Met zijn scherpe juridische blik en bijna veertig jaar praktijkervaring loodst Martin Jolink collega’s en cursisten door de complexe Omgevingswet. Als senior beleidsmedewerker Omgeving én docent bij de OmgevingsAcademy weet hij precies hoe je regels toepast – én uitlegt.
Na een korte start in de boekhouding koos Martin voor de economisch-juridische richting op de HEAO. Zijn stage bij de gemeente Deventer wakkerde zijn interesse in het gemeentelijke werk aan. Via een startersfunctie bij gemeente Bergh (nu Montferland) en diverse andere Achterhoekse gemeenten belandde hij in 2000 bij Bronckhorst. Inmiddels is hij er 25 jaar in dienst, met een breed takenpakket. “In kleinere gemeenten werk je generalistisch. Ik bewaak de juridische kwaliteit, beantwoord complexe vragen en fungeer als geheugen van de organisatie.”
Zijn juridische kennis bouwde hij op via de opleiding Hoger Bestuursambtenaar aan de Bestuursacademie en later in de avonduren de studie Nederlands Recht aan de Open Universiteit. “Pittig naast een fulltimebaan, maar waardevol. Het geeft je het vertrouwen dat je je standpunt kunt onderbouwen.”
Sinds 2007 geeft Martin les in omgevingsrecht, dat zijn inmiddels de ABW-modules Omgevingswet 1 en 2, eerst in Zwolle, later ook in Utrecht. Hij ziet vooral handhavers en medewerkers bouw- en woningtoezicht in zijn klassen. “Hun werk raakt direct inwoners, vaak in gevoelige kwesties. Een vergunning verlenen of weigeren kan grote impact hebben, en burgers zijn tegenwoordig goed geïnformeerd en juridisch onderlegd. Daarom moeten ook beginnende ambtenaren vanaf dag één over stevige juridische bagage beschikken, en precies weten wat ze doen en zeggen.”
Een anekdote: “Veel deelnemers hebben een technische achtergrond en krijgen van mij ineens een juridisch vak, compleet met wetboek en lastige regels. Stel ik een vraag en krijg ik een antwoord, dan zeg ik standaard: ‘Waar staat dat?’ Na een paar lessen roept de groep het zelf al. Het werkt, want bij examens moet je precies weten waar je informatie vindt. Halverwege de opleiding is ‘Waar staat dat?’ een gevleugelde uitspraak geworden.”
Martin Jolink, senior beleidsmedewerker Omgeving én docent bij de OmgevingsAcademy
Binnen Bronckhorst is Martin dé vraagbaak voor juridische kwesties. “Collega’s leggen zienswijzen of beleidsstukken aan me voor. Ik wijs ze op relevante jurisprudentie of herinner aan hoe we iets eerder hebben opgelost. Na 25 jaar ken ik de dossiers én de geschiedenis van de gemeente.” Zijn werk is divers: van overleggen en adviseren tot meedenken over bestemmingsplannen en omgevingsplannen. “Je weet ’s ochtends nooit wat de dag brengt – dat houdt het boeiend.”
Dat onvoorspelbare, samen met het brede contact met inwoners, ontwikkelaars, architecten en andere partijen, maakt dat hij zich thuis voelt in zijn vakgebied. Toen Bronckhorst in 2005 ontstond uit een gemeentelijke herindeling, koos hij bewust voor een inhoudelijke rol in plaats van management. “Ik vind de inhoud leuker. En geen dag is hetzelfde – juist die afwisseling is voor mij de charme van het werk.”
Terugkijkend noemt Martin de realisatie van een nieuwe woonwijk rond 2005 een inhoudelijk hoogtepunt. “Iedereen zei dat het niet zou lukken, maar we kregen het voor elkaar. Later kwam de krimp en moesten we capaciteit schrappen – een impopulaire, maar noodzakelijke stap. Dat soort dossiers vragen om doorzettingsvermogen en goede communicatie.”
Voor Martin is helder uitleggen minstens zo belangrijk als de regels zelf. “Regels zijn altijd arbitrair. Of een duiventil vergunningvrij mag zijn, hangt er maar vanaf of je duivenliefhebber bent of naast een duivenliefhebber woont. Je moet beslissingen kunnen toelichten, ook als mensen het er niet mee eens zijn.” Zijn ervaring als mediator in de mediatorpool in de Achterhoek helpt daarbij. “Vaak zit het probleem in communicatie. Als je uitlegt waarom iets moet of mag, neemt dat veel spanning weg.”
De invoering van de Omgevingswet volgde Martin kritisch. “Er werd beloofd: minder regels, meer ruimte. In de praktijk blijft de reflex om alles tot achter de komma vast te leggen. Bestuurders zeggen wel dat ze globaler willen werken, maar zodra een belang in het geding is, willen ze toch gedetailleerde regels.” Ook ziet hij een golfbeweging tussen centrale en decentrale regelgeving. “Het Bouwbesluit bracht ooit landelijke uniformiteit. Nu mogen gemeenten weer meer zelf regelen, maar er zijn al geluiden om opnieuw meer centraal vast te leggen.”
Het lesgeven houdt Martin zelf ook scherp. “Cursisten stellen vragen waardoor ik soms denk: waarom doen we dat eigenlijk zo? Die spiegel is waardevol.” Bovendien leert hij van ervaringen uit andere gemeenten. “Iedereen werkt met dezelfde wetten, maar de invulling verschilt. Daar steek ik ook weer van op.”
Zijn boodschap aan starters? “Volg een degelijke opleiding. Als ambtenaar hebben je besluiten direct bestuurlijke en juridische gevolgen. In kleine gemeenten is de stap van inwoner naar wethouder klein; je moet dus goed en overtuigend kunnen uitleggen waarom een besluit – bijvoorbeeld het weigeren van een vergunning – terecht is. Dat vraagt om sterke communicatieve vaardigheden, inhoudelijke kennis en het vermogen om je keuzes te onderbouwen. Onze opleidingen ABW worden gegeven door ervaren praktijkmensen. Je leert niet alleen de theorie, maar ook hoe je die toepast in realistische situaties. Dat is onmisbaar in een tijd waarin nieuwe medewerkers door de hoge werkdruk al snel grote verantwoordelijkheden dragen.”