Door: Eric Houtman

Dit hele oude Engelse gezegde gaat natuurlijk helemaal op als we kijken waar we nu in het Wkb-proces zitten. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is nu aangenomen en bij een groot deel van de bevoegde gezagen, aannemers, projectontwikkelaars, architectenbureaus en ingenieursbureaus begint duidelijk te worden dat 1 januari 2021 best wel snel op ons afkomt.

Wat voor diegenen die zich inmiddels enigszins verdiept hebben in deze nieuwe wet duidelijk aan het worden is, is dat we het hier niet hebben over een ‘technisch’ wet zoals bijvoorbeeld de BENG, die op 1 juli 2020 het licht gaat zien. De Wet kwaliteitsborging heeft vooral behoorlijke invloed op het huidige proces van zowel vergunningverlening, maar in het bijzonder op het bouwproces.

Eric Houtman, directeur van InterConcept en voorzitter van de Vereniging van KwaliteitsBorgers Nederland (VKBN).

Processen in de vingers krijgen

Het komen tot een risicobeoordeling en wie moet zorgdragen voor een borgingsplan en op welk moment gaat de bouwactiviteitmelding plaatsvinden? En dan hebben we het nog niet eens over hoe het proces van toetsen en toezicht er uit gaat zien. Voor alle partijen die bij dit proces betrokken zijn, en in het bijzonder de aannemer, de gemeente en de kwaliteitsborger, is het van belang deze processen in de vingers te krijgen. Te gaan ervaren wie welke rol heeft, hoe de communicatielijnen lopen en wat er van ‘die ander’ wordt verwacht.

Ervaring opdoen

Redenen genoeg dus om met elkaar ervaringen op te doen en gelukkig is hier rekening mee gehouden. In het Bestuursakkoord tussen de Vereniging Nederlandse Gemeente(VNG) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties (BZK) is onder meer afgesproken dat elke gemeente 10% van de vergunningen, die vallen onder de gevolgsklasse 1, zal aanmerken als proefproject.

Proefprojecten

En dat we landelijk meer dan voldoende mogelijkheden hebben om deze nieuwe werkwijze voor de feitelijke invoeringsdatum van 1 januari 2021 in de vingers te krijgen blijkt uit deze grove berekening. Ongeveer 80% van de vergunningsplichtige bouwwerken valt onder de gevolgsklasse 1. We nemen gemakshalve een ondergrens van 65.000 omgevingsvergunningen die in 2020 aangevraagd zouden kunnen worden minus de groep vergunningen die met de komst van de Omgevingswet vergunningsvrij zullen zijn. En 10% hiervan maakt dat we minimaal 4000 proefprojecten kunnen ‘draaien’.

Hierbij is het ook van belang dat we zoveel mogelijk verschillende bouwwerken, vallend onder de gevolgsklasse 1, bij deze proefprojecten gaan betrekken dus niet alleen maar grondgebonden woningen maar ook hallen, stallen, bruggen, tunneltjes en kleine u-bouw. Los van het Engelse gezegde ‘the proof of the pudding is in the eating’ gaat het hier dus ook over ‘de pap’ en niet alleen over ‘de krenten’.

Kennis en kunde

Naast de kunde die tijdens deze proefprojecten wordt opgedaan zullen we ook merken dat er op onderdelen ook nog wat aan de kennis gesleuteld dient te worden. Er zal een basis moeten zijn over de Omgevingswet, maar ook de BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouw) en de BBL (Besluit Bouwwerken Leefomgeving, opvolger huidige bouwbesluit). Allemaal aanpassingen die respectievelijke 1 juli 2020 (BENG) en op 1 januari 2021 (Omgevingswet, Wet kwaliteitsborging van het bouwen, BBL).

Het jaar 2020 wordt een jaar van bouwen en leren.

Publicatiedatum: 21 november 2019

Veel gemeenten hebben een eigen manier gevonden waarop ze omgaan met de kwaliteitscriteria en de voorbereiding op de Omgevingswet. Bij de gemeente Eindhoven doen ze dat met het traject Verder LEREN Kijken. Carol Jansen, leidinggevende bij de afdeling kwaliteit, bedrijfsbureau en handhaving, vertelt er meer over.

“Vanuit de afdeling Handhaving hadden we al een paar jaar de ambitie om meer te focussen op mensen en niet op de regels uit het ouderwetse traditionele handhaven”, vertelt Carol. “We willen mensen verleiden tot het maken van afspraken en niet meteen zeggen: “U heeft iets gedaan wat niet mag, dit is de dwangsom”. Waar mogelijk geven we ruimte, waar nodig treden we op en we gaan vooral ook de gesprekken aan met de mensen. Vanuit deze gedachte, die we hebben opgenomen in ons afdelingsplan Toezicht & Handhaving, zijn we samen met afdeling Vergunningen en de sector P&O de ontwikkelroute ‘Verder LEREN Kijken’ gestart. We hebben daarbij de hulp gekregen van opleidingsinstituut BOB en zijn uiteindelijk tot een gezamenlijke Leerambitie gekomen. Onze eigen Eindhoven Academie en BOB gaan straks waar nodig inhoudelijke cursussen verzorgen en indien gewenst ook een stukje begeleiding of coaching.”

Pijlers leerambitie

Carol: “De pijlers van onze leerambitie zijn: klantvraag van de toekomst, medewerker van de toekomst, Omgevingswet en technologie, maar ook lokale wetgeving die verandert en de gemeentebrede ontwikkelingen zoals duurzame talenteninzet. Daarnaast zijn er de kwaliteitscriteria VTH die met de komst van de Omgevingswet natuurlijk nog belangrijker worden en borging in relatie tot die kwaliteitscriteria, maar ook borging van kennis van medewerkers.”

Regie op de eigen loopbaan

Tijdens een gezamenlijke kick-off bijeenkomst voor de medewerkers van de afdelingen vergunningen en de afdeling toezicht en handhaving is het verder leren kijken traject aangekondigd. Carol: “We hebben die dag bewust anders georganiseerd dan dat we normaal gesproken zouden doen. In plaats van alleen maar zenden, hebben we de medewerkers met workshops willen prikkelen om anders tegen de zaken aan te kijken. Nu gaan we verder met individuele gesprekken met medewerkers aan de hand van de talentscan. Het is een individuele leerroute die vanuit de medewerker moet komen, ze hebben regie op de eigen loopbaan. Verder hebben we ontwikkelgesprekken en reflectiegesprekken en daarnaast zijn we met onze Eindhoven Academie bezig voor het stukje borgen van kennis en kwaliteit.”

Spelen met de Omgevingswet

“Om je voor te bereiden op de Omgevingswet moet je echt gaan stoeien met de gedachtegang”, gaat Carol verder. “Waarom is de Omgevingswet tot stand gekomen, wat is de achterliggende gedachte geweest? En op die manier met elkaar gaan kijken naar je werk. Als je deze casus hebt, wat zou je doen met de gedachte van de Omgevingswet, hoe zou je die casus dan aanpakken. Op die manier maken we onszelf klaar. We hebben binnen de gemeente ook een projectleider Omgevingswet die heeft onder anderen het Omgevingswetspel geïntroduceerd. Op deze manier kunnen mensen echt met rollenspellen en een soort van ganzenbordachtig spel een beetje spelen met de Omgevingswet en dat is echt nog op hoofdlijnen. Dat doen we om mensen te prikkelen en uit te dagen.”

Medewerkers stimuleren

“Het is met de Omgevingswet net als met de Wabo uiteindelijk komt het toch en wij zullen daar toch iets mee moeten”, zegt Carol. “Het is aan het management om de medewerkers te stimuleren zichzelf klaar te stomen voor de Omgevingswet. Dat kan door inhoudelijke opleidingen of door je een bepaalde gedachtegang eigen te maken of door je eens te verplaatsen in de rol van een projectontwikkelaar. De ervaringen van medewerkers die het spel gedaan hebben zijn heel positief. Ook omdat er een gemengde groep wordt samengesteld vanuit het hele ruimtelijke domein, dus je krijgt ook hele bijzondere gesprekken tijdens dat spel. De casussen die tijdens dat spel aan bod komen zijn ook typisch Eindhovense casussen die hier ook zouden kunnen voorkomen. Dus geen grachtenpandjes, want die hebben we hier niet, maar wel een situatie als Strijp-S bijvoorbeeld.”

De gemeentewereld

Zelf had Carol nooit gedacht dat ze na haar opleiding bouwkunde bij een gemeente zou gaan werken. Carol: “Nadat ik klaar was met studeren ben ik gaan reizen en toen ik terugkwam zat ik middenin de bouwfraude. Er was niet of nauwelijks een baan te vinden in de bouwwereld. Ik werd benaderd door detacheringsbureau Yacht voor een baan bij de gemeente. Ik kreeg de mogelijkheid om daar ook ABW 1 en 2 te gaan volgen. Zo ben ik in de gemeentewereld terecht gekomen en ik vind het eigenlijk heel erg leuk. Juist de combinatie met burgers en ondernemers, daar gesprekken mee voeren en naar het belang van een stad kijken, dat is heel anders dan wat ik op de HTS geleerd heb.”

Publicatiedatum: 14 november 2019

Klantvriendelijk zijn, omgaan met meningsverschillen, leidinggeven in lastige situaties. We komen allemaal wel eens in een situatie terecht waarbij je vaardigheden op de proef gesteld worden. Hoe goed ga jij met dit soort situaties om en kun je jezelf hierin trainen?

Soms zit het in kleine zaken. Bijvoorbeeld de servicemedewerker die bij een nieuwbouw een klacht over een aan de onderkant roestende radiator (in badkamer) naast toilet komt opnemen. Na constateren van de roest vroeg de medewerker zich hardop af: “wie heeft dat ding daar opgehangen?” Antwoord klant: “euh jullie?” Na herstel gaf de medewerker nog een goedbedoeld advies: “misschien moet er voortaan maar beter zittend geplast worden”.

Dit is een klein voorbeeld, maar in deze tijd waarin we langer en in meer complexere situaties werken met meer informatiemiddelen dan ooit te voren, is het zaak de eigen vaardigheden goed op orde te hebben en te houden. Zeker omdat we in de bouw steeds meer (en anders) gaan samenwerken in complexere projecten.

Samenwerking

Sommige projectteams presteren beter; teams waarin mensen elkaar vinden, waar mensen goed in hun vel zitten, men elkaar begrijpt, waar men de klant begrijpt, waar men met de stakeholders om kan gaan. Teams waarvan de leden in staat zijn de samenwerking vorm te geven en te verbeteren. Ook al geven contracten soms meer aanleiding tot vechtgedrag dan samenwerkingsgedrag. Want juist dan worden je talenten tot samenwerking getoetst.

Positieve effecten van gedragstrainingen

Mensen die meer zelfinzicht en meer en betere vaardigheden hebben, zijn effectiever. Onderzoeken hebben uitgewezen dat trainingen sociale vaardigheden positieve effecten hebben op aspecten van persoonlijk functioneren zoals onder meer; veerkracht, persoonlijke effectiviteit, eigenwaarde, assertiviteit, flexibiliteit. Deelnemers bleken na trainingen meer verschillende en doelgerichter gedragsstijlen toe te passen.

Trainingen hebben over het algemeen meer resultaat als ze voldoen aan de volgende kenmerken:
• Gericht op persoonlijke leerdoelen;
• Er wordt gewerkt met de eigen praktijk van de deelnemers;
• Er wordt ook getraind in de situatie zelf;
• Er ook individuele coaching aan gekoppeld is;
• De eigen organisatie is betrokken.

Onze werkwijze en organisatiewijze bij trainingen is erop gericht deze factoren te benutten.
Zelfkennis -> Zelfinzicht + Eigen vaardigheden -> Doelgerichte ontwikkeling en effectiviteit.

Publicatiedatum: 6 november 2019

Volgens Gertjan Veldkamp, Directeur Verwerving Oost bij BAM Infra, wel. Gertjan: “Het kost aan het begin veel tijd aan begeleiding, maar je krijgt er veel voor terug.” Samen met infrabedrijven Van Gelder en NTP starten ze een zij-instroomtraject voor calculatoren in de regio Zwolle. Vijf zij-instromers zijn bij deze infrabedrijven aan een opleidingstraject begonnen, dat in samenwerking met de bedrijven is opgezet door BOB-KOB. Aan het woord Gertjan Veldkamp en zij-instromer Sebastiaan Schuchard.

Voor meer informatie over het zij-instroomtraject kun je contact opnemen met René van den Hoeven via vandenhoeven@bob-kob.nl

Publicatiedatum: 9 oktober 2019

In de praktijk is regelmatig discussie over de inhoud van de begroting van de kosten op de bouwplaats die niet specifiek voor een bouwdeel of element worden gemaakt. Om eenduidigheid te krijgen hebben de NVBK en Bouwend Nederland hun modellen samengevoegd en geactualiseerd tot de brochure Algemene bouwplaatskosten, model 2018.

Algemene bouwplaatskosten (ABK) zijn kosten die direct samenhangen met het bouwproject, maar geen direct verband hebben met de onderdelen van het bouwobject. ABK zijn kosten van voorzieningen, productiemiddelen en daaraan verbonden arbeid die in het project worden gebruikt, niet direct aan onderdelen van het bouwobject kunnen worden toegerekend en die niet in het project achterblijven.

Het is lang niet altijd duidelijk welke kosten onder algemene bouwplaatskosten vallen. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren door innovatie van het bouwproces, zoals BIM, nieuwe kostensoorten bij gekomen die tot de ABK kunnen worden gerekend. Ook zijn uitvoerende partijen tegenwoordig veelal actief in de fase voorafgaand aan uitvoering. Hierdoor is niet altijd duidelijk waar de knip zit tussen ontwerp- en uitvoeringskosten.

AK of ABK?

Op het terrein van AK en ABK zijn er op enkele posten in de praktijk onduidelijkheden waar deze worden geplaatst. Een voorbeeld is calculatie: bij calculatie wordt vaak bij de AK een scheiding aangebracht bij verkregen/niet verkregen werken. De kosten van de calculatiewerkzaamheden bij verkregen werken worden doorgeboekt naar de ABK en de kosten van de calculatiewerkzaamheden van niet verkregen werken naar de AK. Gangbare praktijk is echter dat alle kosten rondom calculatie in de AK vallen en calculatiewerkzaamheden voor contractbewaking in de ABK vallen. In het model Algemene Bouwplaatskosten 2018 is als richtlijn gehanteerd om kosten behorende bij het project zoveel als mogelijk onder te brengen bij de AK.

Model Algemene Bouwplaatskosten 2018

De Nederlandse Vereniging van Bouwkostendeskundigen (NVBK) en Bouwend Nederland hebben in het verleden rapporten uitgegeven met ieder een eigen model ABK. De laatste versie van de NVBK is een brochure met een model uit 1998. Voor Bouwend Nederland is dit de publicatie van RRBouw uit 2010. Om discussies over de ABK in de praktijk te reduceren, zijn de NVBK en Bouwend Nederland gezamenlijk opgetrokken. Beide verenigingen hebben een overkoepelend ABK model gemaakt van de algemene bouwplaatskosten. Het geactualiseerde model is ook aangesloten bij de indeling van NEN 2699. Deze norm geeft de indeling van investeringskosten en exploitatiekosten van onroerende zaken en hun onderlinge relatie.

Minder discussie

Het vorig jaar verschenen model creëert duidelijkheid over welke kosten tot de ABK behoren en maakt nauwkeuriger toekenning van de ABK mogelijk. Het resultaat is minder discussie in de praktijk. Bij de opzet van het model is rekening gehouden met de gangbare praktijk en is er ook een indeling gemaakt die voor (nagenoeg) alle bouwprojecten bruikbaar is.

Het model ABK, dat aan de bepaling van de ABK ten grondslag ligt, onderscheidt de ABK naar projectkenmerken, aard van de voorzieningen en kostenkenmerken. De bouwplaatsfuncties zijn onderverdeeld in verschillende rubrieken. Denk bijvoorbeeld aan: algemene projectgegevens, leidinggevend en ondersteunend personeel, voorzieningen personeel op de bouwplaats en nog vier andere functies.

Brochure ABK

In de brochure ABK wordt verder ingegaan op de definitie van ABK, de plaats van ABK binnen NEN 2699, ABK in breder perspectief, model ABK 2018, rubricering, bijzondere ABK en niet tot ABK behorende kosten.
Nieuwsgierig en wil je meer weten? Download dan de brochure ABK.

Bron: brochure Algemene bouwplaatskosten, model 2018

Publicatiedatum: 8 oktober 2019

Bij het tenderen bij functioneel uitvragen, merken we in de praktijk dat er nog steeds kansen gemist worden. Zowel in de selectie- als in de gunningsfase.

Hierbij 8 tips voor een goed tenderproces:

Klantwaarde

Een functionele uitvraag geeft ruimte. Ruimte die je kunt gebruiken om de aanbieding te laten aansluiten bij de klantwensen. Verplaats je in je klant! Maak ook van de risico’s van je opdrachtgever een kans voor jullie en benut deze in BVP. Neem de uitvraag creatief door (op kernwoorden) en bepaal dan al kansen.

USP

Een aanbieding is pas winnend wanneer je oplossingen creëert die waardevol zijn voor jullie klant en je deze ook als klantwaarde in het aanbiedingsdossier benoemt. Dan pas worden de oplossingen Unique Selling Points. Voorkom dus algemeenheden, maar schrijf in termen van USP’s voor de opdrachtgever. EMVI score is hierin natuurlijk wel leidend.

De kracht van Dialoog

Dialoogrondes hebben een tweeledig doel. Belangrijke informatie verzamelen en een relatie opbouwen met je klant. Stel dan ook vragen gericht op de waarde van de klant. Wees voorbereid op mogelijke vragen van je klant. Een goede voorbereiding en oefenen is belangrijk om ontspannen naar het gesprek te gaan.

Projectmanagement- en kwaliteitsplannen

Algemeenheden scoren niet! Benoem jullie onderscheidende kenmerken en integreer deze met je USP(s). Zorg er dus ook voor dat de risico’s van de opdrachtgever in kaart zijn gebracht en neem daarop maatregelen.

Eindredactie

Vertrouwen krijgen en houden in jullie als bouwer is basisvoorwaarde. Wees foutloos in vragen, schrijfstijl en taalgebruik. Zorg dus voor eindredactie op alle documenten die je richting de opdrachtgever verstuurt.

Schrijf in actieve vorm

Korte zinnen en actieve schrijfstijl verhogen de leesbaarheid.

Presentatie is van wezenlijk belang

Alles is communicatie. Van het indienen van vragen, het opleveren van een aanbiedingsdossier tot het verzorgen van een presentatie. Uniformiteit en kwaliteit van lay-out en presentatie is essentieel. Betrek je vormgever bij alle vormen van presentatie.

Go/No go

Wellicht ten overvloede, maar besluit als directie of het project wel echt (aantoonbaar) binnen jullie expertise ligt. De meest succesvolle D&B projecten zijn die projecten waar je veel ervaring in hebt en waarin je je kan onderscheiden. Het meeste leergeld betaal je bij nieuwe projecten.

Publicatiedatum: 26 september 2019

Op 3 oktober is De MAATLAT voor Onderhoudskundigen gepresenteerd tijdens het symposium Professioneel opdrachtgeverschap in vastgoedonderhoud in Nieuwegein. Dit was ter gelegenheid van het 15-jarig jubileum van Sertum. Tijdens het symposium stond de vraag centraal hoe gebouwbeheerders of -eigenaren professioneel invulling kunnen geven aan hun rol en verantwoordelijkheid als opdrachtgever.

Onderhoud is een vak. Of het nu gaat om wettelijke keuringen of technisch beheer, van de professionals die dit doen mag verwacht worden dat zij over de juiste competenties beschikken. Gebouwbeheerders hebben de zorg voor het in stand houden van vastgoed voor een bepaalde periode. De methodieken die zijn ontwikkeld voor conditiemetingen en inspecties waaronder de NEN-2767 en de RVB-BOEI methodiek zijn zeer waardevolle hulpmiddelen voor professioneel onderhoud beheer en onderhoud.

De Maatlat van Sertum

Sertum, het register voor onderhoudskundigen vastgoed, heeft de richtlijn met de titel Maatlat voor Onderhoudskundigen ontwikkeld. Deze Maatlat is tot stand gekomen met behulp van de inbreng van opleidingsinstituten, branches en deskundigen die hun medewerking hebben verleend vanuit het gezamenlijk belang om het vakgebied van onderhoud en beheer helder te omkaderen en continu door te ontwikkelen. Stichting Sertum heeft als initiatiefnemer de inbreng verwerkt tot de teksten die in deze richtlijn zijn vastgelegd en geeft deze Maatlat in eigen beheer uit.

Levensduur en rendement

De Maatlat bevat een richtlijn met competentieprofielen voor onderhoudskundige beroepsbeoefenaars, werkzaam op het gebied van het beheer en onderhoud van vastgoed. Het vastgoed omvat gebouwen, de gebouwde omgeving, gebouwgebonden installaties, terreinen en inrichtingen, infrastructurele werken en kunstwerken.

Het uitgangspunt voor beheer en onderhoud is enerzijds dat het object tijdens de levensduur bruikbaar blijft voor de functie waarvoor het is ontwikkeld en gebouwd. Anderzijds levert het een bijdrage aan het rendement (financieel, bedrijfskundig en/of maatschappelijk) dat met het object behaald moet worden.

Competenties en richtlijn

Deze Maatlat beschrijft de competenties van drie onderhoudskundige beroepsbeoefenaars:
Advies, onder het profiel: Onderhoudskundig Adviseur
Opleiding: Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed (Sertum: Adviseur)
Technisch beheer en projectleiding, onder het profiel: Onderhoudskundig Coördinator
Opleiding: Projectleider Beheer en Onderhoud Vastgoed (Sertum: Coördinator)
Inspecties, onder het profiel: Onderhoudskundig Inspecteur

De richtlijn bestaat uit uitgebreide omschrijvingen van kennis en vaardigheden die gerelateerd zijn aan de kerntaken voor een onderhoudskundige en toepasbaar zijn voor opleiders en toetsers. Voor werkgevers en voor opdrachtgevers is ten behoeve van het verwerven van deskundig personeel en het inkopen en contracteren van deskundigheid een praktische omschrijving opgenomen in de bijlagen van deze Maatlat.

Publicatiedatum: 4 oktober 2019

Tijdens de opleiding Meewerkend/Assistent Uitvoerder krijgen timmermannen en voorlieden een totaalblik op het gehele bouwproces. Veel cursisten maken tijdens de opleiding al de sprong van timmerman naar assistent uitvoerder. Docent Hans Soeter vindt het erg leuk om de ontwikkeling van de cursisten mee te maken.

Hans Soeter, o.a. docent voor BOB in de opleiding Meewerkend/Assistent uitvoerder

“De deelnemers aan de opleiding zitten in een soort overgang”, vertelt Hans. “Ze moeten de stap maken van timmerman, waarbij je de hele dag met een hamer in je hand loopt, naar een soort leidinggevende die eigenlijk niet meer meetimmert. Dat is voor sommige best moeilijk, omdat ze ook een beetje boven hun collega’s uit gaan stijgen. Het onderdeel communicatie helpt daar wel bij en je ziet ze ook veranderen. Aan het begin zijn ze soms heel fel. Dan wordt ze geleerd om eerst na te denken of even tot tien te tellen en hoe je met agressie omgaat. Ze maken hier echt wel stappen.”

Voldoening

Hans Soeter is ruim 15 jaar geleden voor zichzelf begonnen. Hans: “Ik kom oorspronkelijk uit de B&U-sector maar ik ben later ook infra gaan doen en communicatie. Jarenlang heb ik in de renovatie gewerkt met name in Amsterdam. Ik gaf vaak voorlichtingsavonden voor renovatieprojecten en zo ben ik eigenlijk bij de opleidingsinstituten terechtgekomen. Nu geef ik les voor opleidingsinstituten, waarvan BOB een van de eersten was, en ik geef advies aan bedrijven. Het is mijn grootste voldoening wanneer ik zie dat cursisten verder kunnen komen.

Ontwikkeling

Veel van de cursisten beginnen als timmerman, maar ze hebben de ambitie uitgesproken om verder te komen. Het bedrijf waar ze werken heeft ook aangegeven met hen verder te willen, dat is ook heel belangrijk. En dan zie je, tijdens die driekwart jaar dat de opleiding duurt, een ontwikkeling bij die jongens. Ze gaan ineens met een tablet of een laptop werken en ze krijgen de kans om even mee te lopen met de uitvoerder. Dat wordt door ons ook gestimuleerd. Bij de meesten zie je dan dat het na een half jaar wat begint te worden. Dat is heel leuk om mee te maken.

Assistent van de uitvoerder

Bedrijven proberen timmerlieden vaak door te laten schuiven tot voorman of assistent uitvoerder. De handjes kunnen ze vaak wel inhuren, maar kaderpersoneel is toch wel lastiger in te vullen. Dan is het prettig als je dat binnen je eigen bedrijf kunt regelen. De echte uitvoerders komen voor een heel groot gedeelte binnen te zitten. De meewerkend uitvoerder is eigenlijk de assistent van de uitvoerder. Die loopt vooral buiten om ervoor te zorgen dat de kwaliteit goed blijft en de planning klopt en om te kijken of iedereen doet waarvoor ze zijn ingehuurd.

Helicopterview

Tijdens de opleiding leren de deelnemers plannen, werkbegrotingen lezen, risico’s herkennen en beheersen. Ze krijgen een totaalblik op het hele proces van begin tot eind en zien dan dat er meer bij komt kijken dan dat ze als timmerman dachten. Eigenlijk is het doel van de opleiding om ze een helicopterview te geven. Cursisten komen als timmerman binnen en gaan dan steeds breder met andere vakken aan de slag. Dat is best wel een stap net als digitalisering. Ik probeer ze met Word, Excel en Powerpoint te laten werken en dwing ze eigenlijk ook het huiswerk digitaal te maken. Je merkt dat ze het leuk vinden om te doen.

Werkbezoek

Wat we ook doen in de opleiding is een werkbezoek, bij een van de bedrijven van de deelnemers. Dan is het ook leuk als een werkvoorbereider van zo’n project even wat vertelt of nieuwe technieken laat zien. Dat laat ik in principe door de jongens zelf organiseren. Dat is ook een vak. We zijn de vorige keer in Amsterdam geweest, bij een groot werk waar je allerlei facetten kon zien. Het is echt een werkbezoek en we laten ze dan ook een opdracht doen, bijvoorbeeld een bouwinspectie. Anders wordt het al gauw een schoolreisje. De koppeling tussen theorie en praktijk in deze opleiding wordt echt gewaardeerd.”

Publicatiedatum: 12 september 2019

Gemeente Goeree-Overflakkee: ruimte, rust en duurzaamheid

Op Goeree-Overflakkee staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Zo verwacht het eiland in 2020 ruim te kunnen voorzien in haar eigen energiebehoefte. Met een breed gedragen Duurzaamheidsalliantie, het Smart Water plan en innovatieve landbouwprojecten is de gemeente door de provincie Zuid-Holland niet voor niets aangewezen als proeftuin voor de Energieagenda.

Ook op het gebied van het verduurzamen van de woningbouw wil Goeree-Overflakkee vooroplopen. Met de workshop Nul op de Meter die BOB samen met kennisplatform Stroomversnelling heeft samengesteld zijn de medewerkers Bouw- en Woningtoezicht en de afdeling Vergunningen in één dag geïnformeerd over de context en de aandachtspunten op het gebied van duurzaam (ver)bouwen.

Op de hoogte zijn en blijven

Deelnemer Krijn Grinwis (50) is bijna 25 jaar werkzaam als toezichthouder bij de gemeente. “Het was een leerzame dag waarbij vooral de ochtendsessie veel inzicht gaf in situaties waar we dagelijks mee geconfronteerd worden. De gemeente geeft naast duurzaamheidsleningen ook subsidies voor verduurzaming die oplopen tot € 40.000,- en wij houden toezicht op de uitvoering van de ingediende aanvragen. Dan is het prettig om goed op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen en professionele ondersteuning te kunnen bieden. Verduurzaming zal in de komende 20 jaar een steeds belangrijkere rol gaan spelen in onze dagelijkse praktijk en onderdeel uitmaken van de communicatie met de burgers, bedrijven en woningcorporaties. Informatie uit de bron is dus geen overbodige luxe. Ik ben een trotse eilander en werk graag mee aan een duurzame toekomst voor Goeree-Overflakkee. We hebben met een team van 10 toezichthouders en vergunningverleners veel gerichte informatie gekregen waar iedereen op de werkvloer binnen zijn eigen vakgebied mee vooruit kan.”

Verduurzaming

Het thema Verduurzaming gaat ook een steeds prominentere rol spelen in de opleidingen van BOB. Grinwis: ”De ontwikkelingen omtrent de verduurzaming zitten nu echter letterlijk en figuurlijk in een stroomversnelling. Het is belangrijk om in alle geledingen van het gemeentelijk apparaat kennis te borgen en op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Als toezichthouder met een bouwtechnische achtergrond ben ik vooral geïnteresseerd in de praktische aspecten van het thema.

Het is een enorme opgave om alle doelstellingen te halen, zeker op Goeree-Overflakkee. Onze gemeente heeft naast een groot buitengebied met oude woningen ook meerdere wijken waar de komende jaren ingrijpende beslissingen over genomen moeten worden. Ik heb nog 17 jaar te gaan waarvan ik me geen dag hoef te vervelen.”

Energietransitie en Nul op de Meter

Hans van der Wijk, Manager Opleiding en Training bij BOB ziet steeds meer vraag vanuit de gemeenten voor up-to-date trainingen, workshops en incompany maatwerktrajecten waarbij teams, afdelingen of stuurgroepen in korte tijd getraind kunnen worden met de accenten op hun discipline of rol in de keten. Hans: “De energietransitie is een actuele maatschappelijke uitdaging die ons allemaal aangaat. Van huiseigenaar, huurder en woningcorporatie tot netbeheerder en overheid.

De gemeente is vaak de aangewezen partij om al deze partijen aan tafel te krijgen. Zij zien de urgentie. Het wordt nu echter tijd om ambities om te zetten in actie en ervoor te zorgen dat de competenties van de ambtenaren up-to-date zijn. Niet alleen bij stafafdelingen maar ook op de werkvloer. De energietransitie en Nul op de Meter zijn bijvoorbeeld al een integraal onderdeel van het reguliere aanbod van opleidingen rond vastgoedbeheer. Met de workshops kunnen wij inspelen op de actualiteit en gericht inspelen op de vragen van de betrokken ambtenaren.”

 

Krijn Grinwis, Toezichthouder BWT – gemeente Goeree-Overflakkee

De workshop Nul op de meter is inmiddels omgedoopt tot de workshop Introductie verduurzaming bestaande woningbouw.

Publicatiedatum: 28 augustus 2019

Door: Wico Ankersmit

In een heftige discussie hoor je nog wel eens de woorden van de titel van deze column. Wat weet jij daar nu van? Vroeger toen het internet nog niet bestond, en ik wel eens met mijn wijlen vader zo’n discussie had, konden we het echte gelijk ook maar moeilijk direct bewijzen. “Jongen, wat weet jij daar nu van?”, zei hij dan met soms daar achteraan het woord snotneus. Tegenwoordig als ik dit probeer met mijn puberkinderen, heb ik binnen twee seconden bewijslast onder mijn neus geschoven gekregen via hun mobieltje. Tja. De tijden zijn veranderd.

Wico Ankersmit, directeur Vereniging BWT Nederland Foto: René van den Burg

Maar is dit kennis vraag ik me dan wel eens af. Heel veel kunnen we inderdaad wel ergens op het Wereld Wijde Web vinden, maar kennis is naar mijn idee toch echt iets anders. Kennis begin je op te bouwen tijdens je opleiding; basisschool, middelbare school, en wellicht nog hoger onderwijs daar achteraan. Maar als je dan je diploma hebt, dan ben je pas een broekie dat net komt kijken.

Kennis en ervaring

Veel respect had ik voor mijn leermeesters in het vakgebied. Mensen met jarenlange kennis en ervaring. Opgedaan door wellicht heel veel vallen, maar telkens weer opstaan, en nu ik zelf mag leunen op vele jaren ervaring vind ik het een voorrecht om de kennis die ik heb, weer over te mogen brengen op anderen. En wat ik nog mooier vind, is het nog steeds weer opnieuw opdoen van nieuwe kennis die ik dan weer mag toepassen, en vervolgens als ik het voldoende onder de knie heb, ook weer mag overbrengen op anderen.

Blijven leren

Neem nu de bouwregelgeving en het Bouwbesluit. Continu aan verandering onderhevig en door ontwikkelingen steeds complexer. Een enorme uitdaging om het als generalist geheel te bevatten en te breed om het als specialist geheel te doorgronden. Maar als je leergierig bent, een prachtige uitdaging om te kunnen blijven zeggen; “Daar weet ik best veel van”.

Dit kan echter niet zonder de kennis die hiervoor nodig is te blijven opnemen en dus te blijven leren. Zonder voldoende tijd te steken in het bij blijven houden van kennis zul je uiteindelijk niets anders meer kunnen, dan terug te vallen op hetgeen Google je als antwoord laat zien. Maar dan ben je geen gesprekspartner, kun je je standpunt niet direct onderbouwen, en word je zeker niet gezien als meerwaarde in die specifieke situatie.

Gelukkig zijn er veel mogelijkheden om kennis op te doen. Ik mocht de afgelopen maanden een aantal keren dagvoorzitter zijn tijdens de studiedagen Brandveiligheid gevels waar bij elkaar ruim 400 deelnemers een dag door 14 specialisten op dat gebied werden bijgetankt over dat éne kleine onderwerp ‘een brandveilige gevel’. Hoe mooi is het om te zien dat deze 400 mensen hun kennis weer hebben kunnen vergroten en deze kennis nu in de praktijk gaan toepassen.

Bijhouden van veranderingen

Ook zie ik vanuit mijn rol in het curatorium voor de Opleidingen ABW 1 en ABW 2 welke hoeveelheid kennis er wordt overgedragen aan jaarlijks gelukkig heel veel BWT’ers. Sommigen net als broekie binnen hun functie, en anderen met al vele jaren kennis en ervaring die daarmee weer worden bijgeschoold. En ze worden getraind door ook weer mensen met heel veel ervaring, die ook telkens bij moeten worden geschoold om alle ontwikkelingen, veranderingen en aanpassingen bij te kunnen houden. Of je moet blijven leren, is dan ook geen vraag. Het is een deel van je leven, net zo belangrijk als eten en drinken.

Permanente educatie in kwaliteitscriteria

De mogelijkheden zijn er dus, maar door werkdruk en krapte op de arbeidsmarkt worden de mogelijkheden naar mijn idee niet overal voldoende gebruikt en ingezet. Om die reden zou ik dit dan ook graag geborgd willen zien door permanente educatie als onderdeel van de Kwaliteitscriteria. Pas als dit goed is geborgd zijn naar mijn idee de kwaliteitscriteria niet alleen papieren afspraken, maar wordt ook echt invulling gegeven aan de bedoeling hiervan. Maar ach, ik hoor dan de mensen zeggen die hier echt over kunnen beslissen… Wat weet jij daar nu van? Snotneus!

Publicatiedatum: 28 augustus 2019

Door: Casper van Busschbach

De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zorgt in Nederland al langere tijd voor onrust, beroering en sterk uiteenlopende interpretaties. De Eerste Kamer heeft op 14 mei jl. de Wkb aanvaard, waarmee ook de inwerkingtreding op 1-1-2021 is vastgesteld. De Wkb is een wijzigingswet op de Woningwet, Wabo en het Burgerlijk Wetboek. Deze wetswijziging zorgt daarmee voor een stelselwijziging waarvan de impact op bijvoorbeeld een gemeentelijke organisatie vele malen breder is dan bij een reguliere wetswijziging. De impact van de Wkb wordt ingeschat als minimaal net zo zwaar als die bij de implementatie van het Persoons Gebonden Budget in het Sociaal Domein van een vijftal jaar geleden.

Casper van Busschbach, senior-adviseur Wkb bij Q2 System Engineering

Mijn naam is Casper van Busschbach en ik houd mij al meer dan tien jaar bezig met Systeemgerichte Vergunning Beheersing en de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Als senior-adviseur Wkb bij Q2 System Engineering, heb ik tal van organisaties kunnen adviseren op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van dit stelsel en de daarmee gepaard gaande impact. Organisaties als het bevoegd gezag, opdrachtgevers waaronder ook overheden, de opdrachtnemers, maar ook juristen, advocaten en notarissen.

De nieuwe werkwijze bevoegd gezag

De wijze waarop het huidige bevoegde gezag is georganiseerd, sluit niet meer aan op de sterk veranderende markt. Belangrijke ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld die vanuit het Lente-akkoord, Circulair Bouwen en reductie van de CO2 voetafdruk, zorgen voor een grote diversiteit aan nieuwe bewijslast, die allemaal op waarde ingeschat moeten worden. De invoering van de Omgevingswet (Ow) vereist daarbij een manier van werken die veel systematischer en procesmatiger is. Daar voorziet het huidige stelsel van toets en toezicht niet in. Ook de Wkb vereist een meer procesmatige manier van werken, zeker bij het bevoegd gezag. Het bevoegde gezag zal onder het nieuwe stelsel enkel nog toetsen en toezicht houden op belangen van derden (welstand, bestemmingsplan, omgevingsveiligheid, specifiek benoemde risico’s). Het bevoegd gezag kan, naar aanleiding van de bij de omgevingsvergunning aanvraag behorende risicobeoordeling, proportioneel enkele informatie- en/of stopmomenten ‘opleggen’.

De bouwkwaliteit is dadelijk, afgezien van het voorgaande, hoofdzakelijk iets tussen de opdrachtgever (OG) en de opdrachtnemer (ON). Het voldoen aan het Bouwbesluit zal plaatsvinden doordat een (private) kwaliteitsborger, door de OG gecontracteerd, een instrument of kwaliteitssysteem toepast bij de realisatie van een project. De kwaliteitsborger komt vanuit het instrument risicogestuurd tot een toezichtplan. Afhankelijk van de ‘volwassenheid’ van de eigen projectorganisatie op het borgen van de kwaliteit, kan de borger meer op afstand werken en daarmee ook het bevoegd gezag. De OG zal het bouwwerk gereed moeten melden met een oplevercertificaat van deze kwaliteitsborger en de as-built gegevens in een overdrachtsdossier aan het bevoegd gezag.

De Wkb heeft gezien het voorgaande een grote invloed op bouw, infra, beheer en onderhoud en de overheid. Het is dus zaak om gereed te staan voor deze stelselwijziging ongeacht welke rol je speelt in het proces van de realisatie van bouwwerken.

Publicatiedatum: 28 augustus 2019

Vocht en schimmel is bij veel woningcorporaties een aandachtspunt. Soms worden de problemen veroorzaakt door de huurders, maar het kan ook liggen aan de beperkte ventilatiemogelijkheden in met name oudere woningen. Mathieu Kamperman is opzichter dagelijks onderhoud en mutaties bij Haag Wonen. Na het volgen van de opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud bij BOB heeft hij nu veel meer zicht op de achtergrond van de problemen.

“Een collega deed de opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud en het leek me een leuke opleiding om ook te gaan doen”, vertelt Mathieu “Ik heb wel een hoop praktijkervaring, maar ik merkte dat ik behoefte had aan theoretische onderbouwing. Eén van de modules van de opleiding was Vochtproblemen en onderhoud. Vocht en schimmel is een probleem dat veel speelt bij woningcorporaties, vooral bij oudere woningen. Ik heb de module daarom bij mijn teamleider onder de aandacht gebracht. Daar kwam het idee uit voort om voor alle opzichters inhouse een cursus Schimmel en vocht te doen.”

Mathieu Kamperman, opzichter dagelijks onderhoud en mutaties bij Haag Wonen.

Ventilatie

“We zijn bij Haag Wonen best gefocust op vochtproblemen en we doen veel onderzoek via onder andere de bouwpathaloog”, gaat Mathieu verder. “We willen weten wat er speelt. Is het nou huurdersgedrag of zijn het bouwkundige gebreken? Het blijkt vaak een combinatie van beide te zijn en daarbij kwam deze module goed van pas. We hebben nu veel meer zicht op de onderliggende reden. De oorzaken van problemen werden veelal gezocht in huurdersgedrag, alles dicht en vooral geen ventilatieroosters openzetten, omdat alle warmte er dan uitgaat. Andere oorzaken in oudere bouw zijn bijvoorbeeld enkel glas, daardoor heb je veel condens op de ramen wat niet iedere dag weggehaald wordt. De ventilatiemogelijkheden zijn vaak beperkt, dat is dan een bovenlichtje dat je open kunt zetten. Dan krijg je al snel koude lucht naar binnen. Met ventilatieroosters of mechanische ventilatie in de woning kun je dat veel beter sturen.”

Renovatie

Mathieu is werkzaam in het stadsdeel Den Haag Zuidwest, daar zijn veel ouderencomplexen en er is veel bouw uit begin 50’er jaren. Mathieu: “Een aantal complexen heeft op de nominatie gestaan om gesloopt te worden en dan wordt er natuurlijk niet heel veel meer in geïnvesteerd. Inmiddels hebben we een aantal complexen gerenoveerd met gevelisolatie en dubbelglas. Daar wordt dan ook CO2-afhankelijke mechanische ventilatie in aangebracht en goede ventilatieroosters. De bewoners worden vervolgens voorgelicht over het gebruik hiervan. Bij complexen waar groot onderhoud gedaan is nemen de klachten over vochtproblemen vaak af.”

Profijt in dagelijks werk

“Van de opleiding heb ik heel veel profijt in mijn dagelijkse werk”, meent Mathieu. “Bij de module Beton en onderhoud heb ik voor de afdeling planmatig onderhoud, samen met een collega, alle betonschade inzichtelijk gemaakt. Je leert tijdens de les ook waar de schade door veroorzaakt wordt. Daar kun je dus meteen wat mee en dat geldt ook voor de andere modulen. Je herkent de onderliggende oorzaken van schades. Ik moet zeggen dat ik er ook privé veel aan heb bij het onderhouden van mijn eigen woning.”

Losse modules

De opleiding Technisch Beheerder/Opzichter Onderhoud bestaat uit acht modules die je los van elkaar kunt volgen. Om het diploma te halen moet je twee verplichte modules volgen, daarnaast kies je nog vier extra modules. “Ik heb de opleiding in twee jaar afgerond”, vertelt Mathieu. “De basismodule is een hele zware module, met veel werk. Als je het goed wilt doen moet je er wel tijd insteken, maar ik ben niet iemand die met een zesje tevreden is. Ik wil het gewoon goed doen. Ik heb net een nog een extra module afgerond Werktuigbouwkundige installaties en Elektrotechnische installaties, die wilde ik er toch nog bij hebben. Ook ben ik nog bezig met een opleiding tot asbestdeskundige. Als ik dat gedaan heb is het tijd voor vakantie. De module Verf en onderhoud zou ik ook nog wel willen doen. Dan heb ik alle modules compleet.”

Publicatiedatum: 11 juli 2019

BOB-KOB heeft vanmorgen het Leerwerkakkoord ondertekent dat de Gemeente Rotterdam heeft afgesloten met het bedrijfsleven en onderwijs voor de energietransitie. Het doel van dit akkoord is vraag en aanbod van personeel op de arbeidsmarkt van de energietransitie beter op elkaar te laten aansluiten.

Voor de energietransitie zijn veel vakmensen nodig, en mensen met goede, nieuwe ideeën. Bijvoorbeeld omdat huizen, scholen en kantoren beter geïsoleerd moeten worden om de CO2 uitstoot te verminderen. Ook zijn slimme oplossingen nodig om zuiniger om te gaan met energie en om te schakelen naar andere energiebronnen. Met dit Leerwerkakkoord willen de gemeente, het bedrijfsleven en onderwijs de kansen vergroten om goed personeel te krijgen voor de energietransitie. En zo ook meer mensen aan het werk krijgen.

Maatregelen

Om dit voor elkaar te krijgen, nemen de betrokken organisaties allerlei maatregelen. Zoals het opleiden van mensen naar beroepen waar veel vraag naar is. Zij stappen dan over van werk waar minder vraag naar is, bijvoorbeeld van het bankwezen en de olie- en gasindustrie naar de installatiebranche. In de Rotterdamse wijken komen activiteiten om werkzoekenden met een bijstandsuitkering enthousiast te maken voor een baan in de energiesector. Ook komen er trajecten bij bedrijven om werkzoekenden op te leiden voor veelgevraagd werk, zoals warmtepompen en zonnepanelen monteren en onderhouden, isoleren en leidingen leggen.

Voor jongeren

In het Leerwerkakkoord zijn ook veel activiteiten voor jongeren. Zo komt er op Rotterdam-Zuid een nieuw opleidingsbedrijf om meer jongeren op (v)mbo-niveau en zij-instromers op te leiden naar de bouw-, infra-, en energiesector. En verschillende bedrijven in de energiesector bieden mbo-traineeships en hebben onderzoeksopdrachten voor hbo-studenten. Bedrijven en onderwijs pakken het lerarentekort aan door het opleiden en aantrekken van vakmensen tot hybride instructeurs en docenten. Dit zijn medewerkers uit de techniek die naast hun baan les gaan geven op een school en zo hun ervaring overdragen op de volgende generatie technici.

Meedoen?

Bedrijven in installatie, isolatie of bouw die zich voorbereiden op de energietransitie of personeel willen scholen kunnen zich aansluiten bij het Leerwerkakkoord. Dit geldt ook voor vakmensen die als instructeur of docent hun kennis willen overdragen aan studenten. Neem contact op met gemeente Rotterdam via leerwerkakkoord@rotterdam.nl.

Ondertekenaars

Deze organisaties hebben het Leerwerkakkoord Energietransitie ondertekend: gemeente Rotterdam, Bouwend Nederland, Techniek College Rotterdam, Vattenfall, Engie Services West, Hogeschool Rotterdam, Installatiewerk Zuid-Holland, WENB, BOB-KOB, OTIB, Stedin, Woonstad Rotterdam. EIT Climate-KIC ondersteunt het akkoord.

Publicatiedatum: 4 juli 2019

 

Laatbloeier met ambitie

Met zijn 41 jaar is Eric Praamstra de senior in de groep cursisten die in juni examen heeft gedaan voor de opleiding Meewerkend/Assistent Uitvoerder B&U. Na bijna 25 jaar actief geweest te zijn als timmerman is hij vorig jaar met de opleiding gestart om toe te werken naar een carrièreswitch.

Eric Praamstra, Slokker Bouwgroep B.V.

“Dat studeren was best even wennen”, aldus de Hilversummer. “De laatste keer dat ik een lesboek had opengeslagen was in de vorige eeuw.
Ik heb met ontzettend veel plezier ruim 20 jaar op de steiger gestaan en vind timmerman nog altijd een prachtig beroep. Een paar jaar geleden begon ik toch wat fysieke ongemakken te krijgen en ben ik me gaan afvragen of ik het tot mijn pensioen zou volhouden. Ik heb eerlijk gezegd ook even overwogen om in een andere branche te gaan werken, maar het bouwbloed kruipt toch waar het niet gaan kan. In deze sector is zoveel te doen.”

Breder én dieper de materie in

De opleiding Meewerkend/Assistent Uitvoerder is voor praktijkmensen een logische eerste stap naar een functie als uitvoerder. Tijdens de opleiding staat de praktijk centraal en maakt persoonlijke effectiviteit en communicatie een belangrijk onderdeel uit van het lesprogramma, dat bestaat uit 11 bijeenkomsten, 2 individuele coachingsgesprekken en de nodige thuisstudie. “De opleiding sluit naadloos aan op de praktijk”, aldus Praamstra. “Er wordt gewerkt aan de hand van een eigen project. Het doel is dat je het project vanuit meerdere gezichtspunten gaat bekijken. Aan de ene kant ga je dieper de materie in en aan de andere kant ontwikkel je een helicopterview.
Erg interessant en intensief omdat je theorie en vraagstukken krijgt waar je je normaal gesproken als timmerman niet mee bezig houdt. Ik heb nu ook veel meer begrip voor de uitvoerders waar ik de afgelopen jaren mee gewerkt heb.

De meeste moeite heb ik gehad met de onderdelen administratie en planning. Nu, tegen het einde van de opleiding, gaat dat me een stuk makkelijker af dan in het begin. Daarnaast had ik echt een achterstand in het werken met computers. Ik ben geen complete digibeet, maar halverwege het jaar heb ik van Slokker een laptop ter beschikking gekregen waar ik nu steeds handiger mee word. Leren door het gewoon te doen zullen we maar zeggen. Het is net timmeren.

Sociale vaardigheden in opleiding meerwaarde

Het onderdeel persoonlijke effectiviteit en communicatie vond ik erg interessant. Als voorman vond ik het altijd al leuk om een team aan te sturen, met verschillende persoonlijkheden om te gaan en de klus te klaren. In mijn vrije tijd ben ik voetbal- én waterpolocoach. In die hoedanigheid ben ik ook vijf dagen in de week bezig met coaching en groepsprocessen. Ik denk dat ik wat dat betreft juist weer een voorsprong heb op mijn medecursisten. Ik ben een gemakkelijke prater en een goede luisteraar. De manier waarop persoonlijke effectiviteit, communicatie en samenwerking in het programma vervlochten zijn geeft deze opleiding echt een meerwaarde. Je gaat ook nadenken over je toekomstige functioneren als leidinggeven. Ben je ‘one of the guys’ of sta je er boven? De goede balans vinden is soms best lastig. Nu ik er bewuster naar kijk leer ik op dat gebied ook veel van de twee hoofduitvoerders waar ik nu mee werk aan het nieuwe Rosa Spier Huis in Laren, een groot project met ruim 140 appartementen, studio’s, een restaurant en een theater.”

Direct doorpakken

Met een drukke baan, opgroeiende kinderen en een intensief verenigingsleven kan een studie best een opgave zijn. Toch heeft Eric zich al opgegeven voor de opleiding Uitvoerder B&U die in september van start gaat. “Ik ben ambitieus en wil graag direct door. Ik heb de smaak van het studeren te pakken en zit nu in een ritme waar ik me prettig bij voel. Ik wil een allround uitvoerder worden en daarvoor is deze opleiding een must. Ik besef dat het qua niveau en studiebelasting een stuk zwaarder zal zijn dan de opleiding die ik het afgelopen jaar gevolgd heb, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. Op studiegebied heb ik ruim 20 jaar kunnen uitrusten, dus nu is het tijd om door te pakken. Ook als persoon ben ik gegroeid en dat geeft nieuwe energie die ik volledig wil benutten. Ik ben dan ook blij dat Slokker mij de kans geeft om mijn ambities waar te maken. Ik beloof dat ze er een uitstekende uitvoerder voor terugkrijgen.”

Publicatiedatum: 24 juni 2019

Door: Eric Houtman

Het voelde voor sommigen als een Brexit-traject, maar op dinsdag 14 mei jl. is de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen dan eindelijk aangenomen. Met 42 stemmen voor en 33 tegen heeft minister Ollongren de wet door de Eerste Kamer heen weten te leiden. Een traject dat zo’n 18 jaar geleden begon, is hiermee in een volgende fase gekomen. Want het mag misschien voor het ministerie nu enigszins zijn afgerond, voor de gemeenten, de kwaliteitsborgers en in het bijzonder voor de bouwkolom zelf begint het nu past echt.

Eric Houtman, directeur van InterConcept en voorzitter van de Vereniging van KwaliteitsBorgers Nederland (VKBN).

Moeizaam traject

Op 21 februari 2017 werd de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen met een ruime meerderheid aangenomen in de Tweede Kamer en de verwachting was, ondanks de aanvulling met een aantal amendementen, dat de route door de Eerste Kamer ook niet te veel problemen zou gaan opleveren. Maar het liep anders toen toenmalig minister Plasterk op 11 juli 2017 de wet moest toelichten in de Eerste Kamer. De stemming werd aangehouden omdat de minister onder meer op het onderdeel ‘de verbrede aansprakelijkheid’ de CDA Eerste Kamer-fractie van geen goed antwoord kon voorzien.

Na een aantal informele lunchsessies met de direct betrokkenen werd het geheel weer vlot getrokken. Hieruit ontstond de wens dat op bestuurlijk niveau een overeenstemming moest komen over hoe deze wet moest worden ingepast in de wettelijke taken van het bevoegd gezag en over de implementatie van deze wet.
Terwijl er achter de schermen hard werd gewerkt aan de totstandkoming en ondertekening van een Bestuursakkoord, werd door een ietwat opportunistisch ministerie een brief namens de minister naar de Tweede Kamer gestuurd om aan te geven dat men er bijna uit was. Echter deze brief deed geen recht aan de punten in het akkoord en een aantal partijen gooide direct de handdoek in de ring.
Onder meer de VKBN en Woningborg NV hebben een bijdrage geleverd aan het wederom uit het slop trekken van het dossier wat uiteindelijk heeft geleid tot de ondertekening van het Bestuursakkoord op 17 januari 2019.

Maar wat is er nu eigenlijk afgesproken?

Nu met het aannemen van de wet is tevens het Bestuursakkoord van kracht. Het behandelt primair de afspraken tussen het VNG en BZK en op hoofdlijnen gaat het hierover:

Doel:

  • Verbeteren van de Bouwkwaliteit;
  • Papieren toets op het bouwplan vooraf wordt vervangen door toetsing in de praktijk op het bouwwerk zoals gebouwd, met de verplichting om hierbij onafhankelijke kwaliteitsborger in te schakelen;
  • Publiek toezicht door gemeenten blijft en zal voornamelijk liggen op het gebied van de handhaving;
  • Komen tot afspraken rolverdeling tussen bevoegd gezag en kwaliteitsborger rondom de waarborgen die er zijn voor onafhankelijke waarneming, beoordeling en interventie door het bevoegd gezag;
  • Beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2021, gelijktijdig met de Omgevingswet.

Het Bestuursakkoord kent een aantal aanvullingen die aanvullend zijn op de wet zoals:

De risicobeoordeling

Los van de vraag welke gegevens en bescheiden de risicobeoordeling moet bevatten, ten aanzien van het voldoen aan de bouwtechnische voorschriften. Het blijkt dat men graag wenst te zien welke samenhang er is met andere (lokale) voorschriften zoals het bestemmingsplan/omgevingsplan en afwijkingsverzoeken daarvan, welstand, monumenten, adviezen van de veiligheidsregio/brandweer en de lokale toepassing van gelijkwaardigheid en maatwerkvoorschriften bij verbouw/transformatie. Dat de risicobeoordeling beeld moet geven over de risico’s in het te bouwen bouwwerk en dat het als onderlegger kan worden gezien voor eventuele handhavende taken voor het bevoegd gezag is te begrijpen, maar hoe de kwaliteitsborger invulling gaat geven aan het onderdeel samenhang is nog een grote vraag.

Beoogde inwerkingtredingsdatum en evaluatiemoment

Men streeft ernaar de inwerkingtreding van de WKB te laten samenlopen met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2021 waarbij voldoende vertrouwen dient te bestaan dat invoering van het stelsel leidt tot betere Bouwkwaliteit tegen aanvaardbare kosten. Medio juli 2020 wordt aangegeven in hoeverre het stelsel kan worden ingevoerd.

Regiegroep

De regiegroep draagt zorg voor het inrichten en uitvoeren van een gezamenlijk implementatietraject met de VNG en de bij de bouw betrokken marktpartijen en wordt voorgezeten door een onafhankelijke implementatiemanager. Ingezet zal worden op het tevens door de regiegroep toezicht houden op de proefprojecten. De regiegroep stelt een begeleidingsgroep in om een uniforme inrichting, begeleiding en evaluatie van de proefprojecten te organiseren. De begeleidingsgroep kent een onafhankelijke voorzitter.

Proefprojecten

Vooruitlopend op de invoering zullen er proefprojecten worden opgestart. Per gemeente dient 10% van alle vergunningen onder gevolgklasse 1 hiervoor te worden aangedragen. Gedurende deze periode worden verschillende instrumenten onder gevolgklasse 1 beproefd, waarbij tevens rekening gehouden wordt met meerdere vormen van oplevering. Voor het oplossen van verschillen in inzicht bij de proefprojecten kan een onafhankelijke adviseur, welke is aangesteld door de regiegroep, een ieder bijstaan. Mede door deze proefprojecten wordt er gewerkt aan een inslijtend patroon van samenwerking tussen bevoegd gezagen en kwaliteitsborgers.

Aan de slag

Daags na het aannemen van de wet zijn diverse gemeenten en kwaliteitsborgers al aan de slag gegaan en dat is geen onverstandige actie. Iedereen in ons vakgebied weet dat het traject naar een vergunningsaanvraag en het moment van start bouw een meerdere maanden met zich meebrengt dus tijdig opstarten van proefprojecten is geboden. Daarnaast moet er veel aandacht besteed worden aan het aantrekken, opleiden en begeleiden van kwaliteitsborgers. Hetgeen een grote uitdaging is. Ook hierbij moeten gemeenten en bevoegd gezagen elkaar gaan vinden.

Kortom, een publiek-private samenwerking

Bovenstaande punten zouden moeten leiden tot een goede samenwerking tussen het bevoegd gezag en kwaliteitsborgers enerzijds en de bouwkolom anderzijds, waarbij het bevoegd gezag en de kwaliteitsborgers gezamenlijk zullen op trekken.

Publicatiedatum: 20 mei 2019

Vanuit de bouwkeet in Pijnacker overziet uitvoerder John Bosgoed bouwproject Landrijk met 48 woningen. Hij had nooit gedacht dat hij iets anders zou zijn dan timmerman en nu is hij op weg naar een functie als hoofduitvoerder. Tijdens het traject Uitvoerder als Professional leerde hij, door beter te luisteren en door te vragen, sneller een beter beeld te krijgen. Deze training is een van de vele Specials for Professionals, de kortlopende vak- of themagerichte verdiepingscursussen van BOB.

John Bosgoed, uitvoerder bij ABB Bouwgroep op bouwproject Landrijk

“Mijn vader werkte in de bouw en ik ging regelmatig met hem mee. Dat vond ik eigenlijk wel leuk. Ik ben naar de LTS gegaan en daar heb ik de opleiding tot timmerman gevolgd. Daarna ben ik naar het SSPB in Breda gegaan en werd ik geplaatst bij een aannemersbedrijfje waar ik twee jaar gezeten heb. De aannemer zei tegen me dat ik door moest leren, maar daar had ik helemaal geen interesse in. Ik wilde gewoon timmeren en verder niks.”

Van timmerman naar uitvoerder

“Daarna ben ik bij BBB Bouw aan de slag gegaan (nu ABB Bouwgroep). Daar ben ik als timmerman begonnen en van lieverlee ben ik richting de uitvoering gegaan. Op een gegeven moment was er een groot werk en de uitvoerder wilde dat ik een stelwerk ging begeleiden. Zo ben ik de uitvoering ingerold en ben ik toch weer in de schoolbanken beland. Ik ben twee jaar lang ’s avonds naar school gegaan. Eerst heb ik voorbereidend kader gedaan en daarna de uitvoerdersopleiding, allebei bij BOB.
Op een gegeven moment ging er een hoofduitvoerder met de VUT en toen hielden we er nog maar één over. Aan mij werd gevraagd of ik het zag zitten om de richting van hoofduitvoerder op te gaan. Zelf vond ik het nog wat te vroeg en ik wilde eerst wat grotere werken draaien. Ik ben wel alvast begonnen met de ‘special’ Uitvoerder als Professional.”

Rust

“Ik moet zeggen dat deze training me heel veel rust heeft gegeven. Ik had altijd een kort lontje en dat is natuurlijk niet helemaal weg, maar het is veel minder geworden omdat ik heb geleerd hoe ik bepaalde situaties moet aanpakken. Omdat je de vragen anders stelt krijg je eerder het gewenste antwoord. Af en toe is dat nog best moeilijk, je zit soms nog te veel na te denken. Vroeger luisterde ik eigenlijk niet goed, ik zat te wachten op dat ene antwoord. Nu moet je wel luisteren om beter het gesprek aan te kunnen gaan. Omdat dat steeds beter gaat krijg ik meer rust en is dat opvliegerige veel minder. Ik kom sneller tot een beter beeld.
Tijdens de coachingsgesprekken werd gekeken waar je nu staat en welke kant je op wilt. Omdat het één op één is kun je zelf een situatie aandragen waar je moeite mee hebt. In mijn werk vond ik het lastig dat ik vaak geen duidelijk antwoord kreeg op mijn vragen en dat mensen een beetje om de vraag heen draaiden. Ik heb de juiste tools aangereikt gekregen om daarmee aan de slag te gaan.”

Leren luisteren

“In de lesdagen heb ik geleerd om goed naar een ander te luisteren. Ik vat dan het antwoord samen zodat hij weet dat ik heb geluisterd en stel daar dan een vraag over. Dan merk je dat die ander echt in beweging moet komen. Ik moet ook vaker een moment van stilte laten vallen, dan moet de ander ook gaan praten.
Er zijn veel onderaannemers die uitvluchten zoeken als je vraagt wanneer het werk klaar is. “Ja maar het komt hierdoor of daardoor”. Ik heb geleerd daar geen genoegen mee te nemen. Ik probeer bij de vraag te blijven en daar antwoord op te krijgen. En natuurlijk wel ingaan op waarom het niet lukt. Waarom heb je geen personeel, is er iemand ziek of heb je iemand op een ander werk ingezet?”

Hoofduitvoerder is genoeg

“Vroeger wilde ik alleen timmeren en ik heb altijd gezegd dat ik nooit de uitvoering in wilde. Omdat ik last kreeg van mijn knieën ga je er op een gegeven moment toch wel anders over denken. Inmiddels zit ik alweer een jaar of tien in de uitvoering en dat vind ik nu ook heel leuk. Hoofduitvoerder is voor mij voorlopig genoeg, ik ben graag buiten en ik wil ook het liefst dichtbij de jongens blijven en er niet te veel boven staan. Als ik door zou groeien naar projectleider sta ik er te ver vanaf en zit ik vaker binnen. Ik werk nu 25 jaar bij ABB Bouwgroep. Het kan best zo zijn dat je bij een ander misschien meer kunt verdienen, maar ABB is een echt familiebedrijf. Als er van thuis iemand belt omdat er iets aan de hand is, dan kan ik zo naar huis toe. Je wordt hier heel erg gewaardeerd en dat vind ik meer waard dan dat ik bij de buren meer kan verdienen.”

Publicatiedatum: 5 juni 2019

De opleiding Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht is een zeer gewaardeerde opleiding bij gemeentes, maar ook bij cursisten. “Bij deze opleiding is het heel prettig dat je linkjes kunt leggen met de praktijk, dat maakt het een stukje makkelijker. Het is een hele praktische opleiding, omdat wat ik leerde ik de volgende dag kon toepassen”, zegt Jente de Vries, Vergunningverlener Bouw bij de gemeente Hattem.

Jente de Vries, vergunningverlener Bouw – gemeente Hattem

Jente de Vries begon zeven jaar geleden bij de gemeente Hattem als burgerlid van de welstandscommissie. “Bij het bespreken van een aanvraag huurt de gemeente het Gelders genootschap in en naast de rayonarchitect zit er ook altijd een burgerlid bij. Er wordt in zo’n commissie natuurlijk in vakjargon gepraat en soms peilde ik dan even of de aanvrager ook begrepen had wat er gezegd werd. Maar je zit daar ook omdat je Hattem kent en kunt beoordelen of een bepaalde oplossing ergens wel of niet past.”

Nieuwe functie, nieuwe opleiding

Na zes jaar, de maximale termijn, kwam daar een einde aan. Toen er een vacature vrijkwam voor een ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht heeft Jente gesolliciteerd. “Ik heb met mijn hts Bouwkunde tenslotte een bouwkundige achtergrond en vanuit de welstandscommissie kende ik ook al een heleboel plannen. Zo ben ik doorgeschoven richting vergunningverlening. Wel met de verplichting om de ABW 1 te gaan volgen. Een collega heeft de opleiding ook gedaan en vanuit die ervaring wisten we dat de opleiding van BOB je geeft wat je nodig hebt om je taken te kunnen doen.

Ik ben in juni aan deze functie begonnen en de opleiding begon in september. Je hebt dan even een periode waarin je kunt voelen aan het vakgebied. Toen september in zicht kwam merkte ik dat ik tegen wat dingen aanliep en ik extra informatie nodig had. De opleiding ABW 1 kwam voor mij dan ook op het juiste moment. In het begin was het nog even zoeken, maar de opleiding groeide al snel mee met mijn vragen. Op een gegeven moment krijg je dan dat omslagpunt dat wat je op woensdag leert, je donderdag meteen kunt toepassen.”

Jezelf finetunen

“Ik vond effectieve gespreksvaardigheden heel leerzaam”, vertelt Jente. “Je wordt je meer bewust van jezelf, van je doen en laten, dat kan je heel erg helpen. Dan ga je jezelf spiegelen aan hoe een ander jou ziet en ervaart en je kunt jezelf dan even finetunen op dat vlak. Je leert iets vaak niet in één keer af of aan, dat is echt oefenen. Als ik kijk naar mijn eigen leerdoel; sneller to-the-point komen en niet alles drie keer herhalen, dan kan ik dat dagelijks toepassen. Soms vallen dingen ook per ongeluk samen. Tijdens het onderdeel conflicthantering maakte ik bijvoorbeeld net zoiets mee op mijn werk en dan krijg je raakvlakken.”
Bevlogen docenten

“Wat ik ook heel prettig vond is dat de docenten de stof met humor brachten”, gaat Jente enthousiast verder. “Het is natuurlijk gortdroge kost en ik vond het leuk om te zien hoe dat op een gegeven moment ging leven. Je merkt dat de docenten ook energie krijgen van de interactie met cursisten. Op een gegeven moment merkte een docent dat iemand in de groep er niet helemaal bij was. Hij zei: “ik hoef niet te weten wat er aan de hand is, maar als je behoefte hebt aan extra ondersteuning op dit gebied. Dan kun je me altijd bellen of mailen.” Daar zit een bevlogenheid in, dat vind ik heel mooi om te zien. Heel bijzonder hoe de docenten er voor je zijn, voor je klaarstaan. Je bouwt een band op met de docenten, maar ook onderling met de cursisten. We hadden een gemêleerde groep en daardoor heb je ook een soort kruisbestuiving, waardoor je elkaar versterkt in je leerproces.”

Met ABW heb je echt wat in handen

In juni hoopt Jente haar diploma te halen. “Als dat is gelukt ga ik weer voluit aan de slag met mijn werk. Het is wel de bedoeling dat ik over een tijdje dan ook ABW 2 ga doen. Als ik iemand zou moeten adviseren, ga eerst een maand of drie aan het werk. Dan heb je een kijkje in de keuken gehad en weet je wat je werk inhoudt. Daarna kun je aan deze opleiding beginnen. Als je dan de ABW 1 haalt heb je ook echt wat in handen. Gewoon voor jezelf aan kennis en kunde, maar ook een waardevol diploma. Er wordt best wat van je verwacht tijdens de opleiding maar dat is helemaal niet erg, je krijgt er tenslotte ook wat voor terug.”

Publicatiedatum: 20 mei 2019

Ruim 30 jaar is Ed de Vreede werkzaam geweest als onder andere uitvoerder en projectleider op civiele werken. Tegenwoordig staat hij voornamelijk voor de klas om de kennis die hij in al die jaren heeft opgedaan aan nieuwe generaties over te dragen. Zijn enthousiasme voor het Infra-vak geeft hij onder anderen door aan de cursisten van de opleidingen Infra 1 en 2.

Ed de Vreede, o.a. docent voor de opleidingen Infra 1 en 2 van BOB.

“Eigenlijk wilde ik de elektrotechniek in, dat vond ik wel een mooi vak”, begint Ed. “Alleen toen ik aan de mts wilde beginnen was daar weinig werk in. Toen ben ik civiele techniek gaan studeren omdat daar wel vraag naar was. Ik studeerde af aan de hts Weg- en Waterbouw zoals dat toen heette.”

Het mooiste werk

Van 1992 tot 1997 was Ed projectleider bij Grimbergen in Alphen aan den Rijn. “Daar was ik verantwoordelijk voor het maken en het plaatsen van beweegbare stalen bruggen. Technisch gezien is dat gewoon het mooiste werk dat ik gedaan heb. In een paar jaar tijd heb ik 21 bruggen weggelegd, dat was vreselijk gaaf. Technisch hoogstaand, met hele grote nauwkeurigheden op gigantische projecten.

Kennisoverdracht

Tegenwoordig doe ik heel veel aan kennisoverdracht. Dat is mijn manier van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Twee dagen in de week ben ik verbonden aan de Haagsche Hoge School daar geef ik colleges aan studenten en ik begeleid afstudeerders. Voor de BOB geef ik nu les in de opleidingen Elementaire Infratechniek, de Werkvoorbereider/Calculator Ondergrondse Netwerken, Infra 1 en Infra 2.”

Opleidingen Infra 1 en Infra 2

“In de Infra 1 leren mensen, die in een voorbereidingsfunctie zitten, om de risico’s in een project te doorgronden” legt Ed uit. “En vanuit die risico’s met je calculatie bezig te zijn, dat project kunnen beheersen. Hetgeen je aan het begin bedenkt, ik bouw het project in 1 jaar voor 1 miljoen, moet je ook bouwen in die tijd en voor dat bedrag. Hoe ga je dat nou organiseren?

De Infra 2 is voor uitvoerders die richting de projectleiding gaan. Er wordt een iets andere begrotingsmethodiek toegelicht, de elementenmethode. We hebben dan het over de UAV-GC, de nieuwere contracten waar de ontwerpverantwoordelijkheid bij de opdrachtnemer, de aannemer, ligt. Hoe ga je daar mee om, hoe ga je die risico’s monitoren en waar loop je allemaal tegenaan, welke regelgeving past daarbij. Er zit ook een onderdeel sociale vaardigheden in de opleiding en vanuit het omgevingsmanagement is dat ook wel nodig. Vergadertechnieken en conflicthantering zijn wel dingen die daarbij horen.

Op een andere manier leren denken

Bij de RAW-contractvorm heeft de opdrachtgever alles uitgedacht en hoeveelheden bepaald, dan hoeft de aannemer het eigenlijk alleen nog maar te maken. In de huidige contractvorm moet je zelf de hoeveelheden bepalen en bedenken hoe je het gaat uitvoeren. Je moet op een andere manier met zo’n contract omgaan, je moet het op een ander manier aansturen. Technisch gezien moet je nog steeds die weg maken, daar verandert helemaal niets aan. Alleen de verantwoordelijkheden liggen anders.

Je wordt niet afgerekend op de hoeveelheden die je maakt, niet op de m3 beton en op de m2 straatwerk, maar je wordt afgerekend op de prestatie die je hebt geleverd. Gaat die brug open, is die tunnel geschikt, is die weg geschikt? Door middel van kwaliteitsdocumenten moet je dat aantoonbaar maken. In de opleiding Infra 2 leer je hoe je om moet gaan met de eisen die door de opdrachtgever worden gesteld om naar een validatie en verificatie toe te gaan. Cursisten moeten zich ervan bewust zijn dat je op een andere manier moet denken.”

Voorkomen van verstoringen

“Hoe een werk gemaakt moet worden weten we nu wel”, zegt Ed. “Maar die verstoringen die kosten geld en tijd. Een fout in het ontwerp bijvoorbeeld, hoe kun je dat voorkomen? Daar moet je naar gaan kijken. Dat zie je bij de Infra 1 en 2 terugkomen, vanuit die uitdagingen moet je naar het beheersen van je project toegaan. Ook bij een RAW-project zeg ik, kijk naar dat risico. Het kan best zijn dat het jouw risico niet is, maar vertel het de opdrachtgever. Je kunt beter aan het begin afspreken wat je ermee doet, dan dat je op het werk gaat lopen ruziemaken, want dan heb je daar een verstoring waar je zelf misschien ook kosten gaat maken.

Ik geef altijd als voorbeeld, als je aan het begin van dat contract staat dan hou je nog van elkaar, dat is hetzelfde als met een huwelijk. Dan vind je alles nog goed, maak dàn de afspraken. Dat is een stuk lastiger als er al wrijving is ontstaan. Bouwen doe je samen met de opdrachtgever. Bouwen moet een feestje zijn, probeer dat er ook van te maken.”

Publicatiedatum: 9 mei 2019

Hoe beleven de deelnemers aan De Verbinders een ontwikkeltraject en wat heeft het hen opgeleverd? We vroegen Danny Hommersen, Wilco Wirjosoekarto en Florian de Lange van team Rijnstraat 8, dat in 2018 meedeed aan het programma van De Verbinders, naar hun ervaringen.

De Rijnstraat 8 is middels een DBFMO-overeenkomst gebouwd en sinds januari 2017 in exploitatie. Het pand betreft een groot rijkskantoor dat is ingericht met een 0,7 flexnorm en geschikt voor 6000 rijksambtenaren. De gebruikers van het pand zijn de ministeries van Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en een deel van de Vreemdelingenketen die bestaat uit de IND, COA en DT&V.

De opdrachtnemer is het consortium PoortCentraal en bestaat uit BAM, OMA en ISS. De SPC (Special Purpose Company) wordt gemanaged door BAM PPP en is daarmee de formele opdrachtnemer en de MTC (Maintenance and Transition Company) wordt gemanaged door BAM FM en voert de exploitatie van de Rijnstraat 8 uit. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is de formele opdrachtgever en FMHaaglanden (FMH) voert regie op de vraag en het aanbod in Rijnstraat 8.

Hoe verliep jullie samenwerking voordat jullie aan De Verbinders meededen?

“De samenwerking was fragiel en kende twee gezichten. Met de SPC was reeds een goede samenwerking opgebouwd, maar de MTC stond onder grote druk wat zijn weerslag had op de samenwerking. Opdrachtnemer en Opdrachtgever hadden beide veel geïnvesteerd om de slechte samenwerking van de realisatiefase om te buigen in de exploitatiefase en wilde de positieve lijn doortrekken. Ten tijde van de aanmelding voor de Verbinders stonden we gevoelsmatig voor een tweesprong. Met het Verbindersprogramma wilden we een verdieping binnen de samenwerking opzoeken en deden daarom met vier partijen mee. De deelnemers en promotoren waren direct betrokkenen en fungeerden daarmee als sleutelfiguren op strategisch- en tactisch niveau.”

Wat heeft het traject De Verbinders bijgedragen aan jullie samenwerking en het project Rijnstraat 8?

“De Verbinders heeft ons meer opgeleverd dan vooraf verwacht. Niet alleen is de samenwerking tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever verbeterd, maar ook de relatie intern ON en OG. Je leert je counterpartner beter kennen op persoonlijk vlak, maar krijgt ook veel inzicht in de wederzijdse belangen. Door samen het probleem te ontleden en verbeteringen door te voeren ontwikkel je samen tot één groep. Het door ons aangepakte probleem heeft bovendien voor een structurele verbetering in de operatie gezorgd waar we beiden plezier van hebben.”

Wat hebben jullie bereikt door mee te doen met het programma?

“Het programma is veelzijdig en daarmee bereik je meerdere doelen. We hebben veel inzicht gekregen in de probleemsituatie, waardoor we ook gericht naar oplossingen konden zoeken. Met het programma los je niet alle problemen op, maar bewustwording is ook veel waard. Daarnaast heeft het ons een verdieping in onze samenwerking opgeleverd. Ook hebben de gastsprekers ons elk op hun eigen wijze geïnspireerd en gemotiveerd in de breedste zin van het woord.”

Zou je het anderen aanraden ook mee te doen en waarom?

“Wij zouden ieder projectteam aanraden om mee te doen. We merken wel op dat het vooraf een grote investering in tijd lijkt, maar als je het programma met twee handen aanpakt is het dubbel en dwars de investering waard. Daarbij kan het programma als katalysator dienen omdat het je helpt om andere alledaagse uitdagingen vanuit een ander perspectief te benaderen. Hierbij is het wel van belang dat er sleutelfiguren mee doen als deelnemer. Te denken aan een projectmanager of contractmanager, zodat er voldoende mandaat in het team zit om je probleem aan te pakken.”

 

Bron foto: Rijksoverheid. V.l.n.r.: René de Vos (deelnemer MTC), Wilco Wirjosoekarto (deelnemer FMH), Annelies Simons (promotor FMH), Philip Kröner (promotor SPC), Florian de Lange (deelnemer RVB). Niet op de foto: Danny Hommersen (deelnemer SPC), Annuska Bloemert (promotor RVB).

Publicatiedatum: 9 mei 2019

In het tijdschrift voor HRM1 laten van Vuuren, Stoffers en Lancée een onderzoek zien naar het effect van opleiding en training op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Het onderzoek gaat in op de vraag of het eigenlijk zin heeft om medewerkers op te leiden en zo ja, op welke manier dat het meeste effect heeft. De opmerkelijke conclusies worden wetenschappelijk onderbouwd met data van 3.500 medewerkers van een grote administratieve dienstverlener.

De verwachting is dat het aantal 65-plussers oploopt tot 27% in 2040 (CBS 2012). Met oog op langer doorwerken op een gezonde manier worden drie hypotheses onderzocht:

  1. Hoe meer opleidingen en trainingen zijn gevolgd, hoe hoger de vitaliteit, hoe groter het werkvermogen en hoe beter de employability van de medewerkers.
  2. Oudere medewerkers maken minder gebruik van opleidingen en trainingen.
  3. Medewerkers met veel autonomie maken meer gebruik van opleidingen en trainingen.

Young Professionals

Als opleidingsinstituut voor de bouw en infrasector zien wij dat er momenteel veel geïnvesteerd wordt in de Young Professionals. Deze zijn a. lastig te vinden en b. lastig te binden aan de organisatie. De vijver waaruit men vist is klein en beperkt.

De bevindingen

Medewerkers vanaf ca. 45+ worden vaak gezien als senior en ervaren. Zij werken bijvoorbeeld als hoofduitvoerder, hebben alle opleidingen gevolgd en hun sporen verdiend. Tot hun pensioengerechtigde leeftijd werken zij echter als het goed is nog minimaal 20 jaar. En in deze digitale tijden gebeurt er in 20 jaar heel veel. Reden genoeg om te onderzoeken of de hypotheses uit het onderzoek statistisch zijn onderbouwd. Onderstaand de belangrijkste conclusies.

  1. Het volgen van een korte opleidingen heeft een positief effect op verzuim en vitaliteit/energie van het team
    Onder korte opleidingen worden hier opleidingen verstaan die een doorlooptijd hebben van minder dan een jaar, of minder dan 6 uur les per week omvatten. Hoe meer korte opleidingen en trainingen zijn gevolgd, hoe groter de vitaliteit (energie) van het team.
  2. Het volgen van korte opleidingen leidt tot minder uitstroom
    Medewerkers die een korte opleiding volgen, verlaten minder vaak een organisatie dan medewerkers die geen korte opleiding volgen.
  3. Medewerkers die veel autonomie ervaren scoren hoog op vitaliteit
    Er is een significante relatie tussen werkvermogen (verzuim) en autonomie. Dit wordt in oudere onderzoeken zoals het ‘Job Demand Control (Support) Model’ (JDC(S)M) van Karasek uit 1979 al bewezen. Medewerkers die weinig mogelijkheden ervaren om zelf hun werk in te richten kennen een groter verzuim en stromen vaker uit.
  4. De leeftijd van de medewerker en de mate van autonomie hangen samen met het volgen van opleidingen en trainingen en daarmee duurzame inzetbaarheid
    Kortom, medewerkers die meer mogelijkheden hebben om zelf hun werk in te delen en uit te voeren, gecombineerd met een jonge leeftijd volgen meer opleidingen en trainingen. Dit leidt weer tot een positief effect op het verzuim en energie in het team.

Oudere werknemers hebben een hoger verzuim en stromen minder door- en uit. Bijna 73% van de oudere medewerkers in het onderzoek volgen geen opleiding meer, tegenover 57% van de jongere medewerkers. Jongere medewerkers volgen dus meer opleidingen en trainingen ten opzichte van de ouderen. Nu aantoonbaar is gemaakt dat het volgen van opleidingen en training een positief effect hebben op verzuim en vitaliteit, is het dan ook aan te raden dat oudere medewerkers dit ook gaan doen om hun duurzame inzetbaarheid te bevorderen.

Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat opleiden loont. Ook voor oudere medewerkers is het zinvol om een korte opleiding te volgen. Dit leidt tot een hogere vitaliteit, werkvermogen en employability. Medewerkers die een opleiding volgen stromen minder vaak uit. Daarnaast is er lager verzuim en meer energie. Kortom, een zinvolle investering.

1 Tijdschrift voor HRM, Editie 1 2018, Tinka van Vuuren, Jol Stoffers en Vera Lancée

Publicatiedatum: 9 mei 2019

“Dit wil toch iedereen?”

“De Verbinders is voor mensen die zich niet neerleggen bij de dingen zoals ze zijn, maar die dingen willen creëren zoals ze moeten zijn”, zegt Rolf Mars, directeur bij KWS en één van de initiatiefnemers van De Verbinders. “Door een stukje van jezelf en je bedrijf te laten zien en aan te geven wat belangrijk is voor jezelf en voor de ander, kun je de verbinding maken. Daarmee komen succesvolle projecten tot stand.”

Rolf Mars, directeur van KWS (onderdeel van VolkerWessels) en één van de initiatiefnemers van De Verbinders.

“Een belangrijke reden voor bedrijven om mee te doen aan De Verbinders is om onze branche aantrekkelijker te maken. We hebben tegenwoordig allemaal moeite om aan goed personeel te komen, niet alleen in de bouw- en infrabranche. Er is behoefte aan mensen die op een goede manier kunnen samenwerken en die verbinding kunnen maken. We willen de branche leuker en aantrekkelijker maken om in te werken. Deelname aan De Verbinders levert bedrijven nog meer op. Als je tegelijkertijd met elkaar werkt in een project- én in een leersetting, is het mogelijk om een nog betere samenwerking te creëren en daarmee een beter resultaat te behalen. Dan bedoel ik niet alleen in euro’s, maar ook in plezier, tijd en met een tevreden omgeving.

Sleutelfiguren

De teams die naar deze training gaan vanuit opdrachtgever, aannemer en ingenieursbureau, werken in een bestaand project met elkaar samen. Het is belangrijk dat ze bereid zijn te willen leren in deze setting. Daarnaast moeten het sleutelfiguren zijn die invloed hebben op het project en daarmee veranderingen kunnen bewerkstelligen. Samen moeten ze een bepaalde openheid en transparantie creëren binnen het hele projectteam. Met het inzicht dat je in de training opdoet, kun je misschien wel een probleem voorkomen of het meteen oplossen. Met als doel: een beter resultaat op projecten, met minder gedoe en meer werkplezier binnen het projectteam.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Met De Verbinders benadrukken we de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de deelnemers aan de training. Normaal gesproken ben je geneigd om het vanuit jouw kant te bekijken. Door deelnemers van de verschillende partijen samen de training te volgen, leer je het gezamenlijke doel voorop te stellen. De extra verantwoordelijkheid die dat groepje onderling krijgt, werkt versterkend voor het project.

Het ontwikkeltraject is zo ingericht dat vier projectteams tegelijk de training volgen zodat ook zij van elkaar kunnen leren. In zeven bijeenkomsten krijgen zij inzichten in elkaars belangen, hoe zij werken en hoe ze daar met elkaar een succesvolle samenwerking van kunnen maken. Er hoeft geen (groot) probleem te zijn, maar elk project kent zo zijn uitdagingen. Gedurende de training en het project kun je hieraan werken door elkaar inzicht te geven, zorgen dat je een goede samenwerking creëert en daarmee invulling te geven aan de Markvisie: samen werken aan een vitale en duurzame bouw- en infrasector.

Promotoren

We vinden het belangrijk dat dit ontwikkeltraject breed wordt gesteund in de organisaties die meedoen. Het is daarom essentieel dat uit die deelnemende organisaties mensen aangesloten zijn en een coachende rol kunnen vervullen voor hun deelnemer aan De Verbinders, de zogenaamde promotoren. Enerzijds begeleiden zij hun collega die in het team zit. Anderzijds hebben ze de rol om verbinder te zijn naar een volgend project zodat deelname aan De Verbinders niet een opzichzelfstaand traject is. Zo zorgt de training voor verankering van de Marktvisie in de organisaties.

Verdiepen in de ander

Als VolkerWessels (waar KWS onderdeel van is) hebben we al twee keer deelgenomen aan De Verbinders, met het project ‘Renovatie Waalbrug Nijmegen’ met Team Waalbrug en de ‘Vernieuwing Amstelveenlijn’ met combinatie Vital. We zijn enthousiast omdat we zien dat het effect heeft. Sommige dingen zijn toch makkelijker oplosbaar als je elkaars belangen beter kent. Dat vind ik het waardevolle van het traject, dat je samen met je opdrachtgever of ingenieursbureau in een training zit. Je gaat in het werk heel snel de diepte in vanuit je eigen achtergrond. Als je je ook verdiept in de ander kun je acteren op de feiten.

Iedereen moet meedoen

De Verbinders moet een brancheverbetering opleveren. Het is niet alleen iets van mij en de organisaties die al vanaf het eerste uur meedoen. Wij vinden het belangrijk dat iedereen meedoet, alle grootbedrijven, (semi-)overheidsinstellingen, provincies, gemeenten, enz., omdat de hele branche hierbij gebaat is. Omdat je in en uit een project stapt met een kernteam ben je in staat om daar invulling aan te geven, invulling aan de Marktvisie maar ook aan de verrijking van jezelf. Daarmee is het zowel een persoonlijk ontwikkeltraject, als een organisatie- en branche-ontwikkeltraject en natuurlijk een versteviging van je project. We staan allemaal achter de Marktvisie, maar hoe gaan we daar vorm aan geven? De Verbinders is één van die mogelijkheden om de branche daarbij te helpen. Dit wil toch iedereen?”

De Verbinders

Opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw en infra werken samen aan een vitale en duurzame sector. Met de Marktvisie nemen we het initiatief om gezamenlijk te werken aan een duurzame verbetering van de onderlinge samenwerking. Het ontwikkelprogramma De Verbinders is een concrete vertaling van de ambitie van de Marktvisie naar de praktijk.

De initiatiefnemers van De Verbinders bestaat uit vertegenwoordigers van opdrachtgevers, aannemers en ingenieursbureaus. De Verbinders is ontwikkeld door: Neerlands diep en BOB.

Publicatiedatum: 9 mei 2019

Vorig jaar heeft Libereaux op het Managementsymposium van de VBWTN een presentatie gegeven over de ontwikkelingen die nu snel op ons afkomen en die het nodig maken na te denken over de medewerker van de toekomst. Voor ons reden om de collega’s van Libereaux ruimte te geven het competentieprofiel van de Omgevingsadviseur nog eens onder je aandacht te brengen.

De ontwikkelingen binnen het Omgevingsdomein staan niet stil. Nieuwe deskundigheidseisen vragen om permanente educatie, terwijl de Omgevingswet ons dwingt om na te denken over ander gedrag en houding. Opleiden en ontwikkelen dus. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van het “vinkje zetten” om te voldoen aan de (zorg)plicht om aan te tonen in hoeverre je als mens en organisatie voldoet aan de Kwaliteitscriteria. De behoefte nu ligt veel meer op het terrein van het voorbereiden op de Omgevingswet. Er wordt gesteld dat het hierbij voor 80% gaat om ander gedrag en houding. Dit vormt het bestaansrecht van het profiel Omgevingsadviseur van Libereaux.

Doelprofiel

Het profiel Omgevingsadviseur is een competentieprofiel van de meest belangrijke competenties die horen bij het toekomstige participerende gedrag van de vth-medewerker. Het is een doelprofiel en daarmee bedoelen we dat we een concrete ontwikkelrichting kunnen laten zien. Vanuit de gedachte dat een ander gedrag en houding niet wordt gehaald door (alleen) een cursus of training, wordt er gewerkt met competenties. Samen met het team en het management wordt het doelprofiel vastgesteld waardoor naast eigenaarschap, ook een gerichte ontwikkelbehoefte zichtbaar wordt. Het doelprofiel wordt neergelegd in het persoonlijke e-Portfolio DITKANIK.NU zodat je er zelfstandig mee aan de slag kunt, kunt bijhouden én kunt delen met geïnteresseerden als klant, opdrachtgever of je teamleider.

Slim ontwikkelen dus. En dit past in de trend van een Leven Lang Ontwikkelen, de inzet van het valideren van ervaring en je eigen verantwoordelijkheid.

Door Raymond Steenkamp
Algemeen directeur Libereaux

Publicatiedatum: 8 mei 2019

De bouw- en infrabedrijven komen mensen tekort. In diverse functies is het nijpend. Onbegrijpelijk, omdat de bouw een aantrekkelijke sector is met veel uitdagingen en groeimogelijkheden, die ook nog eens mooie producten maakt. De sector heeft een prachtig verhaal te vertellen aan nieuwe potentiële medewerkers. De behoefte op bureauniveau op het gebied van calculatie en werkorganisatie is zo groot, dat bouw- en infrabedrijven buiten de gebaande paden aan oplossingen werken.

Bouwbedrijf M.J. de Nijs & zonen in Noord-Holland heeft onlangs een zij-instromer uit de evenementenhoek in dienst genomen binnen de werkvoorbereiding. Deze ervaring smaakt naar meer. Corinne Weiffenbach (hr-adviseur) van het bouwbedrijf constateerde in het traject, dat het kennistekort bij deze zij-instromer te groot was om direct heel productief in het bedrijf te kunnen werken. Beter zou natuurlijk een hbo’er met een bouwkundige opleiding zijn, maar waar vind je die?

Voorschakeltraject

Een zij-instromer kan een extra belasting zijn voor de huidige bezetting in deze drukke tijd. Bedrijven moeten meer tijd vrij maken om deze nieuwe medewerker intern te scholen. In diverse gesprekken met René Cossé, directeur Bouwmensen Amsterdam, zagen beiden dat er behoefte is aan een voorschakeltraject voor deze zij-instromers. De interne mensen worden dan ontlast en de medewerker kan sneller productief worden, als hij vrijwel direct aan een stoomcursus techniek en calculatie of werkorganisatie kan beginnen.

Stoomcursus

Om dit vorm en inhoud te geven werd BOB-KOB, het opleidingsinstituut in de bouw, gevraagd om mee te denken. Al pratend kwamen zij met zijn drieën tot een maatwerkproject met als belangrijkste kenmerken: zelfstudie en korte individuele begeleiding met als vertrekpunt de wensen van het bedrijf. Ook de leerwensen van de zij-instromer staan natuurlijk centraal en daarom is een goede intake vanzelfsprekend. De stoomcursus geeft een betere startpositie in het bedrijf en meer doorgroeimogelijkheden naar erkende opleidingen van BOB-KOB. Corinne benadrukte dat een zij-instromer eigenlijk de volgende dag nadat deze is aangenomen aan een stoomcursus zou moeten beginnen.

Waar vind ik zij-instromers?

Op 4 april 2019 heeft een twintigtal bouw- en infrabedrijven op uitnodiging van Bouwend Nederland en Bouwmensen Amsterdam tijdens een lunchbijeenkomst gesproken over een dergelijk voorschakeltraject. Alle aanwezigen ondersteunen het initiatief en zien de mogelijkheden, maar ook de uitdagingen. Een belangrijke vraag uit de zaal was: ‘waar komen deze mensen vandaan’? ‘Waar vind ik ze?’ ‘Ik heb nu al plek voor deze kandidaten’. Sommige deelnemers gaven aan meer informatie nodig te hebben voordat ze een dergelijk voorschakeltraject zouden inzetten.

Het algemene gevoel na afloop was, dat Corinne en René een snaar geraakt hebben bij de aanwezige bedrijven. Een deelnemer aan de bijeenkomst bleek eigenlijk zelf behoefte te hebben aan het voorschakeltraject. De afspraak staat, dat de deelnemende bedrijven op korte termijn verder geïnformeerd gaan worden.

Publicatiedatum: 8 april 2019

 

Moeilijke situaties vragen om creatieve oplossingen. Waar haal je nieuwe medewerkers vandaan als deze binnen de branche bijna niet te vinden zijn? Juist, uit andere branches. Dat is exact wat Gertjan Veldkamp, Directeur Verwerving Oost bij BAM Infra, dacht toen bleek dat het aantrekken van calculatoren een probleem werd. Infrabedrijven NTP en Van Gelder zagen hetzelfde probleem. Samen sloegen zij de handen ineen. Vandaag starten vijf zij-instromers bij deze infrabedrijven aan een opleidingstraject, dat in samenwerking met de bedrijven is opgezet door BOB-KOB.

Baangarantie voor de zij-instromers

De vijf nieuwe medewerkers starten aan een opleiding tot Calculator in de infrawereld. Een compleet nieuwe omgeving als je gewerkt hebt in bijvoorbeeld de bankensector of de agrarische wereld. Het omscholingstraject bestaat uit vier dagen werkend leren bij de bedrijven en een op maat gesneden opleidingsprogramma.
Aan het einde van dit opleidingstraject ontvangen de medewerkers het diploma Techniek en het certificaat Opdrachtverwerving & calculatie van Bouwend Nederland. Bovendien hebben ze een gegarandeerde baan.

Gertjan Veldkamp: “Dit traject kent alleen maar winnaars. Wij vullen op deze manier vacatures in waar we moeite hebben om kandidaten voor te vinden. Maar belangrijker, we helpen mensen verder die, op welke wijze dan ook vast zijn gelopen in hun carrière. We geven mensen toekomstperspectief met baangarantie. Dat is niet alleen onze maatschappelijke plicht.”

Tijdens de introductie van het opleidingstraject roemden verder de betrokken bedrijven de samenwerking met Werkgeverspunt Regio Zwolle. En de medewerkers? Die staan te trappelen om te beginnen met hun opleiding. Tijdens hun introductie spraken ze ook hun waardering uit over de werksfeer en ondersteuning binnen de deelnemende bedrijven.

Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een succesvol traject. BOB-KOB wenst de medewerkers en de betrokken bedrijven veel succes en leerplezier.

Publicatiedatum: 21 maart 2019

Lees ook: Voorschakeltraject voor zij-instromers zonder bouwkundige of civieltechnische opleiding

 

Rik Alkema heeft het erg naar zijn zin in de infra en wil er voorlopig wel blijven. Hij volgde daarom de opleiding werkvoorbereider/calculator in de ondergrondse netwerken ter ondersteuning van zijn huidige werkzaamheden als werkvoorbereider. Rik: “De opleiding gaf me de verdieping om mijn functie nog beter uit te kunnen voeren.”

Rik Alkema, werkvoorbereider bij BAM Infra Energie en Water en cursist bij de opleiding werkvoorbereider/calculator in de ondergrondse netwerken

“Wat ik tijdens de opleiding leerde kon ik ook meteen in de praktijk uitvoeren en dat was wel erg fijn”, vertelt Rik Alkema, werkvoorbereider bij BAM Infra Energie en Water. “Vooral het onderdeel projectanalyse en het maken van een planning was voor mij heel zinvol. Als werkvoorbereider ben je daar wel vaak verantwoordelijk voor. Voorheen maakte ik op eigen inzicht een planning, zoals je het iemand anders hebt zien doen. Tijdens de opleiding ga je er echter dieper op in en kom je ook de achtergrond te weten. Hoe je het meest efficiënt iets kunt uitvoeren bijvoorbeeld. Ook het stukje financiën met het onderdeel kostprijs berekenen vond ik zeer waardevol. Als je, zoals ik, tijdens je werk ook een beetje calculatie erbij doet, dan kun je dat direct gebruiken.”

Sociale vaardigheden heel nuttig

“Wat me het meeste is bijgebleven van de opleiding zijn toch wel de sociale vaardigheden”, vervolgt Rik. “Het is een vak dat eruit springt omdat het heel anders is. Het is in de bouw ook niet echt een standaard vak, niet iets dat je leert van collega’s. Je vindt het heel erg leuk of je vindt er niets aan, denk ik. Maar je steekt er hoe dan ook iets van op. Als je het leuk vindt en ook echt tijd steekt in het ontwikkelen van je sociale vaardigheden zijn die lessen heel erg waardevol. Het is wel confronterend en daarom blijft het je goed bij. Je neemt situaties waar je moeite mee had mee uit je eigen praktijk. Dat ga je dan tijdens zo’n les oefenen. Iets wat je lastig vond om op te lossen, kun je nu nog een keer overdoen en dan krijg je er tips bij. De volgende keer weet je dan beter hoe je zoiets moet aanpakken. Dat was heel nuttig.”

Diploma-uitreiking

BOB probeert steeds vaker om een diploma-uitreiking te organiseren in plaats van het diploma op te sturen. Rik: “Ik vind een diploma-uitreiking wel een mooie afsluiting. Je hebt er toch een jaar hard voor gewerkt en dan is het leuk om het op deze manier af te sluiten. Het is ook leuk om de andere cursisten weer even te zien. Je doet apart examen en nu heb je toch de gelegenheid om iedereen weer even te spreken en te horen hoe zij het examen ervaren hebben.”

Van huisaansluiting tot middenspanningsroute

“Via BAM werk ik voor één opdrachtgever en dat is Stedin”, gaat Rik verder. “Voor Stedin doen wij alle ondergrondse infra op het gebied van gas en elektra. Dat kunnen kleine projectjes zijn, zoals huisaansluitingen, maar het kan ook een heel groot project zijn bijvoorbeeld het aanleggen van een middenspanningsroute. Verder doen we alles ertussenin, wijksaneringen bijvoorbeeld. Als er in een wijk oude kabels liggen dan vervangen wij deze.”

Infra is cruciale schakel

“Ik heb het heel erg naar mijn zin bij BAM, het is een leuk bedrijf met een goede sfeer. Daarnaast vind ik het leuk dat er in de infrasector nog heel veel te innoveren valt. Je bent in de infra een cruciale schakel bij alle ontwikkelingen op het gebied van elektra, duurzaamheid en energietransitie. Iedereen gaat van het aardgas af, wat gaan we daarmee doen? In de infrasector ben je daar dagelijks bij betrokken,” aldus Rik Alkema.

Publicatiedatum: 30 januari 2019

Op 7 december 2018 vond in het Bouwhuis in Zoetermeer een feestelijke diploma-uitreiking plaats. De deelnemers van de Projectleider B&U en Infra, Bouwkostendeskundige, Allround Werkvoorbereider en Allround Uitvoerder ontvingen hun diploma.

Als je gewend bent je werkzaamheden op een bepaalde manier uit te voeren ben je al snel geneigd dat zo te laten. Tijdens de opleiding Allround Calculator worden andere methodes aangereikt waarmee je sneller en efficiënter kunt rekenen. Cursist Bram Koeken vindt het leuk om deze methodes meteen toe te passen.

Cursist Bram Koeken, calculator bij Maas-Jacobs Bouwbedrijf in Zundert

“In 2013 heb ik de Calculatoropleiding gevolgd bij BOB en de opleiding Allround Calculator is eigenlijk een logisch vervolg daarop”, vertelt Bram Koeken calculator bij Maas-Jacobs Bouwbedrijf in Zundert. “In de cursus worden andere benaderingen toegepast op projecten dan dat je zelf gewend bent. Dat zet je aan het denken om je werk niet uit te voeren zoals je dat iedere dag doet, maar om te kijken hoe je dat anders kunt doen, makkelijker en efficiënter. Dat is het leuke van de opleiding; je wordt je bewust van hoe je dingen doet en hoe het anders zou kunnen. Meestal spar ik dan de dag na de les met mijn collega’s. Zo blijf je continu een beetje vernieuwen en verbeteren.”

Bram Koeken zit met twee andere collega’s op de afdeling Calculatie. Bram: “Wij zijn een ontwikkelende aannemer en onze collega’s van vastgoed zijn meestal onze opdrachtgevers. Met hen overleg ik over prijzen. Ik bereken kostprijzen op verschillende niveaus; kuubs, ramingen, detailbegrotingen en vervolgens werkbegrotingen voor ons bouwbedrijf, dus voor de uitvoerder projectleider. Dat doen we vaak in bouwteam met onze collega’s van vastgoed om tot een mooi en haalbaar plan te komen, zowel financieel als esthetisch.”

Elementenbibliotheek

“Momenteel zijn we bezig met de NL/sfb-codering en de elementen die daar aanhangen, hoe we in het softwareprogramma Ibis vanuit stabu referentiebegrotingen kunnen coderen”, gaat Bram verder. “We willen een elementenbibliotheek opzetten om sneller op vragen in te kunnen spelen vanuit vastgoed. Zodat we sneller kunnen ramen en iets kunnen afleveren dat duidelijker onderbouwd is. In de opleiding hebben we daarvoor een tool gehad en die hebben we afgestemd op wat wij in het bedrijf aan structuur hebben. Dan blijkt dat dat heel veel dingen raakt. Hoe je iets codeert in een BIM-model hangt weer samen met hoe je iets definieert in een elementenbegroting. Maar ook met hoe je iets inkoopt en hoe je de kosten bewaakt. Het is handig dat je er zowel vanuit je werk als in de opleiding op gewezen wordt hoe je dat kunt doen. Ik vind het prettig dat het meteen toepasbaar is.”

Scherp blijven

“Studeren combineren met mijn privéleven is nu lastiger dan in 2013; het is nu eenmaal een stuk makkelijker huiswerk maken als je geen zoontje van 2,5 hebt”, zegt Bram lachend. “Op het werk is het momenteel superdruk en de opleiding komt dan even op de tweede plek te staan. Tot je op een gegeven moment beseft dat de opleiding eigenlijk op plek anderhalf moet staan en dan moet je weer even bijschakelen.”

“Ik zeg niet dat ik over een paar jaar weer zo’n intensieve opleiding ga volgen, maar ik vind het leuk om op deze manier scherp te blijven en te vernieuwen. Het liefst wil ik mezelf blijven ontwikkelen in het verlengde van de calculatie. Momenteel vind ik het erg prettig om dat in bouwteamverband te doen. Om een onderdeel te zijn van de uitwerking tussen schetsontwerp en definitief ontwerp en om afwegingen te maken samen met architect en opdrachtgever. Samen te zoeken naar alternatieven, met als resultaat een fijne samenwerking en tevreden gezichten. Zo blijf ik bijleren in een uitdagende omgeving en heb ik plezier in mijn werk. Wie weet, als een cursus daaraan bijdraagt, zit ik zo weer in de schoolbanken.”

Publicatiedatum: 5 december 2018

Een begroting terugbrengen van heel veel bladzijden tot een korte, overzichtelijke elementenbegroting. Kees Regelink bouwkostenadviseur bij 4Building en docent bij BOB voor het onderdeel Elementenbegroting, kan er enthousiast over vertellen. Door tijdens de opleiding Allround Calculator of Bouwkostendeskundige ervaringen uit te wisselen en meningen te delen, leren de deelnemers ook van elkaar.

Kees Regelink is bouwkostenadviseur bij managementadviesbureau in de bouw 4building, waar hij ook één van de vier partners is. Daarnaast is hij docent bij BOB. Voor de opleidingen Bouwkostendeskundige en Allround Calculator verzorgt hij het onderdeel Elementenbegroting.

“Ik ben ooit begonnen bij een aannemer”, vertelt Kees Regelink. “Daarna heb ik bij een ontwikkelaar gewerkt en toen ben ik in de advieswereld terecht gekomen. Ik wilde constructeur worden en daar heb ik ook de opleiding voor gevolgd, maar ik ben in de kosten blijven hangen. Dat vond ik toch heel wat interessanter dan zoveel vierkante millimeter wapeningstaal.”

Voortraject grootste uitdaging

Inmiddels is Kees alweer negen jaar één van de vier partners van 4Building, een managementadviesbureau in de bouw: “4Building werkt veel voor de opdrachtgevers in de bouw, vooral utiliteitsbouw en ziekenhuizen, maar we werken ook voor Schiphol en Tata Steel. We begeleiden bij projecten, doen projectmanagement, aanbestedingen en contracten en geven huisvestingsadvies. Ook doe ik de bouwkostenpoot. In het voortraject gebeurt het meeste, daar zit voor ons de grootste uitdaging in. Aanbestedingen zijn daar het hoogtepunt van, daarna ga je in bouwteam verder. Dat blijven we natuurlijk begeleiden, maar dat hoeven we niet allemaal zelf te doen. Tijdens de uitvoering houden we de vinger aan de pols, houden we het budget in de gaten, inclusief meer- en minderwerk, tot en met de oplevering.”

Elementenbegroting

“Het maken van begrotingen vinden we heel leuk”, gaat Kees enthousiast verder. “Daar hebben we natuurlijk onze systematiek in. We rekenen altijd wat grover dan de aannemers. Die maken vaak een detailbegroting van zo’n 100 pagina’s, wij maken een elementenbegroting van een paar kantjes. Een elementenbegroting geeft namelijk al heel veel overzicht en inzicht. Kengetallen, vormfactoren, allerlei dingen waar je je aan vast kunt houden. Waarbij je het gevoel kunt krijgen dat het goed is. Klopt het, herkennen we de getallen? Dat onderdeel is een beetje mijn hobby en mijn vak. Ik probeer het enthousiasme voor het vak over te dragen en dat krijg ik ook vaak terug. Dat doe ik bij projecten, maar sinds 1992 ook tijdens het lesgeven bij de opleidingen Allround Calculator en Bouwkostendeskundige van BOB.”

Inzicht van grof naar fijn

Kees Regelink: “De deelnemers hebben op een bepaalde manier geleerd hoe ze bouwkosten berekenen, van onderaf aan. Ze willen meer, ze willen sneller kunnen rekenen en meer inzicht hebben. Daar kunnen we ze een aardig eind bij op weg helpen. Ze krijgen de meningen te horen van meerdere docenten en van elkaar, dat is harstikke leuk en leerzaam. Het verruimt ook mijn blik om van de groep terug te krijgen wat hen beweegt, waar ze mee bezig zijn. Ik vind het ook ontzettend leuk om deze kennis over te dragen. Vooral als je merkt dat het een club is die echt ergens voor komt. We hebben natuurlijk ook een mooie tool waar ze in hun werk profijt van kunnen hebben. Dat inzicht van grof naar fijn dat zit allemaal in die elementenmethodiek.”

Publicatiedatum: 31 oktober 2018

Toen een training niet door dreigde te gaan, sloegen BOB-KOB en Hendriks Bouw en Ontwikkeling de handen ineen om in de eigen netwerken deelnemers te werven.  Hans Coomans (calculator/planvoorbereider bij Hendriks Bouw en Ontwikkeling) en Twan Verhagen (accountmanager BOB-KOB) vertellen hoe opleider en bouwbedrijf samen werken aan kennisontwikkeling in de bouw.

Samen deelnemers werven voor de opleiding

Hans: “Bij Hendriks Onderhoud en Beheer werken we dagelijks aan het verduurzamen van woningen en daarom had ik mij ook aangemeld voor de training Verduurzaming Bestaande Woningbouw. Maar helaas waren er op dat moment onvoldoende aanmeldingen zodat de training niet door kon gaan. Toen hebben we zelf contact gezocht met BOB-KOB om te kijken hoe we samen voldoende deelnemers konden werven in onze netwerken. Met die externe deelnemers en de ‘eigen’ deelnemers van Hendriks en ons zusterbedrijf Schrijvers Technische Installaties kon de training gelukkig doorgaan.”

We hebben de hele sector nodig om te verduurzamen

Twan: “Dit initiatief van Hendriks was voor mij de eerste keer dat een bedrijf zelf aangaf een onderwerp zo belangrijk te vinden, dat ze zelf extern deelnemers wilden werven. We hebben daar toen samen een brochure voor gemaakt, en actief onze netwerken en relaties benaderd om mee te doen. Gelukkig kwam daar een goede respons op en konden we de training in Oss organiseren. De groep is ook een mooie afspiegeling, met deelnemers uit bouw- en schildersbedrijven maar ook van een woningcorporatie. Verduurzaming is natuurlijk ook een onderwerp waarvoor we de hele sector nodig hebben. En met Dome-X heeft Hendriks natuurlijk een prima locatie voor de training.”

Harde en zachte aspecten zijn beide essentieel bij verduurzaming

Twan: “We hebben deze 5-daagse training ontwikkeld vanwege de enorme opgave om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen. Daarvoor is specialistische kennis en kunde zeer belangrijk, zowel op het gebied van techniek maar ook hoe je bijvoorbeeld omgaat met bewoners en woningbouwverenigingen. Daarom is het ook een combinatie van harde en zachte aspecten van verduurzaming. Want houding, vaardigheden en persoonlijke effectiviteit zijn net zo belangrijk als techniek en financiën. De training is daarom geschikt voor iedereen die te maken heeft met verduurzaming: dus niet alleen bouwbedrijven maar ook architecten en woningbouwverenigingen.”

Wij willen kennispartner zijn voor onze klanten

Hans: “De combinatie van techniek en communicatie spreekt mij ook erg aan in de training. Ik verwacht door de training nog meer handvatten te krijgen hoe we voor – en met – onze klanten de vraag achter de vraag scherp krijgen, waardoor we met maatwerkoplossingen komen. Zodat we complete concepten kunnen aanbieden. Wij willen namelijk echt kennispartner zijn, ook op het gebied van verduurzaming.”

Kennisdeling helpt alle partijen

Hans: “Ik ben blij dat Hendriks kennisontwikkeling en verduurzaming prioriteit geeft, en daarin ook echt investeert. Voor ons is het logisch dat we daar partners en collega’s bij uitnodigen om die kennis samen met ons te ontwikkelen. Want kennisdeling helpt alle partijen in de sector.”

Samen slimmer worden

Twan: “Ik ben heel enthousiast over deze samenwerking tussen bedrijven, opdrachtgevers en opleiders. We moeten met de gehele bouwkolom samen slimmer worden om de verduurzamingsopgave te realiseren!”

Bron: Hendriks Bouw en Ontwikkeling

Publicatiedatum: 31 oktober 2018

Terwijl de bouwaanvragen bij gemeenten zich opstapelen neemt het aantal geschikte kandidaten voor de afdelingen vergunningen, toezicht en handhaving af. Ook de gemeente Amsterdam worstelt met dit probleem. Gelukkig zijn er ook zij-instromers enthousiast te krijgen voor het vak, die met de juiste scholing een welkome aanvulling zijn op de afdeling.

Manuel Monkau, werkzaam voor de procesunit vergunningen, toezicht en handhaving van de gemeente Amsterdam

“Bij de gemeente Amsterdam zijn we nooit klaar met opleiden”, vertelt Manuel Monkau, werkzaam voor de procesunit vergunningen, toezicht en handhaving van de gemeente Amsterdam. “Naast Permanente Educatie en het bijhouden van je kennis, hebben we continu nieuwe instroom. Dat begon een aantal jaar geleden toen we een beetje uit het dal van de crisis kwamen. We zagen de aanvragen voor bouwactiviteiten enorm toenemen, zelfs zover dat wij niet meer in staat bleken te zijn om voldoende geschikt personeel te vinden. Dat speelt in veel gemeenten en ook in het bedrijfsleven, want die vissen in dezelfde vijver als wij. De afgelopen drie jaar konden we nog medewerkers vinden met een bouwkundige achtergrond. We merken echter dat die vijver wel aardig aan het leegraken is.”

Opleiding Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht

“Nu kijken we hoe wij mensen zonder bouwkundige achtergrond toch enthousiast kunnen maken voor dit vak”, gaat Manuel verder. “Dan beginnen we met een cursus Elementaire Bouwkunde A (EB/A) zodat ze de terminologie gaan beheersen. Daarnaast training on the job, kijken hoe een ander het doet. We beginnen heel eenvoudig met bijvoorbeeld een dakkappelletje. Dan langzamerhand uitbreiden en tegelijkertijd een opleiding Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht (ABW). Voor dit opleidingstraject zijn we op zoek gegaan naar een instituut dat de opleiding ABW aanbood. Ook wilden we mensen die nieuw instapten en wel een bouwkundige achtergrond hebben de ABW 1 laten doen. Daarnaast wilden we de medewerkers die al een ABW 1 opleiding hadden gevolgd, door laten stromen naar ABW 2. Onze voorkeur was om dat bij dezelfde organisatie onder te brengen. BOB biedt beide opleidingen aan en is bovendien een gerenommeerd instituut dat zich door de jaren heen bewezen heeft.”

Uniformeren

De procesunit waar Manuel Monkau werkzaam is, is een organisatieonderdeel dat onder meer processen op gebied van vergunningen, toezicht en handhaving uniformeert voor de hele stad Amsterdam. Manuel: “We hebben hele grote slagen gemaakt toen we in 2010 van 14 naar 7 stadsdelen gingen, en daarna door alles te uniformeren. En dat is een proces dat nog steeds gaande is, dat gaat niet vanzelf. Stadsdelen hadden vaak nog een eigen beleid en dat wordt zoveel mogelijk vervangen door beleid dat geldt voor de hele stad. We willen dat de burger, ongeacht bij welk stadsdeel die ook terechtkomt, altijd op dezelfde manier wordt behandeld.”

Waardevast diploma

Alle medewerkers die zich bezighouden met het verlenen van Wabo-vergunningen, of met toezicht en handhaving op die vergunningen gaan naar de ABW-opleiding. Manuel vervolgt: “De toelating is vrij streng. Aan de ene kant is dat fijn, het betekent namelijk dat je diploma ook waarde heeft. Het is niet zo dat BOB de eisen laat zakken omdat wij een paar mensen hebben die wat minder capaciteit hebben. Het diploma is daardoor erg waardevast, dat vinden wij erg belangrijk.
Aan de andere kant, omdat we dit incompany organiseren, is er wel een mogelijkheid voor grensgevallen. Je hebt mensen die geen mbo-diploma op zak hebben, waarvan wij weten dat ze het kunnen. Uiteraard kijken we ook wel heel goed wie we sturen, want het risico ligt bij ons. Met een test kunnen we dan aantonen dat ze toch het benodigde niveau hebben.

We hebben mensen met een mbo-achtergrond, met een hbo-achtergrond en zelfs met een universitaire achtergrond. De ABW-opleiding is echt een toevoeging op hun basisopleiding. Wij merken dat medewerkers die eenmaal een ABW-opleiding hebben gedaan in hun werk enorme sprongen vooruit maken. Ze kunnen de stof direct toepassen. Bij deze opleiding doen ze parate kennis op die ze in het dagelijks werk nodig hebben en ze weten ook waar ze dingen kunnen terugvinden.”

Prettige samenwerking

Manuel Monkau herinnert zich de enthousiaste reactie van een deelnemer: “Ik probeer altijd even bij de eerste les aanwezig te zijn om een idee te hebben van de deelnemers, ik ken nog niet iedereen. Tijdens het voorstelrondje hoor je dan de achtergrond van mensen. Ik vind het leuk om te weten wat hun motivatie is om dit te gaan doen. Tijdens de koffie kwam er iemand naar me toe die heel enthousiast was. “Hoe hebben jullie het voor elkaar gekregen om uitgerekend deze man hier te hebben staan, want dit is de man die ik bewonder.” De docent bleek mee te hebben geschreven aan de Wabo.

Tijdens het hele traject van de uitvoering had ik contact met de projectassistente. Zij is flexibel, goed op de hoogte en weet precies hoe of wat, dat werkt heel prettig. Het is heel fijn om een contactpersoon te hebben waarmee je snel kunt schakelen. Als je bijvoorbeeld een stel mensen wilt verhuizen van de ene naar de andere groep of iets wilt veranderen in het schema, dan zijn korte lijnen wel heel erg van belang. Ik ben dan ook zeer tevreden over hoe dit traject loopt.”

Publicatiedatum: 11 oktober 2018

Faalkosten zijn een verspilling waar menig bouwbedrijf tegenaan loopt. In deze tijd waarin gewerkt wordt aan complexe renovatietrajecten in nieuwe samenwerkingsvormen, zijn faalkosten nog aan de orde van de dag. Daarbij is de beheersing van onder andere de eigen manuren op de bouwplaats een van de uitdagingen op dit moment.

Ook Dura Vermeer Bouw Heyma BV is bezig om faalkosten aan te pakken. De veranderende projecten vragen om een verdere professionalisering van de projectteams en de projectbeheersing. De aannemer wil dat de uitvoerders zich bewust worden van de noodzaak om de arbeidskosten op de bouwplaats te beheersen en ook het nut hiervan inzien en derhalve verder in ‘control’ komen.

Proactieve kostenbeheersing

Het creëren van inzicht en bewustwording gebeurde tijdens de tweedaagse incompany workshop Manurenbeheersing van BOB. Door voorbeelden uit de praktijk van Dura Vermeer Bouw Heyma te gebruiken en door te laten zien wat een proactieve kostenbeheersing kan betekenen werd duidelijk hoe het beter kan en moet! Daarna werd er dieper ingegaan op hoe je dan die kosten daadwerkelijk kunt gaan beheersen. Welke middelen zijn er en hoe kun je deze het beste inzetten om tot een goed resultaat te komen.

Goede invulling op maat

Wilfred Lansbergen, Hoofd Productie Dura Vermeer, is enthousiast: “Samen met de BOB hebben we een goede invulling op maat gegeven aan de leerdoelen op het gebied van manuurbewaking in specifiek de renovatie-onderhoud en transformatie. Onbekende factoren die opspelen tijdens het project zijn aan de orde van de dag. De uitvoerders meegeven hoe daar proactief in te handelen samen met de teamleden is zeker geslaagd. Doordat de workshop echt voor ons bedrijf is samengesteld is er veel herkenning en maak je snel stappen.”

Publicatiedatum: 27 september 2018

De workshop Loon- en salarisadministratie is al jaren het moment om bijgepraat te worden over de veranderingen op het gebied van sociale verzekeringen, arbeidsrecht of de WW. Daarnaast worden de fiscale maatregelen, die met Prinsjesdag worden aangekondigd, verduidelijkt. Docent Roelof van Marrum is ook dit jaar weer van de partij om helderheid te geven.

“Ik geef de workshop Loon- en Salarisadministratie al bijna 15 jaar en voor veel deelnemers is dit vaste prik”, vertelt Roelof van Marrum trots. “De cursisten bestaan voor het grootste deel uit salarisadministrateurs, medewerkers van de HR-afdeling en hun leidinggevenden. Mensen van de financiële afdeling die de verantwoordelijkheid hebben voor lonen vinden zo’n dag perfect. In één dag weten ze wat er relevant is en waar ze vanuit finance aandacht voor moet hebben.”

Loon- en salarisadministratie met een bouwsausje

“Het is leuk om van de deelnemers terug te horen dat de workshop aanslaat en dat men er in de praktijk echt iets aan heeft. Dat komt denk ik omdat ik lange theoretische verhalen probeer te vermijden en met werkbare praktijkoplossingen kom”, vervolgt Van Marrum. “Bedrijven die werkzaam zijn in de bouw zouden zeker moeten komen. We bekijken alles namelijk vanuit het perspectief van de bouw. Ook vanuit een andere sector kun je het prima volgen, alleen zul je op bepaalde momenten even moeten schakelen naar hoe het in jouw sector geregeld is. We geven de workshop ook al jaren incompany bij een aantal grote aannemers. En nu zijn we zelfs gevraagd door een van de grootste accountantskantoren van het land, dan halen we natuurlijk wel het bouwsausje eraf.”

Onderwerpen workshop

De workshop Loon- en salarisadministratie gaat vanaf november weer van start op diverse plaatsen in het land. Welke onderwerpen worden er ditmaal behandeld? Van Marrum: “De eerste stap in het nieuwe belastingstelsel komt uiteraard aan de orde in de workshop. Hoe werkt dat qua tarieven en wat betekent dat voor de loonstrook? Verder gaan we vaart maken met de Wet arbeidsmarkt in balans. Eigenlijk is dat een reset van de Wet werk en zekerheid die een paar jaar geleden is ingevoerd. Die heeft het niet op alle punten goed gedaan en dus worden er een aantal dingen teruggedraaid.”

Verlof in de bouw

Van Marrum gaat verder: “We gaan ook aandacht besteden aan het nieuwe wetsvoorstel met betrekking tot verlofregelingen, daarin wordt de nadruk gelegd op zorg in combinatie met thuis. Verlof nemen om voor je kind te zorgen wordt in de bouwcultuur nog niet algemeen geaccepteerd. Uitvoerders vinden dat maar lastig, want hoe zit het met de planning? Ik denk echter dat de bouw er niet meer aan ontkomt.

Als je nieuwe wetgeving krijgt zie je dat mensen zich nog beter gaan realiseren wat voor rechten ze eigenlijk al hadden. Dan gaan ze aanspraak maken op zaken die in het overige bedrijfsleven als voorkomen normaal worden ervaren en in de bouw nog niet echt. In de crisis keek je wel uit om over dat verlof te beginnen, want dan lag je er als eerste uit. Nu kunnen werknemers in de bouw zich wat meer permitteren. Dat is een reden waarom dat voorstel in combinatie met verlof echt wel een plekje krijgt in deze workshop.”

Complexiteit en dynamiek

Als adviseur met een eigen adviesbureau is Van Marrum goed op de hoogte van de wijzigingen: “Ik volg veel nieuwskanalen en dan zijn de wijzigingen moeilijk te missen. Met relevante wetgeving pak ik de wetteksten erbij en lees de memorie van toelichting. Ook volg ik het proces van adviesaanvraag van de Raad van State en de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Dan weet ik waar de nuances liggen en waarover gesproken wordt. Een eventuele verandering kan ik daardoor ook veel sneller duiden.

Loon- en salarisadministratie bestaat uit allerlei facetten. Ik heb zowel met werknemers als werkgevers te maken. De belangen lopen niet altijd parallel en ik vind het leuk om die partijen toch bij elkaar te brengen zodat ze oog hebben voor elkaar. Als er wet- en regelgeving is die op een bepaald vlak vaak verandert dan is het dit. Die complexiteit en dynamiek dat trekt mij heel erg aan en het feit dat het over mensen gaat.”

Praktische vertaalslag

Naast het geven van workshops en het zijn van adviseur is Roelof van Marrum ook werkzaam in het bouwbedrijf van zijn broer: “Ik help mijn broer bij de financiële administratie en bij de loon- en salarisadministratie. Alles wat de deelnemers meemaken, maak ik zelf ook mee. Ik ben niet een verhalenverteller die zegt hoe het in een ideale wereld zou moeten werken, maar ik maak een praktische vertaalslag. Het lukt me aardig om dat goed over te brengen en dat is ook de kracht van deze workshop.”

Publicatiedatum: 3 oktober 2018

Traditiegetrouw worden op Prinsjesdag het Belastingplan 2019 en de verzamelnota Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 2019 bekendgemaakt, met alle kengetallen waarmee in 2019 rekening moet worden gehouden. Ook zullen de wijzigingen in de werkkostenregeling (WKR) bekend worden gemaakt. Om u wegwijs te maken in deze veranderingen organiseert BOB ieder jaar de Workshop Loon- en Salarisadministratie.

De workshop is al jaren het moment om bijgepraat te worden over de veranderingen die ons in het nieuwe jaar te wachten staan op het gebied van Loon- en salarisadministratie. Docent Roelof van Marrum is weer van de partij en gaat in november op ‘tournee’ met de Workshop Loon- en salarisadministratie. Hij heeft inmiddels 20 jaar ervaring op het gebied van werkgeverszaken. Van Marrum probeert lange theoretische verhalen te vermijden en met werkbare praktijkoplossingen te komen.

 

Workshop Loon- en salarisadministratie

De Workshop Loon- en Salarisadministratie gaat in het najaar van 2018 van start op diverse locaties in het land. De volgende onderwerpen komen aan bod.

 

Wetsvoorstellen Arbeidsmarkt in Balans en Invoering Extra geboorteverlof

In het regeerakkoord zijn wijzigingen aangekondigd in het arbeidsrecht en verlofregelingen. De wetsvoorstellen zijn intussen ingediend en zullen naar verwachting in het najaar worden aangenomen in de Tweede en Eerste Kamer. Het gaat hierbij om wijzigingen in het ontslagrecht, de transitievergoeding, tijdelijke contracten en sectorindeling. Ook de twee nieuwe compensatieregelingen krijgen de nodige aandacht. Tenslotte is er aandacht voor het extra geboorteverlof voor de partner bij de geboorte van het kind.

 

Ontwikkelingen Flexibele arbeidsrelaties

De komende periode gaat er veel veranderen voor oproepkrachten, payrollers en ZZP-ers. Zo krijgen oproepkrachten krijgen meer zekerheid en gaan de rechten en plichten van payrollers meer lijken op die van werknemers en uitzendkrachten. Tenslotte komt er meer duidelijkheid omtrent het werken met ZZP-ers door middel van de nieuwe opdrachtgeversverklaring.

 

AVG voor salarisadministrateurs in de Bouw

De AVG is een aantal maanden geleden ingevoerd. Wat is er in de praktijk veranderd voor de salarisadministrateurs als het gaat om het verwerken van de werknemersgegevens? Is er een register opgemaakt, zijn de grondslagen bepaald, zijn werknemers op de hoogte en zijn er afspraken gemaakt inzake de bewaartermijn?

 

Cao Bouw

In april is er een nieuwe cao afgesloten. De belangrijkste aandachtspunten komen aan de orde. Denk hierbij aan de invoering van de nieuwe PAWW-premie, de salarisverhogingen, wijzigingen inzake de arbeidstijden. Speciale aandacht zal er zijn voor de oudere werknemers in de bouwsector.

 

Workshop Loon- en Salarisadministratie

Van het werken aan een zelf ingebracht project leren de deelnemers aan de opleiding Meewerkend Assistent Uitvoerder het meest. Zo blijkt ook uit het slagingspercentage van bijna 100%. De cursisten studeren af op hun eigen niveau en in hun eigen praktijk. Daardoor kunnen ze de kennis en vaardigheden meteen toepassen tijdens het werk.

Opleidingsmanager Frank Doelare werkt inmiddels al 10 jaar bij BOB. Daarvoor was hij docent Bouwkunde bij het Albeda college in Rotterdam.

“De opleiding Meewerkend Assistent Uitvoerder is bedoeld voor timmerlieden en voorlieden op grote projecten of op kleine projecten en dat kan ook op onderhoud en renovatie zijn”, vertelt Frank Doelare, opleidingsmanager bij BOB-KOB. “Cursisten krijgen de mogelijkheid een vertaalslag te maken richting hun eigen praktijk. Uiteindelijk kunnen ze met wat ze hier leren de uitvoerder assisteren. Ze leren plannen en hun eigen werk bewaken, maar ook tekeninglezen en mensen aansturen, dingen die ze normaal niet doen. Daarnaast krijgen ze nog een stukje persoonlijke effectiviteit en communicatie. Als ze hogerop willen komen en efficiënt hun werk willen leren indelen, dan doen ze deze opleiding.”

Eigen praktijk

“De samenstelling van de groep is zeer divers. De ene deelnemer is timmerman, de andere is een ervaren voorman. Omdat ze een vertaalslag maken naar de eigen praktijk met eigen projecten maakt het niet zoveel uit of ze uit de infra, kleine bouw of grote projecten komen. Ze studeren af op hun eigen niveau. Het is dus geen project of case die ze van ons voorgeschoteld krijgen, maar het zijn bestaande projecten die ze zelf inbrengen. De meeste cursisten willen graag aan hun eigen project werken omdat dit hun eigen praktijk is, zo kunnen ze het direct toepassen in de praktijk en leren ze het meest.

We werken met een projectmap waarin alle stappen staan aangegeven. Daardoor weten de cursisten precies wat ze moeten doen om de opleiding succesvol af te ronden. Ze krijgen eerst een instructie en daarna gaan ze de organisatorische aspecten toepassen op hun eigen praktijk.”

Groeiproces

“Tijdens de opleiding meewerkend assistent uitvoerder worden coachingsgesprekken gehouden waarin het groeiproces van de betreffende deelnemer goed in de gaten wordt gehouden. Van werkgevers horen we tijdens de diploma-uitreiking vaak positieve geluiden. Ze merken dat de medewerker is gegroeid in de functie en zijn benieuwd hoe dat gegaan is en wat er precies geleerd is. De coach, die naast docent van het onderdeel communicatie ook een soort mentor is die de deelnemer door en door kent, kan dit prima terugkoppelen naar de werkgever.”

Communicatie

“Communicatie vormt een belangrijk onderdeel van de opleiding. Cursisten werken aan persoonlijke effectiviteit en krijgen zelfinzicht. Verder leren ze hoe ze moeten instrueren en aansturen, controleren en motiveren en hoe ze moeten omgaan met stressvolle situaties. Deelnemers geven vaak aan dat ze heel veel hebben gehad aan het onderdeel communicatie. Daarnaast blijft goed hangen dat ze zaken moeten registreren en vastleggen. Die combinatie geeft ze voldoende houvast om beter op hun werkplek te functioneren.”

Publicatiedatum: 10 september 2018

Foto: Nyenrode, Prof. Anke van Hal

Het gaat opeens enorm snel met de energietransitie in de bestaande woningbouw. Aardgasvrije wijken is een standaard begrip geworden en vandaag las ik ergens dat het Nul-op-de-Meter-concept voor renovaties al als ‘gewoon’ wordt beschouwd. Dat laatste durf ik te betwijfelen, volgens mij wordt er nog flink geëxperimenteerd, maar het laat wel zien dat de ontwikkelingen razendsnel gaan. “En daar ben jij natuurlijk blij mee?”, wordt me geregeld gevraagd. Tja.

Ik ben inderdaad blij dat er veel gebeurt en dat de uitdagende en noodzakelijke energieopgave waar we voor staan zo serieus wordt genomen. Maar ik word wel zenuwachtig van de haast die opeens iedereen lijkt te hebben. En wel om de reden dat heel veel professionals in al die haast maar weer gaan doen wat hen het beste lijkt. En dat is helaas maar al te vaak niet waarvan gebleken is dat dat het beste is. Daar zit mijn zorg.

We zijn al ruim dertig jaar bezig met het energiezuiniger maken van de bestaande woningvoorraad en we hebben in die tijd heel veel geleerd. We weten nu vooral dat het niet simpel is. Want echt, als dat zo was hadden we het nu over heel andere zaken. Misschien lukt het ons technisch wel (alhoewel dat ook helemaal niet eenvoudig is) en ook financieel komen we er waarschijnlijk wel uit, maar waar het vaak mis loopt, is op het menselijk vlak. Voor allerlei vakmensen kan energie besparen hoge prioriteit hebben, voor de meeste bewoners is het maar bijzaak. En die moeten wel mee willen doen.

Gelukkig is er over de jaren heen niet alleen heel veel kennis opgedaan over technische oplossingen, maar ook op dit vlak. Maar die moet dus wel worden benut! En het lastigste is; de belangrijkste les die we hebben geleerd is dat de kans op draagvlak bij bewoners een brede benadering, dus energie gekoppeld aan dat wat mensen wel echt bezig houdt, op basis van een heel grondige wijkanalyse is. En dat vereist dus maatwerk, een brede blik en ook veel tijd in het beginstadium van een project. En dat terwijl iedereen zo’n haast heeft. We moeten dus vertragen in het begin van een project om later te kunnen versnellen en aldus binnen de gestelde tijd onze doelen te bereiken. Lastige boodschap.

Het goede nieuws is echter dat we dus weten hoe we de kans op succes aanzienlijk kunnen vergroten. Die kennis eigen maken is nu de belangrijkste stap. Laten we dus vooral maar op dat terrein haast maken.

Door Prof. Anke van Hal

Prof. Anke van Hal, Ph.D., MSc is hoogleraar Sustainable Building and Development bij het Center for Sustainability van Business Universiteit Nyenrode.

Daarnaast is Anke van Hal een van de auteurs van de 4-daagse training Verduurzaming bestaande woningbouw. Deze training is ontwikkeld door een samenwerking van OTIB, ISSO, DWA, EnergyGO, BouwNext, SBRCURnet, TU Delft, Platform31, TVVL, Nyenrode en BOB Opleiding, Training en Advies.

Publicatiedatum: 4 september 2018

Tanja Wendt – Adviseur Bouwplannen bij de gemeente Harderwijk – heeft het laatste tentamen van ABW 1 er op zitten en kijkt opgelucht uit naar een studievrije tijd. “Ik heb veel nieuwe dingen geleerd en vooral op juridisch vlak ben ik weer helemaal op de hoogte. Het was de investering in tijd meer dan waard.”

Tanja Wendt, Adviseur Bouwplannen, Gemeente Harderwijk

“Het was een pittig maar leerzaam jaar”, aldus de energieke ambtenaar. “Ik ben nu twee jaar werkzaam bij de gemeente Harderwijk en vond het belangrijk om snel deze belangrijke opleiding af te ronden. In mijn functie heb ik naast bouwtechnische vraagstukken natuurlijk veel te maken met regelgeving, vergunningsaanvragen en informatievoorziening. Daar moet je professioneel mee omgaan en dan is deze opleiding een must. Binnen ons team van vergunningverleners, toezichthouders en handhavers is dan ook iedereen in het bezit van het diploma ABW of ervoor aan het studeren.

Juridische aspecten bijspijkeren bij ABW

Mijn studie Bouwkunde is een prima basis voor wat betreft het bouwkundige aspect van mijn functie. De juridische aspecten kwamen daarin echter minder aan bod en in mijn voorgaande functies had ik daar nauwelijks mee te maken. In de module Omgevingsrecht heb ik dit dan ook flink moeten én kunnen bijspijkeren. Ik had verwacht dat dit nogal droge stof zou zijn maar daar heb ik me in vergist. De regelgeving in het ruimtelijk domein is continu in beweging en vooral bij complexe vraagstukken moet je goed de weg weten in fasering en procedures.

Ik heb veel nieuwe dingen geleerd en merk echt dat ik er in de dagelijkse praktijk veel profijt van heb. Het was de investering in tijd meer dan waard. Studeren gaat me redelijk makkelijk af maar vooral voor het juridische gedeelte heb ik hard moeten werken. Het zijn niet alleen de 17 bijeenkomsten maar ook in de voorbereiding en zelfstudie gaan behoorlijk wat uurtjes zitten.

Maatschappelijke relevantie en uitdagingen

Ik heb pas twee jaar geleden de stap gemaakt van het bedrijfsleven naar de overheid en daar heb ik geen spijt van. Ik wilde graag een job met meer maatschappelijke relevantie en dit kwam min of meer op mijn pad. Het contact met burgers, collega’s, raadsleden en het college is dynamisch, divers en sluit goed aan bij mijn persoonlijkheid.

Harderwijk is een leuke gemeente om voor te werken. Niet te groot, niet te klein en ambitieus. Zo zijn we volop bezig met een grootschalig plan voor verbetering van het Waterfront. Hierdoor komt de historische binnenstad weer aan het water te liggen. Ook de stationsomgeving is compleet herontwikkeld. Met deze grote projecten en de ontwikkelingen rondom de nieuwe Omgevingswet en Private Kwaliteitsborging liggen er volop uitdagingen voor onze afdeling”.

Publicatiedatum: 30 juli 2018

Frank Doelare is al 16 jaar een bekend gezicht bij BOB-KOB. Als opleidingsmanager heeft hij namelijk dagelijks contact met cursisten, docenten, bedrijven en experts in de bouw. Met één doel: zorgen dat deelnemers de optimale opleiding volgen om zich te ontwikkelen in hun vakgebied! Frank heeft veel ervaring in het onderwijsveld. Met zowel een bouwkundige – als een onderwijskundige opleiding,...

In de nieuwe Omgevingswet, actief sinds januari 2024, verandert er veel, ook voor infrabedrijven. Speciaal voor wie zich er grondig in wil verdiepen, is er de eendaagse workshop Bodemgerelateerde Werkzaamheden binnen de Omgevingswet. Samen met docent Coen Aarts duik je diep in de wereld van bodem en wetgeving en leer je welke kansen de nieuwe Omgevingswet biedt voor het werk...

Het werk van Patrick Daamen (40 jaar) verschoof afgelopen jaren van realisatie naar beheer en onderhoud. Om zijn kennis te verdiepen, volgde hij de BOB-opleiding Asset- en Onderhoudsmanager Vastgoed. “Ik heb nu een breder begrip van de vastgoedwereld en het samenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.” Patrick startte zijn loopbaan in 2006 bij aannemingsmaatschappij J.P. van Eesteren, als werkvoorbereider grote projecten....

Juun Steen is een bevlogen voorvechter van verbetering en innovatie in de bouw. Met name het gebruik van informatisering en automatisering ziet hij als een belangrijk middel om een aantal prangende problemen aan te pakken. Zoals inefficiëntie en faalkosten, maar ook het grote tekort aan menskracht. Hij vertelt over de nieuwe opleiding BIM-Engineer, die hij mede heeft ontwikkelt. In zijn...

Op 10 januari organiseerden we voor en in samenwerking met Dura Vermeer Infra Regio Zuid West een trainingsdag Persoonlijke Effectiviteit. Tijdens het evenement ‘Het goede gesprek’, ontwikkelden zo’n 90 UTA-medewerkers vaardigheden om o.a. efficiënter te werken, structuur aan te brengen en een goed gesprek te voeren. Er werden diverse trainers en acteurs ingezet om deze dag met verschillende workshops in...

Neem telefonisch of per mail contact met ons op

088 425 63 00

info@bob-kob.nl