerpbenadering is superbelangrijk. Het komt erop neer dat je eerst alle mogelijkheden inventariseert (divergeren), en die vervolgens op basis van criteria afpelt tot de beste oplossing (convergeren). Heel mooi vind ik dat.” Ook de mantra ‘doe wat je doet meteen goed’ is hem bijgebleven: doe alles wat je aanpakt, zo goed mogelijk. “Helemaal mee eens, en als het geld er was deden wij dat zeker. Helaas zouden we met die aanpak nu dan maar een beperkt aantal projecten kunnen draaien en niet alle woningen naar de Standaard krijgen.” Linsey: “We kiezen er nu dus voor iets minder te doen, maar wel overal, in de wetenschap dat dit in de toekomst een vervolg krijgt op een ander onderdeel. Ter illustratie: nu gevel en vloer naar de Standaard brengen en in de toekomst een wtw-installatie aanbrengen, zodat de woning helemaal naar de Standaard is gebracht.”

Geïnspireerd door de training doet Woonforte al diverse zaken anders, zoals meer blowerdoortests uitvoeren om de luchtdichtheid van woningen te meten. “Dit idee zat al langer in mijn hoofd, maar nu passen we het echt toe. Ook doen we vaker thermografische onderzoeken om warmtelekken op te sporen.” Fijn is dat het hele team door de incompany-aanpak van de training dezelfde bagage heeft. “Zo begrijp je elkaar beter en kun je projecten eenduidig aanpakken. En sowieso was het leerzaam om eigen projecten te kunnen inbrengen. In slechts vier sessies zijn we weer helemaal up-to-date, ik geef de training een acht.”

Ander besef nodig

Nu de projectleiders en projectopzichter hun verduurzamingskennis op peil hebben, is het zaak dat de rest van de organisatie volgt. “We moeten bijvoorbeeld met z’n allen beseffen dat huurders na de verduurzamingsslag anders met hun woning moeten omgaan. Ramen openzetten of aan ventielen draaien kan niet meer. Zij moeten dus anders geïnformeerd worden. Verduurzaming heeft gevolgen voor bijna iedereen in de organisatie.”

Over de training

De bestaande BOB-training Verduurzaming Bestaande Woningbouw werd voor Woonforte aangepast en op maat gemaakt. Daar kwam de training Verduurzaming Bestaande Woningbouw: naar de Standaard uit, deze is nu ook als open training te volgen. Drie KERN-docenten vertelden tijdens deze training in vier dagdelen over de ontwikkelingen rondom verduurzaming, technische mogelijkheden (denk: thermische bruggen, isolatie en luchtdichtheid) en een integrale aanpak. Ook belichtten zij kritische punten in de uitvoering, behandelden zij praktijkcasussen en gaven tips. Een van de docenten, Carl-Peter Goossen, nam ondersteunend aan dit opleidingstraject deel aan een denktank bij Woonforte. Hier worden concrete projecten op de uitvoeringslijst 2024 verder uitgewerkt.

De uitdagingen van deze tijd vragen om een steeds betere energie- en data-infrastructuur. Om deze nieuwe kabels en leidingen aan te leggen zijn goed opgeleide, gekwalificeerde mensen nodig. Baas bv doet er alles aan om nieuwe mensen voor de sector te winnen. Daarvoor trekt het infrabedrijf onder meer mensen uit andere sectoren aan. Deze zij-instromers brengen nieuwe vaardigheden mee voor de sector en moeten worden opgeleid tot vakvolwassen medewerkers. 

“Baas ontwerpt, bouwt en onderhoudt al meer dan een eeuw energie- en data-infrastructuur in Nederland en staat voor hoogwaardige dienstverlening. We zijn gespecialiseerd in ondergrondse infrastructuur, zoals gas-, water- en elektriciteitsleidingen. Dat doen we voor de nieuwbouw, maar anderzijds doen we ook saneringswerk en zorgen we dat wijken opnieuw aangesloten worden.” Aan het woord is Henk-Jan Ros, senior HR-adviseur bij Baas. Opleidingen zijn volgens hem hard nodig in deze sector. “We werken in een bedrijfstak waarin kennis essentieel is en waarbij goed opgeleid personeel erg belangrijk is. We hebben gekwalificeerde monteurs, uitvoerders en werkvoorbereiders nodig.”

Zij-instromers

De infrasector is dynamisch, multidisciplinair en complex en vraagt om goed opgeleide professionals. Daarom is het belangrijk om jong talent te kunnen aantrekken. Daarnaast zet de sector in op het werven van zij-instromers die beschikken over de juiste vaardigheden en competenties, maar de techniek nog moeten leren. Op zoek naar de juiste mensen heeft Baas de laatste jaren veel mensen uit andere sectoren aan zich weten te binden, vertelt Ros. “We hebben nu redelijk veel medewerkers die van oorsprong niet uit de branche komen, maar bijvoorbeeld in de horeca of voor een sportschool werkten. We hebben bijvoorbeeld iemand aangenomen die vorig jaar nog in een horecazaak werkzaam was en die opgeleid tot werkvoorbereider. Omdat iedereen in deze krappe arbeidsmarkt in dezelfde vijver vist, zijn we buiten de branche gaan kijken en dat is succesvol gebleken. Zo breiden we ook de arbeidscapaciteit in deze sector verder uit.”

Scholing nodig

Die nieuwe mensen hebben natuurlijk wel scholing nodig, zegt hij. “Daarom hebben we BOB-KOB ingeschakeld om werkvoorbereiders voor ons op te leiden. Zo hebben we toch weer extra capaciteit kunnen realiseren. Het is cruciaal om goed opgeleid personeel te hebben. Dat past bij onze kernwaarde ‘meesterschap’.” Dat mensen uit andere sectoren vaak geen technische achtergrond hebben, is volgens Ros geen probleem. “We brengen ze zelf voldoende technische kennis bij zodat ze aan de slag kunnen. Ze brengen zelf ook andere vaardigheden in. Zo hebben ze vanuit hun vorige werk geleerd wat bijvoorbeeld klantgerichtheid is en hoe je op een goede manier kunt communiceren. We zeggen wel eens: ‘Als er een goede kop op zit, kunnen wij de mensen zelf verder ontwikkelen.’ En als je alleen maar techneuten in dienst hebt, is dit ook niet bevorderlijk voor de diversiteit in je organisatie.”

Werknemers behouden

Investeren in medewerkers staat heel hoog op de HR agenda binnen Baas. De medewerkers worden constant bijgespijkerd op het gebied van kennis en vaardigheden. Zij krijgen bijvoorbeeld extra opleidingen op het gebied van soft skills en sociale vaardigheden. Baas bv behoudt werknemers die iets anders willen doen, graag voor het bedrijf. Daarom is opleiding ook belangrijk voor de werknemers die al langer in dienst zijn, legt Ros uit. “We hebben bijvoorbeeld ook monteurs die buiten werken en graag naar binnen willen. Die ontwikkelen we door middel van assessments en omscholing tot bijvoorbeeld uitvoerder of werkvoorbereider.”

Infra Academy

De benodigde vaardigheden leren de werknemers van Baas bij de Infra Academy van BOB-KOB. Ros: “Daar leren ze het vak van werkvoorbereider, calculator of uitvoerder voor ondergrondse netwerken. Die opleiding helpt ze echt om kennis en ervaring op te doen. Ze leren hier naast de nodige vakkennis ook communiceren en samenwerken. Juist in die mix van vaardigheden en kennis is BOB-KOB gespecialiseerd.” De achtergrond van de meeste zij-instromers is een mbo-opleiding, vertelt Henk-Jan. “Maar die hebben ze meestal wel in een heel andere richting, zonder technische achtergrond. We gebruiken de opleidingen van de Infra Academy dan om deze mensen de benodigde skills voor de infrasector bij te brengen.” Henk-Jan is dan ook enthousiast over BOB-KOB. “Ik kende hen al langer, ook vanuit mijn vorige werkgever. Een belangrijk voordeel is dat ze echt gespecialiseerd zijn in het opleiden van personeel voor de infra- en bouwsector. Daarnaast is het erg op de praktijk gericht. En de andere cursisten zijn ook allemaal mensen uit het werkveld waardoor kruisbestuiving plaatsvindt. Ze leren dus ook van elkaar.”

Publicatie: Cobouw Infra Special – december 2022

Bij een aantal opleidingen van BOB-KOB vindt vooraf een intake plaats. Soms is dat het invullen van een digitale vragenlijst, soms is dat een gesprek. Wat houdt zo’n intake eigenlijk in en waarom doen we dat? Opleidingsmanager Edith MacDonald legt uit hoe het zit.

“Als je je aanmeldt voor een van mijn opleidingen krijg je altijd een intakeformulier toegezonden en regelmatig nemen we ook nog een intakegesprek af om te kijken of de opleiding wel bij je past”, vertelt Edith MacDonald, Opleidingsmanager van de B&U-opleidingen voor de grote bouw. “De deelnemers hebben de opleiding geadviseerd gekregen of hebben zich ingeschreven nadat ze de informatie op de website hebben gelezen. We vragen natuurlijk een bepaald opleidingsniveau en een aantal jaar werkervaring. Daarnaast kijken we ook naar de behaalde diploma’s en naar het werkverleden, matcht dat wel met het niveau van de opleiding?”

Portfolio

“Eigenlijk willen we een portfolio van iemand hebben”, gaat Edith verder. “We vragen bijvoorbeeld wat de hoogte van de aanneemsom ongeveer is geweest bij een project, om na te gaan of iemand echt ervaring heeft met grote projecten. Ook willen we de samenstelling van het projectteam weten en wat hun rol daarin was. Bepaalde termen betekenen niet overal hetzelfde en door met iemand in gesprek te gaan kom je erachter wat ze precies bedoelen. Wanneer het om lagere bedragen en regionale projecten gaat, dan adviseer ik mensen om eerst een andere opleiding te doen, die beter aansluit bij hun werkervaring. Waar ze waarschijnlijk beter mee kunnen komen met de groep.”

Op de juiste plek

Zelf heeft Edith Bouwkunde gestudeerd op de hts en daarna bij een bouwbedrijf gewerkt als werkvoorbereider, uitvoerder en projectleider. Edith: “Ik heb 20 jaar buiten gezeten en projecten gedaan in de utiliteit en woningbouw (nieuwbouw & renovatie). Dat maakt het wel makkelijker omdat ik de rollen, waarvoor we deelnemers opleiden inhoudelijk ken. Tijdens een intake kan ik hen daarom ook adviseren over de juiste opleiding.”

“Van deelnemers die al eerder een opleiding bij ons hebben gedaan en die voldoende werkervaring hebben, is het vaak wel duidelijk dat zij de juiste vervolgstap zetten. Maar er zijn ook potentiële deelnemers die zichzelf overschatten, die zijn nog niet zover als ze zelf denken. Door zo’n intakegesprek kom je te weten wat ze al weten en wat ze willen leren. Je hoort waar iemand naartoe wil en wat de verwachtingen zijn. Dan kom je er samen al snel achter of iemand zich voor de juiste opleiding heeft aangemeld.”

Aanvragen STAP-budget niet meer mogelijk

Op 3 juli 2023 was het laatste moment waarop je STAP-subsidie voor een BOB-opleiding kon aanvragen.

Meer informatie vind je op de website van de rijksoverheid: STAP-regeling

Digitaal bouwen wordt steeds belangrijker. In diverse opleidingen van BOB-KOB wordt daarom aandacht besteed aan BIM. Docent Eddy Wiegertjes is een groot voorstander van digitalisering en nauw betrokken bij de integratie van BIM in het opleidingsaanbod. Zijn jarenlange ervaring komt daarbij goed van pas.

Eddy is sinds drie jaar met veel plezier als docent actief: “Ik vind het leuk om mijn kennis en ervaring door te geven aan de volgende generaties. Na mijn opleiding civiele techniek heb ik bij diverse ontwikkelende bouwers gewerkt, waarbij ik veel heb gezien en geleerd. Ook wat er fout kan gaan. Mijn standpunt is dat je een project altijd eerst digitaal zou moeten bouwen. Dan kun je eventuele fouten eruit halen en veiligheidsrisico’s inschatten. Bovendien geeft het de mensen die het ‘buiten’ moeten maken, heel snel, veel meer inzicht en commitment.”

Digitaal bouwen

Eddy Wiegertjes, bouwplaatsmanager bij Dura Vermeer Bouw Hengelo en docent voor BOB-KOB.

In zijn functie als bouwplaatsmanager bij Dura Vermeer Bouw Hengelo, probeert Eddy een schakel te zijn tussen ‘binnen’ en ‘buiten’: “Ik wil een brug slaan tussen de voorbereiding en de uitvoering. Onder andere door in het voortraject mee te denken over bijvoorbeeld bouwmethodieken en materieel. Ik weet uit ervaring namelijk hoe belangrijk het is dat die disciplines goed samenwerken.”

“Bij Dura Vermeer zijn we al best ver, met digitaal bouwen. De manier waarop we bijvoorbeeld verschillende digitale middelen en systemen hebben geïntegreerd, heb ik nog nergens gezien. Daardoor hebben we vanuit één platform heel snel toegang tot alle relevante informatie.”

Digitaal is gewillig

Eddy is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe leergang van BOB-KOB, die gericht is op BIM-modelleurs. Daarbij bewaakt hij met name het onderdeel techniek en maakbaarheid. Eddy: “Als BIM-modelleur en als werkvoorbereider moet je weten hoe je bepaalde bouwkundige- en constructieve details maakt. Zodat het uiteindelijk uitvoerbaar is en voldoet aan de wet- en regelgeving. Want digitaal is heel gewillig, zodat je een prachtig model kunt maken, dat vervolgens in de praktijk niet water- of luchtdicht is. Daarom probeer ik in de lessen over techniek en maakbaarheid de verbinding te leggen tussen het model en de praktische uitvoerbaarheid. Met heel veel voorbeelden uit de praktijk, om te kijken waar het fout ging.”

Maakbaarheid en techniek

De aandacht voor maakbaarheid en techniek is essentieel vindt Eddy: “Je merkt dat het mensen soms ontbreekt aan voldoende bouwkundige kennis. Deels komt dat door de stand van het technisch onderwijs. Maar daarnaast hebben modelleurs vanuit zichzelf soms meer feeling bij computers en digitalisering, dan bij techniek. Daar moet je dus in de opleiding rekening mee houden, want het is essentieel dat een modelleur inzicht heeft in wat hij digitaal maakt. Zodat een model maakbaar en haalbaar is op de bouw.”

Bruggen slaan tussen uitvoering en voorbereiding

In bredere zin benadrukt Eddy het belang van een goede samenwerking tussen uitvoering en werkvoorbereiding. Eddy: “Als modelleurs chargerend gezegd alleen op hun scherm werken, dan groeit de afstand met de uitvoering. Die afstand was er van oudsher vaak al, maar die kan dan uitgroeien tot een kloof. Terwijl de input van de uitvoering bij de werkvoorbereiding essentieel is. En andersom overigens ook. Daarom proberen we in al onze opleidingen juist een brug te slaan tussen die disciplines. Want digitalisering is een prachtig hulpmiddel, maar bij bouwen blijft technische kennis altijd de basis.”

Dat docent zijn bij BOB-KOB leuk is, dat wisten we al. Maar dat het ook van vader op zoon wordt doorgegeven, dat is nieuw. Sander van Dienst is manager digitaal bouwen bij Dura Vermeer Bouw Zuid West. En sinds januari 2023 is hij in de voetsporen van zijn vader getreden, als docent.

Willem van Dienst is al jaren docent bij BOB-KOB. En met veel enthousiasme, vertelt Sander, zijn zoon: “Ik hoorde van kinds af aan al de verhalen van mijn vader. Hoe leuk het is, omdat je zoveel mensen ontmoet waarvan je ook weer nieuwe dingen leert. Dus toen ik, via mijn vader, werd gevraagd heb ik geen moment getwijfeld. In januari maakte ik mijn debuut, bij de opleidingen Werkorganisator en Uitvoerder B&U voor grote projecten.”

Digitalisering in brede zin

Sander van Dienst, manager digitaal bouwen bij Dura Vermeer Bouw Zuid West en docent voor BOB-KOB.

Als manager digitaal bouwen bij Dura Vermeer Bouw Zuid West houdt Sander zich in brede zin bezig met digitalisering. “Wij ondersteunen de uitvoeringsteams met alle beschikbare digitale middelen. Dat gaat van documentopslag op een sharepointpagina tot het gebruik van Revit om 3D-modellen te maken. Of het clashen van 3D-modellen en de bijbehorende werkwijzen. Waarbij we de ene dag uitleg geven in de keet en de volgende dag bezig zijn met innovaties en nieuwe ontwikkelingen.”

Dat digitaal bouwen veelomvattend is bij Dura Vermeer blijkt ook uit de functienamen. Waar Sanders functie voorheen BIM-manager was, is bewust gekozen voor manager digitaal bouwen. Sander: “Voor ons is BIM de standaard werkwijze. Zo werken we allemaal, punt. Daarom is in alle functienamen het woord BIM vervangen door bouwkundig of digitaal. Voor ons is digitaal bouwen veel meer dan BIM.”

Van junior BIM-modelleur naar medior

Naast zijn docentschap is Sander nauw betrokken bij een nieuwe leergang bij BOB-KOB, die gericht is op junior BIM-modelleurs. “Dat traject is bedoeld voor junior BIM-modelleurs, die de stap willen zetten naar medior modelleurs. Wij geven hen de handvatten om die stap te kunnen zetten. We nemen hen mee in de verschillende mogelijkheden binnen de 3D-programmatuur, maar ook de zaken waarop je moet letten, hoe je omgaat met clashes en hoe je dat communiceert. Zodat ze een goed integraal model bouwen, waarmee je als medior modelleur verstandig aan de slag kunt. De andere pijlers zijn techniek en maakbaarheid, en de samenwerking met derden.”

Een goede modelleur heeft technische kennis nodig

Techniek en maakbaarheid vormen niet voor niets een pijler in de nieuwe leergang. Een goede modelleur moet immers over voldoende technische kennis beschikken, vindt Sander: “Dat vind ik ook sterk aan dit nieuwe programma. Bij ons in het bedrijf ligt bij junior modelleurs de focus op het ontwikkelen van bouwkundige kennis. Vaak werken die juniors daarom op projecten, in de bouwkeet. Onze modelleurs zijn bouwkundig dan ook zeer sterk onderlegd. Dat moet ook, want zonder die stevige bouwkundige basis loop je het risico dat modelleurs, met spreekwoordelijke oogkleppen op, iets modelleren dat buiten niet gerealiseerd kan worden.”

Proces beheersen

De derde pijler wordt het samenwerken met derden, wat essentieel is voor modelleurs. Sander: “Als BIM-modelleur werk je vaak aan één aspect van een project, bijvoorbeeld bouwkundig of constructief. Maar om te komen tot een integraal BIM-model, moeten er werkafspraken zijn, een stramienplan. Als medior modelleur moet je dat proces kunnen beheersen om die afspraken te maken.”

Controle en regie

Bij het opzetten van de nieuwe leergang put Sander uit de kennis en ervaring die hij bij Dura Vermeer opdoet. Sander: “Wij proberen een voortrekkersrol te nemen in de digitale ontwikkeling, dat gaat met vallen en opstaan, maar ik denk dat we daar in de bouw in Nederland een leidende rol in hebben. Bij onze vestiging in Rotterdam bijvoorbeeld, werken we alle producten en gebouwen die we buiten maken, eerst volledig uit in 3D. En dat doen we zelf. We huren een architect in tot VO (Voorlopig Ontwerp), waarna we het vanaf DO (Definitief Ontwerp) tot Uitvoeringsontwerp helemaal zelf engineeren en modelleren. Wij houden daardoor grip op de kwaliteit van ons product en van het model en de informatie die daarin staat. Daarmee hebben we controle en regie op de projecten.”

Interesse?
De nieuwe leergang voor BIM-modelleurs zal waarschijnlijk in het najaar van 2023 of het voorjaar van 2024 van start gaan voor open inschrijvingen. Heb je interesse en wil je geïnformeerd worden wanneer de opleiding gepland wordt? Stuur dan even een mailtje naar Vera Nugteren via nugteren@bob-kob.nl, zij zal je dan op de hoogte houden.

Martijn Jongmans is als hoofd bedrijfsbureau bij Boele & van Eesteren dagelijks bezig met het in de prijsvormingsfase organiseren en optimaliseren van bouwprocessen. “Ons uitgangspunt is dat het altijd beter kan,” vertelt hij. Zijn inzichten en ervaring zet Martijn ook in als docent bij BOB-KOB.

Sinds 15 jaar is Martijn hoofddocent bij de opleiding Allround Werkorganisator/Allround Uitvoerder. Zijn belangrijkste doel? Deelnemers anders leren denken en tot nieuwe inzichten brengen: “Het zijn vaak jonge mensen, die na een paar jaar werken weer opnieuw in de ‘leermodus’ moeten komen. Dat is vaak even wennen, vooral voor uitvoerders, die continu, en vaak onder tijdsdruk, besluiten nemen. Daardoor ontwikkelen ze vaak een directieve communicatiestijl, en staan ze minder open voor feedback of advies. Om een stap te zetten in hun ontwikkeling moeten we ze eerst weer terug in de leermodus krijgen.”

Martijn Jongmans, hoofd bedrijfsbureau bij Boele & van Eesteren en docent bij BOB-KOB.

Een nieuwe manier van denken

“Deze doelgroep van uitvoerders en werkvoorbereiders willen we aanleren om zaken steeds te bevragen en/of vanuit een ander standpunt te bekijken. Op die manier kunnen ze vanuit een ‘onderbuikgevoel’ een onderbouwde mening formuleren. Zo moeten ze ook een verbeteradvies schrijven voor hun bedrijf, waarbij ze zaken kwantificeren in bijvoorbeeld tijd of geld. Daardoor leren ze om met argumenten te komen en niet zomaar dingen te roepen. We reiken hen een nieuwe manier van denken aan, waar ze op termijn meer aan hebben dan ‘alleen’ wat nieuwe kennis.”

Reflecteren op de eigen werkhouding

“Een rode draad in de opleiding is het leren evalueren, van het proces, maar ook zichzelf, het bedrijf en de bouwplaats. Zodat ze de vraag stellen ‘oké, wat gebeurt hier, en wat had ík daaraan kunnen doen?’ We willen dat ze van hun eilandjes stappen en elkaar met een hulpvraag benaderen, in plaats van een verwijt. Dus niet als uitvoerder of werkvoorbereider gaan wijzen naar een calculator of een onderaannemer. Als je als uitvoerder een plan krijgt van de werkvoorbereider waar je niet blij mee bent, dan ligt dat niet aan de werkvoorbereider, maar aan het feit dat jij als uitvoerder hem niet hebt verteld wat je nodig hebt. Andersom leren we werkvoorbereiders om de uitvoerders als hun klant te zien en tijdig te vragen wat ze nodig hebben. Die bloedgroepen moeten veel meer met elkaar in gesprek, want ze hebben elkaar nodig.”

“We helpen deelnemers weer open te staan voor nieuwe inzichten en kennis. Ze hebben namelijk een eigen referentiekader opgebouwd, waar ze veel aan refereren. Maar ik wil dat zij mentaal van hun eigen bouwplaats af komen en reflecteren op hun werk. Daarom is er naast de theoretische kennis ook veel aandacht voor soft skills, zodat ze inzicht krijgen in hoe hun eigen gedrag en communicatie invloed heeft op anderen.”

Op hoofdlijnen denken

“We halen ze uit de details, want die beheersen ze vaak prima, en leren hen om op hoofdlijnen patronen te ontdekken. Want door uit te zoomen en abstracter te denken, gaan ze de verbanden zien. Dat doen we aan de hand van een groepsproject, waarbij ze van het begin af aan, met weinig informatie, moeten nadenken over omgevingsmanagement, over bouwmethodieken en bouwplaatsinrichting. Zo krijgen ze een breder perspectief én ze leren de achtergronden en de overwegingen te doorgronden. We leren ze bijvoorbeeld om een planning niet alleen te lezen, maar echt te begrijpen en te doorgronden waardoor ze in een kort tijdsbestek een onderbouwde mening kunnen vormen met betrekking tot de haalbaarheid daarvan.”

Van improviseren naar organiseren

“Ik vind dat wij als sector grote slagen kunnen maken aan de voorkant, in de werkvoorbereiding, want daar bepaal je hoe effectief je buiten kunt bouwen. We moeten van improviseren naar organiseren. Zodat we problemen voor zijn. Dan hebben we ook minder brandweermannen nodig die dagelijks allerlei brandjes blussen, maar doen we aan brandpreventie. Wij proberen de uitvoerders en werkvoorbereiders op te leiden, zodat zij op die manier kunnen werken.”

Veel meer virtueel bouwen

Essentieel bij die omslag naar beter organiseren is volgens Martijn virtueel bouwen: “Ik vergelijk het wel eens met een meubel van IKEA dat je thuis in elkaar moet zetten. Omdat die meubels vooraf al virtueel zijn gebouwd, kun je met de handleiding dat meubel stapsgewijs en foutloos bouwen. Even afgezien van de schroefjes die je overhoudt als je het toch zonder handleiding probeert… Maar omdat we in de bouw niet alles vooraf virtueel bouwen, hébben we vaak geen goede handleiding. Daar kunnen we nog enorm veel winst behalen.”

In september zijn de ABW-opleidingen weer gestart. Voor het eerst wordt hierbij gebruik gemaakt van het Leerplatform. Dat betekent dat alle deelnemers vanaf dit jaar digitaal hun opdrachten maken en bij vragen via een centrale plek contact op kunnen nemen met hun docent. Inmiddels is er een uitgebreide evaluatie geweest om te zien hoe de deelnemers het werken met het Leerplatform ervaren.

“De ABW-opleidingen van de BOB-KOB staan hoog aangeschreven. Het lesmateriaal wordt jaarlijks herschreven, dat zijn wij gewend”, vertelt Usha Patandin, Commercieel medewerker binnendienst voor de opleiding ABW 1. “Maar, dit jaar kwam er meer bij kijken. De wens was namelijk groot om de opleidingen te digitaliseren. Natuurlijk blijven we klassikaal lesgeven, maar vanaf nu is het mogelijk om digitaal te oefenen met het lesmateriaal en online de PowerPoint-presentaties te bekijken. Ook kunnen deelnemers eenvoudig contact opnemen met hun docent. Daarnaast is het voor de docent makkelijk om interessante artikelen te delen met de groep.”

Even wennen

Voor veel deelnemers en docenten is het werken via het Leerplatform nieuw. “Sommige deelnemers moeten er even aan wennen dat de opdrachten online gemaakt moeten worden”, gaat Usha verder. “Maar het voordeel is, dat de deelnemer overal waar en wanneer hij/zij wil de opdrachten online kan maken. Voor de docenten betekent het dat ze nu beter de voortgang van deelnemers kunnen bijhouden en dat ze kunnen inspelen op onderwerpen waar deelnemers moeite mee hebben.”

Evaluatie

Omdat dit het eerste jaar is dat de ABW-opleidingen met het Leerplatform ondersteund worden, wilde het ABW-team graag weten wat de ervaringen van de deelnemers waren. “We hebben een uitgebreide evaluatie gedaan bij alle deelnemers die nu via het Leerplatform werken”, vertelt Femmie van Helden, Commercieel medewerker binnendienst voor de opleiding ABW 2. “Hieruit bleek bijvoorbeeld dat deelnemers het fijn vinden om direct de antwoorden te krijgen zodra ze een vraag hebben gemaakt en niet pas achteraf. Dit hebben we direct in hun omgeving aangepast waardoor zij ook meteen de veranderingen merken naar aanleiding van hun feedback. Daarnaast ontvangen wij na elke les een verslag van de docent hoe de les is verlopen. Sinds de start van dit studiejaar is hierbij extra aandacht voor het Leerplatform en de bevindingen van zowel de docent als de deelnemers.”

Voordelen Leerplatform

“Wat de deelnemers fijn vinden aan het Leerplatform is dat ze alles digitaal beschikbaar hebben”, vervolgt Femmie. “Ze hoeven niet meer met een zware map te sjouwen omdat ze de stukken makkelijk online kunnen benaderen. Ook horen we van deelnemers terug dat het prettig is dat ze vragen kunnen stellen aan de docent via het platform. Verder vinden ze het een voordeel dat ze online kunnen oefenen wanneer hen dat het beste uitkomt. Al met al zijn wij erg tevreden over de eerste ervaringen. We kijken er nu al naar uit om ook de komende modules te starten in het Leerplatform, zoals Omgevingswet 2 en Besluit Bouwwerken en Leefomgeving 1.”

Bij Elementaire Bouwkunde B (EB/B) leer je wat erbij komt kijken om een gebouw uit te werken tot Definitief Ontwerp niveau: de aanvraag Omgevingsvergunning. Welke berekeningen zijn dan nodig, en welke detailtekeningen? Nieuw is dat je voorafgaand aan de lessen van BOB-docent Mark Berg video’s met uitleg bekijkt. “Zo kun je dus leren op de manier die jou het beste past: met een boek, een PowerPointpresentatie, een instructievideo, of een combinatie daarvan.”

Mark is architect, en door de wol geverfd als het om elementaire bouwkunde gaat. Hij werkte na zijn afstuderen bij verschillende architectenbureaus aan woningbouw, winkelcentra en kantoorgebouwen. Met zijn eigen architectenbureau ATD Works richt hij zich nu op woningen voor particulieren en sociale woningbouw, en dan met name in houtskeletbouw. “Mijn beroep is allround; er zit een artistieke, technische én managementkant aan. Vooral de integratie van die drie zaken spreekt mij aan.”

Mark Berg, docent Elementaire Bouwkunde B

Omdat hij graag mensen inspireert en motiveert, geeft Mark bij verschillende organisaties les, waaronder in het reguliere hbo. Bij BOB doceert hij al ruim twaalf jaar Elementaire Bouwkunde B. “EB/A is de introductie; bij EB/B duiken we dieper de techniek in, met onderwerpen als constructieleer, duurzaamheid, wet- en regelgeving, bouwfysica en bouwkundig detailleren.” Het volwassenenonderwijs past hem uitstekend: “Het is voor studenten zwaar om naast werk en privéleven ook nog een opleiding te volgen. Dit maakt het voor mij interessant: mensen zijn van goede wil en ik ben bereid daar veel voor te doen.”

‘Omgedraaide klas’

Dit jaar is de opleiding EB/B opgenomen in het zogeheten leerplatform van BOB, vanuit het ‘flipping the classroom’ concept. In zo’n ‘omgedraaide klas’ bestudeer je als student eerst thuis de online-instructievideo’s die Mark heeft opgenomen. In de les krijg je verdere uitleg waar nodig. Daarna ga je aan de slag met je opdracht. Zo blijft er tijdens de les meer tijd over om te oefenen, en vragen te stellen over de lesstof.

“Op de elf lesavonden werken mensen in subgroepen aan de opdracht, in dit geval een omgevingsvergunning aanvragen. Zo leren de studenten ook van elkaar. Als docent ben ik er natuurlijk om toelichting te geven. Het eindresultaat moet individueel worden ingeleverd. Elke student krijgt dus een unieke opgave.” Het mooie vindt Mark dat hij een activerende werkvorm aanbiedt. Als mensen reeds acht uur gewerkt hebben en ’s avonds nog twee uur een verhaal moeten aanhoren, is het rendement niet zo groot als je zou willen. Nu moeten studenten zelf actief zijn, en dat werkt beter.”

Nog een voordeel: bij ‘gewone’ lessen gaan mensen vaak pas vlak voor het tentamen leren. De ervaring leert dat de leerstof bij dit ‘pieksnel’ leren al snel weer wegzakt. Mark: “Met de nieuwe aanpak werken mensen elke week aan hun opgave. Daardoor slijt de kennis beter in, en landt het meer in het langetermijngeheugen. En is de opleiding afgelopen, dan zijn mensen al bijna zover dat ze hun opdracht kunnen inleveren.” De twaalfde (en laatste) les is een online toets met kennis- en inzichtvragen. Ook dat ‘dwingt’ mensen om wekelijks het studiemateriaal bij te houden.

Instructievideo’s

Voor elke bijeenkomst zijn er twee tot drie video’s van twintig minuten – afgestemd op de aandachtsboog van studenten. Elke video behandelt een onderwerp. Studenten kunnen dus video’s bekijken op onderwerp, en deze zo vaak stopzetten of terugkijken als ze willen. “Daarbij kan iedereen kiezen uit twee of drie leerstijlen: boek, PowerPoint en/of instructievideo. Zo leer je dus altijd op de manier die jou het beste past. Welke weg je ook kiest, het einddoel is hetzelfde; de student dient te bewijzen aan het vereiste niveau te voldoen.”

De instructiefilmpjes zijn trouwens niet ‘zomaar iets’: ze zijn een vertaling van onderwijskundige theorieën en zelfs gelinkt aan hersenonderzoek naar de werking van het lerende brein. Mede met die kennis verrijkt Mark de lesstof graag met praktijkvoorbeelden: “Theorie gaat vaak het ene oor in, en het andere uit. Maar als je er een toepasselijk praktijkverhaal bij vertelt, wordt die theorie goed verankerd: mensen onthouden het voorbeeld, en daarmee de theorie.”

“Met instructievideo’s als activerende werkvorm in combinatie met het werken aan een Opdracht slijt de kennis beter in en landt het meer in het langetermijngeheugen.”

Wil je één of meerdere medewerker(s) laten omscholen naar een beroep in de bouw? Als werkgever kun je nu weer aanspraak maken op financiële ondersteuning van de Omscholingsregeling. Werkgevers kunnen eenmalig € 3.750 euro per medewerker aanvragen die zich wil laten omscholen.

Vanaf 26 september 2022 tot en met donderdag 1 december 2022 wordt een totaalbedrag van € 10.000.000 euro beschikbaar gesteld voor omscholing naar kansrijke beroepen in de ICT en Techniek. Omscholing naar kansrijke beroepen in de bouw en infra vallen ook onder de regeling.

Lees hier meer over op de website van Bouwend Nederland.

Publicatiedatum: 28 september 2022

Voor een modern bedrijf als Hurks is het essentieel om haar medewerkers op te leiden. Niet alleen om aan de uitdagingen in de markt te voldoen, maar ook om in een krappe arbeidsmarkt de juiste mensen te vinden en te behouden. Dianne Sanders en Esther Beekmans, medewerkster en manager P&O, vertellen hoe Hurks haar opleidingsbeleid strategisch inzet om een aantrekkelijke werkgever te zijn en te blijven.

Hurks is als ontwikkelende bouwer al meer dan 105 jaar actief in bouw en vastgoedontwikkeling. Momenteel werkt Hurks onder andere aan vooraanstaande projecten als ASML in Veldhoven, Fontys campus in Eindhoven en diverse woningbouwprojecten. Daarnaast houdt het bedrijf zich bezig met onderhoud en retail en met bouwplaatsinrichting.

Investeren in mensen

“We investeren veel in onze medewerkers. In de vorm van persoonlijke aandacht natuurlijk, maar ook door mensen op te leiden. Dat wordt als erg prettig ervaren en het helpt ons om onze medewerkers te behouden en om nieuwe mensen te werven. Daarnaast maken we hele mooie projecten, waar mensen graag aan mee willen werken en staan duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in ons vaandel.”

“Ook met onze moderne arbeidsvoorwaarden willen we aantrekkelijk blijven als werkgever. Zo is hybride werken mogelijk, mits de functie het toelaat natuurlijk. Daarbij zien we overigens dat de meeste collega’s toch graag de verbinding met elkaar opzoeken en veel op de werkplekken op kantoor of in de bouwkeet te vinden zijn. Dat zegt misschien ook wel iets over de sfeer en over onze cultuur. Behalve dat we goed voor onze mensen zorgen, hechten we namelijk ook veel waarde aan onze informele cultuur. Daarin wordt hard gewerkt, maar er is ook veel aandacht voor werkplezier. Dat alles maakt Hurks tot een bedrijf waar mensen graag willen werken.”

Belang van een goed opleidingsbeleid

“Opleidingen zijn een belangrijk onderdeel van ons personeelsbeleid. Wij vinden het uitermate belangrijk om goed in te spelen op de opleidingsbehoeften en de toekomstwensen van onze medewerkers. Door steeds net een stap meer en eerder te zetten op het gebied van personeelsontwikkeling, blijven we met onze Hurks-organisatie ook gedegen en innovatief.”

“We kijken voortdurend wat we nodig hebben, aan kennis en kunde, om aan de vraag van de markt te kunnen voldoen. Van daaruit kijken we gericht waar opleidingen of trainingen gewenst zijn. Uiteraard koppelen we dat aan de ontwikkelingswensen en -behoeften van onze medewerkers. Vervolgens vertalen we dat in collectieve en individuele plannen voor bijvoorbeeld scholing, trainingen of coachingstrajecten. Daarnaast bieden we traineeships aan, vaak ondersteund door een opleiding bij BOB-KOB.”

Project Holland Park van Hurks. Woontorens met 304 appartementen in Diemen-Zuid.

Brandveiligheid, Bouwbesluit en Wet Kwaliteitsborging

“Vorig jaar wilden we intern de kennis en het inzicht vergroten over de problematiek en regelgeving uit het Bouwbesluit, met het onderdeel brandveiligheid, en de regelgeving rondom de Wet Kwaliteitsborging. Daar hebben we samen met BOB-KOB toen incompany-workshops voor georganiseerd. Een groot voordeel van incompany-workshops is dat collega’s uit verschillende disciplines elkaar, en de invloed op elkaars werkzaamheden, beter leren kennen. We hadden namelijk een brede en diverse groep deelnemers, met de manager duurzaamheid en innovatie, alle planontwikkelaars, planvoorbereiders, werkvoorbereiders, uitvoerders, kopersadviseurs en de afdeling nazorg. Doordat we de workshops (vier in totaal) als incompany organiseerden, konden we tegelijkertijd nog meer verbinding creëren tussen de diverse collega’s.”

Positieve ervaringen

“Inhoudelijk worden de onderwerpen behandeld waar onze medewerkers in de praktijk tegenaan lopen: brandveiligheid, het Bouwbesluit, Wet kwaliteitsborging en contractmanagement. Het traject is nog niet klaar, maar we horen hele positieve geluiden van onze collega’s. Vooral ook omdat mensen direct zien wat de gevolgen van hun handelingen zijn voor collega’s bij andere afdelingen of functies. Mensen krijgen een beter beeld van de belevingswereld van collega’s. Doordat ze over de schutting kijken, merken ze ook hoe collega’s hun keuzes ervaren. Daarnaast wordt de kennis van docent Jan Loogman goed gewaardeerd als ook de praktijkgerichte en interactieve opzet van de workshops.”

BOB-KOB sluit goed aan op de praktijk

“Onze medewerkers volgen regelmatig opleidingen, cursussen of trainingen bij BOB-KOB. Tot ieders tevredenheid, vooral ook omdat de inhoud goed aansluit bij de praktijk. Daarnaast hebben we altijd prettig contact met opleidingsadviseur Twan Verhagen. Bijvoorbeeld over de opleidingsbehoeften van onze medewerkers, waarbij Twan meedenkt over opleidingsvraagstukken.”

Publicatiedatum: 28 september 2022

… en doorwaadbare plaatsen vinden

Duurzame bouw is geen keuze meer, maar een ‘must’ voor alle partijen. De juiste kennis hebben én die slim in de praktijk brengen, is daarbij onontbeerlijk. De Vastgoed Academy van BOB-KOB vormt met haar actuele en ambitieuze opleidingen en trainingen het hart van de verduurzaming van de bouw, stuk voor stuk gebaseerd op kennis van gerenommeerde kennispartners.

Kennis = informatie x EVA

Als het om duurzaamheid gaat, zijn veel mensen ‘bewust onbekwaam’: we weten dat we het niet weten. Kennis is dus vereist, maar wat is dat eigenlijk? Kort gezegd is kennis het persoonlijk vermogen om een bepaalde taak uit te voeren. Of, in een formule: kennis = informatie x EVA (Ervaring, Vaardigheid en Attitude).

Informatie wordt dus pas kennis op het moment dat het bewerkt is met ervaring, vaardigheid en houding. Ter illustratie: een huis isoleren staat nooit op zichzelf: dat begint met (kennis over) goede ramen en ventilatie. Wat helpt, is (inter)nationale praktijkvoorbeelden te bezoeken. Zo ervaar je wat het is om zelf de juiste kennis en actie over te nemen.

Integraal bouwen

Behalve kennis vraagt verduurzaming in de bouw ook om integraal bouwen: expertises zoals architectuur, bouwkunde, constructie en installatie staan niet op zichzelf, maar hangen nauw met elkaar samen. Je moet ze dus goed combineren. Door een integraal ontwerp en plan van aanpak te maken, voorkom je bijvoorbeeld – om een willekeurig voorbeeld te geven – dat het gekozen ventilatiesysteem te krap is gedimensioneerd en na oplevering problemen geeft met geluid.

Informatie wordt pas kennis op het moment dat het bewerkt is met ervaring, vaardigheid en houding.

Doorwaadbare plaatsen vinden

In de veranderopgave van duurzaam bouwen gaat het dus niet om het volgen van voorlopers en specialisten met hun eigen ‘overtuigingen’. Waar het wél om gaat is doorwaardbare plaatsen te vinden, waarbij je rekening houdt met alle eisen van de verschillende partijen, zoals bewoners, opdrachtgevers en maatschappij.

Maar hoe doe je dat, laveren door alle normen die niet geharmoniseerd zijn? Eén ding is zeker: ‘Als je er met een gestrekt been ingaat, word je niet gehoord’, vindt Carl-peter Goossen, architect en ontwerpmanager bij Bouwnext. Beter is het mensen mee te nemen in dit proces, met goede open vragen als: ‘wat zou jij doen?’, en ‘wat zou je willen?’ Om nogmaals met Goossen te spreken: ‘We moeten anderen inspireren om hun eigen keuze te maken’.

De beste ontwerpbenadering

Voor duurzaam bouwen is (meer dan ooit!) de ontwerpbenadering belangrijk. Een handige methodiek hierbij is deze. Samengevat: inventariseer eerst een bredere waaier van mogelijkheden (divergeren) voordat je op basis van criteria keuzes gaat maken (convergeren). En zorg daarbij dat je kunt samenwerken en openstaan voor vernieuwing. Zoals Carl-Peter Goossen zegt: ‘Je hebt de juiste attitude nodig om de openheid van geest te hebben’. Bij het technische onderwijs vraagt dit om een cultuuromslag – het gaat niet langer om de afzonderlijke systemen en elementen die je gebruikt, maar om de combinatie daarvan.

Unieke kansen

Het mag duidelijk zijn: de verduurzaming van de bouwsector biedt volop nieuwe en unieke kansen, en de BOB-KOB Vastgoed Academy staat in het hart daarvan. Niet alleen hebben wij onze reguliere opleidingen verduurzaamd, we bieden tal van (en steeds meer) opleidingen en workshops over duurzaamheid, zowel open als incompany. Hierin komen onderwerpen aan bod als energietransitie, rekenen aan verduurzamingsconcepten, NoM vergunningskaders en kwaliteitskaders, en BENG. Wij doen dit samen met vooraanstaande partners zoals Stroomversnelling, ISSO & OTIB, DWA, TU Delft, Nyenrode Business Universiteit, EnergyGO, SlimRenoveren, Arcadis en Plusport.

Geïnspireerd? Ga direct aan de slag met de cursus Energieneutraal Bouwen en Renoveren of bekijk onze trainingen op het gebied van verduurzamen van de bestaande woningvoorraad.

Wil je (eerst) meer weten, bel dan 088 425 63 00 en we vertellen je alles over ons opleidingsaanbod op het gebied van duurzaamheid.

Publicatiedatum: 21 september 2022

De Workshop Loon- en Salarisadministratie is al jaren hét moment om bijgepraat te worden over de veranderingen die ons in het nieuwe jaar te wachten staan in het vakgebied. Voor veel deelnemers is het vaste prik, zo ook voor Hans Hoetink die zich alweer ingeschreven heeft voor het najaar.

“Bij mijn vorige werkgever deed ik al mee met deze workshop”, vertelt Hans, manager administratie bij Talen Vastgoedonderhoud. “Ik vind het prettig om na de derde dinsdag in september informatie te krijgen over de aanpassingen in mijn vakgebied en te horen welke ontwikkelingen er zijn. Omdat je elk jaar gaat, kom je ook vaak dezelfde mensen tegen. Het is altijd leuk om even bij te praten met vakgenoten.”

Elk jaar een update

Talen Vastgoedonderhoud heeft vier vestigingen, met elk een eigen administrateur die door Hans worden aangestuurd. De administratie is gecentraliseerd in Apeldoorn, ook de loonadministratie hoort daarbij.

Hans Hoetink, manager administratie bij Talen Vastgoedonderhoud

“Bij veel bedrijven wordt de loonadministratie bij de personeelsadministratie ondergebracht, dat is hier niet zo”, vertelt Hans. “Wij doen de financiële administratie, de projectadministratie en de loonadministratie. We hebben te maken met verschillende cao’s; een bouw-cao, een schilders-cao (SAVG) en bedrijven die geen cao hebben. Dan is het wel fijn om in ieder geval aangehaakt te blijven bij de bouw-cao, die wij als leidend zien voor de onderhoudsbranche van Nederland. De bouw-cao is zeer uitgebreid, zoals het onderdeel tijdspaarfonds en de vergoedingen. Ik ben elk jaar weer blij dat de workshop Loon- en salarisadministratie gegeven wordt zodat je een update krijgt.”

Terugkoppeling krijgen

“Er verandert jaarlijks op wettelijk gebied wel het een en ander en als je daar niet op let, loop je toch wel zaken mis. Komend jaar krijgen we de nieuwe Pensioenwet en de loonbelasting wordt aangepast. Meestal gaan de veranderingen in januari in, maar er spelen ook wel eens zaken die dit jaar zijn opgestart waarvan je denkt, doen we dat wel goed? We hebben per 1 augustus bijvoorbeeld te maken gehad met het ouderschapsverlof. Dan is het prettig om tijdens de workshop te kunnen sparren met een aantal vakcollega’s en met de docent, om even een terugkoppeling te krijgen.”

“Bij Talen hebben we twee afdelingen die zich bezighouden met lonen en salarissen, namelijk P&O en de salarisadministratie. We overleggen vaak even met elkaar na de workshop. Deze informatie hebben wij gekregen, zo kunnen wij het misschien ook gaan doen. Wie zoekt wat uit? Aan de hand van het boek dat we altijd krijgen, strepen we een aantal zaken aan die we samen willen oppakken.”

Eigen casus inbrengen

“De laatste vijf jaar ga ik samen met een collega naar de workshop. Die duurt van 9 tot 15 uur en dat is best intensief. Je krijgt niet alleen veel informatie, er is ook tijd voor interactie. Ik vind het prettig dat je je eigen casus in kunt brengen. We maken nu al notities als we ergens tegenaan lopen, zodat we dat tijdens de workshop kunnen voorleggen aan de groep en de docent.”

Over Talen Vastgoedonderhoud

Talen Vastgoedonderhoud is een van de grotere onderhoudsbedrijven in Nederland. Opgericht in 1928 en nog steeds een écht familiebedrijf. Het bedrijf is gespecialiseerd in het totaalonderhoud van woningen en gebouwen voor – onder andere – gemeenten en woningbouwverenigingen. De bijna 300 medewerkers in vier vestigingen werken dagelijks aan het verbeteren van de leefomgeving van individuele bewoners en aan het vergroten van de waarde van vastgoed voor eigenaren. Samen met ketenpartners hebben ze veel ervaring opgedaan op het gebied van duurzaam bouwen en onderhouden, bijvoorbeeld over hergebruik van (sloop)materialen. Talen is al drie keer uitgeroepen tot beste werkgever in de bouw en infra.

Publicatiedatum: 12 september 2022

Als je zonder een technische vooropleiding in je werk te maken hebt met infratechniek en bouwprocessen is dat soms best lastig. Gelukkig is er dan de opleiding Elementaire Infratechniek, waarin je kennismaakt met alle aspecten van de Grond-, Weg- en Waterbouw. Na afloop heb je een goede basiskennis, zodat je met je collega’s kunt meepraten over de dagelijkse activiteiten. Twee deelnemers en docent Ed den Boer vertellen over de opleiding.

“Ik kan het geleerde direct toepassen”

Deelnemer Soraya Burgos startte eind vorig jaar met de opleiding Elementaire Infratechniek. Het was voor haar belangrijk om meer basiskennis van infratechniek te verkrijgen. Ze komt namelijk uit een heel ander vakgebied, de mode. Soraya: “Ik werk sinds kort bij Dura Vermeer en heb als omgevingsmanager dagelijks met de uitvoering te maken. Ik merk dat ik echt veel heb opgestoken van de opleiding. Ik kan toepassen wat ik heb geleerd en ik herken dingen in het veld. Vooral over het onderwerp wegopbouw hebben we de docent veel vragen gesteld. Hij kon het goed uitleggen en het is ook goed blijven hangen. Het was wel veel stof om tot je te nemen, maar als je op zoek bent naar goede basiskennis van de infratechniek, dan is dit een mooie opleiding.”

“Ik begrijp beter waar collega’s het over hebben”

Janneke Huijben is trainee bij Dura Vermeer en heeft, net als Soraya, voor de zomervakantie haar diploma Elementaire Infratechniek ontvangen. Janneke: “Ik heb een master Constructiemanagement en Engineering gedaan, wel civiele techniek dus, maar ik wilde eigenlijk wat meer de echte basiskennis met betrekking tot infrastructuur weten. Het is veel stof en ik vond het soms lastig om in te schatten wat het belangrijkste was en waar ik het meest aan zou hebben.”

“Als ik nu met werkvoorbereiders of uitvoerders praat, begrijp ik een stuk beter waar ze het over hebben. Voor de opleiding zocht ik veel op internet op, nu is dat stukken minder. Ik heb veel meer kennis. Het leukste van de opleiding was dat ik echt weer veel nieuwe dingen leerde. Ook heb ik veel nieuwe mensen leren kennen, zelfs van mijn eigen bedrijf, en uit andere vakgebieden, dat vond ik erg interessant.”

“In 12 avonden leren hoe het vak in elkaar zit”

Ed den Boer, docent voor de opleiding Elementaire Infratechniek

Docent Ed den Boer verzorgt voor BOB-KOB de opleiding Elementaire Infratechniek. Daarnaast is hij initiator van Het Nationaal BIM Platform en is hij als sales- en marketingmanager werkzaam bij BIMlink, een online platform voor digitaal vastgoed- en assetsbeheer. Ed: “Ik neem de mensen mee in het prachtige vak infra, dat ontzettend breed is. Tijdens de opleiding leer je hoe wegen worden opgebouwd en hoe dijken, bruggen en onze kust- en oeververdediging in elkaar zitten. Zowel vervoer over water als over de wegen, het komt allemaal aan bod.”

“De opleiding is bedoeld voor iedereen die zich wil verdiepen in het vakjargon en basiskennis wil hebben van het vakgebied infratechniek. Voor een administratief medewerker, een medewerker van de gemeente of een zij-instromer in de infra, is het een prachtige opleiding waarbij je in 12 avonden leert hoe het vak in elkaar zit.”

“We houden ons niet alleen bezig met theorie en praktijkvoorbeelden, maar we gaan ook naar buiten toe. Afgelopen jaar zijn we bijvoorbeeld bij de Groene boog, een groot project bij Rotterdam, gaan kijken, zodat je de theorie in de praktijk kunt bekijken.”

 

Publicatiedatum: 6 september 2022

Als opleider van en voor de bouw en infra is BOB-KOB, bestuurlijk verbonden aan Bouwend Nederland, doorlopend bezig om het opleidingsprogramma verder te ontwikkelen en naadloos te laten matchen met de behoeften uit de markt. Daarbij benut de Infra Academy graag de ervaringen, kennis en kunde van opdrachtnemers én opdrachtgevers.

“Goed kan altijd beter”, zegt Nico Willemsen, manager Infra Academy. “Daarom is het erg belangrijk dat onze opleidingen inhoudelijk van topniveau zijn en aansluiten bij de actualiteit. Alleen dán bied je een product waarover je klant, zowel aan vraag- als aanbodzijde, in de praktijk enthousiast is.” Om ontwikkelingen, innovaties en andere ter zake doende aspecten helder in kaart te brengen, heeft BOB-KOB het initiatief genomen tot de formatie van verschillende expertgroepen. Hierbij is het de bedoeling dat vanuit een specifieke infradiscipline vooraanstaande marktpartijen samen worden gebracht met andere experts uit de branche. “Dat alles met de intentie input te vergaren, zodat we het opleidingspakket, dat eigenlijk van de sector en dus infrabedrijven is, meer structuur, inhoud en body kunnen geven”, legt Edwin van der Weijden, directeur BOB-KOB, uit. “Een doel waarvan niet alleen wij, als BOB-KOB, de vruchten kunnen plukken. Dit is ook belangrijk voor de infrabedrijven. Immers, door inbreng te hebben in de inhoud van onze opleidingen, helpen ze indirect ook hun eigen organisatie, mensen en performance vooruit. Dat maakt de cirkel écht rond.”

Lees het volledige artikel op gww-bouw.nl.

Wil je je aanmelden voor een van de expertgroepen van KOB-BOB? Neem dan contact op met Joyce Noordman via noordman@bob-kob.nl of kijk op ‘Denk mee met BOB-KOB’.

Publicatie: GWW magazine nr 3, 2022, gww-bouw.nl, tekst Chris Elbers

Publicatiedatum: 28 juli 2022

Het motto van BOB-KOB ‘wat je vandaag leert, moet je morgen in de praktijk kunnen brengen’, staat bij ons hoog in het vaandel. Dit motto is uiteraard niet vrijblijvend. Wij verplichten onszelf hiermee om onze opleidingen en workshops altijd te actualiseren bij wijzigingen in wet- en regelgeving of nieuwe jurisprudentie. Alleen op die manier kan het naadloos aansluiten op de dagelijkse praktijk.

Samenhangende aanpak

De Omgevingswet moet zorgen voor een samenhangende aanpak van de fysieke leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. Daarnaast wordt participatie bevorderd. Bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving.

De inwerkingtredingsdatum voor de Omgevingswet en de Wkb is vastgesteld op 1 januari 2024. De invoering van de Omgevingswet wordt de grootste wetswijziging sinds de laatste aanpassing van de Grondwet. Het reduceren van 26 wetten, 60 Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB’s) en 75 ministeriële regelingen, tot 1 wet met slechts 4 AMVB’s en 1 omgevingsregeling is zonder precedent.

Lesmateriaal opnieuw opgebouwd

Het omschakelen van het huidige wettelijke stelsel naar dat van de Omgevingswet vraagt om veel meer dan simpelweg actualiseren van lesmateriaal dat gebaseerd is op de Wabo. Daarom hebben onze auteurs de modules van de ABW-opleidingen opnieuw van de grond af opgebouwd. Als je in september start, leiden wij jou op aan de hand van de nieuwe wetgeving. Beter kan je niet voorbereid zijn.

Volg ons op Linkedin voor het actuele nieuws, of vraag een opleidingsadvies aan.

Publicatiedatum: 20 juli 2022

Eind mei is een groep jonge professionals gestart met Talent Development Programme Ondergrondse Infra. Dit twee jaar durende traineeship is een samenwerking tussen YER en BOB-KOB. Na drie theorielessen stond een praktijkles elektra op het programma.

De praktijkles werd gegeven in Opleidingscentrum Gelderpoort in Hattem. Daar zijn praktijkruimten aanwezig waar geoefend kan worden met gas/water/warmte en met elektra. De deelnemers kregen in groepjes van vier o.a. uitleg over verschillende meterkasten en welke kabels je zoal kunt tegenkomen onder de grond.

Technisch coördinator Ruud Wessels, vertelde gepassioneerd over het elektriciteitsnet en de verduurzaming die eraan zit te komen. Hij wist de deelnemers te boeien met mooie voorbeelden. Na de uitleg mochten de heren zelf aan de slag met het maken van een kabeleindsluiting.

Met dank aan Ruud Wessels en deelnemers Joost, Sil, Hessel en Vincent.

 

 

Publicatiedatum: 7 juli 2022

Woningcorporaties staan voor een enorme uitdaging met de uitbreiding, transformatie en verduurzaming van de woningvoorraad. Daarnaast is er meer aandacht voor resultaatgericht samenwerken. Dit vraagt het nodige aan competenties, kennis en vaardigheden. Tegelijkertijd vergrijst het personeelsbestand en is de aanwas van jonge medewerkers zorgwekkend laag. Er zijn diverse initiatieven in de markt om de woningcorporaties toekomstbestendig te maken.

In november is het Talent Development Programme Vastgoed gestart. Het programma is een samenwerking tussen YER en de Vastgoed Academy van BOB-KOB. In het ontwikkeltraject worden young professionals opgeleid voor de vastgoedafdelingen van corporaties. In vier modules, verdeeld over twee jaar, worden de deelnemers meegenomen in de wereld van het onderhoud en beheer van vastgoed.

Modulaire opzet

George Fatoohi, Consultant Vastgoed en Woningbouw bij YER

“Het intensieve programma is modulair opgezet”, vertelt George Fatoohi, Consultant Vastgoed en Woningbouw bij YER. “In november is de eerste groep gestart met de module Inzicht in beheer en onderhoud. De deelnemers hebben hier onder anderen geleerd hoe je een meerjarenonderhoudsplanning maakt en hoe je een onderhoudswerk opstart en het overzicht bewaakt. Het werken met de eigen praktijksituatie staat hierbij centraal.”

De groep heeft net de tweede module Coördinator/Regisseur vastgoedbeheer en ontwikkeling afgerond. In deze module kwamen bouw- en projectmanagement, contractmanagement en beheer- en onderhoudsprocessen aan bod. George: “De deelnemers kijken uit naar de volgende modules Assetmanagement en Duurzaamheid & Vastgoed. De motivatie is zo groot dat er al overleg is over uitbreiding met nieuwe actuele thema’s en praktijkcasussen. Naast de vakinhoudelijke lessen zijn er ook gedragsgerichte trainingen, met individuele coaching om ieders persoonlijke ontwikkeling te ondersteunen.”

Leergierige deelnemers

“Het is een leuke, leergierige en diverse groep, die veel interesse toont in de brede inhoudelijke opzet en achtergronden. De deelnemers zijn erg enthousiast. Ze worden uitgedaagd door het traject en gaan met veel verschillende vraagstukken aan de slag. Zo is er veel dynamiek in dit ontwikkeltraject. Het is natuurlijk ‘heel veel werk’ maar dat hebben ze er graag voor over.”

“Het programma is blended vormgeven. In de online leeromgeving kunnen deelnemers zich inlezen in de theorie en opdrachten voorbereiden. Daardoor is er tijdens de klassikale bijeenkomsten meer ruimte voor de dialoog, discussie en het werken met de eigen praktijk. Deze combinatie levert het maximale leerresultaat.”

Nieuwe groep

In het najaar heeft YER opnieuw een groep gepland voor het Talent Development Programme Vastgoed. De Vastgoed Academy van BOB-KOB staat klaar om ook hier de goede start te maken.

Publicatiedatum: 30 juni 2022

De basisvaardigheden van het leidinggeven beheerste Raymond Kok wel. Toch zou de ervaren projectleider graag beter sturing willen geven op de emotie van de mens en de verschillende soorten mensen die er zijn. De training Persoonlijke effectiviteit voor de Leidinggevende leerde hem dit: “Ik ben me bewuster geworden van mijn gedrag en dat van anderen, en dat heeft me vooral rust gebracht.”

Zonder overdrijven wist Raymond, telg uit een bouwgerelateerde familie, op zijn vierde al zeker dat hij in de bouw wilde. En zo geschiedde. Altijd werkte hij in de uitvoering en realisatie, de laatste jaren als bouwplaatsmanager. Nu is hij sinds een jaar projectleider bij Dura Vermeer Renovatie Midden West, expert in het renoveren van (sociale) woningen en utilitair vastgoed. De keuze voor de innovatietak nam hij bewust: “Tot vijf jaar geleden zat ik in de nieuwbouw, maar ik wilde me liever inzetten voor duurzaamheid.”

Raymond Kok, projectleider bij Dura Vermeer

Boeiend vak

Na de renovatie van kantoorgebouw De Walvis in hartje Amsterdam leidt Raymond nu drie projecten: de renovatie van Onderwijsboulevard MBO Utrecht (26 miljoen), het transformatieproject Kwadrant in Maarssen (11 miljoen) en de circulaire renovatie van het REC-P gebouw van de Universiteit van Amsterdam (11 miljoen). “Mijn vak is boeiend door de grote diversiteit aan issues. Zo heb ik een inkoopoverleg, zo weer een gesprek over persoonlijk leed, en vervolgens is er die klantenrelatie die je wilt warmhouden. Het schakelen tussen al dat soort gesprekken vind ik zeer bijzonder om te mogen doen.”

Onlangs volgde Raymond de training Persoonlijke effectiviteit voor de Leidinggevende bij de BOB. Tijdens de vier trainingsdagen en drie individuele coachingsgesprekken onder leiding van trainer Bob Smits kreeg hij inzicht in gedrag en sociale- en leiderschapsvaardigheden, met antwoord op vragen als: wat is de effectiviteit van mijn gedrag en wat zijn de effecten daarvan op anderen? Wanneer treed je nu effectief op als leidinggevende? En: hoe ga je zelf om met de werkdruk van alle dag?

“Ik wilde beter sturing leren geven op de emotie van de mens en de verschillende soorten mensen die er zijn. Die handvatten heb ik gekregen, en ik heb mezelf ook op andere vlakken beter leren kennen. Ik ben altijd van de inhoud, maar weet nu dat ik als leidinggevende niet altijd meteen ‘mijn’ inhoud moet ventileren: eerst op je handen gaan zitten om de inhoud bij de anderen op te halen, werkt beter. Wat ik vooral heb geleerd, is me bewust te zijn van het moment, van de dag, van de actie, en dat heeft me rust gebracht. Ook het feit dat ik mijn teams en derde partijen effectiever kan aansturen, geeft rust. Ik heb meer tijd om zaken goed te doen. Rust is een enorm waardevolle opbrengst.”

Fantastische spiegel

De (vaak gevreesde) rollenspellen leverden Raymond veel op. “Juist zo’n rollenspel maakt zichtbaar dat wat je altijd deed, minder effectief is. Natuurlijk weet je verstandelijk dat het een spel is. Er zijn toeschouwers, er loopt een camera, maar na een tijdje merk je dat niet meer. Je speelt je eigen situatie na, en wordt je echt bewust van je eigen effectiviteit. Ik vond de rollenspellen een fantastische spiegel. Ik had daar ook om gevraagd: hou mij een spiegel voor, hoe kom ik over op een ander? In het begin was dit best fors en hard, maar het was ook heel effectief.”

Van tevoren was iedereen gevraagd na te denken over wat hem/haar het meeste zou opleveren in de training en dit in te brengen als oefenmateriaal. “Veel medecursisten worstelden met dezelfde problematiek, zoals: je gelijk willen halen op inhoud, maar merken dat ‘gelijk hebben’ niet hetzelfde is als ‘gelijk krijgen’. Er was veel herkenning onderling en je steekt veel van elkaar op, bijvoorbeeld in het omgaan met bepaalde issues. Maar vooral de feedback die je krijgt is leerzaam: niet altijd leuk, maar wel erg waardevol. In totaliteit is mijn functioneren als leidinggevende in cijfers uitgedrukt van een 7 naar een 8,5 gegaan.

MT-lid

Raymonds ambitie is om over drie tot vijf jaar lid te worden van het MT, en de ruimte om dat te bereiken wordt hem ook gegeven. Ondertussen is hij met collega’s alweer een verdiepingsslag aan het maken op de effectiviteit van een projectleider in het bedrijf. “De BOB-training sluit hier perfect bij aan, ik ben nu dubbel zo blij dat ik ‘m gevolgd heb.”

Publicatiedatum: 25 april 2022

Met de vakinhoudelijke kennis van Christian Kattevilder (45) zat het al helemaal goed. Alleen de ‘menskwaliteiten’ in de dagelijkse praktijk en in de omgang met anderen wilde de uitvoerder graag verder verbeteren. “Door de BOB-training Uitvoerder als Professional communiceer ik vlotter. Ook kan ik mensen nu beter ‘lezen’.”

Uitvoerder Christian Kattevilder – © Twycer / www.twycer.nl

Al bijna 26 jaar werkt Christian bij Hazenberg Bouw in Vught. Hij begon er als leerling-timmerman en werkte zich op tot uitvoerder. “Ik doe graag transformaties, waarbij we een bestaand gebouw een nieuwe bestemming geven. Hierbij vind ik: hoe ingrijpender, hoe beter. Momenteel werk ik aan 52 nieuwbouwappartementen in de bossen bij Rosmalen.” Het bevalt hem goed bij zijn werkgever: “We hebben een hechte groep collega’s, als familie bijna. Daarnaast heb ik veel vrijheid. Ik ben als het ware de baas tussen de bouwhekken.”

Christian wilde niet zijn hele leven timmerman blijven. “Mijn vader had een eigen bouwbedrijf, met goede tijden en slechte tijden; op zijn advies ben ik bij Hazenberg gebleven om lekker door te groeien. Ook hou ik ervan om dingen te organiseren. Ik hoop uiteindelijk hoofduitvoerder te worden.” De training Uitvoerder als Professional is weer een stap in die richting. “Het is geen beginnerscursus, maar een opfriscursus die verder gaat dan wat je al weet. Precies wat ik zocht.”

Gulden middenweg

Uitvoerder als Professional geeft inzicht in het eigen functioneren en de interactie met anderen. Zo leer je beter samenwerken en krijg je meer voor elkaar met minder weerstand. Je krijgt zelfkennis en zelfinzicht, je leert leidinggeven, samenwerken en motiveren, en omgaan met lastige situaties. Struikelblokken uit de praktijk staan centraal. “Iedere cursist had zijn eigen inbreng, en daar werd de training op aangepast. Vaak was het kernprobleem hetzelfde: de omgang met anderen. Steeds werd de gulden middenweg gezocht, zodat iedereen wat aan de praktijkvoorbeelden had.”

“Ikzelf vond het bijvoorbeeld lastig om op een goede manier om te gaan met meningsverschillen rondom de oplevering van een project.” Als uitvoerder ben je soms net een psycholoog, maar ik wilde graag weten hoe je dit specifieke probleem tactisch aanpakt.” Stress en werkdruk kwamen ook aan bod, hoewel Christian daar geen last van heeft: “Als ik ’s avonds het bouwhek op slot doe, laat ik alle hectiek achter op het bouwterrein. De volgende ochtend pak ik de draad wel weer op.”

Wat de uitvoerder vooral leerde, is om goed door te vragen bij excuses, vragen of rare reacties van anderen. “Vaak zag ik wel de signalen, maar bleef het daarbij. Onze docent, Jos Goedknegt, stelde in rollenspellen als een echte acteur kwesties aan de kaak en gaf net zolang tegengas tot het kernprobleem boven water kwam. Daardoor leerde je door te vragen, afspraken te maken en het gesprek goed af te ronden. Erg leerzaam, en het leukste deel van de training.”

Bij de training horen twee (online) coachingsgesprekken, die aansluiten bij zaken waar deelnemers in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen. “Het waren goede gesprekken, waarin je alles kunt zeggen over wat je nodig hebt en in de training zoekt. Het voelde heel vrij. Je bent toch geneigd iets meer te zeggen dan in de groep. Hoewel dat ook goed ging. Er was duidelijk afgesproken dat alles wat gezegd werd ‘binnen’ de groep bleef, en dat was ook zo. Je zag dat mensen daardoor losser werden.”

Iedereen hielp elkaar

De deelnemers vormden een ruime groep van ‘beginnende’ uitvoerders tot ouwe rotten in het vak. “Iedereen hielp elkaar. De problemen die beginnelingen hebben in de uitvoering, klonken mij bijvoorbeeld heel bekend in de oren. Tien jaar geleden had ik die ook en nu kon ik uit eigen ervaring vertellen hoe ik daarmee ben omgegaan. Omgekeerd leerde ik weer van mensen die verder zijn dan ik. Dat was mooi om te zien.

Veel ‘trucjes’ kon Christian direct in zijn werk gebruiken. “Door andere vragen te stellen, lopen gesprekken soepeler. Ik kan dialogen ook beter sturen, wat veel oplevert.” Hij raadt iedereen die communicatief graag meer uit zijn werk haalt, de training aan: “Je leert op een andere manier praten en mensen beter lezen. Bij een bepaalde oefening leer je gedragsstijlen van mensen herkennen, zodat je beter kunt reageren. Soms moet je assertief zijn, soms is terughoudendheid juist beter. Ik kan mensen nu gemakkelijker inschatten en de communicatie gaat vlotter.”

Publicatiedatum: 21 april 2022

Junior Calculator Loes de Bruijn (24) volgde met veel plezier Calculator B&U: “Een interessante opleiding, waarin je veel basiskennis en vaardigheden opdoet en alle processen stap voor stap doorloopt met een ervaren docent uit de praktijk.”

Loes de Bruijn, Junior Calculator bij aannemingsbedrijf Laudy Bouw & Ontwikkeling

Met familieleden die ook in de bouw werkten, had ‘de bouw’ al vroeg de interesse van Loes. Op de Zuyd Hogeschool in Heerlen koos ze dan ook Built Environment en studeerde af in constructie & bouwtechniek. “Ik ben goed met cijfers, minder in taal.” Sinds 2019 werkt ze als Junior Calculator bij het Limburgse aannemingsbedrijf Laudy Bouw & Ontwikkeling. “Met behulp van collega’s stel ik begrotingen op, dit is eigenlijk een kostenspecificatie van het bouwwerk. Ook mag ik me de laatste tijd meer verdiepen in het maken van kostenramingen, dit is op een grover niveau.”

Lekker divers

Het vak van calculator past haar als een jas. “Mijn werk is lekker divers. Omdat Laudy een aannemer is, heb ik zowel met woningbouw en utiliteitsbouw te maken als met renovatie en herbestemming. Verder ben ik voornamelijk op kantoor aanwezig, maar bezoek ik ook regelmatig onze bouwplaatsen. Daar ben ik blij mee, want na de hbo miste ik wel wat praktijkervaring. Mijn collega’s – we werken in een team van zes, ik ben de jongste – stimuleren mij ook om naar buiten te gaan. Door ter plaatse te kijken en vragen te stellen, leer je enorm veel.”

Om zich in haar vak te verdiepen, volgde Loes de opleiding Calculator B&U. “Ik kreeg daar theoretisch onderbouwd wat ik in de praktijk al doe. We gingen bijvoorbeeld stap voor stap een aanbesteding doen: waar start je mee, wat ga je daarna doen, hoe pak je het aan? Super leerzaam, ook omdat de docent veel praktijkervaring had. Bovendien was het leuk om vakgenoten te leren kennen en van elkaar te leren. Je doet immers wel hetzelfde vak, maar niet allemaal bij een aannemer.”

Na de aanbesteding leerden de cursisten hun eigen begroting te analyseren: wat heb je gedaan, waar gaat het goed, waar gaat het fout? “Ook hebben we aan de hand van een casus gekeken naar optimalisaties. De som was te hoog voor de opdrachtgever, dus moesten we creatief nadenken over waar je het anders kunt aanpakken, niet alleen op budget, maar ook qua werkmethode. Het mooie was dat ik zelf optimalisaties had bedacht, maar mijn klasgenoten weer andere. Zo leerde je dubbelop.”

Dagelijks toepasbaar

Tijdens de opleiding leer je ook risico’s en de impact van risicomaatregelen professioneel te calculeren. Wat Loes betreft is alle opgedane kennis direct in de praktijk toepasbaar. “Je leert bijvoorbeeld voordat je begint, eerst te inventariseren wat je allemaal (nodig) hebt. Welke tekeningen zijn er, wat staat er in het bestek, wat wordt uitgesloten en wat moet je aanleveren? Ik ben echt blij dat mijn werkgever me de kans biedt om me verder te ontwikkelen. Dat mes snijdt aan twee kanten.”

Loes heeft de ambitie om binnen ‘kosten’ te blijven, omdat zij calculatie een erg interessante fase in de bouw vindt. “Ik word nu al meer losgelaten en hoop op een later moment als volwaardig calculator projecten zelfstandig te kunnen draaien. In de verre toekomst zou ik wel kostendeskundige willen worden. De eerste stap daarvoor is de vervolgopleiding Allround Calculator B&U, dus die zou ik zeker willen oppakken.”

Publicatiedatum: 24 januari 2022

Vanaf 25 februari vervallen veel coronamaatregelen. Zo is het niet meer nodig om een QR-code te laten zien op onze leslocaties. Ook het dragen van een mondkapje en houden van 1,5 meter is niet meer verplicht.

Bekijk nog wel even de adviezen van de Rijksoverheid om de verspreiding van het coronavirus te beperken.

Heb je verkoudheidsklachten of ben je positief getest op corona? Meld je dan af voor de les en blijf thuis!

Heb je nog vragen, neem dan even contact met ons op.

Publicatiedatum: 14 oktober 2020

De weg naar de invoering van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is er één met hobbels. Al twee keer eerder is de invoerdatum uitgesteld, door corona, te weinig proefprojecten en problemen met ICT-systemen. Ook nu is het nog niet zeker dat de Wkb op 1 juli 2022 daadwerkelijk ingaat. Veel bouwbedrijven en andere partijen blijven de voorbereiding op de Wkb voor zich uitschuiven.

Toch is het voor bouwbedrijven belangrijk om nu al te oefenen met de Wkb, bijvoorbeeld door mee te doen aan een proefproject.

Ambassadeursnetwerken kwaliteitsborging

Nu blijkt het nog niet altijd mogelijk te zijn voor bijvoorbeeld het bouwbedrijf of gemeente om te starten met een eigen proefproject en daarom zijn er de Ambassadeursnetwerken Kwaliteitsborging (ANWkb) in het leven geroepen. Een ambassadeursnetwerk bestaat uit een ambassadeursgemeente, een aantal omringende gemeenten, aannemers, architecten en kwaliteitsborgers. Alle kwaliteitsborgers, aannemers en andere betrokkenen kunnen deelnemen aan dit netwerk om zodoende ervaringen met elkaar te delen en op tijd voorbereidingen te treffen voordat de Wkb definitief wordt ingevoerd. Je kunt dus als het ware met andere geïnteresseerden meekijken bij de proefprojecten.

Proefprojecten en spelregels

De proefprojecten binnen het ANWkb worden uitgevoerd volgens afgesproken spelregels. De uitgangspunten daarvoor worden besproken in onderstaande video. Mocht je zelf een proefproject willen aanpakken. De subsidieregeling voor proefprojecten binnen één van de Ambasseursnetwerken kwaliteitsborging (ANWkb) is inmiddels ook verlengd tot 1 juli 2022.

Publicatiedatum: 29 november 2021

Op zijn zestiende liep Kevin Hardendood (24) stage bij SBB Ontwikkelen en Bouwen (voorheen Smit’s Bouwbedrijf); sinds 2018 is hij er in dienst. Met hard werken, enthousiasme en twee BOB-opleidingen werkte hij zich op van timmerman tot uitvoerder. “Ik ben supergemotiveerd en hou van uitdagingen. Wat ik op de bouw al deed, is nu met theorie onderbouwd. Juist die combi van praktijkervaring en boekenkennis is een perfecte mix.”

Kevin Hardendood, uitvoerder bij SBB Ontwikkelen en Bouwen

Kevin werkt als uitvoerder afbouw op bouwproject De Brink in Beverwijk. Met 94 huurappartementen en parkeerplaatsen een kleiner project dan hij altijd gewend was – minimaal twaalf verdiepingen, honderd woningen – maar daardoor juist een prima opstapje in zijn nieuwe functie. “Eerder was ik voorman/assistent-uitvoerder in de ruwbouw; dit is mijn eerste project in de afbouw. Precies goed om dit zelfstandig als uitvoerder op te pakken, natuurlijk met ondersteuning van de andere uitvoerders en de hoofduitvoerder. Het motto is samen doen en denken.”

De theoretische bagage deed Kevin op met twee BOB-opleidingen, waarvoor hij met uitstekende cijfers slaagde: Meewerkend/Assistent Uitvoerder B&U en onlangs, aangemoedigd door zijn werkgever, Uitvoerder B&U Groot. Hier leerde hij de uitvoering van bouwwerken in de B&U voor te bereiden en te beheersen: met vaardigheden en skills die hij direct in de dagelijkse praktijk kan toepassen, zoals plannen en communiceren.

“Mijn dagen bestaan uit vergaderen met de voormannen en uitvoerders van de onderaannemers, zoals de elektricien en stukadoor, en het controleren van uitgevoerd werk: is aan de kwaliteitseisen voldaan? En optreden bij conflicten, zoals onlangs, toen er drie disciplines op de steiger stonden: de steigerbouwer moest de steiger weghalen, de anderen juist kozijnen en gibowanden plaatsen. Die wrijving moet jij zo vlekkeloos mogelijk oplossen. Verder plaats ik bestellingen en denk ik mee bij problemen, bijvoorbeeld als de maatvoering niet klopt of verschillende pijpen elkaar kruisen.”

Meters maken

Wat het werk van uitvoerder zo leuk maakt? “Dat je met alle disciplines te maken hebt, en samen oplossingen vindt. En dat je werkt met regels: wat mag wel, en wat juist niet? Verder is het gaaf dat je van sloop en zandbed af aan in slechts 330 bouwdagen schitterende, duurzame woningen neerzet. Dat maakt me echt trots. Ook is het mooi om met de mensen op de bouw te werken. Allemaal zijn het harde werkers, die weten wat ze doen. Als jij zorgt dat de materialen er op tijd zijn, maken zij meters.”

Ook mooi is de verantwoordelijkheid die je als uitvoerder hebt. “Je moet soms meedenken met de opdrachtgever of architect. Bijvoorbeeld over de tegelverdeling in de badkamer: symmetrisch aangebracht, of juist niet? Dat vind ik ontzettend leuk. Ondanks dat ik een van de jongsten in deze functie ben, word ik overal bij betrokken. De directeuren van SBB hebben mij uitgeroepen tot ambassadeur van ons nieuwe communicatieplatform Plek en dat is een goede motivatie voor mij. Ik voel me waardevol in het bedrijf en er zijn volop doorgroeimogelijkheden.”

Als ‘jonkie’ moest Kevin zijn mannetje staan tussen de volwassen collega’s. Soms werd hij uitgetest, want ‘hij zou wel niet zo streng zijn’. “Maar ik laat me niet uit het veld slaan. Ik heb respect verworven door mijn ervaring, kennis en harde werken. Iedereen weet inmiddels dat ik mijn materiaal en tekeningen netjes op orde heb. Dat ik zelf praktijkervaring heb, is fijn. Je kunt kennis dan makkelijker overbrengen en je signaleert sneller fouten in de bouw. Op papier past alles naadloos, maar in de praktijk niet. Dat ik zelf getimmerd heb, is dan een pre.”

Ambitie

Qua persoonlijke effectiviteit en communicatie is Kevin veel sterker geworden. “Je leert alle partners aan te sturen, overzicht te houden, de projectbelangen te verdedigen en tegelijkertijd de werkrelatie in stand te houden. Dit alles met interactie en dialoog. Ik spreek mensen aan op hun fouten, maar geef ook complimentjes. Dat vrolijkt mensen op en werkt motiverend. ” Ook weet hij nu alles van wet- en regelgeving. “Nu heb ik daar nog niet veel aan, maar straks hopelijk wel. Mijn ambitie is namelijk om hoofduitvoerder te worden. Uitvoerder B&U was een topopleiding; ik kijk nu al uit naar de volgende.”

Publicatiedatum: 15 november 2021

Met de Vastgoed Academy draagt BOB-KOB bij aan het opleiden en ontwikkelen van (aankomende) professionals in de vastgoedsector. “In het opleidingsaanbod vind je inhoudelijke en specialistische kennis, maar ook elementaire bouwkennis, actuele onderwerpen als duurzaamheid en sociale vaardigheden”, zegt André Smits, manager Vastgoed Academy bij BOB-KOB.

André Smits, manager Vastgoed Academy bij BOB-KOB

“Met het verduurzamen van woningen en het uitbreiden van de woningvoorraad staat de vastgoedsector voor een behoorlijke uitdaging”, vertelt André. “Er wordt nogal wat verwacht van woningcorporaties en hun medewerkers de komende tijd. Het is daarom essentieel dat die medewerkers goed opgeleid zijn, over de juiste kennis beschikken en de juiste instelling hebben.”

Je functie optimaal uitvoeren

“We zien dat medewerkers soms in een functie groeien, maar nog wel wat kennis of bepaalde vaardigheden nodig hebben om deze functie optimaal te kunnen uitvoeren”, gaat André verder. “De opleidingen van de Vastgoed Academy zijn afgestemd op de laatste ontwikkelingen in de sector en geven deelnemers de benodigde specialistische en actuele kennis. Als je de opleiding hebt gedaan voel je je vaak zekerder in je werk. Je kunt onderbouwen waarom je iets op een bepaalde manier doet en je bent een betere gesprekspartner.”

Herkenbare praktijkvoorbeelden

“We werken continu aan het verbeteren van onze opleidingen en maken hierbij gebruik van experts uit de sector. Docenten, die in de praktijk werkzaam zijn, geven herkenbare praktijkvoorbeelden. Daardoor gaat de theorie leven en blijft het beter hangen. Vaak kun je het geleerde meteen in je werk toepassen. Daarnaast leren de deelnemers ook van elkaar.”

Voor starters en professionals

De Vastgoed Academy is er voor mensen die al werkzaam zijn in de vastgoed- of onderhoudssector èn voor starters en zij-instromers. André: “Met YER hebben we bijvoorbeeld een tweejarig ontwikkelprogramma opgezet waarin jonge professionals worden klaargestoomd voor de vastgoedafdelingen van corporaties. Voor starters is er de opleiding Elementaire Bouwkunde. Ervaren medewerkers kunnen zich verder ontwikkelen met onder andere de opleidingen Technisch beheerder/opzichter onderhoud, Projectleider beheer en onderhoud en Assetmanager. Maar we hebben ook korte cursussen over huurrecht, energie neutraal bouwen en het verduurzamen van bestaande woningen. Kortom alle kennis en kunde die professionals in de vastgoedsector nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.”

Wil je weten welke opleiding het beste bij je past? Neem dan contact op met André Smits via 088 425 63 42, e-mail smits@bob-kob.nl of bekijk het aanbod van de Vastgoed Academy.

Publicatiedatum: 15 november 2021

Hoewel Wim Fokkens (45) de laatste jaren al het werk van een bouwkostendeskundige deed, volgde hij afgelopen jaar de gelijknamige opleiding bij BOB. Hij sloot deze af met een 9. “Ik wilde de fijne kneepjes van het vak leren, ook over aanverwante zaken. Met alle opgedane kennis ben ik nu nog meer de sparringpartner van opdrachtgevers, architecten en adviseurs.”

Met drie voorvaderen in de aannemerij kwam Wim al jong in aanraking met de bouw. Vaak hielp hij zijn vader een handje, en hij koos op de mts voor de bouwkundekant. Op de basisschool blonk hij al uit in rekenen, dus het vak calculeren paste hem als een ouwe jas. Hij maakte er zijn werk van, als calculator en werkvoorbereider. Na een zijsprong naar een bredere functie in de houten vliesgevels, keerde hij na acht jaar terug naar de échte bouw.

Bijschaven professionele vaardigheden

Wim Fokkens, calculator/bouwkostendeskundige bij Van Wijnen Arnhem

Inmiddels werkt hij 13 jaar als calculator/bouwkostendeskundige bij Van Wijnen Arnhem. “Dat houdt in dat ik in de initiatieffase van een bouwwerk als kostenadviseur aan tafel zit bij de opdrachtgever – vaak alleen en bij grote projecten samen met een projectvoorbereider – om een werk binnen de wensen en het budget van de opdrachtgever en architecten te realiseren.” Wim ontwikkelde zijn eigen manier van werken, maar was na tien jaar toe aan wat bijschaving van zijn professionele vaardigheden. De opleiding Bouwkostendeskundige voorzag daarin.

Tijdens de opleiding wordt veel samengewerkt. “Je hoort de meningen van meerdere docenten en van elkaar, en dat is hartstikke leuk en leerzaam. Je motiveert elkaar en maakt samen een groei door, ook tijdens de softskillsonderdelen.” Het afstuderen gebeurt in groepjes van drie. “Bij ons was een deel van de stof al gesneden koek. De nieuwe informatie was dus extra interessant, maar daarbij gooide corona wel wat roet in het eten: behalve dat veel lessen online waren, was het handiger om bepaalde onderwerpen te verdelen, terwijl we die graag gezamenlijk hadden gedaan. Jammer, maar anderzijds leer je zo ook weer heel goed samenwerken.”

Ook randzaken

Een belangrijke toegevoegde waarde voor Wim is dat ook randzaken aan bod kwamen: “Alle zaken buiten de pure calculatie en kostenbepaling waar je wel mee te maken hebt, zoals wet- en regelgeving en communicatie: hoe zien mensen jou aan tafel zitten?” Voor zijn werkgever vindt hij het mooi dat hij nog meer de sparringpartner voor (teams van) opdrachtgever, architect/adviseur en interne projectteams is. “Ik kan er nu nog beter samen met de opdrachtgever voor zorgen dat hij het maximale krijgt voor zijn budget. Voor Van Wijnen geeft mijn diploma bovendien de bevestiging dat wij een werk kunnen maken binnen het budget en de technische mogelijkheden.”

Voorlopig wil Wim zich focussen op zijn nieuwe werkwijze. “Ik wil nu eerst vlieguren maken: nog meer ervaring opdoen, zodat de nieuwe manier van werken automatisme wordt. Zodra ik me ga vervelen, is het weer tijd voor een nieuwe uitdaging. Of dat over de vesting heen wordt of juist dieper de vesting ingaat, weet ik nog niet. De opleiding Bouwkostendeskundige is op mijn vakgebied al het hoogst haalbare, dus misschien kies ik dan voor een meer management- of softskillgerichte opleiding.”

 

Dit leer je bij de opleiding Bouwkostendeskundige
Een bouwkostendeskundige analyseert processen en oplossingen, schat risico’s in en maakt ramingen voor een kostenplaatje en procesadviezen. Tijdens de opleiding Bouwkostendeskundige verbreed je je kennis op het gebied van bouwkosten en persoonlijke vaardigheden. Dit maakt dat je beter kunt functioneren in de verschillende fasen van het bouwproces en in de belangenbehartiging van jezelf en anderen. Je leert sneller rekenen en meer inzicht hebben. De nadruk daarbij ligt op van grof naar fijn rekenen met de zogeheten elementenmethodiek.

Publicatiedatum: 15 november 2021

Projectleiders bij advies- en architectenbureaus moeten, vergeleken met projectleiders bij bouwbedrijven, een bredere blik hebben. Daarom biedt BOB-KOB deze doelgroep een specifieke opleiding aan. Hierin leren projectleiders vanuit een helicopterview te kijken, om projecten optimaal te organiseren en effectief aan te sturen.

De opleiding Projectleider Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau (POA) wordt door BOB-KOB specifiek gegeven voor de (aankomend) projectleiders bij advies- of architectenbureaus. Ernest Boel is als docent al jarenlang nauw betrokken bij de opleiding. Hij schetst het verschil met projectleiders bij bouwbedrijven: “Daar ligt de focus veel meer op de uitvoering. Chargerend redeneren projectleiders bij bouwbedrijven vaak ‘geef mij de tekeningen en dan vertel ik wat het kost’, terwijl wij de mensen juist leren hoe je binnen het budget een gebouw kunt realiseren.”

Ernest Boel, docent van de opleiding Projectleider Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau

Leren aan het juiste touwtje te trekken

“Deelnemers zijn bij voorkeur al actief als (assistent) projectleider”, vertelt Ernest. “Een zekere basiskennis of ervaring is zeker gewenst. Beginnende of meer ervaren projectleiders bij de ontwerp- of architectenbureaus halen het meest uit de opleiding. Zij leren hoe zij, door alle mogelijke invloeden en randzaken mee te nemen, aan de juiste touwtjes moeten trekken om maximaal effectief te zijn.”

Rode draad project

De opleiding wordt klassikaal gegeven, waarbij deelnemers huiswerkopdrachten doen aan de hand van het ‘rode draad project’. Ernest: “De opgedane kennis passen ze vervolgens toe in de eindopdracht, dat is altijd een concreet project waar ‘bijzondere’ aspecten in verwerkt zijn. Zo kregen ze een keer een schoolgebouw voorgeschoteld, waarbij het bestemmingsplan niet toereikend was voor de gebouwhoogte. Of een gezondheidscentrum, waarin bijvoorbeeld tandartsen en huisartsen kwamen, die nog huurcontracten hadden.”

Vanuit een helicopterview afstand nemen van de techniek

“Juist de zaken die niet direct met het gebouw te maken hebben zijn voor de advies- en architectenbureaus van groot belang. We willen de deelnemers bewust maken van de randzaken die bij projecten een rol kunnen spelen. We leren hen om vanuit een helicopterview afstand te nemen van de techniek en integraal de randzaken en de omgevingsinvloeden te analyseren. Pas dan kun je effectief aansturen.”

Breder kijken dan het project

Ernest is, samen met Gertjan Drost als hoofddocent nauw betrokken bij de opleiding. Ernests focus ligt daarbij op het vak projectplanning. “Daarbij kijken we breder dan het project. We behandelen de planning voor het totale bouwproces, van initiatief tot oplevering en nazorg. Waarbij we kijken hoe je dat, met weinig gegevens en zonder dat er veel vast ligt, toch kunt opzetten.”

Eindopdracht

“In de eindopdracht komt het geleerde samen. Hier maken ze een compleet plan van aanpak, waarin ze voor een concreet project aangeven hoe ze dat willen aanvliegen. Met aandacht voor zaken als hoe je de kosten op een juiste manier aangeeft bij de opdrachtgever. Welke informatie is daarbij nodig en hoe organiseer je dat?”

Complicerende factor is de arbeidsrelatie architect/projectleider

“Een complicerende factor is dat projectleiders bij architectenbureaus vaak zelf geen architect zijn. Ik zeg weleens gekscherend dat die projectleiders de ongeleide projectielen, die architecten vaak zijn, in goede banen moeten leiden”, lacht Ernest. “Dat is soms lastig voor projectleiders die rapporteren aan een architect waarbij ze in dienst zijn. Maar projectleiders moeten de richting aangeven en voorkomen dat architecten maar blijven ontwerpen, soms zelfs tot aan de oplevering. Omdat dit zowel om kennis vraagt als om persoonlijke competenties, is er in de opleiding ook een blok over communicatie opgenomen. Vaak zie je dat ze daarin zelfs de grootste stappen maken”, onderstreept Ernest het belang van die ‘zachte aspecten’.

Deelnemers kunnen project in goede banen leiden

“Ik vind de persoonlijke groei die mensen doormaken geweldig om te ervaren. We zien dat terug in de kwaliteit en de compleetheid van de eindopdrachten. Dan laten ze zien dat ze het project in goede banen leiden, aan de hand van de kennis en inzichten die we hebben behandeld. Dat onderstreept voor mij ook de kwaliteit en het belang van deze opleiding voor de ontwerp- en adviesbureaus.”

Publicatiedatum: 4 oktober 2021

Chris Pik begon een paar jaar geleden in een nieuwe functie als uitvoerder bij Van ’t Hek Groep. Praktijkervaring had hij na 20 jaar in de grondverzet voldoende, maar hij miste nog de broodnodige theoretische onderbouwing. Daarom ging hij terug de schoolbanken in bij BOB-KOB. Daar leerde hij meer over communicatie, financiën, contractvormen en computervaardigheden.

“Ik heb 20 jaar als machinist gewerkt en was wel toe aan een vervolgstap. De uitvoering trok mij wel, maar daar heb je vaak een papiertje voor nodig.” Aan het woord is Chris Pik, uitvoerder bij Van ’t Hek Groep. Hij vertelt dat hij bij BOB-KOB de benodigde opleidingen heeft gevolgd. “Ik ben vooraan begonnen met de opleiding Assistent Uitvoerder Infra, daarna heb ik Uitvoerder Infra 1 gedaan en nu ben ik nog bezig met Uitvoerder Infra 2. Deze opleidingen heb ik achter elkaar gedaan.”

Niet theoretisch onderlegd

In eerste instantie begon Pik ook bij Van ’t Hek als machinist. “Na twee jaar kwam er een functie voor uitvoerder vrij en daarop heb ik gesolliciteerd. Maar omdat ik nog niet theoretisch onderlegd was, ben ik via personeelszaken bij BOB-KOB terechtgekomen. Al meerdere collega’s hebben daar hun opleiding gedaan.” Pik is erg te spreken over de opleiding. “Het is een erg praktische opleiding met precies de verdieping die je nodig hebt.”

Thuis in civiele techniek

Civiele techniek en met name grondverzet is een branche waar Pik zich erg thuis in voelt. “We bereiden de fundering in de grond voor, nog voordat de bouw begint. Dat is erg belangrijk werk, want als je slecht begint, wordt het niks. Dit proces zo goed mogelijk laten verlopen qua uitvoering en financiën is wat ik doe.” De uitvoerder is in de civiele techniek een echte spin in het web, legt Pik uit. “We zitten precies tussen de opdrachtgever en de uitvoerende ploegen in. Het is echt een voordeel dat ik uit de praktijk kom, die kennis neem ik mee. Bij ons hebben alle uitvoerders vroeger ook echt in de praktijk gewerkt en dat merk je wel.”

Projectleider

Ambities heeft Pik ook. “Ik ben nu nog met mijn opleiding bezig en de uitvoering bevalt heel goed. Nu ga ik eerst een jaar of twee aan het werk, mijn huidige opleiding afmaken en een betere uitvoerder worden. Het is goed om een functie in de breedste zin van het woord in de vingers te krijgen. Daarna wil ik dan de stap naar projectleiding maken. Daar hoort natuurlijk ook weer een nieuwe opleiding bij.”

Oefenen

De verschillende opleidingen hebben Pik veel gebracht. Hij vertelt enthousiast wat hij geleerd heeft. “Ik heb veel gehad aan de lessen sociale vaardigheden. Daarin ga je oefenen met acteurs om zelfverzekerder te worden in de communicatie en om te leren hoe je lastige gesprekken kunt voeren. Ook op het gebied van computertechniek heb ik veel bijgeleerd, bijvoorbeeld over Excel. En daarnaast heb ik veel gehad aan de uitleg over contractvormen waar in de bouw mee gewerkt wordt, zoals UAV-GC.”

Leraren en lesstof

Pik vertelt dat de opleidingen goed in elkaar zitten. “Ze hebben het goed voor elkaar en de opleidingen sluiten goed aan bij de verwachtingen. De leraren en de lesstof zijn prima in orde.” Ook tijdens corona heeft BOB-KOB binnen de geldende beperkingen de opleidingen goed verzorgd, vindt hij. “Dat hebben ze heel goed opgepakt door de lessen via Zoom aan te bieden. Maar we zijn allemaal blij dat we elkaar nu weer fysiek kunnen ontmoeten.”

Geen hele dagen op kantoor

Pik merkt dat er steeds meer administratie komt kijken bij de werkzaamheden van uitvoerder. “Natuurlijk moet je de urenadministratie bijhouden, maar je bent ook veel tijd kwijt met mailen, werken voorbereiden en het doornemen en bijhouden van de planning. En je hebt natuurlijk overleg met de projectleider en projectcontroller. Meestal ga ik in de ochtend naar kantoor en ’s middags naar de verschillende werken, ook voor het contact met de opdrachtgever. Ik ben geen type om de hele dag op kantoor te zitten.”

De Infra Academy
Er zijn weinig sectoren zo dynamisch, complex, multidisciplinair en van maatschappelijk belang als de infrasector. Techniek, innovatie, digitalisering en duurzaamheid vragen om meer en vooral goed en praktijkgericht opgeleide infraprofessionals. Naast het aantrekken van jong talent en zij-instromers, is het ontwikkelen van vaardigheden en competenties van professionals van cruciaal belang voor een vitale infrasector. Om bij te dragen aan het opleiden en ontwikkelen van professionals die het willen maken in de infra, heeft BOB-KOB de Infra Academy opgericht. Met opleidingen, trainingen en cursussen voor starters, zij-instromers en infraprofessionals is er maatwerk op alle niveaus.

Publicatie uit Cobouwspecial Infra oktober 2021

Publicatiedatum: 4 november 2021

De infra heeft de komende jaren nieuwe collega’s nodig. Op de bouwplaats en op kantoor. Bij een functie in de infra werk je aan dijken, bruggen, tunnels, spoorlijnen, kabels en leidingen. Kortom, je werkt aan de infrastructuur van Nederland. De infrasector is een brede innovatieve sector, waarin veel moet gebeuren de komende jaren dus uitdagingen genoeg.

Bij BOB-KOB leiden we je op tot een functie op middenkaderniveau: calculator (‘wat gaat het kosten?’), werkvoorbereider (‘goed nadenken over het realiseren van een werk’), uitvoerder (‘het bouwen in de praktijk’) en projectleider (‘sturing geven aan hele proces’).

Voor een zij-instromer begint het echter met techniek. Je hebt kennis nodig van materialen, uitvoeringsmethoden, materieel, landmeten, riolering, bemaling en constructies om goed invulling te kunnen geven aan de genoemde functies.

Succesvol werken in de infra

In onze verschillende opleidingstrajecten krijg je de benodigde kennis aangereikt om succesvol te kunnen werken in een infraomgeving. Wil je als zij-instromer of als bedrijf, die een zij-instromer in dienst wil nemen, meer weten over deze opleidingstrajecten? Neem dan contact op met René van den Hoeven via 06-51543204 of mail naar vandenhoeven@bob-kob.nl.

Ben je benieuwd naar de ervaringen van anderen met een zij-instroomtraject? Bekijk dan de video met een van de opdrachtgevers van het vorige zij-instroomtraject BAM Infra en een zij-instromer.

Publicatiedatum: 16 september 2021

De bouw kampt met een groot tekort aan medewerkers. De instroom is laag en de opleidingen sluiten niet altijd goed aan op de praktijk. Het bekende arbeidsbemiddelingsbureau YER werkt daarom samen met BOB-KOB aan de ontwikkeling van young professionals. Een mooi voorbeeld daarvan is het Talent Development Programme, waarin ambitieuze starters en instromers gedurende twee jaar worden opgeleid tot allround werkorganisator.

Bij YER zijn Annabel Mooren (Teamlead Bouwkunde) en Edwin van Batenburg (General Manager) nauw betrokken bij deze samenwerking. Edwin: ”Onze missie is dat we mensen in iedere fase van hun loopbaan willen helpen om hun ambities waar te maken. Dat gaat dus veel verder dan de detachering en wervings- en selectieactiviteiten waar de meeste mensen ons van kennen.”

Tekort aan ervaren werkvoorbereiders

Annabel: “We kijken continu waar we meerwaarde kunnen bieden voor werknemers en werkgevers. Daarbij werken we samen met verschillende opleidingsinstituten en externe partners. De samenwerking met BOB-KOB is drie jaar geleden begonnen.

Omdat we zagen dat in de bouw een groeiend tekort was aan ervaren werkvoorbereiders, wilden we een eigen ontwikkelprogramma opzetten, waarmee starters versneld op het gewenste niveau zouden komen. We zochten een opleidingsinstituut dat ons hierbij kon helpen en dan kun je natuurlijk niet om BOB-KOB heen. Samen hebben we toen een maatwerktraject opgezet voor deze doelgroep: Het Talent Development Programme (TDP) Werkvoorbereider Bouw.”

Edwin: ”Daarbij is ook een schakelprogramma ontwikkeld, waarmee starters versneld kunnen instromen in het TDP. Normaal zouden die mensen eerst meerdere jaren werkervaring moeten opdoen.”

Maatwerk

Annabel: “Het TDP Werkvoorbereider Bouw is echt een maatwerktraject geworden. Waarin zowel de wensen van onze opdrachtgevers als die van de deelnemers, die in dienst zijn bij YER maar werken bij een opdrachtgever, zijn meegenomen. Zo wordt de opleiding overdag gegeven in plaats van ’s avonds. We hebben ook eigen elementen toegevoegd, zoals persoonlijke coaching en daarnaast is onze soft skills trainer door BOB-KOB ‘omgetraind’, zodat hij ook voldoet aan de hbo-accreditatie.”

Bedrijven hoeven geen vacatures meer uit te zetten

Annabel: “We hebben inmiddels al twee TDP’s gedraaid en in september start de derde groep. We zijn erg tevreden over de resultaten. Ook omdat we van de bedrijven horen dat de deelnemers een gedegen opleiding krijgen, waardoor zij zich snel ontwikkelen naar het gewenste niveau. Dat komt mede doordat de opleiding zeer praktijkgericht is en de deelnemers leren van elkaars ervaringen. Doordat de deelnemers zo’n snelle ontwikkeling doormaken, hoeven de bedrijven niet langer vacatures voor deze functies uit te zetten.”

Nieuwe trajecten voor infra en vastgoed

Edwin: ”Vanwege het succes van dit traject hebben we met BOB-KOB ook twee nieuwe trajecten ontwikkeld. Een traject voor de infrasector en een traject voor woningcorporaties. In de Infra is namelijk een tekort aan professionals op gebieden als calculatie, werkvoorbereiding en assetmanagement. Daarom starten we in de herfst met een tweejarig ontwikkeltraject, waarbij deelnemers beginnen met een masterclass Elementaire Infra. Daarna maken de deelnemers een vakgerichte verdiepingskeuze.”

Enorme opgave bij woningcorporaties

Edwin: “Bij de woningcorporaties ligt een enorme opgave in zowel nieuwbouw als verduurzaming. Maar de sector kampt met een relatief vergrijsd personeelsbestand en weinig instroom. Daarom hebben we met BOB-KOB ook hier een maatwerk traject opgezet, waarbij mensen zich in relatief korte tijd kunnen ontwikkelen tot een regisseursrol binnen het vastgoed.”

Prettige samenwerking

De samenwerking met BOB-KOB ervaren beiden als erg prettig. Annabel: “We hebben deze trajecten echt samen ontwikkeld, dat werkte heel goed. Het is ook fijn dat de docenten niet alleen specialisten zijn in hun vakgebied, maar vaak ook zelf in het vak werkzaam zijn. Daardoor worden de nieuwste inzichten en kennis meegenomen in de opleiding.” Edwin: “De flexibiliteit van BOB-KOB is ook belangrijk. Zo worden nieuwe ontwikkelingen en trends direct meegenomen, in zowel de inhoud van de lessen als in de lesvorm.”

Modern werkgeverschap

Edwin: “De sector staat voor een aantal grote uitdagingen, waar we samen wat aan kunnen doen. Modern werkgeverschap is daar een belangrijk onderdeel van, maar we moeten ook veel beter communiceren over hoe mooi en interessant de bouw is. Zodat we mensen inspireren om in deze mooie sector te komen werken.”

Ondertekening van het derde traject TDP Allround Werkorganisator. V.l.n.r. Edith MacDonald opleidingsmanager bij BOB-KOB, Edwin van Batenburg en Annabel Mooren van YER.

Publicatiedatum: 29 juli 2021

Door: Anky Kloosterman

Ranzige Vloerbedekking

Marte gaat op kamers

Ze is 19, mijn dochter Marte. En ze gaat straks studeren in Groningen. Dankzij een ervaren moeder – that’s me –, die haar direct op haar 18e inschreef als woningzoekende, kan ze nu een kamer huren in een studentencomplex, van een Groningse woningcorporatie. In de kamer ligt tapijt, waarvan ik de kleur niet meer goed kan thuis brengen is. Soort blauwachtig. Of is het grijs? Ruik ik nou bier? Of zijn het theevlekken? Het is gelijmd op de betonnen vloer. Waarschijnlijk was het ooit – tien jaar geleden? – kwaliteitstapijt, gelegd door een vakman.
Ik zie dat Marte aarzelt, maar dan zegt ze het toch.
“Ik vind het vies, ik wil dit liever niet”, zegt ze.
“Het lag er al toen ik erin kwam en ik ga het er echt niet uit halen”, zegt vertrekkende huurster Anniek.

Anniek mag het tapijt laten zitten

De woningcorporatie moet dit probleem oplossen. Ze kunnen geen kamer verhuren met versleten en vies tapijt. Tenzij de huurster, mijn dochter Marte, het oké vindt.
Kan De woningcorporatie de vertrekkende huurster Anniek dwingen het tapijt weg te halen? Of kan de woningcorporatie de kosten van verwijdering verhalen op Anniek? Nee, Anniek heeft de kamer in 2017 gehuurd mét tapijt. Ze mag de kamer ook weer opleveren mét tapijt. Sterker nog, als er niets is vastgelegd over overname destijds, dan is de woningcorporatie verplicht tot onderhoud en vervanging van het tapijt.

Zorg dat je overname goed regelt

Kan dat niet anders? Jazeker wel! Zorg, als verhuurder, dat je ZAV-beleid op orde is. Daarbij horen modellen die je gebruikt bij overname. Twee soorten modellen. Eentje voor overname van roerende zaken en eentje voor overname van onroerende zaken.

Meer weten?

Op 21 december geef ik de workshop Huurrecht voor opzichters en technisch beheerders. ZAV en overname komen dan uitgebreid aan de orde.

Anky Kloosterman geeft sinds 2003 trainingen huurrecht in de praktijk. Cursisten vinden het fijn dat ze niet de theorie maar de praktijk centraal stelt.

Publicatiedatum: 26 juli 2021

De opleiding Uitvoerder Infra 1 is erkend door de Stichting Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven (CKB). De opleiding van BOB-KOB wordt in de eerstvolgende aanpassing van de Opleidingstabel bij de erkende cursussen toegevoegd bij de functies Uitvoerder: Energiekabels, Informatiekabels en Gas/Water/Warmte.

De opleiding Uitvoerder Infra 1 legt een brede basis voor een succesvol functioneren als beginnend uitvoerder in de infra. Op basis van de beheersaspecten Geld, Organisatie, Tijd, Informatie, Kwaliteit en Risico bekwaamd de deelnemer zich in projectorganisatie en krijgt inzicht in naastgelegen functiegerichte competenties om effectief in een projectteam te functioneren. Binnen deze opleiding wordt veel aandacht besteed aan persoonlijke ontwikkeling en communicatieve vaardigheden. Er wordt gewerkt volgens de methode ‘leren door te doen’. Korte inleidingen worden afgewisseld met praktijkcases. De opleiding wordt afgesloten met een werkstukopdracht.

Het CKB

De Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven (de Regeling) is opgezet voor certificatie van kabelleg- en buizenlegbedrijven die werkzaam zijn in de aardgas-, drinkwater-, warmtedistributie-, energie- en informatiesector. De Regeling is een uiteenzetting van eisen waaraan een kabelinfra- en/of buizenlegbedrijf dient te voldoen voor het verkrijgen van een kwaliteitsverklaring. De eisen hebben betrekking op het kwaliteitssysteem, mensen en middelen, arbo en milieu en op financiële, fiscale en administratieve aspecten. De af te geven kwaliteitsverklaring wordt aangeduid als een “Certificaat”. Het Certificaat kent een geldigheidstermijn van drie jaar, waarna het telkens voor een periode van drie jaar kan worden verlengd.

Infra Academy

De opleiding Uitvoerder Infra 1 is, net als alle andere infraopleidingen van BOB en KOB, opgenomen in de nieuwe Infra Academy. De Infra Academy is opgericht om een belangrijke bijdrage te leveren aan de opleiding en ontwikkeling van professionals die het willen maken in de infra. Met opleidingen, trainingen en cursussen voor starters, zij-instromers en infraprofessionals bieden wij maatwerk op alle niveaus.

 

Publicatiedatum: 26 juli 2021

Woningcorporaties staan voor een enorme uitdaging. Er is een groot tekort aan betaalbare huurwoningen en de bestaande voorraad moet worden verduurzaamd. Tegelijkertijd vergrijst het personeelsbestand en is de aanwas van jonge medewerkers zorgwekkend laag. YER heeft daarom met BOB-KOB een uniek ontwikkeltraject ontwikkeld voor young professionals.

Kevin van Zanten, voorheen Senior Consultant Vastgoed en Woningbouw bij YER

Senior Consultant Vastgoed en Woningbouw Kevin van Zanten heeft het afgelopen half jaar hard gewerkt aan dit traject. “Met mijn collega richt ik mij bij YER op de woningcorporaties. Ik heb zelf een aantal jaar met veel plezier in de sector gewerkt, maar voor veel jongeren is dit een vrij onbekende wereld. We hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar de wensen en behoeften en als antwoord hebben we nu een tweejarig programma ontwikkeld, waarin young professionals worden klaargestoomd voor de vastgoedafdelingen van corporaties.”

Belangrijke thema’s voor jongere generaties

Woningcorporaties lijken nog meer dan andere organisaties last te hebben van een stokkende aanwas van jonge professionals. Kevin: “Het leuke is dat als je met kandidaten in gesprek gaat over woningcorporaties, zij vaak heel enthousiast worden. Want corporaties hebben bij uitstek een grote maatschappelijke waarde en zij zijn bovendien veel bezig met duurzaamheid en de energietransitie. Dat zijn juist de thema’s die jongere generaties belangrijk vinden. Zij vinden zingeving in hun werk belangrijk en dan ben je bij een corporatie natuurlijk aan het goede adres.”

Docenten zijn praktijkmensen

“Bij YER wordt ondernemerschap gestimuleerd en toen mijn collega en ik aangaven dat we een ontwikkeltraject wilden opzetten kregen we daarvoor alle ruimte. BOB-KOB heeft voor YER eerder al het succesvolle Talent Development Programme Werkvoorbereider Bouw ontwikkeld. Vanwege die positieve ervaringen, en omdat de docenten echte praktijkmensen zijn, hebben we BOB-KOB ook voor dit traject geselecteerd.”

Uniek ontwikkelprogramma

“We hebben een breed programma opgezet, met uiteraard aandacht voor technisch beheer, projectontwikkeling en projectmanagement, maar ook voor duurzaamheid. De deelnemers volgen het programma tijdens hun tweejarig dienstverband bij YER waarbij zij, tegen goede arbeidsvoorwaarden, werken bij een woningcorporatie. Het uiteindelijke doel is dat de professional na die twee jaar zo’n groei heeft doorgemaakt dat hij of zij daarna vast in dienst treedt bij de woningcorporatie.”

“De corporaties reageren erg enthousiast op onze plannen. Zij zien natuurlijk zelf ook dat ze bepaalde functies moeilijk vervuld krijgen. Het grootste deel heeft bovendien niet de schaalgrootte om zelf zo’n ontwikkeltraject op te zetten. Juist voor hen is dit een prima manier om jonge mensen binnen te halen, die bovendien in twee jaar tijd worden klaargestoomd voor functies op de vastgoedafdelingen.”

Programma spreekt de young professionals aan

“Ik ben erg tevreden over de manier waarop we dit traject in korte tijd met BOB-KOB hebben neergezet. Het programma is klaar en we willen in november starten met de eerste groep, we merken aan de aanmeldingen dat het Talent Development Programme Vastgoed de young professionals bijzonder aanspreekt. Ik denk dat we met deze aanpak de corporaties kunnen helpen om goede jonge professionals te werven én te ontwikkelen, zodat de corporaties de uitdagingen in de toekomst aankunnen. Ik hoop dat we hiermee een brug kunnen slaan tussen de woningcorporaties en ambitieuze young professionals.”

Het Talent Development Programme Vastgoed is in november 2021 van start gegaan.

Publicatiedatum: 29 juli 2021

Kayleigh Bandsma begon haar carrière in het vastgoed, maar heeft in de bouwwereld nu helemaal haar draai gevonden. Naast haar baan als projectleider bij bouw- en adviesbureau vb&t Projectmanagement haalde ze de diploma’s Elementaire Bouwkunde A én B. Zo bestendigde én verdiepte ze haar bouwkundige kennis. “Ik wil dingen graag zeker weten.”

De bouw stond als kind niet op haar lijstje favoriete beroepen. Ze rolde er eigenlijk ‘zomaar’ in: “Na mijn hbo-opleiding vastgoed en makelaardij begon ik bij vb&t VvE Diensten als vastgoedbeheerder. Maar al snel miste ik de snelheid in het vak. Het leek me leuker om mooie dingen te maken, in snelle trajecten. Gelukkig kon ik toen aan de slag als projectleider bij vb&t Projectmanagement. Nu begeleid ik alle soorten bouwprojecten van ontwikkeling, aanbesteding en ontwerp tot en met oplevering – door heel Nederland en voor diverse opdrachtgevers.”

Het leuke aan haar functie vindt Kayleigh dat elk project anders is. “Sowieso zit er afwisseling in het soort projecten. Zo heb ik verschillende bioscopen onder mij, maar ook scholen en kantoren. Daarnaast maakt de afwisseling tussen kantoorwerk, een stukje relatiebeheer en veel op de bouw zijn, mijn werk boeiend. En natuurlijk dat je iets moois maakt: dat er bij de oplevering iets gaafs staat!”

Kennis goed op peil

Projectleider Kayleigh Bandsma

De projectleider vindt het belangrijk om haar kennis goed op peil te hebben. Naast haar werk is ze daarom Elementaire Bouwkunde A (EB/A) gaan doen: een opleiding waarin je in korte tijd de meest elementaire kennis van het bouwproces en de bouwtechniek leert kennen. “Ik wil dingen graag zeker weten, dat geeft zekerheid. En sowieso breid ik graag mijn kennis uit.”

Voor Kayleigh was EB/A vooral een opfrissing van de leerstof op haar eerdere hbo-studie. “Als je die kennis niet actief gebruikt in je werk, zakt het een beetje weg. Met deze opleiding kon ik die kennis weer ophalen en door naast mijn werk te studeren, de theorie meteen in de praktijk brengen. EB/A vormt een goede basis om op verder te borduren. Om die reden ben ik daarna EB/B gaan volgen.”

Verdieping

EB/B gaat verder in op het maken van bouwtechnische berekeningen op zowel bouwfysisch als constructief gebied. Er wordt dieper ingegaan op theoretische achtergronden van technische onderwerpen. “Je krijgt bijvoorbeeld constructieleer en bouwfysica en dat gaat een stuk verder dan bij EB/A. Dat merk je ook wel tijdens de les. Eerst heb je geen idee waar het over gaat, maar naarmate het traject vordert, maak je de materie steeds meer eigen en begrijp je alles. Je maakt echt een verdiepingsslag.”

Kayleigh heeft veel van EB/A en B opgestoken. “We werken veel met rapporten van ingenieursbureaus. Het is dan prettig om enigszins inzicht te hebben of alles klopt. Ik heb nu een heel mooie basis om te kunnen begrijpen wat zij doen. Natuurlijk zijn er specialisten die veel meer weten, daar is deze opleiding ook niet mee te vergelijken, maar je hebt wel genoeg kennis om te snappen wat anderen doen en eventueel berekeningen te maken. Je hebt in grote lijnen door wat er speelt.”

Meerwaarde

EB/A en B zijn opleidingen van zo’n twaalf weken. “Maar in die relatief korte tijd krijg je veel informatie. Breed ook: er worden veel onderwerpen behandeld, tot verschillende inhoudelijke hoogtes. Het is dan ook een intensieve periode. Bij B hebben we er in korte tijd twee leerboeken doorheen gejaagd. Je moet dus veel investeren, maar na afloop heb je wel een heel totaalpakket aan nieuwe basiskennis.”

Publicatiedatum: 24 juni 2021

BOB besteedt veel aandacht aan het continu verbeteren van haar opleidingen. De verwachtingen en de behoeften van deelnemers en klanten spelen daarbij een belangrijke rol. Zo is recent de opleiding Projectleider B&U Kleinschalige Bouw grondig herzien. Opleidingsmanager Frank Doelare en docent Jack Peeters vertellen over de veranderingen.

Frank: “We hebben de opleiding kritisch tegen het licht gehouden omdat we nog beter aan onze doelstelling willen voldoen om mensen hoger in hun functie te zetten. De nieuwe opzet hebben we samen met Jack ontwikkeld. Hij heeft namelijk veel ervaring met het aansturen en begeleiden van projectleiders en hij kent veel aansprekende praktijkvoorbeelden.”

Cursisten helpen om oplossingen te vinden

Jack: “Ik heb zelf veel gehad aan mijn opleidingen. Ik ben namelijk na de mts bouwkunde eerst acht jaar beroepsmilitair geweest. Daarna ben ik toch weer de schoolbanken ingegaan en heb ik havo, heao en bedrijfskunde gedaan. Ik ben toen ingestapt bij het bouwbedrijf van een oud-studiegenoot. Dat bedrijf hebben we fors laten groeien. Op papier was ik financieel directeur, maar ik was vooral bezig met de bedrijfsorganisatie, en hoe we beter, sneller en efficiënter konden werken.”

“Zo’n 3,5 jaar geleden kreeg ik een zwaar ongeluk bij het baanwielrennen. Ik lag behoorlijk in de kreukels en dat was voor mij de aanleiding om na te denken over wat ik met de rest van mijn leven wilde. Toen heb ik mijn aandelen in het bedrijf verkocht, waarna ik bedrijfsadviseur ben geworden en docent bij verschillende opleidingen van BOB. BOB kende ik al omdat we bij mijn eigen bedrijf veel aandacht aan opleiden besteedden. Het leuke aan doceren is dat ik mijn kennis over kan dragen. Het is bijvoorbeeld geweldig om samen met cursisten de optimale oplossing te vinden voor hun praktijkproblemen.”

Opgebouwd rondom praktijkvoorbeelden en casuïstiek

Jack: “Vorig jaar is de opleiding herzien. Uit gesprekken met de deelnemers bleek bijvoorbeeld dat ze het te theoretisch vonden en te weinig praktijkgericht. Daarop hebben Frank en ik met alle deelnemers gesproken over hun verwachtingen en op basis daarvan hebben we de opleiding grondig aangepakt.”

Frank: “Deze mensen zijn praktisch ingesteld en oplossingsgericht. Ze zijn wel geïnteresseerd in de theorie, maar vooral in hoe ze die in de praktijk kunnen toepassen. Daarom is de opleiding nu opgebouwd rondom praktijkvoorbeelden en casuïstiek. De opdrachten werken ze in kleine groepjes uit en presenteren ze aan elkaar. Daardoor blijft het geleerde veel beter hangen.”

Projectleider leert om een project te leiden

Docent Jack Peeters (l) en opleidingsmanager Frank Doelare (r)

Jack: “Als projectleider moet je zorgen dat de trein op de bouw lekker doorloopt. Maar bij veel bedrijven zijn projectleiders veredelde uitvoerders. Een projectleider moet echter in principe niet met de timmerlieden in conclaaf, maar met de uitvoerders. De uitvoerder moet weer de regie voeren over zijn project. In deze opleiding leren we projectleiders dan ook om projecten echt te leiden.”

“Een projectleider moet na deze opleiding in staat zijn om op een verantwoordelijke manier het project te managen en te beheersen. Niet alleen buiten op de bouw, maar ook met de klant en alle andere stakeholders. Met de juiste communicatie. Maar ook met kennis van de juridische aspecten. Door mijn ervaring kan ik in de lessen veel gebruik maken van praktijkvoorbeelden. Dat geeft herkenning bij de deelnemers, omdat ze hun eigen uitdagingen daaraan kunnen spiegelen.”

Blended learning

Frank: “Naast de stof die Jack als kerndocent behandelt, zetten we ook specialisten in, zoals een jurist, een kostendeskundige en een trainer persoonlijk effectiviteit. Binnenkort gaan we de opleiding ook deels blended maken, waarbij we kijken hoe we tot een optimale mix kunnen komen van klassikaal lesgeven en bijvoorbeeld video’s, e-learning, enz. Daarmee zijn we helemaal klaar om de moderne projectleiders op te leiden!

Publicatiedatum: 9 juni 2021

Omdat er veel raakvlakken zijn tussen het werk van werkvoorbereiders en uitvoerders, heeft BOB de opleiding Uitvoerder en Werkorganisator Grote Bouw helemaal opnieuw ontwikkeld, waarin beide bloedgroepen samen worden gebracht. Ook inhoudelijk is de opleiding opnieuw opgezet en volledig praktijkgericht gemaakt, waarbij de eigen bouwopgave centraal staat. Kerndocent Eddy Wiegertjes vertelt over deze nieuwe aanpak.

Eddy: “Ik was als docent begonnen in de ‘oude’ opzet van de opleiding, maar de deelnemers gaven al snel aan dat ze een link naar de praktijk misten. Ze hadden moeite om de theorie, die op zich prima was, te vertalen naar de eigen praktijk. Toen zijn opleidingsmanager Frank Doelare en ikzelf in gesprek gegaan met de deelnemers. Om te bepalen waar zij behoefte aan hebben en wat ze verwachten. Dat hebben we vertaald in de nieuwe aanpak.”

Kruisbestuiving en wederzijds begrip

Opleidingsmanager Frank Doelare en docent Eddy Wiegertjes tijdens een bouwplaatsbezoek aan het Feringa gebouw in Groningen.

Eddy: “Naast mijn werk als projectdirecteur bij Ballast Nedam ben ik sinds twee jaar docent bij BOB. Dat doe ik omdat ik het belangrijk vindt dat kennis wordt doorgegeven en omdat ik graag jonge mensen help in hun ontwikkeling. Opleidingen zijn tegenwoordig weliswaar breder dan voorheen, maar kennen ook minder diepgang. Daardoor zie je dat jongeren bepaalde verbanden of processen soms niet zien. Opleidingen als deze helpen hen daarbij.”

“We zijn vorig jaar gestart met de eerste combinatiegroepen van werkvoorbereiders en uitvoerders. Het voordeel is dat je kruisbestuiving krijgt, omdat ze meer begrip voor elkaar krijgen. Bijvoorbeeld op het gebied van planningen. Werkvoorbereiders zijn namelijk vooral bezig met overall-planningen of werkplanningen, terwijl een uitvoerder veel meer in detail bezig is met zesweken-planningen en werkregelingsschema’s. Maar het is essentieel dat die planningen goed op elkaar worden afgestemd. Dergelijke samenhangen komen in zo’n gecombineerde groep heel goed naar voren. Maar dat geldt voor heel veel onderwerpen, van kosten- of budgetbewakingen tot kwaliteit en veiligheid.

Extreem maatwerk

Eddy: “Jongere generaties willen de opgedane kennis graag direct koppelen aan de eigen praktijk. Daarom is de opleiding volledig afgestemd op de individuele deelnemer. Zij passen de opdrachten namelijk toe op hun eigen project. We bieden dus extreem maatwerk, waarbij we projectbeheersing behandelen vanaf het contract tot aan de oplevering. De lesstof is opgebouwd rond projectbeheersingsmaatregelen zoals geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit. Per onderwerp beantwoorden ze vervolgens vragen met behulp van de informatie uit het eigen project.”

“Een van de belangrijkste zaken die ik de cursisten mee probeer te geven is om altijd een analyse te maken van je projectinformatie. Dat is altijd mijn uitgangspunt. Want contractstukken hebben grote invloed op hoe een project moet worden georganiseerd en beheerst. Daarbij bepaal je, op basis van kansen en risico’s, waar je focus op moet leggen en hoe je zaken moet inrichten. Niet alleen in tijd, maar ook in geld en informatievoorziening. Daarin neem ik ze stapsgewijs mee, vanuit een projectanalyse naar de manier waarop je een project aanpakt en aanvliegt.”

Integraal en procesmatig denken

“Uiteindelijk kom je dan op een stukje projectbeheersing. Waarbij zichtbaar wordt dat, als je aan een knopje draait op de aspecten tijd, geld, organisatie, informatie, kwaliteit en veiligheid, dit invloed heeft op de andere aspecten. Uitvoerders zijn vaak erg planningsgedreven en komen al heel snel met oplossingen. Ik probeer ze juist bewust te maken van de samenhang tussen de verschillende aspecten. Zodat ze integraal en procesmatig kijken naar alle onderwerpen die invloed hebben op je project, in hun onderlinge samenhang. Daarmee is de opleiding geschikt voor alle soorten projecten, want ook bij renovatie en onderhoud of bij kleinbouw kun je deze procesmatige filosofie toepassen.”

Pilotgroep

Er zijn twee pilotgroepen van start gegaan. De eerste groep uit Zwolle heeft begin juni een bezoek gebracht aan een bouwplaats, een vast onderdeel van de opleiding. Met docent Eddy Wiegertjes bekijken ze de bouw van het Feringa Building waar de rijksuniversiteit van Groningen zich gaat vestigen. Het gebouw van 62.000 vierkante meter wordt aardbevingsbestendig gebouwd en er wordt maar liefst 350 km aan datakabels aangelegd! De komende periode volgen ook bouwplaatsbezoeken voor onze andere opleidingen.

Publicatiedatum: 9 juni 2021

De bouwwereld is volop in ontwikkeling. BOB speelt daarop in door haar opleidingsaanbod continu te analyseren en te verbeteren. Een mooi voorbeeld is de opleiding Calculator B&U, die door opleidingsmanager Frank Doelare en docent Jarno Santbergen is vernieuwd. Jarno en Frank vertellen wat er is veranderd, en waarom.

Frank Doelare, opleidingsmanager bij BOB-KOB.

Frank: “We hebben een complete upgrade gedaan. Daarmee spelen we in op de veranderde vraag van onze opdrachtgevers en we hebben nieuwe ontwikkelingen geïntegreerd, zoals 3D BIM en een calculatieprogramma. Ook zijn de losse onderdelen nu geïntegreerd tot een traject, dat resulteert in een integrale eindopdracht. ”

Vak van calculator is veranderd

Frank: “Het vak van calculator is flink veranderd. Zo moeten calculatoren tegenwoordig vaak aan de slag met een schetsontwerp en een programma van eisen, waar ze voorheen vaak complete bestekken kregen. Ook hebben ze meer te maken met kansen en risico’s, bijvoorbeeld bij prijsstijgingen. Het vak is kortom veranderd en daarom hebben wij deze opleiding geheel vernieuwd. Met de kennis en ervaring van Jarno als kostendeskundige, hebben we de opleiding echt naar een hoger niveau kunnen tillen.”

Jarno Santbergen, docent voor BOB-KOB o.a. voor de opleiding Calculator B&U.

Actuele en inzichten technieken

Jarno: “Ik ben al meer dan 15 jaar actief als calculator en kostendeskundige. Naast mijn diverse werkzaamheden ben ik met veel plezier actief als docent bij BOB en KOB. Een verbeterslag die we direct hebben doorgevoerd in de opleiding, is de toevoeging van de IBIS-TRAD calculatiesoftware. Ook behandelen we 3D BIM, waarbij deelnemers bijvoorbeeld met een viewer hoeveelheden uit het BIM-model kunnen halen. Qua digitalisering komen alle actuele inzichten en technieken aan bod.”

Alternatieven en optimalisaties

Jarno: “Inhoudelijk bootsen we een aanbesteding na. Daarbij maken de cursisten een begroting, terwijl ik als tegenbegroting een directiebegroting maak. Vervolgens gaan ze die allebei analyseren, zodat ze goed inzicht krijgen in wat er eventueel beter kan. Daarbij analyseren we bijvoorbeeld of eventuele verschillen worden veroorzaakt door afwijkende hoeveelheden of misschien de prijzen. Ze gaan ook aan de slag met alternatieven en optimalisaties, waarbij ze bijvoorbeeld de invloed laten zien van andere bouwsystemen, een kortere bouwtijd of andere oplossingen waardoor de kostprijs daalt. Voor directies is het natuurlijk prachtig als een calculator niet alleen een prijs berekent, maar ook onderbouwde alternatieven kan voorleggen.”

Bouwkostenramingen

Jarno: “We leren de deelnemers ook om kostenramingen te maken. Dat was voor de ‘ouderwetse’ calculator, die gewend was om alles tot de laatste cent uit te rekenen, vaak best lastig. Het bepalen van een globale richtprijs is meestal werk voor een kostendeskundige. Maar wij leren ze al een stukje kostendeskundigheid. Bijvoorbeeld door te werken met kengetallen en door te laten zien hoe je van een raming tot een begroting komt.”

Het vak van calculator gaat sterk veranderen

Jarno: “Het vak van calculator gaat de komende jaren nog veel meer veranderen. Ik denk dat een calculator straks een calculator/modelleur wordt. Die krijgt dan een BIM-model aangeleverd waarin hij of zij zelf kleine aanpassingen kan doen, om exact de gewenste hoeveelheden eruit te halen. Een traditionele calculator was misschien 70% van zijn tijd druk met het uittrekken van hoeveelheden en 30% met het opvragen van offertes en het afprijzen van een begroting. Bij BIM is dat nu eerder 50/50% en in de toekomst daalt het rekenwerk misschien wel naar 20%. Dat betekent dat de eisen aan die mensen fors veranderen en daar spelen we met deze opleiding al op in.”

Frank: “Wij blijven dergelijke vernieuwingen uiteraard op de voet volgen en we passen de opleidingen waar nodig verder aan. Op dit moment hebben we alle relevante trends en technieken in de lesstof verwerkt. We gaan wel kijken hoe we deze opleiding blended kunnen maken, in een digitale leeromgeving.”

Publicatiedatum: 9 juni 2021

Door: Regina Koning

Er werd de afgelopen tijd al veel over bericht in de media en op social media; het (verder) opschuiven van de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet. De minister heeft meer duidelijkheid gegeven in de Kamerbrief van 27 mei j.l. (Uitkomsten bestuurlijk overleg Omgevingswet 26 mei 2021).

De nieuwe datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet die daarin wordt genoemd is 1 juli 2022. Dit is de uitkomst van een intensief bestuurlijk overleg van de minister met de bestuurlijke partners (IPO, VNG, UvW).

Waarom?

Er is meer tijd nodig om het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) opgeleverd, ingeregeld en stabiel werkend te krijgen, aldus de minister. Daarnaast is het ook nodig dat de ketens voor vergunningverlening en planvorming elk op zich en in samenhang werken. Voor het laatste is er voldoende inregel- en oefentijd nodig. Afgesproken is dat er minimaal 6 maanden inregel- en oefentijd beschikbaar is.
De verwachting is dat de laatste softwareleveranciers in oktober van 2021 hun systemen in gereedheid hebben kunnen brengen. Vanaf dat moment kunnen de bevoegde gezagen, die van de software van deze leveranciers gebruikmaken, ook aansluiten en oefenen en hun stedenbouwkundige bureaus daarin betrekken.

Kan de datum nog verder verschuiven?

Ja, dat is mogelijk. Het is niet de verwachting van de minister en de bestuurlijke partners, maar het is wel tussen de regels door te lezen in deze Kamerbrief. In de brief staat dat het noodzakelijk is dat de laatste minimale functionaliteiten van de landelijke voorziening van het DSO, die nodig zijn voor inwerkingtreding, uiterlijk in oktober 2021 gereed zijn en werken. Deze passage uit de brief leest als een voorwaarde voor het inwerking kunnen treden van de Omgevingswet op 1 juli 2022.
Stel dat oktober dit jaar niet haalbaar is en er kan niet worden gestart met de inregel- en oefentijd, dan zal de datum van inwerkingtreding mogelijk nog wat verder kunnen gaan opschuiven. (Inmiddels is bekend dat het 1 januari 2024 wordt.)

De inwerkingtredings-KB

In de Omgevingswet is bepaald dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet instemming behoeft van beide kamers (de Eerste Kamer en Tweede Kamer). Vandaar dat het ontwerp inwerkingtredings-KB wordt voorgehangen in de Tweede Kamer én de Eerste Kamer.
De minister geeft aan dat ze de voorhang van het ontwerp inwerkingtredings-KB (waarmee de Omgevingswet op 1 januari 2022 in werking zou treden) zal beëindigen. Na de zomer dit jaar wordt er een nieuw ontwerp inwerkingtredings-KB met een voorhangprocedure aan beide Kamers voorgelegd. Daarin zal, zoals het er nu naar uitziet, de inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2022 worden opgenomen. De minister legt vervolgens het ontwerp pas ter bekrachtiging aan de koning voor, nadat het parlement met de voorgestelde datum heeft ingestemd.

 

 

Regina Koning is juridisch expert en kwartiermaker op het gebied van o.a. de energietransitie, bouwrecht, circulair bouwen en omgevingsrecht. Daarnaast heeft ze zich ingezet als docent voor de ABW-opleidingen van BOB en is ze momenteel betrokken bij het doorontwikkelen van deze opleidingen.

 

Publicatiedatum: 7 juni 2021

Vorig jaar april begon Usha Patandin als Commercieel medewerker binnendienst voor de ABW-opleidingen. Inmiddels zijn we bijna een jaar verder en nog steeds heeft ze niet al haar collega’s in levende lijve gezien. Hoe heeft Usha de afgelopen maanden beleefd en hoe beïnvloedt corona haar werkzaamheden?

Usha Patandin, Commercieel medewerker binnendienst

“Ik vond het vorig jaar spannend of mijn nieuwe baan wel door zou gaan, maar gelukkig is er heel veel te doen en ben ik echt nodig”, lacht Usha. “Hiervoor heb ik ruim 15 jaar bij VNG gewerkt, bij VNG Connect (voorheen Congres- en studiecentrum VNG). De laatste jaren was ik als projectondersteuner betrokken bij de VNG-Academie. Daar heb ik o.a. gewerkt met e-learningsystemen, die kennis komt nu goed van pas bij BOB.”

Sprong in het diepe

“Toen ik begon waren de klassikale lessen net omgezet naar online lessen. Heel veel dingen waren al geregeld, het was gewoon een kwestie van taken uitvoeren en helpen waar dat kon. Ik sprong in het diepe en ging met iedereen mee in dezelfde flow en tussendoor werd ik ingewerkt. Vlak voor de zomer heb ik kunnen meemaken hoe het proces vanaf het begin gaat. Starten op het moment dat het rooster wordt gemaakt voor de modules in het najaar.”

Snel schakelen

“Ik vind het heel bijzonder hoe snel het omschakelen van fysieke naar online lessen is opgepakt bij BOB. In het najaar hebben we opnieuw geschakeld met de organisatie van hybride lessen met behulp van het uil-systeem, de Owl. Wij hebben ervoor gezorgd dat de docenten wisten wat ze moesten doen, zodat ze met het systeem konden werken. Ik ben een keer naar Eindhoven en Amsterdam gegaan om het uil-systeem op een locatie te brengen en neer te zetten. Je maakt dan kennis met de cursisten en je ziet meteen hoe zo’n docent lesgeeft.”

Persoonlijk contact

“Ik hou me nu vooral bezig met de deelnemers en die probeer ik zoveel mogelijk te bellen. Ik merk dat deelnemers het prettig vinden dat je even de tijd voor hen neemt. Je hoort dan ook wat de ervaringen van deelnemers zijn met docenten en de diverse lessen. Het is persoonlijker en het is sneller want je krijgt direct antwoord. Omdat veel mensen thuiswerken krijg je ze ook sneller te pakken. Vaak vraag ik door of mensen ergens tegenaanlopen of alles goed gaat en of ze wel voldoende zijn voorbereid op het examen.”

Nieuwe ontwikkelingen

“Bij BOB en bij het team voor de overheid waar ik nu zit zijn veel nieuwe ontwikkelingen gaande, zoals de Wet kwaliteitsborging en de nieuwe Omgevingswet. Ik merk dat mijn achtergrond bij VNG bij deze onderwerpen helpt. Iedereen neemt zijn eigen kennis en ervaring mee in het team. Ik vind het heel fijn dat ik daar deel van mag uitmaken. Dat ik mee kan denken over hoe we het kunnen organiseren, maar ook over de ontwikkelingen en de opleidingen die eraan zitten te komen. Het is heel erg hectisch geweest sinds ik hier ben begonnen, maar elke dag is een leuke uitdaging.”

Publicatiedatum: 8 februari 2021

Eerst koos Wesley de Ruiter het pad van de elektrotechniek. Gaandeweg bleek hij zich echter meer thuis te voelen in het vastgoed. Altijd open voor uitdagingen, volgde hij de leerlijn Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud bij BOB-KOB naast zijn baan als manager vastgoed.

Wesley de Ruiter

Wesley werkt bij Huisman Etech Experts in Druten, dat elektrotechnische installaties in diverse sectoren engineert, installeert en onderhoudt. In een eerdere rol als manager Services had hij onder andere veel contact met woningbouwcorporaties, vastgoedbeheerders en vastgoedmanagers bij gemeenten. “Naarmate ik de problematiek van deze gesprekspartners leerde kennen, groeide mijn interesse voor vastgoed. Tegelijkertijd vroeg het werkveld of wij één aanspreekpunt konden leveren voor alle W-, E- en bouwkundige installaties. Dat klonk mij als muziek in de oren. Zo werd ik manager van de nieuwe afdeling vastgoedbeheer.”

Alle onderhoudstaken en inspecties die bij gebouwen horen, vallen onder Wesley. Hij stuurt Huismans eigen club E-monteurs aan, maar ook de E-, W- en bouwkundige partners die klanten naar keuze inzetten. “Om ons vastgoedbeheer verder uit te bouwen, was meer kennis nodig. Zo kwam ik in januari 2019 uit bij de opleidingen van BOB-KOB, die helemaal op mijn doelgroep gericht zijn, namelijk: gemeenten, woningcorporaties en vastgoedbeheerders. Een ideale basis om een deskundige gesprekspartner te worden.”

Totaalbeeld scherp

Na Elementaire Bouwkunde A volgde Wesley de leerlijn Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud. Het diploma is bijna binnen en de opgedane kennis helpt enorm in de praktijk: “Onze afdeling is in ontwikkeling. Van diverse relaties gaan we het technisch beheer grotendeels overnemen. Dan is het fijn om een brede bouwkundige achtergrond te hebben.” Nog een voorbeeld: “Bij overleg met een woningcorporatie over meerjarige onderhoudsplanningen heb ik nu het totaalbeeld scherp. Voorheen haakte ik daar helaas snel op af. En bij meerjarenbegrotingen kan ik mijn gesprekspartners adviseren over kosten en budgetten. Samen met de klant richt ik een begroting ideaal in.”

De lessen van BOB-KOB bevallen hem goed: “Je krijgt volop praktijkvoorbeelden en de lesstof is actueel omdat de docenten uit de praktijk komen. Echt een pluspunt. De modules bieden een prima basis om tafelgesprekken te kunnen voeren waar schilders of loodgieters bij zitten. Zonder het werk zelf te hoeven kunnen; precies hoe ik het wil. Ook medestudenten zijn enthousiast. Bovendien staat BOB-KOB open voor opbouwende kritiek.”

Hoe combineert Wesley zijn opleiding met een jong gezin en een fulltime baan? “Vol energie. Als je iets wilt, moet je ervoor gaan.” Dit najaar wil hij de opleiding Asset- en Onderhoudsmanager volgen, eveneens bij BOB-KOB. “Zo hoop ik de belangen van gesprekspartners nog breder te kunnen behartigen. Wij zijn een commerciële organisatie, maar bij woningcorporaties en gemeentes spelen maatschappelijke factoren een grote rol. Ik wil de brug daartussen slaan.”

Publicatiedatum: 21 januari 2021

De jaarlijkse workshop Loon- en salarisadministratie is voor veel bouwbedrijven hèt moment om bijgepraat te worden over de veranderingen op het gebied van sociale verzekeringen, fiscale maatregelen, arbeidsrecht of de WW. Wij spraken met Rob de Witte, die de workshop al bijna twee decennia coördineert voor bouwconcern Dura Vermeer.

Rob de Witte, Loon- en salaris-administrateur bij Dura Vermeer Groep

Rob is als Loon- en salarisadministrateur met zijn collega’s van de afdeling centrale loon- en salarisadministratie verantwoordelijk voor de salarisbetaling bij Dura Vermeer Groep. Volgens Rob is het essentieel om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in het vakgebied. “Dit jaar volgden we met 25 collega’s de workshop. Voor het grootste deel salarisadministrateurs, maar dit jaar waren voor het eerst ook medewerkers van de HR-afdeling en hun leidinggevenden uitgenodigd.” Met veel positieve reacties volgens Rob: “In één dag was iedereen helemaal up-to-date.”

Belangrijk dat mensen bijblijven in kennis en kunde

Voor Rob is permanente educatie vanzelfsprekend: “Omdat ik als payrollprofessional sta ingeschreven in het register, moet ik ieder jaar studiepunten halen. Bij Dura Vermeer vinden we het sowieso belangrijk dat onze mensen bijblijven in kennis en kunde. Zeker in ons vakgebied, waar we onze medewerkers ook goed willen informeren over de nieuwste ontwikkelingen. Daarom is deze jaarlijkse workshop voor ons al bijna 20 jaar vaste prik.”

Je moet er bovenop blijven zitten om de ontwikkelingen te volgen

Rob en zijn collega’s hebben regelmatig te maken met vraagstukken op het gebied van fiscaal recht, sociaal verzekeringsrecht, arbeidsrecht en pensioenwetgeving. Dit is een dynamisch vakgebied, waarin regelmatig zaken veranderen. Rob: “Recent is de wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) ingevoerd. Dat was de opvolger van de wet Werk en Zekerheid, die maar drie jaar heeft bestaan. En waarschijnlijk wordt over 1,5 jaar de nieuwe wet ook weer aangepast.” De wetswijziging betekende dat er intern de nodige arbeidsrechtelijke- en fiscale aanpassingen nodig waren. Rob concludeert: “Om alle ontwikkelingen te blijven volgen moet je er gewoon bovenop blijven zitten.”

Incompany-aanpak maakt de workshop superrelevant

Dura Vermeer organiseert de workshop al jaren incompany op het hoofdkantoor op Rotterdam Zestienhoven. Rob: “Het voordeel van incompany is dat we dieper op onze eigen situatie kunnen ingaan. We kunnen vragen en onderwerpen inbrengen die specifiek bij ons spelen. Daar past onze vaste docent Roelof van Marrum de workshop ook op aan. Dat maakt de workshop superrelevant voor de deelnemers.”

Ook interessant voor de HR-collega’s

Een groot voordeel van de workshop is dat de docent zelf uit de bouwpraktijk komt. Rob: “Omdat Roelof tot in detail weet wat er speelt, is de workshop erg praktijkgericht. Hij maakt het ook interactief door deelnemers bij de stof te betrekken en te vragen wat volgens hen in een bepaalde situatie de beste oplossing zou zijn. Omdat hij precies weet wat er in de bouw speelt, hebben we dit jaar voor het eerst niet alleen onze HR-directeur, maar ook de HR-managers laten deelnemen. Zij waren erg enthousiast en blijven graag meedoen. Zij vonden bijvoorbeeld de nieuwste ontwikkelingen over de fiscale bijtelling van auto’s erg interessant.”

De workshop is volgens Rob een echte aanrader: “In een dag ben je helemaal bij. Mijn motto is ook ‘blijf altijd werken aan jezelf en blijf leren.’ Want stilstaan is achteruitgang.”

Publicatiedatum: 4 januari 2021

Hoogleraar Duurzaam Bouwen Anke van Hal onderzocht hoe het draagvlak voor de verduurzamingsopgaaf vergroot kan worden. Essentieel in het slagen is in haar optiek dat we streven naar een fusie van belangen. Want door koppelingen te maken met andere behoeften neemt het draagvlak voor duurzaamheidsmaatregelen fors toe.

Duurzaamheid als een middel om doelen te bereiken

“Hoewel bijna niemand tegen duurzaamheid is, zijn veel mensen hier in hun dagelijks leven minder mee bezig dan we vaak denken. Om die groep mensen mee te krijgen in de energietransitie moeten we koppelingen maken met wat zij belangrijk vinden. Duurzaamheid zet je dan in als een middel om hun doelen te bereiken in plaats van als een doel op zich.”

Prof. Anke van Hal, MSc, PhD. Professor Sustainable Building at Nyenrode Business Universiteit. Daarnaast is Anke van Hal een van de auteurs van de 4-daagse training Verduurzaming bestaande woningbouw.

“In de praktijk zie je dat mensen duurzaamheid weliswaar mooi meegenomen vinden, maar zij vinden andere zaken belangrijker, dus leg die koppeling. We noemen dat ook het streven naar een fusie van belangen. Dat vereist dat je breder moet kijken en dat je creatiever bent met het leggen van verbanden.”

Vraag de bewoners wat zij belangrijk vinden

“De wijk is voor bewoners erg belangrijk en verbeteringen daarin wekken enthousiasme op voor verdere verduurzaming. Door samen met de bewoners de woonomgeving toekomstbestendig te maken ontstaat er een positieve dynamiek en een andere emotionele beleving. Daardoor neemt de kans toe dat er ook draagvlak voor aanpassingen op woningniveau ontstaat. Zeker als je de bewoners vanaf het begin bij het maken van plannen betrekt en hen vraagt wat zij belangrijk vinden. Daarmee kun je bij bewoners ook het beeld kantelen dat de overheid een probleem op hun bordje gooit.”

Klimaatbestendige maatregelen op wijkniveau

“Bij verduurzaming ligt de focus vaak op CO2-reductie op woningniveau. Maar door uit te zoomen naar het woonklimaat op wijkniveau kun je het woongeluk van mensen veel breder aanpakken. Water en groen zijn in wijken bepalende geluksfactoren. Integreer daarom de woningverduurzaming met aanpassingen waardoor mensen met droge voeten naar hun huis kunnen lopen, dat in de zomer de hitte draaglijk is en we bij droogte voldoende waterbuffering hebben. Door op wijkniveau klimaatbestendige maatregelen te nemen krijg je sneller draagvlak voor andere maatregelen.”

Zoek naar creatieve koppelkansen

“Kernpunt is dat je met de bewoners kijkt naar wat zij belangrijk vinden. Dat verschilt per situatie maar die holistische aanpak is essentieel. Omarm daarom de complexiteit en zoek in brede zin naar creatieve koppelkansen. Je bent toch bezig in de wijk dus zorg in je aanpak dat er meer groen komt en meer water. Misschien kun je bij de aanleg van een warmtenet meteen het parkeerprobleem oplossen of enge plekken aanpakken.”

Mensen en gedrag zijn de derde succesfactor

“Mensen en hun gedrag zijn, na geld en techniek, de derde succesfactor in de verduurzaming. Mijn pleidooi is daarom om duurzaamheid niet als je doel te beschouwen, maar als middel om mensen te helpen. Dat vraagt aan de voorkant veel meer werk omdat je heel goed moet uitzoeken wat er leeft in de wijk en wat de mensen bezighoudt. Maar als je mensen meekrijgt dan kan het daarna ook heel snel gaan. Bovendien is het veel fijner om aan te sluiten op enthousiasme dan dat je mensen moet overtuigen en weerstand moet overwinnen. Uiteindelijk bereik je veel meer!”

Publicatiedatum: 21 oktober 2020

Voor gemeenten en woningcorporaties is een belangrijke rol weggelegd in de energietransitie. Onderzoeker en docent Maurice Coen vertelt wat er op hen afkomt en hoe zij hier het beste mee kunnen omgaan.

De uitdaging is veranderd voor gemeenten en woningcorporaties

“De landelijke overheid geeft met het klimaatakkoord, door de koppeling aan de aardgasvrij-opgave heel duidelijk richting aan hoe we de energietransitie in de gebouwde omgeving gaan organiseren. Zo moet iedere gemeente voor eind 2021 een Transitievisie Warmte ontwikkelen, op basis van Regionale Energiestrategieën. Op basis van die Transitievisie Warmte moeten er wijkuitvoeringsplannen ontwikkeld worden. Deze aanpak schept duidelijkheid en biedt mooie kansen die we moeten pakken, terwijl we ons tegelijkertijd bewust zijn van de drempels die de aanpak met zich meebrengt.”

Maurice Coen

De wijk is de maat der dingen

“In de nieuwe aanpak is de gemeente de regiehouder en worden woningcorporaties geacht de startmotor te zijn. Omdat de wijk nu de maat der dingen is, verandert de opgave flink. Voorheen pakten woningcorporaties renovaties met hoge energieambities met name complex- en buurtgewijs aan. Nu moet er vanuit een breder perspectief worden gekeken, zelfs vanuit de hele wijk.”

Gemeenten en woningcorporaties moeten samen optrekken

“Ik denk dat gemeenten en woningcorporaties de kans moeten pakken om gezamenlijk de wijkuitvoeringsplannen te ontwikkelen. Ze kunnen namelijk heel goed gebruik maken van elkaars expertise. Een gemeente heeft de regie maar heeft zelf bijna geen bezit in zo’n wijk. De woningcorporatie heeft bezit in de wijk en kent haar bewoners. Met hun woonconsulenten hebben zij geweldige voelsprieten in de wijk. Je ziet die samenwerking ook al gebeuren en sommige gemeenten en woningcorporaties pakken dat echt fantastisch op.”

De peilstok in de wijk zetten

“Daarnaast wonen er natuurlijk ook particulieren in een wijk en zijn er scholen, bedrijven, kerken en is er een buitenruimte. De gemeente zou daarom in brede zin de peilstok in de wijk moeten zetten. Want anders bestaat het risico dat er te veel over de wijken en de mensen in de wijken wordt gepraat, in plaats van met hen. In mijn beleving moet je daarom optrekken in gezamenlijkheid met alle stakeholders. Gebruik elkaars kennis.”

Woningcorporaties: kijk waar je de gemeente kunt helpen

“Wat we soms zien is dat sommige woningcorporaties, die soms al hard bezig waren met het verduurzamen van hun bezit, nu pas op de plaats maken. Vanuit de gedachte dat ze willen voorkomen dat zij maatregelen gaan nemen die niet aansluiten op de plannen van de gemeente. Waarin misschien wel een warmtenet wordt opgenomen. Die woningcorporaties zou ik willen oproepen om juist actief de gemeenten te benaderen om te kijken of je elkaar kunt helpen of adviseren.”

Cursus Verduurzaming Bestaande Woningbouw

“We hebben de cursus Verduurzaming Bestaande Woningbouw ontwikkeld in samenwerking met onder andere Anke van Hal, Isso, Nyenrode en BOB-KOB. Mede om de kennis die was opgedaan in bijvoorbeeld de Stroomversnelling naar de markt te brengen. De cursus is bedoeld voor een brede groep betrokkenen: zowel gemeenten als woningcorporaties en aannemers.”

“In mijn deel van de cursus probeer ik met de deelnemers breder naar de opgave te kijken. Want iedereen kijkt vanuit zijn eigen bril naar de energietransitie. Het is interessant en inspirerend om met elkaar de opgave vanuit verschillende vakgebieden en perspectieven te bezien. Bijvoorbeeld door te bespreken wat de invloed is van de wijkgerichte aanpak op de manier waarop partijen met elkaar samenwerken. En wat dat weer betekent voor de organisatie, processen, cultuur, competenties en je mandaat. Uiteindelijk willen we de deelnemers een steviger fundament geven om beslissingen te nemen en om richtingen en mogelijkheden te verkennen.“

Besef dat je zelf ook moet veranderen

“Een leerzaam onderdeel van de training is de reality game. Daarin spelen we een concrete opgave na, waarbij kristalhelder wordt dat een andere manier van werken ook iets anders van jouzelf vergt. Daarbij ontstaat meer begrip voor de belangen van anderen, allereerst de bewoners maar ook van de gemeente, woningcorporatie en bouwers. Dat begrip maakt dat je sneller de benodigde stappen kunt maken in de energietransitie. Daarmee geeft het behalve inzicht ook uitzicht op handelingsperspectief.”

Maurice Coen houdt zich, vanuit onder andere Nyenrode en de Stroomversnelling bezig met het ontwikkelen en overdragen van kennis over maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid. Met name de energietransitie in de gebouwde omgeving en de impact van de energietransitie op organisaties en op de samenwerking tussen organisaties. Maurice is bij BOB-KOB als trainer en docent betrokken bij de cursussen Verduurzaming Bestaande Woningbouw en Nul-op-de-meter.

Publicatiedatum: 15 oktober 2020

Omdat bedrijven eigen specifieke uitdagingen en ambities hebben, is het soms wenselijk om een maatwerk opleidingstraject te ontwikkelen. Een voorbeeld is het incompanytraject dat BOB samen met BAM Infra Telecom ontwikkelde.

Joost Chantrel, HR businesspartner BAM Infra Telecom: “Als bedrijf zijn we vooral bekend vanwege het uitrollen van netwerken voor providers zoals Eurofiber, Ziggo en Tele2. Door het toenemende belang van data en door de veranderende klantvraag, gaat onze dienstverlening veranderen. Wij willen opschuiven in de keten en ons meer gaan richten op zaken als service en onderhoud, big data en voorspellend onderhoud.”

Met gerichte opleidingen en trainingen bijdragen aan de nieuwe strategie

Joost Chantrel (links) en Gerard Kraan van BAM Infra Telecom.

Gerard Kraan, opleidingscoördinator BAM Infra Telecom: “Vanuit ons eigen opleidingscentrum in Zwammerdam organiseren we vaktechnische opleidingen en werken we aan innovaties. Daarnaast denken we ook mee hoe we met gerichte opleidingen en trainingen bij kunnen dragen aan de nieuwe strategie.”

Joost: “We zijn begonnen met een eerste aanzet voor een opleiding voor onze aankomende projectleiders. Dat eerste idee hebben Gerard en ik gepresenteerd bij een bijeenkomst met alle leidinggevenden.” Gerard lacht: ”De volgende dag hadden we al 22 aanmeldingen! We zaten dus duidelijk op het goede spoor en we hebben ons idee toen verder uitgewerkt.”

De docenten zijn echte praktijkmensen

Joost: “Toen we voor onszelf wisten hoe het traject er op hoofdlijnen uit moest zien, hebben we uit drie mogelijke partners BOB geselecteerd. Belangrijk in die selectie was dat de opleidende partij in staat moest zijn om samen met ons onze ideeën en doelstellingen te vertalen naar concrete opleidingstrajecten. Met zowel aandacht voor de soft skills als voor de vaktechnische inhoud.” Gerard: “We werkten al langer met BOB samen. In het selectieproces bleek dat BOB het beste paste bij dit traject en bij onze organisatie.” Joost: “Belangrijk in onze keuze was ook dat de BOB-docenten echte praktijkmensen zijn. Ze spreken dezelfde taal, snappen hoe onze processen in elkaar zitten en herkennen bepaald gedrag bij onze jongens. Dat is heel waardevol voor ons.”

“Nadat we nog voorzichtig waren gestart met één traject, raakten steeds meer collega’s enthousiast. Door de toenemende vraag uit de organisatie hebben we ook snel opgeschaald. Inmiddels lopen er naast het 2-jarige traject voor de projectleiders, ook trajecten voor onze uitvoerders (1 jaar) en eerste monteurs (3 tot 6 maanden). Momenteel werken we aan een nieuw traject voor storingscoördinatoren. Inmiddels trainen we al zo’n 10% van onze organisatie.”

Herkenbare theorie door het gebruik van eigen processen, systemen en lijstjes

Gerard: “Een groot voordeel van dit incompanytraject, is dat het volledig op maat van ons bedrijf is gemaakt. In de lesstof komen bijvoorbeeld onze eigen processen, systemen en lijstjes voorbij. Daardoor is de theorie direct herkenbaar voor de deelnemers. Door de integrale aanpak is er een hele goede samenhang tussen de verschillende modules en de verschillende trajecten. Hiermee kunnen we onze medewerkers steeds een stapje hogerop brengen met een totaalpakket aan goed afgestemde opleidingen.”

Joost: “Wat ook heel mooi is, is dat onze mensen naar elkaar toe groeien. Je ziet dat er hele hechte groepen ontstaan die elkaar straks, ook buiten de opleiding om, steeds makkelijker weten te vinden.”

Maatwerktraject in de infra
Voor en met BAM Infra Telecom ontwikkelde BOB een traject voor tot nu toe drie groepen werknemers: 1e Monteur nieuwe stijl, Uitvoerder nieuwe stijl en de Aankomend Projectleider. Een traject voor Storingscoördinatoren wordt ook weer opgestart.

Het traject is per functie afgestemd op de benodigde kennis èn op de vereiste vaardigheden. Zo zijn leidinggeven en communicatie belangrijke items in ieder deeltraject. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld projectplanning en projectbeheersing, juridische aspecten, (LEAN) planningen en commercieel denken en doen. De inhoud is in nauw overleg tussen BOB, haar praktijkdocenten en BAM Infra Telecom bepaald.

Publicatiedatum: 5 oktober 2020

Vakdocent Henry de Roo houdt zich dagelijks bezig met bouwregelgeving en omgevingsrecht. Vanuit zijn eigen adviesbureau is hij actief als ‘interimmer’, adviseur en docent van meerdere opleidingen. Hij vertelt over de vele veranderingen die de nieuwe wetgeving met name voor gemeentes met zich meebrengt en hoe BOB deze veranderingen verwerkt in haar opleidingen.

Henry de Roo, o.a. docent voor BOB voor de opleidingen ABW 1 en 2

“De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging brengt veel wijzigingen met zich mee. Bij BOB volgen wij deze ontwikkelingen op de voet zodat deelnemers altijd de actuele kennis hebben die voor zijn of haar werkzaamheden nodig zijn. Met andere docenten werken we achter de scherm hard om de opleidingen ABW 1 en 2 aan te passen aan de veranderingen.”

Nieuwe rol voor de gemeentes

“De rol van gemeentes gaat flink veranderen als de Wkb in werking treedt. Want hoewel de gemeente het bevoegd gezag blijft, verandert haar rol als vergunningverlener. Nieuw is dat de bouwactiviteit opgeknipt wordt in een technisch- en een ruimtelijk deel. Ook zal de gemeente bepaalde bouwwerken, zoals woningen en kleinschalige kantoren of industriegebouwen, niet meer toetsen aan de (installatie)technische voorschriften van het Bouwbesluit, dat straks overigens het Besluit leefomgeving bouwwerken heet. De samenwerking met kwaliteitsborgers is ook nieuw. De rol van het bevoegd gezag als toezichthouder op de naleving van het Bouwbesluit 2012 wijzigt niet. De gemeente blijft ook verantwoordelijk voor de omgevingsveiligheid en de bestuursrechtelijke handhaving.”

Impact is afhankelijk van je rol en functie

“De impact die de wijzigingen gaan hebben, heeft vooral te maken met de functie en rol die mensen hebben. Maar zeker is dat door de invoering van de Wkb en de Omgevingswet veel anders wordt. Dat geldt bijvoorbeeld voor casemanagers, Wabo-vergunningverleners, toezichthouders en handhavers, in gemeentelijk organisaties of bij uitvoeringsdiensten. Investeren in het trainen en opleiden van die medewerkers is dan ook essentieel.”

Actueel lesmateriaal

“Ons lesmateriaal is uiteraard actueel voor de huidige situatie. Op de achtergrond werken wij aan de aanpassingen van zowel de modules Omgevingsrecht (ABW 1) als Juridische kader (ABW 2). Ook gaan we de modules Bouwtechnische Regels (ABW 1) en Bouwbesluit (ABW 2) aanpassen op de Wet kwaliteitsborging en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De definitieve omzetting van de lesstof vindt volgend jaar plaats, omdat wij alleen de actuele wetgeving kunnen tentamineren.”

Trots om mijn ervaring en kennis door te geven

“Ik geef cursussen sinds de invoering van het Bouwbesluit in 2012 en in 2015 ben ik bij BOB gestart als docent voor de module Bouwbesluit (ABW 2). De laatste jaren ben ik vooral docent voor de modules Bouwtechnische Regels en Omgevingsrecht (ABW 1). Het leuke is dat ik, nadat ik in 2001 als ‘junior’ in het vak begon, zelf de opleidingen ABW 1, ABW 2 en de kopstudie ABW 3 heb gevolgd. Dat ik jaren later mijn opgedane ervaring en kennis als docent weer mag doorgeven maakt me best trots!”

Publicatiedatum: 15 oktober 2020

Maart 2019 zijn NTP, Van Gelder en BAM Infra met vijf nieuwe medewerkers van buiten de sector het avontuur aangegaan. De bedrijven ervaarden problemen bij het aantrekken van calculatoren en zochten daarom naar potentieel buiten de gebaande paden. Om deze medewerkers met een totaal andere achtergrond te laten slagen, zorgden de bedrijven voor intensieve en informele scholing op de werkplek. Verder benaderden ze BOB-KOB voor de formele scholing. Onder leiding van de docent volgde de groep een opleidingstraject van Infratechniek en calculeren.

Op 9 september 2020 ontvingen de medewerkers het diploma Techniek Infra en het certificaat Opdrachtverwerving & calculatie van Bouwend Nederland. Bovendien heeft de hele groep een vaste aanstelling gekregen. BOB-KOB feliciteert en complimenteert daarom de bedrijven en de medewerkers met het behaalde resultaat.

Ook de heer All de Rooij sprak namens de Examencommissie Bouwend Nederland zijn grote waardering uit voor de prestaties en de ontwikkelingen van de deelnemers en roemde de samenwerking tussen deze infrabedrijven.

Op de foto tonen de heren Sebastiaan Schuchard, Dinand Derks, Gerard van Winssen, Bert-Jan Udink en Majd Alhalabi onder toeziend oog van de docent Ed de Vreede hun diploma’s.

 

Publicatiedatum: 10 september 2020

Uitvoerder Tim Kokhuis, voelt zich helemaal thuis bij Sallandse Wegenbouw en in de civiele techniek. “Ik vind de afwisseling leuk, elke dag is anders. Ook hou ik van de combinatie tussen buiten en binnen. Dat je binnen het werk voorbereidt voor de jongens buiten en dat je zelf buiten inmeet.”

Tim Kokhuis, cursist Uitvoerder Infra 2

Tim is opgegroeid op een boerderij: “Van kinds af aan was ik veel buiten of in de werkplaats aan het sleutelen. Ik heb daardoor een beetje een technische achtergrond.” Hij heeft zich goed voorbereid voor hij de opleiding Civiele Techniek koos op Hogeschool Saxion in Enschede. Tim: “Om te zien wat het werk precies inhield ben ik een dag of twee met mijn oom meegelopen, hij werkte bij Sallandse Wegenbouw. De uitvoeringskant van het werk sprak mij aan net als de combinatie tussen buiten en binnen. Na mijn stage bij Sallandse Wegenbouw ben ik hier gebleven.”

Rioolwerk is boeiend

“Het mooiste zijn reconstructies waar het straatwerk en het rioolwerk bij elkaar komen. Rioolwerk is altijd boeiend, je kunt nooit in de grond kijken en je komt van alles tegen. Het is elke keer weer een verrassing wat het grondwater doet en daar moet je je planning op aanpassen. Je hebt met diverse partijen te maken, met NUTS-bedrijven die de lichtmasten komen zetten, de groenmensen die het plantwerk gaan aanleggen. Je hebt veel afwisseling in het vak en niet alles is voorspelbaar, dat vind ik leuk. Soms is het tijdens de werkzaamheden stressvol, maar je groeit daar in en je weet dat het wel weer goedkomt.”

Opleiding

“Ik kreeg van mijn werkgever de mogelijkheid om me verder te gaan verdiepen in de stof. Ik ben de opleiding Uitvoerder Infra 1 van BOB gaan doen en daarna Uitvoerder Infra 2. Ik vond het onderdeel lean bouwplanning interessant. We moesten met Legoblokjes gaan bouwen en eerst denk je, dat is niet zo moeilijk. Gaandeweg kom je erachter hoe je slimmer kunt bouwen als je een andere tekening hebt. Vertel je de jongens buiten hoe het moet worden, geef je ze een tekening of geef je ze een tekening met instructies? Het kwartje valt sneller doordat je er zelf mee oefent.”

Sociale vaardigheden

“Aan sociale vaardigheden heb ik veel gehad”, gaat Tim verder. “De docent had goede praktijkvoorbeelden en je kon zelf ook voorbeelden meenemen waar je in je werk tegenaan loopt. Ik ben iemand van de praktijk, die sociale vaardigheden vind ik wel lastig. Zelf vind ik dat ik wel heel sociaal ben, maar hoe zeg ik als 24-jarige tegen een oudere en ervaren grondwerker: “dat gaan we niet zo doen, dat moet anders”. Hoe kun je zoiets nou aanpakken zonder dat je overkomt als een betweter, maar dat je de situatie wel kunt veranderen zoals jij het voor ogen had.”

Eerst ervaring opdoen

“Mijn ambitie is toch wel om hoofduitvoerder te worden en wie weet word ik over een aantal jaren zelfs projectleider. Ik vind het ook belangrijk dat je eerst veel ervaring opdoet, dat je niet te snel gaat. Ik kijk heel veel wat de jongens aan het doen zijn, zodat je weet waar ze mee te maken krijgen, daar leer ik een heleboel van. Dan kun je daar in de voorbereiding ook rekening mee houden.”

Publicatiedatum: 9 september 2020

Steeds vaker gaan bouwbedrijven zelf, al dan niet in bouwteam, projecten van de SO- naar de DO/UO-fase brengen. Dit vraagt om andere competenties van projectvoorbereiders en projectcoördinatoren. Docent Eddy Teunissen van de post-hbo-opleiding Projectvoorbereider is ervan overtuigd dat de bouw, door anders te denken en te doen hogere kwaliteit kan leveren en de (faal)kosten kan beperken.

“De opleiding is ontwikkeld voor de professionals die in de voorbereiding met een project aan de slag gaan,” vertelt Eddy. “Die werken bij ontwikkelende bouwers of bij aannemers die in bouwteams projecten uitvoeren. Die mensen geven we de kennis en de kunde mee om projecten zodanig neer te zetten, dat deze succesvol gerealiseerd worden met een optimale prijs-kwaliteit verhouding.”

Eddy Teunissen is na een jarenlange loopbaan in de aannemerij in 2019 begonnen met Teunissen Bouwmanagement en Advies. Vanuit zijn ervaring en kennis is Eddy een van de ontwikkelaars en docent/begeleider van de post-hbo-opleiding Projectvoorbereider.

Het succes wordt aan de voorkant bepaald

“Het succes van een project wordt bepaald aan de voorkant, in de projectvoorbereiding. Daar is de juiste visie op het project essentieel: hoe pak je zaken aan en welke keuzes maak je. Dat vraagt om mensen die doordenken, die nadenken over wat je tegen gaat komen, wat de opdrachtgever wil en hoe een gebouw ook op lange termijn waarde oplevert.”

Aandacht voor persoonlijke ontwikkeling

“In de opleiding werken de deelnemers een voorbeeldproject uit, van schetsontwerp (SO) naar voorlopig ontwerp (VO), naar definitief ontwerp (DO) (vergunningsaanvraag gereed). In 11 bijeenkomsten behandelen we aan de hand van dat voorbeeldproject alle mogelijke succesfactoren, uiteraard proces(beheersing), techniek en financiën, maar ook juridische en wettelijke aspecten. Daarnaast krijgen ze meer inzicht in belangrijke onderwerpen als bouwfysica, geluid en brandveiligheid. En natuurlijk is er veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, zodat hun effectiviteit en impact toeneemt.”

Projecten gestructureerd en procesmatig oppakken

“De deelnemers leren om projecten gestructureerd en procesmatig op te pakken. Door van een afstand te kijken en weer in te zoomen. Waarbij ze ook out of the box gaan denken. Bijvoorbeeld door vanuit Total Cost of Ownership (TCO) na te denken over hoe je op termijn waarde en kwaliteit kunt toevoegen, door aan de voorkant over alternatieven na te denken. Met aandacht voor duurzaamheidsaspecten, zoals BREEAM of cradle to cradle, en voor alternatieve bouwmethodieken zoals prefab of modulair bouwen. Door op een andere manier te kijken, en door continu investeringen en effecten af te wegen, maak je de beste keuzes in geld, tijd en kwaliteit. Binnen een strak proces, met een integraal projectvoorbereidingsschema en fasedocumenten om iedere fase goed af te sluiten.”

Direct toepasbare verbeteringen voor de bedrijven

“Doordat we werken in kleine groepjes leren deelnemers van elkaars ervaring. Ze spiegelen het geleerde ook steeds naar de eigen organisatie. Voor de eindopdracht vertalen de deelnemers de nieuwe kennis ook naar een concreet verbeteradvies aan de eigen organisatie. Daarmee krijgt het bedrijf direct toepasbare verbeteringen in proces, structuur en tools.”

Techneuten leren om anders te denken

“Wij willen techneuten leren om meer en anders na te denken, bijvoorbeeld over alternatieve oplossingen. En om niet alleen naar risico’s te kijken, maar juist ook naar kansen en hoe je die samen kunt verzilveren. Want door te denken in kansen en door daarbij samen te werken met partners en opdrachtgevers, creëer je win-win. Bovendien wordt het bouwen voor iedereen veel leuker!””

Een nieuwe visie op bouwen

“Met deze opleiding willen we deelnemers een nieuwe visie op bouwen geven. Zodat ze meer integraal gaan denken, samen met andere disciplines en stakeholders. Waarbij zij creatief zoeken naar alternatieve oplossingen en continu de consequenties afwegen tussen techniek, tijd en geld. Met een scherpe focus op proces en structuur realiseren zij dan succesvolle projecten tegen lagere kosten.”

Publicatiedatum: 9 september 2020

In juni is het essay ‘Een zachte landing’ gepubliceerd. Het essay is het openbare eindrapport van onderzoeksproject ‘de Kennisversnelling’. Dit onderzoeksproject heeft als doel om de energietransitie in de bestaande woningbouw te versnellen, met name via (vernieuwing van) de kennisinfrastructuur die uitvoerende partijen in de woningbouw van nodige kennis voorziet.

Wil je als organisatie aan de slag met het renoveren van woningen met hoge energieambities, dan hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden. Dat hebben vooruitstrevende marktpartijen, de koplopers, al voor je gedaan. Zij hebben veel ervaring en kennis opgedaan en weten inmiddels dat voor een succesvol resultaat een andere manier van samenwerken en organiseren nodig is.

Deze kennis is beschikbaar voor iedereen die wil starten met dergelijke renovaties. Het blijkt echter dat marktpartijen deze kennis nauwelijks benutten. Door ‘de Kennisversnelling’ leren kennisorganisaties in de kennisinfrastructuur hoe zij essentiële kennis op het gebied van ‘anders samenwerken en organiseren’ (niet) kunnen overbrengen op woningcorporaties en aanbieders van woningrenovaties met hoge energieambities.

Praatplaat met aanbevelingen

Om de kans op succesvolle renovaties met hoge energieambities te vergroten, wordt in het essay een aantal aanbevelingen gedaan, die geïllustreerd staan op de bijbehorende praatplaat. Aanbevelingen voor kennisorganisaties over onder andere het (belang van) het werken met bestuurders van woningcorporaties en aanbieders van renovatieconcepten.

Download het essay ‘Een zachte landing’

Download de praatplaat.

Bekijk ook projectsite De Kennisversnelling

Publicatiedatum: 27 augustus 2020

Merjam Alsayegh is junior projectinspecteur bij de gemeente Den Haag, Stadskantoor Leyweg. Ze behaalde haar ABW 1-diploma, en onlangs ook ABW 2, dat inhoudelijk goed aansluit bij haar werk als vergunningverlener. “Ik kan plannen nu beter toetsen aan het Bouwbesluit dan voorheen.”

Merjam is van Iraaks-Iraanse afkomst. Sinds haar komst naar Nederland, 25 jaar geleden, heeft ze continu gestudeerd: “Ik ben hartstikke leergierig en vooral geïnteresseerd in techniek. Daarom heb ik mbo Bouwkunde gedaan, en daarna de hbo-opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie. En inmiddels dus ook ABW 1 en 2, vanuit mijn werk bij de gemeente Den Haag. Daar heb ik trouwens ook de module Communicatie gevolgd van het Permanente Educatie-traject van BOB.

Als junior projectinspecteur toetst Merjam vergunningaanvragen van Haagse bewoners en ondernemers aan het Bouwbesluit en het geldende bestemmingsplan. Daarna heeft zij altijd overleg met een senior inspecteur aan de Leyweg of op Stadhuis Spui. Verleende vergunningen gaan naar de afdeling Toezicht. Merjams werk is hectisch, maar boeiend: “Elke vergunningaanvraag is uniek.”

Als ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht moet je kennis hebben van de relevante bouwregelgeving, vergunningverlening, inspectie en handhaving. ABW 1 focust vooral op toepassing daarvan. ABW 2 gaat inhoudelijk dieper op zaken in, zoals bestemmingsplannen. Maar ook: hoe interpreteer je wetgeving? Je leert kortom op een verantwoorde manier zowel de omgevingsvergunningen als het toezicht op de bouw uit te voeren.

Merjam Alsayegh, junior projectinspecteur bij de gemeente Den Haag

Pittige tentamens

“Bij elke lesstof kregen we vragen en plannen”, vertelt Merjam. ”Aan de hand van die plannen moest je de vragen beantwoorden. De module Bouwbesluit 2012 vond ik het moeilijkst; dat vak heb ik in twee herkansingen gehaald. Sowieso was het tentamen van ABW 2 aanzienlijk pittiger dan van 1. Ik had echt weken verlof opgenomen voor het tentamen. Ik ben dan ook superblij dat ik ben geslaagd!”

Alle bloed, zweet en tranen dienden een goed doel, want Merjam ervaart in de praktijk veel nut van het geleerde: “Ik kan plannen nu beter toetsen aan het Bouwbesluit dan voorheen. Ook waren er mooie eyeopeners. Sommige zaken had ik eerder echt anders bekeken. Zo heb ik nu meer inzicht in de bestemmingsplanprocedure, met de diverse fases daarin. Al die verschillen zijn interessant om te weten.”

Merjam is nu ook beter doordrongen van hoe belangrijk belanghebbenden zijn, wat terugkomt in de zienswijzeprocedure. “Stel dat een verbouwingsplan niet passend is met het bestemmingsplan, en wij willen toch vergunning verlenen: dan komen er zienswijzen van de klant. Hoe ga je daar dan mee om? Dit komt veel voor in de praktijk.”

In de toekomst zou Merjam graag grotere vergunningsprojecten toetsen. Qua opleiding kiest ze voor een tussenstop. “Voor nu vind ik het even welletjes. Daarna ga ik verder kijken welke cursussen nodig zijn. Bijvoorbeeld met het oog op de nieuwe Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Daar zul je in mee moeten.”

Publicatiedatum: 26 augustus 2020

Woningcorporaties staan voor een grote uitdaging om hun bouwopgave te realiseren. Directeur-Bestuurder Bas Sievers van woningcorporatie Woonpartners in Helmond vertelt over de oorzaken van de problemen en de mogelijke oplossingen.

“Als woningcorporaties willen wij dat mensen in Nederland prettig en gezond kunnen wonen in een huis dat bij hun past en betaalbaar is. Op de huidige overspannen woningmarkt is dat een bijna onmogelijke opgave.”

Juist de mensen met onmisbare beroepen raken tussen wal en schip

Bas Sievers, directeur-bestuurder van woningcorporatie Woonpartners in Helmond

“In de coronatijd zag je een herwaardering van de onmisbare beroepen in Nederland zoals verpleegkundigen, politieagenten, supermarktmedewerkers of buschauffeurs. Maar dat is precies de groep mensen die in de huidige woningmarkt tussen wal en schip dreigen te raken. De laatste jaren zijn de prijzen van koopwoningen enorm gestegen door onder andere de extreem lage rentes. Daardoor is de betaalbaarheid voor grote groepen mensen onder druk komen te staan. Die middengroep kan ook niet terecht in de sociale huursector omdat ze daarvoor een te hoog inkomen hebben.”

Voor corporaties is de investeringsruimte fors gedaald

“We komen in Nederland momenteel 330.000 woningen tekort. Met Woonpartners zouden wij de komende 10 jaar bijvoorbeeld 1.000 woningen willen bijbouwen, op een bezit van 7.500 woningen. Maar voor corporaties is de investeringsruimte fors gedaald door de belastingheffingen. Bovendien willen we de huren niet boven de inflatie laten stijgen en moeten en willen we ons bezit verduurzamen. Tel daarbij de sterke stijging van de productiekosten op en dan kom je op een financieel plaatje waarin corporaties te weinig geld beschikbaar hebben. De uitdaging voor de corporatiesector is dan ook om, samen met de overheid en de marktpartijen, deze woningen te realiseren, of te verduurzamen, tegen fors lagere prijzen.”

Leren van andere bedrijfstakken

“Kijkend naar de bouwers zie je dat zij de benodigde productieaantallen waarschijnlijk organisatie-technisch al niet meer aan kunnen. Met name door een gebrek aan vakmensen. Maar je ziet in andere industrieën, zoals auto’s, meubels en pc’s, dat daar het aandeel ‘handjes’ in de productie sterk is gedaald, zonder dat de relatieve kosten daar sterk stegen en soms zelfs daalden.”

“Mijn oproep aan de markt is daarom, en dat zijn niet alleen bouwers maar dat kunnen ook nieuwe toetreders zijn, om te leren van andere bedrijfstakken die succesvol hebben geïndustrialiseerd. Want waarom zouden er in de woningbouw geen gestandaardiseerde marktproducten mogelijk zijn, die toch diversiteit bieden? Niemand zit daarbij te wachten op een standaardwoning. Maar als je de productie slim inricht en industrialiseert dan kun je, in plaats van eenheidsworst, juist een breed en divers aanbod neerzetten. Ik vergelijk het vaak met LEGO, waar je vanuit een aantal basisbouwstenen toch enorm veel variaties kunt neerzetten. Zoiets moet bij huurwoningen ook mogelijk zijn, want die zijn in de basis ook niet steeds anders.”

Markt uitdagen om met slimme en goedkopere producten te komen

“De vaak gehoorde discussie over de benodigde schaalgrootte proberen we te doorbreken in het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE). Daar bundelen we met 9 gemeenten en 13 corporaties onze massa en hebben we de markt uitgedaagd om te komen met een reproduceerbaar product, waarmee sneller, beter en goedkoper gebouwd kan worden. Met voldoende diversiteit en zo duurzaam mogelijk. We staan samen voor een gigantische uitdaging ten aanzien van betaalbare en duurzame sociale huurwoningen. Corporaties moeten dit dan ook integraal oppakken met gemeenten en bouwende en productleverende partijen. De belangrijkste vraag aan de markt is om met slimme en goedkopere producten te komen.”

Publicatiedatum: 26 augustus 2020

Woningcorporaties hebben moeite om de enorme bouwopgave te realiseren. Jasper Ponte is namens management- en adviesbureau Brink nauw betrokken bij diverse bouwprojecten voor woningcorporaties. Hij vertelt waar in zijn ogen de kansen zitten en hoe marktpartijen corporaties kunnen helpen.

“Het tekort aan sociale huurwoningen leidt steeds vaker tot schrijnende situaties. Landelijk ligt er dan ook een enorme opgave voor corporaties. De belangrijkste knelpunten zijn mijns inziens een gebrek aan geschikte bouwlocaties en hoge bouwkosten.”

Gebrek aan landelijke regie over ruimtelijke ordening

“Het ontbreekt aan goede locaties waarop we kunnen bouwen met het volume dat nodig is. Naar mijn mening wreekt zich hier het gebrek aan landelijke regie over de ruimtelijke ordening. We hebben behoefte aan grote VINEX-achtige locaties, maar er komen vooral kleine en versnipperde locaties vrij. Op dat beperkte aanbod zitten bovendien vaak bouwclaims wat ook weer prijsverhogend werkt. Ook als de overheid die regierol gaat terugpakken zal het nog jaren duren voordat dit concrete gevolgen heeft. Op korte termijn blijft dit probleem dus sowieso bestaan.”

Jasper Ponte van management- en adviesbureau Brink

Gemiddeld stegen de kosten per woning met € 50.000,-

“De bouwkosten zijn sinds 2016 enorm toegenomen. Dit heeft voor een deel conjuncturele oorzaken waaraan weinig is te sturen en die tijdelijk zijn, hoewel ze nu al een tijd duren. Wettelijke duurzaamheidseisen hebben tot een structurele kostenverhoging van € 10.000,- geleid. Daaraan voegen gemeenten vaak eigen, kostenverhogende ambities toe. Kosten die in het midden- en hogere segment te dragen zijn, maar niet in de sociale huursector.”

Vraagbundeling, standaardisatie en procesafspraken tussen gemeenten en corporaties

“In het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) werken 9 gemeenten en 13 corporaties samen om de bouwopgave te realiseren. Vanuit Brink begeleid ik daar het proces om, met vraagbundeling en standaardisatie en procesafspraken tussen corporaties en gemeentes, te komen tot een versnelling van de bouwproductie tegen lagere kosten.”

Uitontwikkelde conceptwoningen

“Een concrete uitwerking van die opdracht is de recente aanbesteding waarin we marktpartijen vragen om een uitontwikkelde conceptwoning, liefst met meerdere verschijningsvormen, tegen een gunstige prijs te bouwen. In eerste instantie voor een pilot voor 200 grondgebonden en 200 gestapelde woningen in 3,5 jaar tijd. Met de verwachting dat een succesvolle aanbesteding al binnen de looptijd tot een groter volume leidt. Corporaties hebben veel behoefte aan goede conceptwoningen.”

Wees transparant over de prijzen van conceptwoningen

“Waar corporaties ook behoefte aan hebben is transparantie in de prijzen van de conceptwoningen, in de vorm van standaard prijslijsten. Natuurlijk heb je te maken met variabelen door de locatie of de grondkosten, maar ik denk dat meer openheid in de kosten helpt om de interesses voor conceptwoningen bij corporaties verder aan te wakkeren.”

Corporaties willen de kosten op lange termijn weten

“Tot slot zou ik marktpartijen adviseren om veel meer nadruk te leggen op de levensduurkosten van de woning. Bouwers focussen zich op bouwkosten maar corporaties willen weten hoe het product het over een periode van vele decennia doet. Ontwikkel een branchebrede, bij voorkeur genormeerde, vergelijking van de Total Cost of Ownership. Dan hebben corporaties goede informatie om een keuze te maken en kunnen marktpartijen hun producten gericht verbeteren.”

Publicatiedatum: 26 augustus 2020

In de bouw en infra is een groot tekort aan personeel. Niet alleen op de bouwplaats hebben bedrijven vakmensen nodig, ook op kantoor is er behoefte aan bijvoorbeeld werkvoorbereiders en calculatoren. Met de campagne ‘Van bank naar bouw’ laat Bouwend Nederland zien dat het heel goed mogelijk is om een carrièreswitch te maken richting de bouw.

Onze collega Mirjam werkte voorheen bij de Rabobank, maar na weer een reorganisatie ging ze op zoek naar wat anders. Ze raakte geïnteresseerd in het beroep kopersbegeleider, je adviseert dan kopers van een nieuwbouwhuis over o.a. meer- en minderwerk. Ze deed daarom de BOB-opleiding Elementaire bouwkunde A, waar ze in 12 avonden en een middag op de bouwplaats de basisbeginselen in de bouw leerde. Mirjam is uiteindelijk bij BOB-KOB terecht gekomen waar ze cursisten inschrijft en adviseert over opleidingen op het gebied van beheer en onderhoud.

In onderstaande video vertelt Mirjam over haar carrièreswitch.

 

Op 23 juli 2020 was in de bijlage van het AD en De Gelderlander ook te lezen hoe een aantal mensen de overstap naar de bouw maakt. In een artikel over zij-instromers in de bouw is Mirjam samen met een deelnemer aan ons zij-instroomtraject voor calculatoren in de infra aan het woord.

Publicatiedatum: 23 juli 2020

Vanaf september 2020 worden de functiegerichte opleidingen B&U gegeven met behulp van een digitale leeromgeving, de infra-opleidingen volgen daarna. In deze leeromgeving kunnen deelnemers thuis werken aan de verschillende onderdelen van de eindopdracht. Medewerkers Laura Bruijns en Frank Doelare vertellen over de digitale leeromgeving.

“We hebben bij het inrichten van de digitale leeromgeving voor de functiegericht opleidingen met name gekeken naar de eindopdracht”, vertelt Laura Bruijns, opleidingskundige bij BOB-KOB. “Dat was best een groot ding met verschillende opdrachten in een map. Als dat helemaal klaar was stuurden de cursisten het op naar de docent. Ik heb gevraagd of het ook mogelijk was om onderdelen op te splitsen, kun je de losse opdrachten bijvoorbeeld ook los laten inleveren? Het voordeel daarbij is, dat je als docent meteen kunt ingrijpen en bijsturen als je ziet dat iemand op een verkeerd spoor zit. Ook als je bijvoorbeeld ziet dat iedereen bij een bepaalde opdracht het net niet helemaal doorheeft, kun je daar je les op aanpassen.”

De eindopdracht opgeknipt

Opleidings- en Trainingsmanager Frank Doelare is ook enthousiast over de digitale leeromgeving: “Het competentiewerkboek of de eindopdracht waar Laura het over heeft is de leidraad bij onze functiegerichte opleidingen B&U kleine bouw en B&U grote bouw. Het is een proces dat acht maanden lang tot een jaar loopt in de opleiding. Die eindopdracht hebben we in stukken opgeknipt en deze is beschikbaar in de digitale leeromgeving. Alles wat cursisten moeten gaan beheersen staat hier al in. De deelnemers kunnen de opdrachten van tevoren maken en gewoon doorwerken aan de opdrachten. Onderling wisselen de cursisten gegevens uit, ze leren daardoor van elkaar. De docent kan feedback geven en alles is voor iedereen zichtbaar als ze samen aan projecten werken.”

Alles op één plek

“Een van de voordelen van werken met een leerplatform is dat alle communicatie ook via het platform loopt”, gaat Laura verder. “De mails verdwijnen niet in je mailbox en je hoeft ook je telefoonnummer niet te delen in een whatsappgroep met klasgenoten en de docent als je dat niet prettig vindt. Iedereen kan via het platform met elkaar in contact komen. Naast de communicatie heb je ook het lesmateriaal op één plek, dat is praktisch en functioneel. Soms is het makkelijker om een map met A3-tekeningen te hebben die je bijvoorbeeld mee kunt nemen naar de keet. Daar waar het een meerwaarde heeft gaan we lesmateriaal online zetten.”

Interactie en updates

“De digitale leeromgeving is geen vervanging van de lesdagen”, vervolgt Frank. “Die blijven exact hetzelfde, dit is puur ter ondersteuning van de lessen. Je wordt gestimuleerd om de opdrachten thuis te maken en online in te leveren, dat is de basis, daarop gaat de docent tijdens de lessen voortborduren. Tijdens de lesdagen is er dan meer tijd voor interactie, dan gaan ze met elkaar in overleg over het gemaakte werk. Ook de opleiding Loon- en salarisadministratie werkt vanaf september met de digitale leeromgeving. Het leuke daarbij is dat, vanwege het dynamische karakter van die opleiding, de docent steeds de laatste updates in de leeromgeving kan bijhouden. Dus iedere keer dat er iets verandert, hoeven we geen materiaal aan te passen, maar plaatsen we een update.”

Publicatiedatum: 1 juli 2020

In de jaren ’60 schakelde Nederland massaal over van steenkool naar gas. Die energietransitie was fundamenteel anders dan de huidige uitdaging. Hoogleraar Anke van Hal kijkt naar de belangrijkste verschillen en de lessen die we daaruit kunnen trekken.

De transitie naar gas was een enorme verbetering

Prof. Anke van Hal, MSc, PhD. Professor Sustainable Building at Nyenrode Business Universiteit. Daarnaast is Anke van Hal een van de auteurs van de 4-daagse training Verduurzaming bestaande woningbouw.

“Toen in Slochteren het aardgas werd ontdekt en Nederland overging op gas, betekende dit voor veel bewoners een enorme verbetering. Niemand hoefde meer met kolen te sjouwen, de gasvoorziening was veel schoner en de kosten waren voor de overheid.”

“Mijn vader werkte in die tijd voor een energiebedrijf in Rotterdam en was met zijn collega’s verantwoordelijk voor de overgang naar gas. De ironie wil dat ik nu, jaren later, betrokken ben bij de nieuwe energietransitie en daarmee in zekere zin zijn werk ongedaan maak. Het grote verschil is dat deze energietransitie veel lastiger is te verkopen. Letterlijk, omdat de rekening voor een groot deel bij de burgers terechtkomt, terwijl er nu geen lonkend perspectief is. De uitdaging is dus bewoners enthousiast maken voor deze verandering. ”

Fusie van belangen

“Uit een onderzoek van de Universiteit van Groningen naar draagvlak voor milieumaatregelen kwam naar voren dat mensen door 3 verschillende brillen naar de wereld kijken. Het positieve is dat mensen het goede willen doen, naast de waarde die ze logischerwijs toekennen aan hun eigen belang en het financiële belang. Maar het eigen belang heeft daarbij voorrang. Als je mensen vervolgens vooral aanspreekt op het feit dat zij goed moeten doen, dan raken mensen geïrriteerd en krijg je weerstand.”

“Met betrekking tot verduurzaming is het daarom belangrijk om het eigenbelang, het what’s in it for me, te laten samenvallen met dat goed doen. Dat sluit ook aan op onze filosofie over een fusie van belangen en het menselijk gedrag als de derde succesfactor bij verduurzaming. In de praktijk betekent dit dat we veel meer aandacht moeten geven aan de bijkomende voordelen van duurzaamheidsmaatregelen.”

Belangrijke voordelen voor woongenot worden bijna niet benoemd

“Een mooi voorbeeld is een onderzoek naar bewonerservaringen met warmtepompen in nieuwbouwwoningen. Deze worden vaak gecombineerd met wand- en vloerverwarming. Bewoners blijken in die gevallen vooral blij te zijn dat ze geen radiatoren meer hebben, want dat bespaart ruimte en geeft meer inrichtingsvrijheid. Terwijl mensen met ademhalingsproblemen gelukkig zijn omdat er minder stofnesten ontstaan. Bovendien biedt de wandverwarming de mogelijkheid om de woning in de zomer te koelen want je kunt er koud water doorheen laten lopen. Die voordelen voor het woongenot worden bijna zelden benoemd in de discussies over warmtepompen. Terwijl die aspecten voor bewoners zichtbaarder en vaak belangrijker zijn dan de veel abstractere milieuvoordelen.”

De energietransitie slaagt alleen als we de bewoners daarin meekrijgen

“Bij een ander onderzoek werd het effect onderzocht van nieuwe ketels in portieketagewoningen. Veel bewoners mopperden dat er meer geluid was of minder ruimte omdat de installatie groter was geworden. Maar bij één project waren de mensen heel enthousiast. Daar was de installatie in plaats van in de woning in de hal geplaatst en er was een schoenenrek onder geplaatst. Die mensen waren in een keer hun ergernis kwijt over een berg met schoenen en kregen extra kastruimte in de woning. Ze bleken vanaf dat moment ook heel enthousiast over andere duurzaamheidsmaatregelen.”

“Om mensen enthousiast te maken over verduurzaming moeten we veel meer oog hebben voor, en aanhaken bij, hun directe belangen en voordelen. Want de energietransitie heeft alleen kans van slagen als we de bewoners daarin meekrijgen. Dat vraagt een andere manier van denken en doen, voor alle betrokkenen. Van gemeenten en woningcorporaties tot aannemers en installateurs.”

Publicatiedatum: 22 juni 2020

Opleiden en coachen loopt als rode draad door de carrière van Patrick van Leeuwen. Sinds januari 2020 is hij opleidingsadviseur voor BOB-KOB. Naast het bezoeken van bouwbedrijven om te praten over talentontwikkeling, is hij ook druk met het opnemen van podcasts voor de BOB-KOBcast.

Patrick van Leeuwen, opleidingsadviseur bij BOB-KOB en host van de BOB-KOBcast.

“Ik heb een passie voor talentontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en alles wat daarmee te maken heeft”, vertelt Patrick “Mijn carrière begon ooit in de uitzendbranche, daar coachte ik veel van onze uitzendkrachten en mensen die we detacheerden bij onze opdrachtgevers. Later kwam ik bij Technicom Opleidingen terecht, een opleider gericht op de industrie. Daarna werkte ik als uitgever bij SDU waar ik verantwoordelijk was voor online (kennis)producten met betrekking tot veiligheid en HSE en was ik actief als intern bedrijfscoach. Naast mijn activiteiten voor BOB-KOB heb ik ook mijn eigen onderneming waarin ik mensen coach, Daily Learning Online.”

Sparren over talentontwikkeling

Na een aantal jaar als Uitgever, maakte Patrick de overstap naar BOB-KOB. Patrick: “Ik ben iemand die lekker op pad gaat, bij de bedrijven langsgaat om te sparren over talentontwikkeling. Ook vind ik het leuk om mee te denken over het commerciële aspect. Voor mijn eigen onderneming maak ik een podcast met bijna wekelijks nieuwe afleveringen en dat werkt erg goed. Ik zag dat we dat bij BOB-KOB nog niet deden. Toen ook collega’s met de suggestie kwamen een podcast te beginnen, ben ik daar natuurlijk meteen ingesprongen.”

Laagdrempelig

“De podcast is een relatief nieuwe vorm van communicatie, het wordt ook steeds populairder”, legt Patrick uit. “Het is een makkelijke manier om informatie te delen, maar ook om informatie te consumeren. Er zijn allerlei manieren om op een simpele manier even naar een podcast te luisteren via bijvoorbeeld Apple Podcasts of Spotify, terwijl je ondertussen met iets anders bezig bent. Tijdens het autorijden of tijdens het koken kun je een podcast heel goed op de achtergrond opzetten. Dat is iets wat je met video niet zo snel doet omdat je daar al je aandacht voor nodig hebt. Daarnaast is het ook een leuke en laagdrempelige manier om met klanten in gesprek te gaan, door ze uit te nodigen deel te nemen aan een podcast.”

De BOB-KOBcast

Het centrale thema van de BOB-KOBcast is opleiding en ontwikkeling in de breedste zin van het woord. Op het moment van schrijven zijn er al vijf podcasts gemaakt, waarin mensen kunnen meeluisteren met gesprekken die Patrick als host voert met klanten, collega’s en deelnemers. Patrick: “Er is een podcast waarin ik met collega’s spreek over online lesgeven. Wat betekent dat voor cursisten, wat doet dat met docenten, wat betekent dat voor de didactiek en wat is blended learning eigenlijk? Voor De Verbinders, een ontwikkeltraject gericht op samenwerken, is een podcast gemaakt met deelnemers. Maar ik spreek ook met klanten. Het is voor bouwprofessionals heel interessant om te horen hoe andere bedrijven met opleiden en ontwikkelen omgaan. De klanten geven ook tips aan mensen die zich verder willen ontwikkelen in de bouwsector. Ik denk dat er genoeg onderwerpen en bedrijven zijn om met een mooie frequentie nieuwe afleveringen te kunnen posten.”

Publicatiedatum: 22 juni 2020

De kennis die je opdoet tijdens Dak en onderhoud helpt je om onderhoud te plannen en de juiste beslissing voor onderhoud te nemen. Je kunt offertes van dakbedekkingsbedrijven beoordelen en opdrachten uitzetten en begeleiden. Dak en onderhoud maakt als technische module onderdeel uit van de opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud, maar is ook los te volgen als een Special for Professionals.

Docenten van Dak en onderhoud zijn André van den Engel en Eric Pelsers van VEBIDAK. “VEBIDAK is de branchevereniging voor bitumineuze en kunststof dakbedekkingsbedrijven in Nederland met circa 170 aangesloten bedrijven”, begint André, adjunct-directeur/hoofd Technische Zaken bij VEBIDAK. “Het gaat met name over platte daken met waterdichte dakbedekkingen. Eind jaren ‘90 ontstond de samenwerking tussen BOB en VEBIDAK. BOB had de opdrachtgevers van de dakbedekkingsbedrijven die kennis wilden ophalen. Wij hadden die kennis en zo hebben we elkaar gevonden.”

Nieuwsgierige cursisten

Eric werkt inmiddels 2,5 jaar bij VEBIDAK als coördinator en bouwtechnisch adviseur op de afdeling Dakadvies. Eric: “Sinds 2007 zit ik in deze branche. De technische know-how trok me aan, daar zocht ik het in. Dat heb ik bij VEBIDAK gevonden, door onafhankelijke inspectie(s) uit te voeren waarbij regelgeving en toepassingsgebieden dagelijks aan de orde zijn. Daarnaast vind ik het ook leuk om mijn kennis over te dragen aan de cursisten.”

Lesgeven aan de cursisten van BOB is anders dan lesgeven aan kaderpersoneel van dakbedekkingsbedrijven, merkt André: “Je vertelt echt wat nieuws, omdat veel dingen onbekend zijn. De cursisten zijn heel nieuwsgierig, ze vragen enorm door. Tijdens de les heb ik altijd een koffer met materiaalmonsters van dakbedekking en isolatie bij me. Je pakt er een monster bij en zegt, kijk hier hadden we het over. Dit is hard, dit is zacht, dit is stug. Dat werkt bij de BOB-cursist heel erg leuk.”

Multifunctionele daken

“Onder andere in de vastgoedsector is steeds meer vraag naar multifunctionele daken”, vertelt Eric. “Natuurlijk is een dak primair voor de waterdichting. We zien echter steeds meer dat die daken ergens anders voor toegepast kunnen worden. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk het plaatsen van zonnepanelen, maar er worden ook steeds meer begroeide daken toegepast. Daarnaast zie je combinaties, zoals in Utrecht waar op het dak van IKEA twee voetbalvelden liggen. Bij al die nieuwe toepassingen is het essentieel om bij bestaande gebouwen vooraf te bepalen of de dakbedekking nog voldoet, hoe de dakopbouw is en of het constructief mogelijk is. Bij de cursist proberen we daarom wel een stuk bewustwording te creëren.”

Technische verdieping in daken

“De module Dak en onderhoud is interessant voor mensen die technisch gezien bezig zijn met daken”, gaat André verder. “Degenen die dakopnames doen bij bouwbedrijven en corporaties, moeten wel weten hoe verouderingsverschijnselen van dakbedekkingen eruit zien. Ze moeten de fase van veroudering kunnen inschatten en ook of iets urgent is. Bij onderhoud moet er het besef zijn dat een dakbedekking een levensduurverwachting van circa 20 jaar heeft. De gedachte is nog wel eens, ik leg die dakbedekking neer voor 20 jaar, ik heb 10 jaar garantie gekregen op waterdichtheid dus ik kijk er niet meer naar om. Je kunt het vergelijken met een auto of een verwarmingsinstallatie, alles heeft een levensduurverwachting, maar het besef dat dingen tussendoor onderhoud nodig hebben en vooral welk type onderhoud op welk moment dat is heel belangrijk.”

“Voor ontwerpers en architecten is het ook interessant om de cursus te volgen”, zegt Eric. “Zij weten niet altijd precies hoe een dak opgebouwd moet worden. Verder zouden mensen die groene daken aanleggen ook moeten weten of er iets aan het dak gedaan moet worden. Zodat ze dat vooraf aan kunnen geven bij de opdrachtgever.”

Productkennis, offertes lezen en veroudering herkennen

“Na het volgen van Dak en onderhoud hebben de deelnemers productkennis”, zegt André. “Ze kennen de opbouw van een dak, de verschillende lagen bovenop elkaar met bevestigingsmethoden en de voor- en nadelen daarvan. Het gaat vooral ook om het herkennen van verouderingsgebreken en de momenten waarop er ingegrepen moet worden. Dat is de hoofdlijn van de cursus.”

Eric vult aan: “Wanneer ze een onderhoud moeten gaan uitgeven en een offerte aanvragen bij dakbedekkingsbedrijven is het belangrijk dat ze de offerte goed kunnen lezen. Dat leren ze in deze cursus. Ze weten ook waar ze het over hebben tijdens een werkoverleg en ze kunnen gebreken herkennen.”

Het dak op

“We hebben een mooi onderdeel praktijk in de les zitten”, vertelt André enthousiast. “In Nieuwegein heeft de dakbedekkingsbranche een eigen opleidingsinstituut. Wij gaan altijd met de cursisten hier het dak op. We laten ze ook praktijkomstandigheden zien in de praktijklokalen. Dat wordt altijd heel erg gewaardeerd. De groep loopt met een inspectieformulier in de hand op het dak en doet een dakinspectie. Praktijkgerichter kan Dak en onderhoud niet zijn, toch?”

 

Publicatiedatum: 14 mei 2020

BOB-KOB stemt haar aanbod aan opleidingen continu af op de behoeften in de markt. Onder de noemer ‘Specials for Professionals’ biedt BOB voortaan korte cursussen voor professionals in bouw en infra. In 1 tot 4 dagen verdiepen zij hun kennis binnen een vakgebied en over actuele thema’s. Edwin van der Weijden en Arend Katan, directieleden van BOB-KOB, vertellen over deze nieuwe aanpak.

Korte cursussen voor ambitieuze professionals

Edwin: “Uit gesprekken met bedrijven en cursisten merken we dat met name professionals met enkele jaren werkervaring behoefte hebben aan kortdurende verdiepingscursussen. Zij hebben vaak al een beroepsopleiding gevolgd en functioneren als vakvolwassen professionals. Hun levensfase, met vaak naast hun loopbaan een gezin, maakt dat zij niet zo snel een langlopende opleiding willen starten. Tegelijkertijd willen zij zich wel blijven ontwikkelen, en bedrijven willen deze ambitieuze mensen ook graag binden. Voor die grote groep introduceren we nu onze Specials for Professionals; cursussen van 1 tot 4 dagen. Onze propositie is dat je hiermee je loopbaan een boost kunt geven.”

Verdieping vakkennis, actuele thema’s en soft skills

Edwin van der Weijden (links) en Arend Katan.

Arend: “Mensen kennen BOB vaak van functiegerichte opleidingen voor de bouw en infra. Minder bekend is soms dat wij ook kortdurende cursussen en trainingen aanbieden, voor verdieping binnen specifieke vakgebieden en over actuele thema’s of gericht op soft skills. Omdat de behoefte aan die specials toeneemt, ook in het kader van een leven lang leren, hebben we ons aanbod fors uitgebreid met nieuwe thema’s en onderwerpen.”

Snelle ontwikkelingen vragen om kennisverdieping

Edwin: “Je ziet dat de snelle ontwikkelingen in de bouw- en infrawereld hoge eisen stellen aan bedrijven en hun werknemers. Of het nu gaat om wetgeving, duurzaamheidsambities of technische en digitale innovaties; medewerkers moeten continu hun kennis bijhouden. Bedrijven moeten daarin blijven investeren, want het grootste kapitaal blijft de medewerker, die ook in de bouw steeds meer een kenniswerker wordt.”

Noodzaak van een breed kennisniveau

Arend: “Wij hebben een pakket aan kortlopende cursussen samengesteld. Hiermee kunnen we moderne vakmensen in bouw en infra helpen om zich continu te ontwikkelen, in hun vakgebied maar ook op actuele thema’s. Want die professionals zijn vaak als specialist opgeleid, terwijl de moderne bouwsector een steeds breder kennisniveau vereist.”

Aantrekkelijke werkgever

Edwin: “In de strijd om de beste medewerkers zijn deze Specials ook een mooi instrument. Want medewerkers hechten veel waarde aan de ontwikkelkansen die bedrijven hen bieden, terwijl de investeringen voor werkgevers relatief laag zijn. Bovendien bieden wij onze Specials niet alleen aan als open inschrijving, maar we kunnen dit ook op maat verzorgen. Zo kun je voor een geringe investering hele groepen medewerkers in korte tijd nieuwe kennis en kunde laten opdoen.”

Publicatiedatum: 14 mei 2020

De geplande aanpassingen in de wetgeving ten aanzien van de Omgevingswet en de nieuwe Wet kwaliteitsborging (Wkb) gaan grote gevolgen hebben voor alle betrokkenen. Vakdocent en specialist bouwbesluit Jan Loogman drukt met name aannemers op het hart om zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie, die voor hen grote gevolgen heeft.

“Met de nieuwe Omgevingswet verandert de hele wetgeving rondom bouwen, wonen en Ruimtelijke Ordening. Onderdeel van die Omgevingswet is het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Tegelijkertijd gaat de nieuwe Wet kwaliteitsborging (Wkb) enorme impact hebben op bijvoorbeeld de aansprakelijkheid van de aannemer.”

Jan Loogman, vakdocent en specialist bouwbesluit

Veel bouwbedrijven onderschatten de impact

“Ik heb de indruk dat veel bouwbedrijven de impact van de nieuwe wetgeving onderschatten. Vooral aannemers die lokaal of regionaal werken lijken te denken dat het wel los gaat lopen. Die bedrijven zou ik wakker willen schudden, want de wereld wordt straks echt anders. De nieuwe wetgeving heeft gevolgen voor je gehele bedrijf, dus investeer tijdig in scholing zodat jouw medewerkers op tijd op de hoogte zijn van de nieuwe bouwwetgeving.”

Omgekeerde bewijslast

“De nieuwe regels zijn erop gericht om de kwaliteit van de Nederlandse bouw te verhogen. Daarom komt de verantwoordelijkheid te liggen waar deze hoort, namelijk bij de bouwer. Een grote verandering is dat bouwbedrijven straks, vanwege de zogenaamde omgekeerde bewijslast moeten aantonen dat hun product voldoet aan de op dat moment geldende eisen. Dat heeft bedrijfsbreed consequenties. Niet alleen bij de vergunning maar in het gehele bouwproces.”

Gebouwen worden niet in gebruik genomen als het dossier niet voldoet

“Aannemers worden straks zowel in het vergunningentraject als tijdens de bouw gecontroleerd door een privaat persoon; een kwaliteitsborger. Die levert een opleveringsdossier aan bij de opdrachtgever en bij de gemeente. Als dat dossier niet voldoet dan mag dat gebouw niet in gebruik worden genomen. Dat betekent nogal wat. Daarnaast heb je straks te maken met de financiële aansprakelijkheid. Niet alleen bij oplevering maar ook daarna, want de aannemer is straks zo lang aansprakelijk als het door hem geleverde product meegaat. Het begrip ‘verborgen gebrek’ verdwijnt ook.”

Kennis moet in alle haarvaten van de organisatie zitten

“De kennis over de nieuwe wetgeving moet echt in alle haarvaten van de organisatie aanwezig zijn. Uitvoerders moeten bijvoorbeeld continu meedenken hoe de kwaliteit van de bouw geborgd wordt. Dat betekent dat ze op de hoogte moeten zijn van de verwerkingsvoorschriften en kennis hebben van zaken als geluidswering, ventilatie-eisen en brandveiligheid. Maar ook in je contracten, met zowel kopers als je leveranciers en onderaannemers, moet je alert zijn op de nieuwe wetgeving. Op heel veel plekken in je bedrijf moeten mensen dus op de hoogte zijn van de gevolgen.”

Maatwerk per functiegroep met Specials for Professionals

“Omdat de kennisbehoefte per functiegroep verschilt ontwikkelen we momenteel maatwerkopleidingen. Daarmee krijgt iedereen precies de kennis die hij of zij nodig heeft binnen zijn vakgebied. Zonder dat je daar een langdurige opleiding voor hoeft te volgen. Daarom bieden we de opleidingen voor het Bouwbesluit en Bbl en de Wkb straks ook aan als ‘Specials for Professionals’. Met deze aanpak willen wij bijdragen aan onze missie om de kwaliteit in de Bouw te vergroten.”

Publicatiedatum: 14 mei 2020

Dries Willems is als Hoofd Productie en MT-lid bij Giesbers Wijchen Ontwikkelen en Bouwen medeverantwoordelijk voor het opleidingsbeleid. Hij is enthousiast over de focus van BOB-KOB op kortlopende cursussen met de Specials for Professionals: “Snelheid en wendbaarheid worden steeds belangrijker bij het opleiden.”

Dries Willems, Hoofd Productie en MT-lid bij Giesbers Wijchen Ontwikkelen en Bouwen

Ontwikkelen en opleiden zijn essentieel

“Wij realiseren met 80 medewerkers jaarlijks zo’n 55 miljoen euro aan omzet, gelijkelijk verdeeld over Woningbouw en Utiliteit. Wij zijn al jaren gericht op het binden en boeien van onze mensen. Onze medewerkers zijn samen met de klanten onze belangrijkste succesfactor. Wij zijn heel erg bezig met onze werknemers: wat ze willen en wat ze belangrijk vinden. Hoe we eigenlijk een sexy bedrijf kunnen zijn. Ontwikkelen en opleiden zijn daarbij essentieel.”

“Een mooi voorbeeld vind ik dat we enkele jaren geleden onze bouwplaatmedewerkers hebben gevraagd of zij zich wilden ontwikkelden tot uitvoerder. Het hoefde niet maar we wilden ze de kans bieden. Een aantal heeft die kans gegrepen en de BOB-opleidingen Meewerkend/ Assistent Uitvoerder en zelfs Uitvoerder gevolgd.”

Iedereen heeft een persoonlijke coach

“Naast de Persoonlijke OntwikkelPlannen (POP) werken we ook met coaches. Iedereen in ons bedrijf heeft een eigen coach, waarmee hij of zij gemiddeld eens per 6 weken een ontwikkelgesprek heeft. Die coaches worden gekozen op basis van je individuele behoeften en een coach kan zowel een collega als een externe zijn. Na 1,5 jaar evalueren we of je een andere coach nodig hebt, als bijvoorbeeld iemands ontwikkeldoelen veranderen en er andere leerdoelen ontstaan.”

Jongere generaties vinden ontwikkeling en ontplooiing belangrijker

“De jongere generaties hebben andere wensen en behoeften. Zaken als ontwikkeling en ontplooiing vinden zij vaak belangrijker dan vastigheid. Geld heeft ook vaak een andere waarde voor hen. Daar spelen we in ons beleid uiteraard op in. Zo geven we veel aandacht aan doorgroeimogelijkheden en persoonlijke ontwikkeling. Daar helpen we onze mensen bij.”

Een maatschappelijke verandering

“De nieuwe aanpak van BOB-KOB, met veel aandacht voor kortlopende cursussen, de Specials for Professionals, spreekt mij erg aan. Enerzijds omdat mensen veel minder behoefte hebben aan lange opleidingen. Gezinnen bestaan veel vaker uit tweeverdieners en mensen willen na hun werk ook bewust van hun gezin genieten. Dat is een verandering in de maatschappij waar je als werkgever rekening mee moet houden.”

Als je niet ontwikkelt sta je stil

“Tegelijkertijd moet je continu blijven ontwikkelen. Zowel bedrijven als medewerkers, want als je dat niet doet sta je stil en stilstand is achteruitgang. Zeker in deze tijd waarin de markt continu in beweging is en veranderingen steeds sneller gaan. Je moet gewoon mee in de vele innovaties, de duurzaamheidsslag en de persoonlijke skills die nodig zijn in de bouw. Dat vraagt ook om opleiders die flexibel en wendbaar zijn, om nieuwe kennis snel aan te kunnen bieden. Korte en specialistische cursussen zijn dan het antwoord. Ik denk dat die Specials for Professionals dan ook wel eens heel goed kunnen aanslaan.”

Publicatiedatum: 14 mei 2020

Als gevolg van de coronamaatregelen zijn fysieke bijeenkomsten niet meer mogelijk. Om reeds gestarte opleidingen af te kunnen ronden is BOB-KOB overgegaan op onderwijs-op-afstand. Wat vinden bedrijven en deelnemers van deze verandering en wat voor maatregelen nemen bedrijven zelf in deze coronatijd? Wij vroegen het Mendes Schnitzler, Personeelsmanager van KuiperArnhem Bouw en Ontwikkeling.

“Toen de gevolgen van het virus duidelijk werden hebben wij direct maatregelen genomen”, vertelt Mendes. “Zo werkt een deel van onze kantoormedewerkers thuis en een deel zit op kantoor. Na twee dagen wisselen de groepen elkaar af. Daarmee kunnen we voldoende fysieke afstand houden. Uiteraard hebben we overal desinfecterende middelen staan en er hangen posters over het belang van het handen wassen.”

Risico’s minimaliseren

“Op de bouwplaats hebben we ook posters opgehangen en hebben we verschillende schafttijden, zodat de medewerkers op voldoende afstand van elkaar zitten. Twee collega’s moeten thuisblijven omdat zij partners hebben met koortsklachten. Kortom, we nemen het zeer serieus en doen er alles aan om de risico’s te minimaliseren.”

“Wat de gevolgen op lange termijn gaan zijn is nog afwachten. Waarschijnlijk zullen bepaalde projecten uitgesteld worden. Bij nieuwbouwprojecten, waar een bepaald gedeelte verkocht moet zijn voordat je kunt starten, is het bijvoorbeeld afwachten of de vraag overeind blijft. Mensen zijn nu minder geneigd een huis te kopen als het niet echt nodig is.”

Online verder met de opleiding

“We zijn keurig gebeld door onze contactpersoon bij KOB-KOB, opleidingsadviseur Twan Verhagen. Hij vertelde dat onze medewerker die momenteel de opleiding Meewerkend/Assistent uitvoerder volgt deze online kan voortzetten. Onze collega gaat deze week de eerste online les volgen dus ik ben heel benieuwd. Hij wil zelf graag doorpakken met de opleiding en daarom is het ook zo mooi dat hij nu online verder kan.”

“Ik ben sowieso blij dat BOB-KOB snel schakelde zodat de opleiding door kan gaan. Natuurlijk mis je ten opzichte van fysieke bijeenkomsten het onderlinge informele contact tussen de deelnemers. Maar het is nu even niet anders en een voordeel is natuurlijk dat het reizen naar de leslocatie wegvalt.”

In het ritme om te leren

“Onze medewerker heeft eerder al de opleiding Techniek bij KOB gevolgd en gaf aan dat hij verder wilde leren. Hij is een praktijkman die zichzelf verder wil ontwikkelen en dat stimuleren we uiteraard in ons bedrijf. Hij zit nu echt in het ritme om te leren, maar hij vertelt zijn kinderen wel dat ze goed hun best moeten doen op school. Anders moeten ze net als hun vader in de avonduren studeren.”

Publicatiedatum: 20 april 2020

Door: Casper van Busschbach, Q2 System Engineering

De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is een Wijzigingswet op de Woningwet, Wabo en het Burgerlijk Wetboek. Deze wetswijziging zorgt daarmee voor een stelselwijziging met grote impact op de gemeentelijke organisatie. Omdat de gevolgen pas duidelijk worden als je er echt mee gaat werken, is het essentieel om te oefenen met proefprojecten.

Casper van Busschbach, eigenaar van Q2 System Engineering, heeft meegewerkt aan de toetsing van de uitvoerbaarheid en handhaving van de Wkb.

De mogelijke impact van de Wkb zal eerst goed moeten worden geanalyseerd alvorens een project en regieplan kan worden opgesteld. “Welke disciplines in de eigen organisatie hebben welke veranderopgave met welk (kritisch) tijdspad?”, is de vraag die over de gehele breedte van de organisatie gesteld dient te worden. Op het moment dat de impact goed is onderzocht, zijn ook alle stakeholders in de implementatie goed te positioneren in het traject van de veranderopgave.

Proefprojecten

Met implementaties als deze is het helaas veelal ‘droog oefenen’. Een veel geciteerde uitspraak van een van de kenners op Wkb gebied is; “the proof of the pudding is in the eating” omdat pas echt duidelijk wordt wat het effect is van deze stelselwijziging wanneer deze operationeel is. Gelukkig hoeven we niet te wachten tot de inwerkingtreding van deze wet op 1-1-2021, want met zogenaamde proefprojecten kunnen we proefdraaien met het nieuwe stelsel. Het ministerie BZK ondersteunt deze proefprojecten middels een begeleidingscommissie.

Door het doen van proefprojecten worden alle partijen onder het nieuwe stelsel in staat gesteld om de eigen veranderopgave doorlopend te verifiëren en te valideren, voordat we met elkaar feitelijk risico’s lopen in het werkende stelsel. Risico’s kunnen we dan vermijden, verminderen, overdragen of gecalculeerd accepteren.

Leer van elkaar

Een goede doorsnede van de verschillende typen bouwwerken/bouwmethodieken tezamen met verschillende instrumenten en kwaliteitsborgers is naast een kwantitatieve 10% aan proefprojecten een kwalitatieve noodzaak. Door vervolgens ook regionale afstemming tussen gemeenten te regisseren op de verschillende ‘smaken’ aan proefprojecten is maximaal rendement te halen uit de projecten. Leer van elkaar en ga niet met z’n allen hetzelfde doen onder die 10%. Door je eigen organisatie te analyseren middels een Quickscan op de Wkb, zorg je ervoor dat je in de combinatie van de proefprojecten en wie je vanuit je eigen organisatie moet aanhaken bij die projecten, doorlopend kan checken of je het juiste op een juiste manier aan het veranderen bent.

Is jouw organisatie klaar voor de Wkb?

Wil je weten waar jouw organisatie staat en of deze klaar is voor de Wkb? Quickscan dan je organisatie met Contakt Consulting via Marc.verhage@contakt.nl of met Q2 System Engineering via info@q2systemengineering.nl.

Publicatiedatum: 27 februari 2020

Na zijn Aannemersdiploma kreeg Casper Wilmink (27) bij Smit’s Bouwbedrijf de kans om nóg een opleiding te volgen. Zo komt het dat Casper nu ook het diploma Allround Uitvoerder B&U op zak heeft.

Casper Wilmink uitvoerder bij Smit’s Bouwbedrijf

Op de bouwplaats van The Don aan het Osdorpplein in Amsterdam is het nog hectischer dan anders, nu de gigantische torenkraan wordt ontmanteld. Bij dit project worden 429 young-professional appartementen mét ondergrondse parkeergarage en supermarkt gerealiseerd. Uitvoerder Casper voelt zich als een vis in het water: “Ik hou van die hectiek, maar vooral ook van de omgang met mensen. Als uitvoerder heb je met alle lagen te maken, van directie tot opruimer. Het is een mooi spel om op ieder niveau de juiste sturing en leiding te geven. Ook de voortgang garanderen, ondanks alle problemen onderweg, is een prachtige uitdaging. En: geen dag is hetzelfde.”

Casper groeide op met bouwverhalen aan de keukentafel en volgde mbo Bouwkunde. “Vervolgens heb ik het Aannemersdiploma behaald en afgelopen januari ook Allround Uitvoerder B&U.” Tijdens deze opleiding leer je complexe bouwprojecten effectief te managen: “Je doorloopt het hele bouwproces, van idee tot oplevering. Natuurlijk is één aspect je dagelijkse ding, in mijn geval uitvoering. Maar doordat je in het proces naar voren en naar achter leert kijken, ontstaat er een betere wisselwerking tussen de schakels in de keten.”

Eyeopener

Aan bod kwamen onder meer de vakken bouw- en contractrecht en financieel management. Casper: “Ver van mijn bed, dacht ik, en saai. Toch was het een eyeopener om een kijkje in de keuken van deze discipline te nemen. Bovendien bracht de docent de lesstof heel boeiend.” Het werken met een peerproject zorgde voor de verbinding tussen theorie en praktijk. “Aan de hand van een setje tekeningen moesten we een bouwklus aan het Spui in Den Haag binnenhalen. Alle theorie die we in sneltreinvaart aangereikt hadden gekregen, moesten we nu toepassen, aangevuld met eigen research. Je werd zo gedwongen op diverse stoelen te zitten, zoals die van de architect en de gemeente. Die ervaring komt uitstekend van pas in mijn eigen werk.”

Rode draad in de opleiding zijn de soft skills. “Je leert om te gaan met andere mensen, maar ook naar jezelf te kijken middels coachingsgesprekken. Ben je volgens de Roos van Leary autoritair of juist een overlegger? Met name de rollenspelen waren leuk, vanwege de interactie met je medestudenten. Ik vind het een belangrijke toegevoegde waarde om te weten hoe je bent en hoe je kunt leidinggeven. En: het geleerde is direct toepasbaar in de praktijk.” Na vijfenhalf jaar avondschool is Casper klaar voor de toekomst: “Wat ik nu op zak heb, is een prima springplank voor mijn ambities om hoofduitvoerder te worden.”

Publicatiedatum: 30 augustus 2020

Geen cao is zo uniek – én complex – als de cao voor de Bouw & Infra. Het vertalen van cao-afspraken over loon, toeslagen, werktijden enz. naar de praktijk vereist dus specialistische kennis. De opleiding Loon- en Salarisadministratie in de Bouw voorziet daarin. “Je leert de fijne kneepjes van het loonadministrateursvak”, vertelt BOB-docent Paul Soethout. “Van A tot Z, óf in de vorm van maatwerk.”

Paul Soethout, specialist loonadministratie bij SCAB en docent bij BOB.

Paul neemt in zijn docentschap ruim 25 jaar praktijkervaring mee vanuit zijn functie bij accountantskantoor voor Bouwbedrijven SCAB in Tilburg. Als specialist loonadministratie adviseert hij bedrijven over loontechnische zaken in de breedste zin. Bij BOB-KOB is hij nu vijf jaar docent Loon- en Salarisadministratie in de Bouw, na vier jaar examencommissielid voor de cursus Loon- en salarisadministrateur te zijn geweest. Doceren ligt hem: Paul leidt bij SCAB collega’s intern op en verzorgt regelmatig presentaties en kennissessies bij klanten.

Alle ins en outs

Alle ins en outs van de cao Bouw & Infra die een medewerker loonadministratie moet kennen, worden behandeld. Paul: “Eerst doorgronden we de basiszaken van het aannemen van personeel met het opstellen van een arbeidsovereenkomst. Daarna leer je bruto/netto loonberekeningen maken, en vervolgens de juiste loonkosten bepalen – cruciaal bij de calculatie van nieuwe projecten. Tot slot leren de cursisten afdrachten aan de Belastingdienst en pensioenfondsen te berekenen, inclusief hoe je fiscale vrijstellingen optimaal kunt benutten, zoals rondom de Werkkostenregeling.”

Fiscale regelgeving, werknemersverzekeringen en bedrijfstakeigen regelingen, alles komt aan bod, met als rode draad dus de cao Bouw & Infra. “Kenmerkend daarin zijn de vele verschillende toeslagen, die de cao zo lastig te verlonen maken. Uniek in de cao Bouw & Infra is bovendien het tijdspaarfonds (de vroegere vakantiebonnen), dat de berekeningen nog complexer maakt.” Na de opleiding kunnen loon- en salarisadministrateurs zelfstandig een salarisadministratie in de B&U en Infra opzetten en bijhouden.

“Naast de complete opleiding zijn er diverse vormen van maatwerk mogelijk.”

Maatwerk mogelijk

Aankomend administrateurs wordt aangeraden de complete opleiding te volgen. Voor ervaren krachten biedt BOB-KOB echter ook dag-, avond- of meerdaagse trainingen, toegespitst op problematiek uit de eigen praktijk. “Bedrijven kunnen zelf onderwerpen aandragen”, vertelt Paul. “Alles is mogelijk: u vraagt, wij maken. Daarnaast verzorgen we opfriscursussen bij klanten. Wetten en regels veranderen immers regelmatig, zoals per 1 januari 2020 nog de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Tijdig op veranderingen inspelen kan veel geld besparen.”

Paul staat bekend als een bevlogen docent. “Het mooie aan deze opleiding is dat de cursisten oprecht geïnteresseerd zijn. Ze zetten zich met volle aandacht, inzet en betrokkenheid in. Als docent krijg ik daar energie van. Mijn stijl van onderwijzen is informeel en no-nonsens. Ik hou ervan om spelenderwijs te sparren en praktijkervaring te delen. Hard werken staat voorop, maar er is ook ruimte voor geintjes. Ik geef graag leuke, leerzame trainingen. Ook belangrijk: de groepen zijn klein, dus er is volop ruimte voor interactie en persoonlijke aandacht. De cursisten ervaren dit als een groot voordeel.”

Meer weten over onze maatwerkmogelijkheden? Neem contact met ons op!

Bekijk de opleiding Loon- en Salarisadministratie in de Bouw

Publicatiedatum: 14 januari 2022

Zijn mobieltje staat roodgloeiend en zijn werkplek in de CommuniKEET in de Amsterdamse Pijp vult zich voortdurend met werklieden én bewoners die zijn advies of oplossing nodig hebben. Uitvoerder Said Boussalam (39) heeft een hectische baan, maar geniet er volop van: “Ik hou van de adrenaline die de dynamiek van mijn werk met zich meebrengt.”

Said Boussalam, zzp’er in de bouw

Said werkt sinds juni 2019 aan het project 2e Jan van der Heijdenstraat in Amsterdam, waar aan 130 woningen groot onderhoud wordt uitgevoerd. De drukbezette uitvoerder is het schoolvoorbeeld van iemand die door het volgen van scholing steeds hoger op de carrièreladder komt. Jarenlang werkte hij als timmerman, tot hij het in de winter van 2015 zat was en meer wilde. Al googelend kwam hij bij BOB terecht. Hij volgde er twee opleidingen: in 2016 de Junior Uitvoerder (nu ‘meewerkend assistent uitvoerder’) en in 2017 de Uitvoerder B&U groot. In oktober 2018 slaagde hij daarvoor met een 8.

Terugkijkend was dat best een zware tijd, beschrijft Said: “Ik begon om zes uur op mijn werk. Aansluitend zat ik dan ’s middags en ’s avonds tot laat in de schoolbanken in Dordrecht.” Bijzonder daarbij is dat Said de opleidingen zelf financierde, omdat hij sinds 2003 als zzp’er werkt. “Maar als je wat wilt bereiken, moet je gewoon je beste beentje voorzetten!”

“Ik vind de belangrijkste toegevoegde waarde dat ik zelf ben doorgegroeid.”

Pittige overstap

Als uitvoerder stuurt Said de werklieden aan en houdt hij zich bezig met bewonerszaken. De overstap van assistent uitvoerder naar zijn huidige rol was best pittig. “Het was een fikse omschakeling. Ik was immers gewend om de hele dag te timmeren, terwijl ik nu een meer sturende rol heb – al kriebelt het soms nog om zelf wat te doen. Maar het bevalt goed. De hectiek geeft een adrenalinestoot, en dat heb ik liever dan een dag waarop ik bijna niets te doen heb.”

De opleiding tot Junior Uitvoerder was vooral praktisch van aard. Uitvoerder B&U groot daarentegen, was meer op communicatie en theorie gericht. “Dat was even wennen. Ik ging ervan uit dat ook hier de praktijk centraal stond. Toch was het zeer waardevol. Qua communicatie ben ik erg gegroeid. Sowieso vind ik de belangrijkste toegevoegde waarde dat ik zelf ben doorgegroeid. Anders was ik nu nog met mijn hamer en spijkerschort aan de gang geweest. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de combinatie praktijkervaring en theorie een groot pluspunt vormt voor elke opdrachtgever.”

In dubio

Said heeft in zijn hoofd om werkvoorbereider te worden. “Wat me tegenhoudt, is dat je de hele dag op kantoor zit, terwijl ik echt een jongen van de bouw ben. Ik vind het leuk te zien wat iemand maakt of waar hij/zij mee bezig is. Anderzijds vind ik tekeningen en het contractuele deel erg boeiend. Lastig is wel dat je al een baan als werkvoorbereider moet hebben, als je de opleiding wilt doen. Ik zit dus nog in dubio.”

Publicatiedatum: 15 januari 2020

Tijdens de lesdag juridische aspecten van diverse BOB-opleidingen Uitvoerder, Werkorganisator en Projectleider, leert docent Karel Boersma de deelnemers zich bewust te worden van juridische aspecten. “Aan veel zaken waar je tijdens je werk mee bezig bent zitten juridische aspecten vast. Welk contract heeft je bedrijf gesloten met de opdrachtgever, waarvoor ben je nou verantwoordelijk en waarvoor niet?”

“Juridische stof kun je heel droog maken, dat probeer ik dus te voorkomen”, begint Karel Boersma, docent voor het onderdeel juridische aspecten in diverse BOB-opleidingen. “Ik begin altijd met een korte introductie; waar komen wetten en regelgeving vandaan? Ik laat de deelnemers ook wat plaatjes zien om ze een beetje los te maken. Zodat ze beseffen dat het niet een saaie opsomming van wetsartikelen wordt. Dan komt een stukje algemene juridische zaken en daarna ga ik steeds meer de diepte in.”

Karel Boersma partner en advocaat bij Bierman Advocaten en gastdocent voor het onderdeel juridische aspecten in diverse BOB-opleidingen.

Belangstelling wekken

“Ik werk heel veel met cases waar een praktijkvoorbeeld in verwerkt zit. En soms chargeer ik de voorbeelden, zodat het meer aanspreekt. Je moet belangstelling zien te wekken bij de cursisten, dan staat de deur bij hen open om de rest van de informatie op te nemen. Ik probeer ook zo goed mogelijk interactie te krijgen en als ik dan de reacties op de evaluatieformulieren zie aan het eind van de dag, dan is dat gelukt”, zegt Karel trots.

Adviseren, begeleiden en lesgeven

In het dagelijks leven is Karel Boersma partner en advocaat bij Bierman Advocaten. Hij adviseert en begeleidt middelgrote en grote bouwbedrijven op het gebied van contractvorming en bouw- en vastgoedrecht. Karel: “Vaak werken grote en middelgrote bedrijven met opdrachtgevers die een redelijk kennisniveau hebben. Vaak weet je dan snel waar de pijnpunten zitten en dan kun je het wat makkelijker oplossen. Een professionele opdrachtgever weet immers ook wel wat zijn positie is en ziet dan ook wel in dat een procedure beter voorkomen kan worden. Als docent voor BOB ben je op een andere manier met je vak bezig. In plaats van één onderwerp heel diepgaand uit te spitten, ga je meer kennis overdragen. Dat is leuk om te doen. Daarnaast krijg je met de interactie en de vragen die cursisten stellen, ook weer veel terug.”

Leer je rol in het proces kennen

“Tijdens de lesdag probeer ik de deelnemers er bewust van te maken dat er aan veel zaken juridische aspecten vastzitten. Daarbij leer ik ze waar je op moet letten bij het sluiten van overeenkomsten. Ik behandel de UAV en ze leren over de waarschuwingsplicht. Ik laat de cursisten ook de verschillende bouwmodellen zien met de verschillende vormen van verdeling van verantwoordelijkheid. Het is belangrijk je rol te leren kennen in het proces, ook ten opzichte van je opdrachtgever. Weet ook welke contracten er zijn die het bedrijf waarvoor je werkt heeft gesloten met andere partijen.”

Probleem oplossen

“Als aannemer is jouw vak techniek. Dat vind je leuk en daar heb je passie voor. Je wil een mooi project realiseren én een tevreden opdrachtgever. Dus als er zich een probleem voordoet, ga je in de oplosmodus zitten. Je wil klantvriendelijk zijn, gaat meedenken en dan ga je jezelf in principe probleemeigenaar maken. Terwijl het jouw probleem niet altijd is. Daarbij komt ook dat het geld kost om een dag stil te liggen. Dat wil je dan voorkomen door het probleem snel op te lossen. Als je de oplossing aandraagt terwijl dat niet jouw verantwoordelijkheid is, dan heb jij het probleem als de door jou aangedragen oplossing niet goed is.”

Zaken vastleggen

“Wat ik de cursisten ook meegeef is, als je later ooit een geschil krijgt en je gaat in een procedure, dat de rechter het moet doen met de feiten die er liggen. Als je niet veel hebt vastgelegd heeft de rechter minder informatie. Het is dus van belang om zaken goed vast te leggen. De ervaring leert, dat als je dingen goed vastlegt dat degene met wie je zaken doet ook minder kans ziet om misbruik te maken van bepaalde situaties. Hij heeft dan geen kans om er een eigen draai aan te geven. Dan is een juridische procedure niet eens nodig en wellicht gaat de andere partij de discussie niet eens aan.”

Vlammetje

“Ik hoop dat ik ergens een klein vlammetje in de bewustwording heb aangestoken. Als er een situatie is waarbij ze denken: ‘hé dit loopt niet lekker’. Dat ze dan toch denken dit kan gevolgen hebben en hulp gaan zoeken bij een collega of de directie. En dat ze niet domweg doorgaan. Bewustwording is wel het minste wat ze meekrijgen.”

Publicatiedatum: 27 november 2019

Sean Vos houdt zich al ruim 15 jaar bezig met het verduurzamen van de Nederlandse woningvoorraad. Vanuit zijn ervaring heeft hij een duidelijke visie op hoe het verduurzamingstempo omhoog kan, met bijvoorbeeld projectoverstijgende ketensamenwerkingen In zijn rol als docent en ontwikkelaar bij BOB-KOB brengt hij zijn kennis en ervaring met veel enthousiasme over aan de sector. Sean is als docent...

Begin dit jaar heeft Bauke Valstar de opleiding Projectleider (Bouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau), kortgezegd POA afgerond. Hij heeft plezier beleefd aan de opleiding, die hij is gaan doen om de architect meer te kunnen ondersteunen bij zijn werkzaamheden. Bauke Valstar is werkzaam bij Croonen architecten in Nijmegen als modelleur en inmiddels ook als projectleider. “Ik doe hier van alles nog...

Jelle Lecluijze doceert bij BOB-KOB de module Beton en Onderhoud vanuit een grote passie voor dit vak. “Beton is een prachtig product dat een lange levensduur kan hebben. Met gedegen beheer en onderhoud bevorderen we de duurzaamheid binnen de sector en zijn we beter af dan met slopen en nieuwbouw.” Jelle is een ware betonexpert. Zo is hij technisch directeur...

Het gaat nog niet snel genoeg met de verduurzaming van de gebouwde omgeving. In het huidige tempo lijken de beoogde doelen nog ver weg en stevenen we af op een ‘epic fail’ voor de doelen voor 2030 uit de Nationale Prestatieafspraken. Daarom moet de knop om, volgens verduurzamingsexpert Sean Vos. Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen meer en beter samenwerken, terwijl de...

Negentig UTA-medewerkers van Dura Vermeer Infra Regio Zuid West volgden afgelopen januari een trainingsdag Persoonlijke Effectiviteit, geheel op maat én in-company verzorgd door BOB-KOB. Zij verbeterden zo hun bekwaamheid in onder meer efficiënter werken, persoonlijk leiderschap en het goede gesprek voeren. Dura Vermeer staat voor ‘het waarmaken van ambities’. Vanuit die visie stimuleert het familiebedrijf persoonlijke ontwikkeling en groei volop....

Neem telefonisch of per mail contact met ons op

088 425 63 00

info@bob-kob.nl